• No results found

Droogvallen Vlieland (Foto Els Knol-Licht)

In document Natura 2000 Beheerplan 1. Waddenzee (pagina 190-194)

areaal kwelderzones Waddenzee

Foto 7.6. Droogvallen Vlieland (Foto Els Knol-Licht)

Om negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen te beperken, gelden de bestaande gedragsregels van de ‘Erecode voor Wadliefhebbers’ als mitigerende maatregelen (#11), zoals opgenomen in bijlage 4 (B4.1.1). Op gezamenlijk aan te wijzen hotspots (concentraties van waterrecreatie en natuurwaarden) wordt bovendien geleerd van effecten van maatregelen, gericht op naleefgedrag van gebruikers en monitoring van (de effecten van) activiteiten. Hierbij wordt ook onderzocht wat de ontwikkelruimte is voor (meer) dynamische zonering van gebieden waarvoor toegangsbeperkingen (artikel 20 Nb-wet) gelden. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Actieplan Vaarrecreatie Waddenzee en de door betrokken partijen ondertekende intentieverklaring (Lit. 70).

Bij naleving van de ze gedragsregels worden significant negatieve effecten

voorkómen en resteffecten beperkt. De naleving wordt bevorderd door voorlichting en toezicht.

Door een goede naleving van de gedragsregels voor de recreatievaart kan een bijdrage worden geleverd aan de invulling van de visie van paragraaf 2.2.

Snelle recreatievaart

Recreatievaart vindt in principe op de hele Waddenzee plaats. Met de hoogste dichtheden rond de jachthavens en sluizen (‘vertrekpunten’). Voor alle motorschepen in de Waddenzee geldt op grond van artikel 8.06 van het Binnenvaartpolitiereglement een maximum vaarsnelheid van 20 kilometer/uur, uitgezonderd in een aantal betonde vaargeulen en het bestaande snelvaargebied bij Oudeschild (Texel). Alleen in het snelvaargebied bij Oudeschild mag met waterskiën en waterscooters en dergelijke harder dan 20 kilometer/uur worden gevaren. Dit gebied nabij Oudeschild ligt direct onder de dijk ten noorden van de tonnen T12 en T14 en ten zuiden van de havenmond. Zie kaart 3 (‘Recreatie’).

Door snelle recreatievaart kan verstoring optreden van vogels en zeehonden. De verstoring wordt versterkt door hogere snelheden en meer motorgeluid.

In bijlage 4 (B4.1.2) is een overzicht van de mitigerende maatregelen (#12) voor deze activiteit opgenomen, gebaseerd op de Regeling Snelle Motorboten 1995 en de Structuurvisie Derde Nota Waddenzee. Op deze vorm van recreatie zijn ook de gedragregels uit de ‘Erecode voor Wadliefhebbers’ (B4.1.1) van toepassing. De Regeling Snelle Motorboten en de gedragsregels zijn al bestaand. Een

aanvullende maatregel is de hoge prioriteit van de handhaving (complete –keten) met betrekking tot het snelvaarverbod (buiten de toegestane geulen) in het Natura 2000-Handhavingsplan. Hiermee worden significant negatieve voorkómen en resteffecten beperkt.

Wadlopen, zwerftochten en excursies op wad en kwelder (inclusief lokale betreding)

Op de Waddenzee gaan wadlooptochten doorgaans van het vasteland naar één van de eilanden of hoge zandplaten (A-, B- en C-wadloopvergunning ex

Wadloopverordening), maar vaak wordt de route deels per boot afgelegd in plaats van geheel wadlopend. Indien er sprake is van een tocht zonder het maken van de oversteek van vaste wal naar eiland of plaat, maar waarbij wel 1 of meer geulen worden overgestoken, dan wordt gesproken over een ‘zwerftocht’. Op kaart 3 (‘Recreatie’) zijn de wadlooproutes, zwerftochten en locaties met (natuureducatieve) excursietochten indicatief weergegeven. Verder wordt het wad met kwelder lokaal ook betreden door kustbewoners.

Door wadlopen kan verstoring optreden van vogels (voornamelijk wintertaling, wilde eend, eider, blauwe kiekendief, scholekster, kluut, bontbekplevier, goudplevier, kanoet, visdief, noordse stern en velduil) en zeehonden. Er is tijdelijk sprake van verminderde voedselopname of rust. Daarnaast vindt betreding plaats van

verschillende habitattypen (voornamelijk ‘slik- en zandplaten’), waardoor over een beperkt oppervlak de bodem wordt verstoord.

