• No results found

De aangetroffen affi niteit onder de deelnemers is dermate groot dat we ook de vraag mogen stellen in hoeverre er bij hen nog ruimte, laat staan noodzaak is voor het verbreden en verdiepen van het draagvlak.

Dit neemt niet weg dat we kunnen spreken van een bepaald effect. Dit effect heeft betrekking op de mate waarin de deelnemers door de thematiek en het debat geactiveerd zijn om zich actief in te zetten voor internationale samenwerking.

Hoewel op een enkeling na alle deelnemers wel op één of meerdere manieren actief betrokken zijn bij internationale samenwerking, ziet bijna een derde in de bezochte bijeenkomst of het nieuwe mediaproject een aanleiding om zich (nog) meer in te spannen. Een derde van de deelnemers overweegt dit nog. Zo gezien is er niet zozeer sprake van een verbreding van het draagvlak als effect, maar wel van verdieping. Er is vanuit de deelname aan de activiteiten meer actiebereidheid ontstaan. De deelnemers laten hun affi niteit zien in hun gedrag. Hieruit kunnen we tot slot concluderen dat de activiteiten waarop dit onderzoek zich richtte niet de meest geschikte middelen zijn om het draagvlak te verbreden, maar wel om het te verdiepen.

Verwey-Jonker Instituut

Bijlage 1 Vragenlijst

Basisversie enquête Effectmeting projecten Nieuwe Media en Bijeenkomsten van het NCDO

Introductie

De Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) subsidieert projecten en activiteiten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. NCDO is geïnteresseerd in de mening van de bezoekers / deelnemers aan deze projecten. NCDO wil graag weten hoe debatbijeenkomsten als deze worden gewaardeerd door bezoekers. Ook willen zij weten wat bezoekers eventueel doen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en wat hun mening is over ontwikkelingssamenwerking.

Vragen vooraf

Hoe bent u op de hoogte geraakt van de bijeenkomst van [project]?

Ⱥ Via website Ⱥ Via Hyves/Facebook Ⱥ Via een krant of tijdschrift Ⱥ Via vrienden/kennissen

Ⱥ Via een uitnodiging per mail of brief

Ⱥ Anders, namelijk_______________________________________________

1. Heeft u voorafgaand aan [project] de afgelopen 12 maanden iets gedaan voor mensen in ontwikkelingslanden? (meerdere antwoorden mogelijk)

Ⱥ Donateur zijn van één of meerdere ontwikkelingsorganisaties

Ⱥ Geld geven via losse donaties aan een goed doel op het gebied van ontwikkelingssamenwerking Ⱥ Doneren van goederen (als bijvoorbeeld kleding, schoenen, computers, etc.)

Ⱥ Programma’s kijken op tv, een artikel of boek lezen of via internet informatie zoeken over het leven in ontwikkelingslanden

Ⱥ Vrijwilligerswerk verrichten in een ontwikkelingsland

Ⱥ Me vrijwillig inzetten in Nederland voor een project, activiteit of organisatie gericht op ontwikkelingssamenwerking

Ⱥ Fairtradeproducten kopen

Ⱥ Ethisch verantwoord sparen of belegen (bijv. bij Tridos of ASN) Ⱥ Meedoen aan een loterij die goede doelen steunt

Ⱥ Ik heb een betaalde baan in de ontwikkelingssector

Ⱥ Meedoen aan een actie of activiteit, anders dan voornoemde opties, rond ontwikkelingssamenwerking.

(bijvoorbeeld het bezoeken van debat of lezing, deelnemen aan een uitwisselingsprogramma, handtekeningenactie, etc.)

Ⱥ Geen van deze Ⱥ Anders, namelijk…..

Ⱥ Weet niet / geen mening

Draagvlak voor internationale samenwerking

46

2. Kunt u drie organisaties noemen die zich bezighouden met ontwikkelingssamen-werking?

1:_______________________________________________________________

2:_______________________________________________________________

3:_______________________________________________________________

3. Hoe belangrijk is het volgens u om mensen in arme landen te helpen zich te ont-wikkelen?

Ⱥ Zeer onbelangrijk Ⱥ Onbelangrijk

Ⱥ Niet onbelangrijk/niet belangrijk Ⱥ Belangrijk

Ⱥ Zeer belangrijk Ⱥ Weet niet / geen mening

4. We leggen u nu een aantal stellingen voor over ontwikkelingssamenwerking. Wilt u bij elke stelling aangeven in hoeverre u het hiermee eens bent?

a. Zolang in Nederland mensen in armoede

leven, moet er geen geld naar ontwikke-lingssamenwerking gaan.

Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ

b. Het armoedeprobleem valt niet op te lossen.

Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ

c. Het oplossen van armoede in ontwikke-lingslanden is ook in het belang van de rijkere landen.

Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ

d. Ontwikkelingslanden moeten hun pro-blemen alleen oplossen.

Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ

e. Mensen hebben door hun gedrag als bijvoorbeeld consument invloed op de armoede in ontwikkelingslanden

Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ Ⱥ

5. Hieronder wordt een aantal problemen genoemd die in ontwikkelingslanden (kun-nen) spelen. Kunt u aangeven wat volgens u het grootste probleem is? (slechts 1 antwoord mogelijk)

Ⱥ Economische omstandigheden

Ⱥ Gebrek aan goed beleid en goed openbaar bestuur Ⱥ Conflicten en rampen

Ⱥ Sociale ongelijkheid

Ⱥ Gebrek aan basisvoorzieningen en natuurlijke bronnen Ⱥ Onevenwichtige bevolkingssamenstelling

Ⱥ Geen van bovenstaande Ⱥ Anders, namelijk…

Ⱥ Weet niet / geen mening

6. Ontwikkelingsorganisaties hanteren verschillende werkwijzen om een land te ontwikkelen en armoede te bestrijden. Welke van de volgende werkwijzen van ontwikkelingsorganisaties is volgens u het meest zinvol? (slechts 1 antwoord mo-gelijk)

Ⱥ Het financieren van projecten gericht op structurele armoedebestrijding Ⱥ Het financieren van projecten gericht op maatschappijopbouw Ⱥ Het verlenen van noodhulp

Ⱥ Het uitzenden van deskundigen Ⱥ Lobby en beleidsbeïnvloeding

Ⱥ Bewustwordingsactiviteiten rond Ontwikkelingssamenwerking in Nederland Ⱥ Geen van bovenstaande

Ⱥ Anders, namelijk…

Ⱥ Weet niet / geen mening

7. Welke van onderstaande Nederlandse/ westerse organisaties en instellingen is volgens u het meest geschikt om ontwikkelingssamenwerking vorm te geven?

(slechts 1 antwoord mogelijk)

Ⱥ Internationale organisaties (zoals VN, Wereldbank, EU) Ⱥ Nationale overheid

Ⱥ Lokale overheden als provincies en gemeenten Ⱥ Bedrijfsleven

Ⱥ Professionele ontwikkelingsorganisaties

Ⱥ Maatschappelijke organisaties en instellingen (als bijvoorbeeld scholen, kerken en moskeeën, vakbonden, sportverenigingen, migrantenorganisaties, zorginstellin-gen, welzijnsorganisaties)

Ⱥ Hulpinitiatieven van particulieren Ⱥ Geen van deze

Ⱥ Anders, namelijk….

Ⱥ Weet niet / geen mening

U bent nu klaar met het deel dat vooraf kan worden ingevuld.

Na deelname

Wij vragen u vriendelijk of u dit deel van de vragenlijst kunt invullen direct na afloop van uw deelname aan [project].

8. Waarom hebt u deelgenomen aan [project]?

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

9. Zijn uw verwachtingen voor deelname aan [project] waargemaakt? Waarom wel/

waarom niet?

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

10. Kunt u een waardering geven voor [project] met een rapportcijfer van 1 tot 10?

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

11. Kunt u aangeven wat voor u het belangrijkste leerpunt is geweest over het thema van [project]?

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

12. Bent u door uw deelname aan [project] (meer dan voorheen) van plan om u per-soonlijk in te zetten voor ontwikkelingssamenwerking? Kunt u dit antwoord toe-lichten?

Ⱥ Ja, namelijk__________________________________________________

Ⱥ Nee, want ___________________________________________________

Ⱥ Misschien Ⱥ Weet ik niet

Tot slot een paar korte vragen naar persoonskenmerken 13. Wat is uw geslacht?

Ⱥ Man Ⱥ Vrouw

14. Wat is uw leeftijd?

___________ jaar

15. Wat is uw woonplaats?

__________________________________________________________________

16. Wat is uw hoogst genoten opleiding?

Ⱥ Basisonderwijs Ⱥ Lager beroepsonderwijs

Ⱥ Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) Ⱥ Middelbaar voortgezet onderwijs (MAVO, MULO) Ⱥ Middelbaar beroepsonderwijs (MBO)

Ⱥ HAVO/VWO Ⱥ HBO Ⱥ WO

Ⱥ Weet niet/wil niet zeggen

17. Rekent u zichzelf op dit moment tot een kerk of geloofsgemeenschap?

Ⱥ Ja Ⱥ Nee

Ⱥ Geen mening / wil ik niet zeggen

18. Graag zouden wij u over 2 maanden nogmaals een aantal vragen willen voorleggen en vragen we alvast uw medewerking hierbij. Indien u hiertoe bereid bent ver-zoeken wij u hieronder uw e-mailadres te noteren. Wij gaan strikt vertrouwelijk met uw gegevens om. De verstrekte gegevens, waaronder uw e-mailadres, worden niet aan derden verstrekt.

Mijn e-mailadres of postadres waarop ik de enquête wil ontvangen:

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

19. Heeft u nog overige vragen en/of opmerkingen?

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________

De vragenlijst is klaar. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking. De enquêtes worden weer ingenomen door onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut.

Opdrachtgever/fi nancier NCDO

Auteurs Drs. R. Lammerts Drs. L.M. Verwijs MSc Omslag Grafi tall, Eindhoven Uitgave Verwey-Jonker Instituut

Kromme Nieuwegracht 6

3512 HG Utrecht

T (030) 230 07 99

E secr@verwey-jonker.nl

I www.verwey-jonker.nl

De publicatie kan gedownload en/of besteld worden via onze website:

http://www.verwey-jonker.nl ISBN 978-90-5830-4650

© Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2011.

Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut.

Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld.

The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute.

Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned

Colofon

Wat is de invloed van gesubsidieerde activiteiten