• No results found

5. Beoordeling AFM

5.4 Dossier 4

NN is een kredietovereenkomst, getekend op [datum], met desbetreffende consument aangegaan en heeft daarbij een krediet van € 18.600 verstrekt. In onderstaande tabel zijn de berekeningen van NN en de AFM met betrekking tot dit dossier opgenomen.36

A. Financiële positie klant B. Berekening NN C. Berekening AFM D. Toelichting

Inkomen € 2.721,58 € 2.601,75 Zie sub I.

Woonlasten € 524,84 € 524,84

Lasten bestaande financieringen € 60,00 € 60,00

Overige lasten € 367,91 € 903,91 Zie sub II.

Kredietwaardigheidstoets

Gezinssamenstelling Alleenstaand met kinderen

Alleenstaand Zie sub II.

Jaar van gehanteerde leennorm 2016 2016

Gehanteerde leennorm € 1.215,24 € 1.048,51

Beschikbare ruimte voor krediet € 430,33 € 64,49 Maximaal te verstrekken krediet37 € 21.516,53 € 4.946,0038

Verstrekt krediet € 18.600,00 € 18.600,00

Sub I: Inkomensberekening

Het dossier bevat een salarisspecificatie van juni 2016. Uit de salarisspecificatie blijkt dat er in totaal € [bedrag]

wordt ingehouden aan pensioenpremies en € [bedrag] aan WGA- en WIA-premies. Daarnaast blijkt uit het dossier dat de consument een structurele BHV-toelage ontvangt op het salaris ter hoogte van € [bedrag] per maand.

NN heeft in de berekening van het netto-inkomen van de consument geen rekening gehouden met de inhouding van de pensioenpremies, de WGA en WIA-premies en de BHV-toelage. NN heeft op 25 mei 2018 in haar reactie op de bevindingen van de dossiers 2016 medegedeeld dat pensioenpremie in 2016 niet werd meegenomen in de

35 Dit betreft dossier 2016-3 ([…]). Zie bijlage 16.3 bij de reactie van 5 februari 2018 van NN en bijlage 23.1 bij de reactie van 6 maart 2018 van NN.

36 Zie ook bijlage 16.2 bij de reactie van 5 februari 2018 van NN.

37 Conform artikel 6, onder a, van de VFN-Gedragscode mag een kredietverstrekker, bij het afsluiten van een aflopend krediet met een looptijd van meer dan 96 maanden, de aflossingscapaciteit bepalen aan de hand van de werkelijke lasten van het aflopend krediet met de beperking dat gerekend moet worden met een maximale looptijd van 96 maanden.

38 Nu in onderhavige kredietovereenkomst sprake is van een persoonlijke lening met een looptijd van 120 maanden, mag NN (in plaats van uit te gaan van 50 x de beschikbare kredietruimte) het maximaal te verstrekken krediet baseren op de beschikbare ruimte voor krediet (€ 64,49), het effectieve rentepercentage (6%) en de looptijd (96 maanden): € 4.946 (=PV(0,06/12;96;-64,49)).

Het rentepercentage van 6% correspondeert met de rente die in onderhavig dossier in de kredietovereenkomst is vastgelegd.

berekening. Sinds augustus 2017 neemt NN pensioenpremie wel mee in de bruto/netto berekening. Verder merkt NN in haar reactie het volgende op:

“De premie WGA-Hiaat wordt niet meegenomen als last in de berekening van het netto-inkomen. WGA-Hiaat is een niet-verplichte verzekering. Wij zien dit niet als een vaste last. Als werkgever meebetaalt aan WGA-Hiaat of pensioenpremie nemen wij dit niet mee als inkomsten. Vermijdbare uitgaven worden niet in de acceptatie meegenomen. Nu heeft NN zelf de RAET berekening gemaakt inclusief pensioenpremie en komen dan uit op een netto maandloon van €2609,8339 (BHV toeslag buiten beschouwing gelaten door NN).”

De AFM corrigeert in haar berekening de pensioenpremies en de WGA- en WIA-premies op het inkomen, aangezien deze inhoudingen een structureel karakter hebben en het netto besteedbaar inkomen verlagen. De inkomensberekening van NN en de AFM zijn hieronder schematisch weergegeven:

Berekening NN Berekening AFM

Brutosalaris € 3.978,00 € 3.978,00

BHV- toelage (bedrijfshulpverlening) - € [bedrag] +

Pensioenpremie - € [bedrag] -/-

[Pensioenpremie] - € [bedrag] -/-

Totaal (bruto) € 3.978,00 € 3.802,66

Conversie bruto  netto via Raet € 2.721,58 € 2.632,74

WIA-WGA inhouding - € [bedrag] -/-

Totaal (netto) € 2.721,58 € 2.601,75

Sub II: Overige lasten

In het dossier is een bankafschrift van juni 2016 aanwezig. Uit het bankafschrift blijkt dat er een bedrag van € 536 voor “Alimentatie [naam kind]” wordt betaald aan “[naam ex-partner]”. In dit dossier heeft NN gerekend met de leennorm inclusief kinderen. NN heeft het bedrag voor kinderalimentatie niet in mindering gebracht als last. Uit het dossier volgt niet wat de feitelijke gezinssituatie van deze consument is.

