• No results found

De drie begrippen in het licht van de doelstellingen van het strafproces

In document Snel, Betekenisvol en Zorgvuldig (pagina 79-82)

Voorgaande betekenisverlening van de begrippen ‘Snel’, ‘Betekenisvol’, en ‘Zorgvuldig’ correspondeert met de doelstellingen van het strafproces, zoals (onder meer) geformuleerd door de onderzoeksgroep ‘Strafvordering 2001’.241 Uitgangspunt van de voorstellen van deze onderzoeksgroep is dat een juiste toepassing van het (abstracte) materiële strafrecht (nog steeds) het hoofddoel is van strafvordering.242 Dit hoofddoel, dat door de toenmalige wetgever reeds een eeuw eerder werd vastgelegd (bij het toenmalige ontwerp van het Wetboek van Strafvordering),243 brengt met zich dat het strafproces gericht moet zijn op materiële

waarheidsvinding. Daarbij moeten schuldigen gestraft worden, onschuldigen vrij blijven van

bestraffing (en vervolging) en dienen ook de belangen van bijvoorbeeld slachtoffers en getuigen te worden verdisconteerd.244 Dit doel kan alleen bereikt worden indien het strafproces ‘goed ingericht’ is: overheidsoptreden tegen vermoedelijk gepleegde strafbare feiten moet correct en adequaat zijn jegens verdachten, slachtoffers en de maatschappij.245 Dat betekent (onder meer) dat keuzes moeten worden gemaakt: dat een (juiste) afweging

240

YouTube, ‘Strafrecht volgens ZSM Zorgvuldig, Snel en op Maat’,

https://www.youtube.com/watch?v=riT00mjPV2o (laatst bezocht 28 januari 2016).

241

Groenhuijsen, M.S. & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter zitting. Eerste interimrapport onderzoeksproject

Strafvordering 2001, Deventer: Kluwer 2001.

242

Groenhuijsen, M.S. & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter zitting. Eerste interimrapport onderzoeksproject

Strafvordering 2001, Deventer: Kluwer 2001, p. 15.

243

Kamerstukken II 1913/14, 286, nr. 3 , p. 55.

244

Groenhuijsen, M.S. & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter zitting. Eerste interimrapport onderzoeksproject

Strafvordering 2001, Deventer: Kluwer 2001, p. 16.

245

Groenhuijsen, M.S. & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter zitting. Eerste interimrapport onderzoeksproject

80

moet worden gemaakt tussen de verschillende belangen van diverse partijen die bij het strafproces zijn betrokken.246

Dat handhaving efficiënt en effectief dient te zijn,247 betekent niet altijd dat strafbare feiten door rechtelijke tussenkomst zouden moeten worden afgedaan: ook (of: juist) door differentiatie in procesvormen kunnen de doelstellingen van het strafproces worden gewaarborgd. Naar het oordeel van de onderzoeksgroep kan afdoening door OM bij lichte vergrijpen waarin het bewijs ‘rond’ is en waarbij er voor de verdachte niet al te veel op het spel staat, voor zowel de verdachte als ‘de maatschappij’ een ‘uitkomst’ zijn. Niet alleen wordt door deze afdoeningsvorm tegemoet gekomen aan de wens om kosten en tijd die met gerechtelijke afdoening gepaard gaan te beperken; ook wordt de verdachte een gang naar de rechter bespaard.248 De ZSM-werkwijze correspondeert met die gedachte(n), in die zin dat de ZSM-werkwijze bedoeld is voor eenvoudige misdrijfzaken waarbij het bewijs rond is (althans: zou moeten zijn). De verdachte (en het slachtoffer) wordt in die zaken een meer langdurige gang naar de rechter (en een uitvoerig en openbaar proces) bespaard, hetgeen efficiënt en effectief kan zijn (alsmede gerechtvaardigd en maatschappelijk acceptabel).

