• No results found

Drs geert Dijkstra

In document Den Haag, stad van vrede en recht (pagina 38-41)

Functie: Beleidsmedewerker Bureau Internationale Zaken. gemeente Den Haag sinds 1996 (tot op heden)

geïnterviewd: 16 december 2011 te Den Haag.

‘Internationale organisaties, corps diploma-

tique, NGO’s, internationale scholen en be-

drijven; je hebt in Den Haag verschillende in- ternationale zuilen. Als je een internationale stad wilt zijn, moet je in al die zuilen goed investeren. Bureau Internationale Zaken houdt zich bezig met de niet winstgedreven zuilen, dus niet bedrijven.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het corps diplomatique, maar wij moeten er als gemeente voor zorgen dat een ambassade goed wordt gehuisvest en dat de werknemers faciliteiten hebben zoals goede parkeermogelijkheden. In deze stad is de werkgelegenheid internationaler gewor- den. Er zijn heel veel internationale banen bij gekomen; de internationalisering is in Ne- derland redelijk nieuw want tien jaar geleden

had je geen Internationaal Strafhof en twintig jaar geleden was er geen Europol of OPCW. In het rapport Den Haag internationale stad

van vrede en recht. Economische impact inter- nationale organisaties staat een overzicht van

de werkgelegenheid die is ontstaan.’

‘Ik ben in 1996 begonnen als kabinetschef van de burgemeester Deetman. Daarna ben ik kreeg een functie bij de gemeente waarbij ik verantwoordelijk was voor acquisitie en relatiebeheer voor banken en verzekeraars. In 2003 ben ik beginnen met internationale organisaties. (Toen werd Bureau Internatio- nale Zaken opgericht.)’

‘Voor Den Haag is het Vredespaleis het grootste schaap over de dam geweest. Een belangrijke vraag die je moet stellen is: hoe ligt de relatie tussen de komst van het Vre- despaleis, de ontwikkelingen in de wereld en de jaren waarin Den Haag is geworden wat het nu is? De jaren negentig is de periode geweest waarin Den Haag nieuwe interna- tionale instanties ging huisvesten. Waarom? Voor de stad was het goed, omdat in de afgelopen jaren de economie was achterge- bleven. Veel middeninkomens waren de stad uitgetrokken, omdat in Den Haag wonen niet aantrekkelijk was. Je zag dat als een stad slecht omgaat met de burgers en met financi- ele dossiers een neerwaartse spiraal ontstaat. Den Haag belandde vanaf 1994 in een artikel 12 status.

De ambitie ontstond om internationaler te worden als stad. Dan Haag was al internati- onaal want het Vredespaleis was hier en ook de ambassades en daarmee samenhangend de aanwezigheid van internationale militai- ren. Een regeringsstad is altijd in zekere mate internationaal.’

Is die ambitie van Den Haag op het gebied van de internationale rechts- orde, de aantrekking van interna- tionale organisaties, ontstaan in de

jaren negentig van de twintigste eeuw?

‘De ambitie was er al wel, maar onder water en niet verkondigd. We waren voordien altijd iets anders: stad aan zee, groene stad, stad aan de duinen, stad van recht en vrede, maar om de twee à drie jaar waren we iets anders. Er was geen focus. Nu zijn we de internatio- nale stad van recht en vrede. Van gespreide vingers naar een speerpuntstrategie zijn we gegaan.’

Was het creëren van nieuwe werk- gelegenheid een reden om in de jaren negentig mee te werken aan de campagnes?

‘Nee ik geloof niet dat het plan om campagne te gaan voeren kwam doordat Den Haag nieuwe economische impulsen nodig had. Het ging wel slecht met de stad in de negenti- ger jaren en het bleek een ontsnappingsmoge- lijkheid om als stad sterker en internationaler te worden. Internationale werkgelegenheid leverde ook weer aanvullende banen en geld op. De komst van expats zorgt voor meer consumenten in de stad.

Het is een geleidelijke ontwikkeling geweest. Ik noem het weleens afstoffen van een dia-

mant. We hadden hier al ambassades, wij wa- ren al de hofstad en internationaal zat er al heel veel. Dit is in de loop der jaren versterkt. We gingen naar die speerpuntstrategie. Lang- zaamaan werd die strategie gehanteerd. Als je ergens sterk in bent, moet je dat versterken.’

Maar wanneer is dat moment geko- men bij de gemeente?