NN heeft op 25 mei 2018 in haar reactie op de bevindingen van de dossiers 2016 medegedeeld dat indien er kinderalimentatie werd betaald NN in 2016 rekende met de leennorm ‘met kinderen’. Sinds 2018 wordt kinderalimentatie als last meegenomen in de bruto/netto berekening.

In artikel 5 van de Toelichting bij de VFN-Gedragscode staat dat onder vaste lasten ten minste wordt verstaan de werkelijke woonlasten, alimentatie en financieringslasten.

Zienswijze NN

Zoals reeds genoemd, voert NN aan dat de VFN-Gedragscode niet verplicht om premies voor pensioen en WGA mee te nemen bij de berekening van het netto-inkomen. Ditzelfde geldt voor WIA-premies.

39 Bij deze berekening heeft NN naast de BHV-toeslag ook de WIA-WGA inhouding buiten beschouwing gelaten.

Anders dan de AFM in het onderzoeksrapport stelt, meent NN dat zij volledig is geweest in het vaststellen van de kosten die de financiële zorg voor kinderen met zich brengt. NN heeft gebruikt gemaakt van de basisnorm

‘alleenstaand met kinderen’ ongeacht of de kinderen (gedeeltelijk of geheel) thuiswonend of uitwonend zijn.

NN heeft invulling gegeven aan de norm op een wijze die naar haar inzicht een juiste en prudente invulling daarvan was. NN hield rekening met partneralimentatie door deze post mee te nemen in de gekozen leennorm.

De reden hiervoor is dat deze last een bijdrage is aan een ander huishouden dan het eigen huishouden, los van het eigen pakket aan levensonderhoud. NN hield rekening met kinderalimentatie door de norm ‘alleenstaand met kinderen’ te hanteren. Onderhoud van kinderen is onderdeel van het pakket voor levensonderhoud dat door het Nibud wordt meegenomen. Deze financiële verantwoordelijkheid wordt direct door de ouder gedragen voor (gedeeltelijk) thuiswonende kinderen en indirect door het betalen van kinderalimentatie. Voor de tijd dat de kinderen niet bij de alimentatie betalende ouder wonen, zullen de daadwerkelijke lasten van levensonderhoud ook lager zijn.

NN benadrukt dat zowel de wet als de VFN-Gedragscode haar ruimte geven voor een eigen invulling van de wijze waarop zij de kredietruimte berekent. Als in een concrete situatie de door NN gekozen invulling aan deze norm tot een hogere kredietruimte leidt dan bij toepassing van een door de AFM gekozen invulling, betekent het niet dat de invulling van NN niet in lijn is met de wet. De omgekeerde situatie had zich ook kunnen voordoen: een lage concrete alimentatielast had kunnen leiden tot een hogere kredietruimte dan toepassing van de norm

‘alleenstaand met kinderen’.

Hoewel NN meent dat zij de norm van artikel 4:34, tweede lid, Wft in dit dossier correct heeft toegepast heeft zij haar beleid op dit punt sinds maart 2018 veranderd door de betaalde kinderalimentatie als afzonderlijke last mee te nemen in de bruto-netto berekening.

NN merkt verder op dat in dit dossier sprake was van een oversluitingssituatie. De kredietverstrekking van NN in dit dossier had dus tot doel de consument in een betere positie te brengen, doordat de maandlasten lager werden.

Beoordeling AFM

De AFM is van oordeel dat NN gelet op de beschikbare kredietruimte deze kredietovereenkomst niet met de consument had mogen aangaan. De AFM licht dit als volgt toe.

Zoals gezegd is de AFM het met NN eens dat zij – gelet op de open norm – een bepaalde marge heeft bij haar acceptatiebeleid en bij de beoordeling of het verstrekken van een krediet verantwoord is. NN heeft bij de berekening van het netto-inkomen geen rekening gehouden met inhoudingen voor de pensioenpremie en WGA-premie. Ook onder de overige lasten heeft zij hiermee geen rekening gehouden. Zoals eveneens reeds gezegd zijn pensioenpremies inhoudingen met een structureel karakter die het netto besteedbaar inkomen verlagen.