In bijlage 4 (B4.1.3) is een overzicht van de mitigerende maatregelen (#13) voor deze activiteit opgenomen. Nieuw met ingang van dit beheerplan is dat de vertrek- en aanlandingslocaties goed moeten worden afgestemd met de terreinbeheerders. De overige mitigerende maatregelen zijn bestaande gedragsregels. Hiermee worden significant negatieve effecten met voorkómen en resteffecten beperkt.

Door een goede naleving van deze gedragsregels kan een bijdrage worden geleverd aan de invulling van de visie van paragraaf 2.2.

Betreding van (hooggelegen) zandplaten

In het zomerseizoen zijn er zeekanovaarders die zandplaten (bijvoorbeeld Simonszand of Engelsmanplaat) gebruiken voor een kort verblijf of om er te overtijen. Dit ‘overtijen’ kan één of soms zelfs twee tijen in beslag nemen. Het betreden van zandplaten kan verstoring veroorzaken van vogels

(hoogwatervluchtplaatsen voor kanoet en scholekster, broedlocaties bontbekplevier en strandplevier) en zeehonden.

In bijlage 4 (B4.1.4) is een overzicht van de mitigerende maatregelen (#17) voor deze activiteit opgenomen. Daarnaast wordt sinds 2012 de mogelijkheid tot bivakkering bij jachthavens op de bewoonde Waddeneilanden verbeterd, waardoor de behoefte om te overtijen op de zandplaten mogelijk vermindert.

Deze mitigerende maatregelen zijn deels reeds bestaand en deels aanvullend in het kader van dit beheerplan. Hiermee worden significant negatieve effecten voorkómen en resteffecten beperkt.

Natura 2000-beheerplan Waddenzee

Pagina 192 van 331

Door een goede naleving van deze gedragsregels kan tevens een bijdrage worden geleverd aan de invulling van de visie van paragraaf 2.2.

Recreatie op en onderhoud van kunstmatige stranden

Binnen de Waddenzee liggen op vier locaties langs de waddenkust kunstmatige recreatiestranden: Oudeschild (Texel), Harlingen, Delfzijl (Eems-Dollard-estuarium) en Termunterzijl (Eems-Dollard-estuarium). Onder recreatie op stranden valt zonnen, zwemmen, wandelen, sporten, vliegeren en overig recreatief gebruik zoals activiteiten bij een strandpaviljoen en surfen. Periodiek worden de stranden

aangevuld met zandig materiaal om afslag te herstellen.

Recreatie op kunstmatige stranden kan verstoring veroorzaken van vogels

(voornamelijk eider, scholekster, bontbekplevier, strandplevier en kanoet). Kans op broedsucces van eventuele strandbroeders op deze locaties met lokaal veel

dagrecreatie is uiterst klein; elders binnen de Waddenzee zijn voldoende geschikte locaties aanwezig of geschikt te maken (vooral op strandvlaktes van sommige Waddeneilanden). Ook het periodiek onderhoud van het strand door het aanvullen met zand kan verstoring van vogels veroorzaken.

In dit beheerplan zijn gedragsregels (#18) opgenomen die gericht zijn op het beperken van verstoring, bestemd voor de beheerder, exploitant en recreanten. Een overzicht van deze gedragsregels staat in bijlage 4 (B4.1.5).

Deze mitigerende maatregelen zijn grotendeels bestaand. Hiermee worden significant negatieve effecten voorkómen en resteffecten beperkt.

Recreatief gebruik strandvlaktes Waddeneilanden

Op de strandvlaktes op de uiteinden van de bewoonde Waddeneilanden wordt (ook) gerecreëerd. Deze recreatie bestaat uit onder andere uit strandrijden (met auto’s), (recreatief) vissen, zonnen, wandelen en sporten. Het strandrijden met auto’s op de Waddeneilanden gebeurt in recreatieve zin en daarnaast bij het strandjutten. Voor een gedetailleerde beschrijving van deze activiteiten wordt verwezen naar de beheerplannen van Texel, Vlieland, Terschelling en Ameland (Lit. 77 t/m 80). Het recreatief gebruik in en in de directe nabijheid van (potentiële) broedgebieden van strandbroedvogels kan tijdens het broedseizoen voor verstoring zorgen, in het bijzonder voor de strandplevier, bontbekplevier en dwergstern. Dit kan negatief effect hebben op het broedsucces.