‘Dat moment is nog veel later gekomen (na de komst van verschillende internationale organisaties in Den Haag.) Wim Deetman hield als burgemeester de portefeuille inter- nationale zaken en er was een wethouder die zich hiermee bezighield. Er waren dus twee portefeuillehouders. In 2003 had je nog slechts die twee portefeuilles en pas in 2007 is het hele college van Burgemeesters en Wethouders omgegaan. Toen kwam er veel meer aandacht voor internationale zaken in het coalitieakkoord. Het is dus pas veel later door het college omarmd. Je moet het coalitieakkoord 2006-2010 en het coalitieak- koord van de jaren daarvoor eens met elkaar vergelijken. Vanaf 2006 is er veel meer een focus op internationaal.

Het rapport Den Haag internationale stad van

vrede en recht. Economische impact interna- tionale organisaties toont dat het zeer winst-

gevend is geweest voor de stad, de komst van de internationale organisaties. Dit is een miljardenzaak en dat was ook wel bekend. Maar er is pas recent een meting gedaan naar internationale werkgelegenheid.

Vroeger werden brieven van de gemeente naar de internationale organisaties en ambassades alleen in het Nederlands verzonden, terwijl door de medewerkers geen Nederlands werd gesproken. Met die verzoeken om informa- tie over bijvoorbeeld werkgelegenheid werd er geen rekening mee gehouden. Hierdoor waren bestanden bij de gemeente niet altijd correct.’

Wilt u hiermee aangeven dat er sprake is geweest van een mentali- teitsverandering bij de gemeente?

‘Heel goed.’

Wie was vanuit de gemeente be- trokken bij de campagnes voor de aantrekking van gouvernementele organisaties?

‘Bob Lagerwaard is bezig geweest met het aantrekken en de komst van internationale organisaties, te weten OPCW, het Joegosla- vië Tribunaal en het Internationaal Strafhof.

Hij was senior beleidsmedewerker bij de gemeente. Daarnaast waren er dus ook twee portefeuillehouders. Wim Deetman en Bas Verkerk, wethouder.’

De campagnes waren toch eigenlijk een nationale zaak?

‘Ook. Maar je moet wel bedenken dat die organisaties in Den Haag gevestigd zouden worden. Daarbij was ook de gemeente nodig. Bob Lagerwaard kan hier veel over vertellen. Het was nationale politiek, maar Den Haag heeft het in de loop der jaren wel naar zich toegetrokken.

Je moet dit beeld van de stad niet slechts his- torisch bekijken, maar ook letten op wat nu gebeurd.’

Was Den Haag in de optiek de enige stad in Nederland waar deze nieuwe internationale organisaties heen konden gaan?

‘Den Haag was een internationale stad. De ambassades zaten hier, de internationale scholen, Shell zat hier. De voorzieningen lagen hier al. Deze stad is bijvoorbeeld het zwaartepunt van internationaal onderwijs in Nederland.’

Maar een stad als Genève heeft dat ook?

‘Dat klopt.’

Wanneer is het idee van de Interna- tionale Zone ontstaan?

‘Vier à vijf jaar geleden. De Internationale Zone, die in Den Haag gecreëerd wordt, is een groot terrein waar werkzaamheid, be- reikbaarheid en veiligheid samenkomen. De beveiliging is gecentreerd in een gebied. Dat is efficiënter dan een grotere spreiding over de stad.

Er is nog genoeg ruimte. Het Joegoslavië Tri- bunaal is in 2016 weg en het ICC komt op de plaats van een oude kazerne. In de recente bijlage van Het Financieele Dagblad kun je lezen dat de ruimte er is.

Het heeft een grote impact op de stad. De stad verandert. Nu wordt in de trams ook in Engels omgeroepen. Dat gebeurde tien jaar geleden niet.’

Was de komst van het ICC de bekro- ning op de ambitie van Den Haag om zich te richten op internationaal recht en vrede?

‘Je hebt hier nu het Libanon en Sierra Leone Tribunaal, maar ook het ICC. Dat hof is van een compleet andere orde dan een ad hoc tribunaal.’

Waarom scharen ze de ad hoc tribu- nalen niet onder het ICC?

‘Dat heeft te maken met de politiek van de landen, verdragen die ten grondslag liggen aan de hoven en tribunalen. En met tijd. Een ad hoc tribunaal is gemakkelijker te re- aliseren in korte tijd dan een permanent hof waarover afspraken lopen met verschillende landen. Er zijn wel dwarsverbanden tussen de tribunalen. Hier zitten bijvoorbeeld ook onderdelen van het Rwanda Tribunaal. Er zijn ook veel rechters bij de tribunalen die hun expertise ook weleens verlenen aan een ander tribunaal. ’

In document Den Haag, stad van vrede en recht (pagina 38-41)