Ditzelfde geldt voor WGA- en WIA-premies. NN laat deze lasten ten onrechte buiten beschouwing. NN kan hierdoor niet vaststellen hoe deze lasten van invloed zijn op de berekening van de beschikbare ruimte voor krediet.

Daarnaast heeft NN in haar berekening geen rekening gehouden met de daadwerkelijke kinderalimentatie die de consument betaalt.

Vast staat dat deze consument een terugkerende onvermijdbare alimentatieverplichting heeft. Alimentatielasten maken geen onderdeel uit van de leennormen. Het is aan de aanbieder om invulling te geven aan lasten zoals alimentatie. De AFM begrijpt dat NN daaraan invulling geeft door te rekenen met de norm voor ‘alleenstaande met kinderen’. De AFM acht dit niet conform de regels. De hoogte van alimentatie kan aanzienlijk zijn, terwijl in de normensystematiek het verschil tussen de normen met en zonder kinderen zeer klein kan zijn.

Ter illustratie: in dit geval is het verschil tussen de leennormen met en zonder kinderen € 166,63, terwijl de alimentatieverplichting € 536 bedraagt. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste is de alimentatieverplichting niet gebaseerd op de minimumvoorbeeldbegroting, maar op het huidige welvaartniveau van de desbetreffende kinderen. Ten tweede wordt er in de norm rekening mee gehouden dat gezinnen verschillende toeslagen kunnen ontvangen. Deze toeslagen worden ontvangen door de partner bij wie de kinderen ingeschreven staan en doorgaans niet door de partner die alimentatie betaalt.

De AFM maakt hieronder voor dit dossier het gevolg inzichtelijk van het niet meenemen van de alimentatieverplichting maar in plaats daarvan rekenen met de leennorm inclusief kinderen.

Gezinssamenstelling Alleenstaand met kinderen Alleenstaand

Jaar van gehanteerde leennorm 2016 2016

Gehanteerde leennorm € 1.197,26 € 1.048,51

Beschikbare ruimte voor krediet € 451,74 € 64,49

Maximaal te verstrekken krediet € 32.797,00 € 4.946,00

Verstrekt krediet € 18.600,00 € 18.600,00

40 Hierbij is uitgegaan van de gezinssituatie alleenstaand, omdat dit de meest conservatieve berekening is in het voordeel van de kredietverstrekker. De AFM laat in dit voorbeeld de situatie buiten beschouwing dat de consument naast inwonende kinderen ook een alimentatieverplichting voor elders wonende kinderen zou kunnen hebben. Als van deze laatste situatie zou worden uitgegaan, zou moeten worden gerekend met de norm Alleenstaande met kinderen en zou er rekening moeten worden gehouden met de alimentatieverplichting. Er blijft in dat geval een negatief bedrag aan beschikbare ruimte voor het krediet over, namelijk -/- € 71,09.

Financiële positie klant Berekening alleenstaande met kinderen, zonder alimentatie

Berekening alleenstaande, met alimentatie40

Inkomen € 2.601,75 € 2.601,75

Woonlasten € 524,84 € 524,84

Lasten bestaande financieringen € 60,00 € 60,00

Alimentatie - € 536,00

Overige lasten € 367,91 € 367,91

Kredietwaardigheidstoets Berekening NN Berekening AFM

Op basis van voorgaande concludeert de AFM dat NN niet heeft kunnen voorkomen dat de consument is overgekrediteerd door te rekenen met de norm voor ‘alleenstaande met kinderen’.

NN heeft door haar handelwijze onvoldoende rekening gehouden met de structurele uitgaven van de consument en diens feitelijke situatie. Op basis van de berekening van de AFM mocht maximaal een krediet van € 4.946 worden verstrekt. Het door NN verstrekte krediet bedroeg echter € 18.600. Ook in het geval van oversluiting van een al bij een andere aanbieder lopend krediet, waarbij het doel is de consument in een betere positie te brengen, geldt onverminderd het verbod op overkreditering. Of de consument daadwerkelijk in een betere positie is gebracht heeft de AFM niet beoordeeld, maar dit zou de overtreding op zichzelf niet wegnemen.

Hooguit zou dit iets kunnen betekenen voor de ernst van de overtreding in dit specifieke geval. Nu in onderhavig dossier blijkt dat het verstrekte krediet de maximale kredietruimte van de consument overschrijdt, had NN – met het oog op overkreditering – deze kredietovereenkomst niet met de consument mogen aangaan. NN heeft de consument voor een bedrag ter hoogte van € 13.654 overgekrediteerd.

De AFM is gelet op voorgaande van oordeel dat NN artikel 4:34, tweede lid, Wft heeft overtreden.