In deze beheerplanperiode is er als mitigatie (#19) een uitbreiding voorzien van het (zonodig preventief) afsluiten van (potentiële) broedgebieden voor deze soorten op de strandvlaktes op uiteinden van sommige bewoonde Waddeneilanden. Het gaat met name om de Hors, Vliehors, Noordsvaarder, oostpunt Boschplaat en De Hon. Er wordt gezoneerd in ruimte en tijd (maatwerk). De locaties worden jaarlijks bepaald in overleg met de Beheeroverleggroepen op de eilanden. Daarnaast zal monitoring van strandrijden plaatsvinden in sommige gebiedsdelen. Indien effecten zijn te verwachten wordt een nadere zonering voor het strandrijden (al of niet met behulp van een routering) ingesteld, teneinde verstoring te voorkómen. Deze maatregelen zijn genoemd in bijlage 4 (B4.1.6) en zijn nader uitgewerkt in de paragrafen 4.4 van de beheerplannen Texel, Vlieland, Terschelling en Ameland.

Deze (mitigerende) maatregelen ter bescherming van broedlocaties van

strandbroeders zijn aanvullend op reeds bestaande beschermende maatregelen. Het monitoren van het strandrijden met het voorkómen van verstoring is een nieuwe

maatregel. De maatregelen (#19) worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de terreinbeheerders Staatsbosbeheer (Terschelling), Defensie (de Hors en Vliehors) en It Fryske Gea (De Hon). Hiermee worden significant negatieve effecten voorkómen en resteffecten beperkt.

Zeehengelen (recreatief, inclusief charters)

Onder de hengelvisserij valt de recreatieve en zeer kleinschalige beroepsmatige visserij vanaf de oever of boot. De activiteit vindt het gehele jaar plaats overdag en ’s nachts, maar het zwaartepunt ligt voornamelijk in de zomer. De recreatieve hengelvisserij bestaat uit drie vormen:

1. Visserij vanaf de kant (kantvisserij); 2. Visserij vanuit kleine sportbootjes;

3. Visserij vanaf grote sportvisboten voor groepen (opstapvisserij).

Over het algemeen wordt de Waddenzee slechts voor een beperkt gedeelte vanaf de kant bevist. De zeesportvisserij met hengels in de Waddenzee concentreert zich voornamelijk op het stuk tussen Harlingen en Wieringen en in het Eems-Dollard- gebied. Ook de kleine bootjesvisserij is geconcentreerd in het Eems-Dollard-gebied en tevens in de diepere delen van de westelijke Waddenzee die ook bij laagwater bereikbaar zijn. De soorten die voornamelijk gevangen worden door hengelvisserij in de Waddenzee zijn): bot, kabeljauw, geep, fint, makreel, wijting, diklipharder, zeebaars, aal en puitaal.

Hengelvisserij is een zeer selectieve vorm van visserij, waardoor bijvangst nauwelijks aan de orde is. Effecten op prikken en fint zijn niet aan de orde. Bij recreatief vissen wordt de vangst behouden voor eigen gebruik of teruggezet. De hoeveelheid weggevangen vis door recreatieve hengelvisserij is dermate gering dat het voedselaanbod voor visetende vogels en zeehonden niet noemenswaardig wordt aangetast. Verstoring door hengelvisserij zal zich dus beperken tot verstoring van vogels (met name eider, aalscholver) door silhouetwerking, waaronder ook geluid en licht.

Op alle vormen van visserij zijn generieke visserijvoorwaarden van toepassing. Deze zijn opgenomen in bijlage 2 voor zeehengelen als gedragsregels. Daarnaast zijn specifieke gedragsregels voor zeehengelen (#21) van toepassing. Een overzicht van deze gedragsregels is in bijlage 4 (B4.1.7) opgenomen.

Deze gedragsregels zijn reeds bestaand. Hiermee worden significant negatieve effecten voorkómen en resteffecten beperkt.

Natura 2000-beheerplan Waddenzee

Pagina 194 van 331

In document Natura 2000 Beheerplan 1. Waddenzee (pagina 190-194)