Het ‘gedachtegoed’ van de onderzoeksgroep ‘Strafvordering 2001’ bevat welbeschouwd evenwel ook een waarschuwing: 249 buitengerechtelijke afdoeningsvormen zoals geïncorporeerd in de ZSM-werkwijze zullen alleen (kunnen) bijdragen aan de doelstellingen van het strafproces, indien sprake is van correct en adequaat overheidsoptreden. Is dat optreden niet correct en/of niet adequaat, dan dragen dergelijke afdoeningsvormen niet bij aan het verwezenlijken van de doelstelling van het strafproces, te weten de juiste toepassing van het materiële strafrecht te verzekeren. Anders gezegd: om te garanderen dat het materiële strafrecht juist toegepast wordt (in de zin dat alleen schuldigen bestraft worden), kán de ZSM-werkwijze het belang van efficiëntie niet boven het belang van een juiste rechtsbescherming van de verdachte stellen. De besparing van tijd en kosten mag (dan ook) nooit tekort doen aan de rechten die de verdediging in het kader van de verdediging tegen een

‘criminal charge’ toekomen. Dat uitgangspunt begrenst de snelheid en geeft inhoud aan het

vereiste van zorgvuldigheid en betekenisvolle interventies.

3.5 Samengevat

Oorspronkelijk stond de ZSM-werkwijze voor (een variërende) combinatie van de begrippen ‘spoedig’, ‘selectief’, ‘samen’, ‘simpel’, ‘slim’ en ‘samenlevingsgericht’. De betekenis die aan die begrippen werd gegeven is niet in alle opzichten even helder, terwijl ze elkaar ook nog eens (deels) overlappen.

246

Zie voor voorbeelden van deze belangen: Groenhuijsen, M.S. & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter zitting. Eerste

interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001, Deventer: Kluwer 2001, p. 18-22.

247

Hartmann, A.R., ‘Buitengerechtelijke afdoening II’, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter

zitting. Derde interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001, Deventer: Kluwer 2001, p. 98.

248

Hartmann, A.R., ‘Buitengerechtelijke afdoening II’, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter

zitting. Derde interimrapport onderzoeksproject Strafvordering 2001, Deventer: Kluwer 2001, p. 96-98.

249

Hartmann, A.R., ‘Buitengerechtelijke afdoening II’, in: M.S. Groenhuijsen & G. Knigge (red)., Het onderzoek ter

81

In de beschikbare documenten uit de beginperiode van de ZSM-werkwijze wordt niet ingegaan op de onderlinge verhouding tussen de begrippen. Snelheid is, zeker in het begin, dominant geweest en andere aspecten leken daaraan ondergeschikt.

Al snel werden kanttekeningen bij de dominantie van snelheid geplaatst, door zowel de praktijk, de strafrechtadvocatuur als de wetenschap. Tegen de achtergrond van die kritiek werden naast ‘Snel’ vervolgens ook de (nieuwe) doelstellingen ‘Betekenisvol’ en ‘Zorgvuldig’ vanuit officieel perspectief nadrukkelijker voor het voetlicht gebracht.

‘Snel’, ‘Betekenisvol’ en ‘Zorgvuldig’ zijn enige jaren de leidende begrippen geweest in de ZSM-werkwijze, al is van een eenduidige definiëring van die begrippen nimmer sprake geweest. ‘Snel’ lijkt redelijk voor zich te spreken, ‘Betekenisvol’ houdt in dat de afdoening betekenis moet hebben voor slachtoffer, dader en maatschappij (en medewerker), ‘Zorgvuldig’ verwijst in essentie naar de eisen van rechtsstatelijkheid (in het bijzonder: recht op rechtsbijstand en wettelijke eisen die gesteld worden aan een strafbeschikking).

Inmiddels wordt ZSM als afkorting gebruikt voor ‘Zorgvuldig, Snel en op Maat’, maar hiermee lijkt geen wezenlijke koerswijziging voor wat betreft vorm en inhoud van de ZSM-werkwijze beoogd.

De ZSM-werkwijze past binnen de doelstellingen van het strafrecht, met die kanttekening dat het belang van efficiëntie niet boven het belang van een juiste rechtsbescherming van de verdachte kan worden gesteld.

De vraag die aan het begin van dit hoofdstuk werd gesteld in hoeverre de veranderingen in terminologie gevolgen hebben gehad voor de doelstelling(en van de ZSM-werkwijze (dan wel andersom: in hoeverre is sprake geweest van een gewijzigde doelstelling en is daarmee de omvang van inhoud van de drie kernbegrippen) valt eigenlijk niet precies te beantwoorden. Dat evenwel wederzijdse beïnvloeding plaats heeft gevonden, dat is echter wel gebleken.

82

In document Snel, Betekenisvol en Zorgvuldig (pagina 79-82)