• No results found

TABEL 3 GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN VAN PERFECTUM EN IMPERFECTUM

5.5 Doorwerking in het heden

Volgens de ANS kan de voltooide tijd perfectum uitdrukking geven aan gebeurtenissen die niet alleen van belang zijn voor de huidige situatie, maar die daadwerkelijk nog gaande zijn of nog beëindigd moeten worden. De termen 'onvoltooid' en 'voltooid' zijn dan eigenlijk wel erg gek: juist de onvoltooide tijd kan géén uitdrukking geven aan iets dat nog doorwerkt en de voltooide tijd kan dit wel. Maar is het echt zo dat alleen het perfectum dergelijke situaties tot uitdrukking kan brengen?

De gebruiksmogelijkheden van het perfectum die genoemd worden in tabel 3, waarbij werking, referentiepunt en spreekmoment samenvallen, zijn de volgende: niet beëindigd, maar voortdurend in het heden

(26) Die vaas heeft hier altijd al gestaan. in de toekomst beëindigd

(27) Morgen heb ik dat hek geschilderd.

(28) Als je de afwas gedaan hebt, mag je tv kijken.

Allereerst valt op dat het perfectum in alle gevallen een extra bepaling nodig heeft die duidelijk maakt dat we met toekomst te maken hebben: altijd, morgen en de conditionele constructie met

als. Zonder die toevoegingen is er in al deze gevallen toch sprake van een gebeurtenis in het

verleden:

(26b) Die vaas heeft hier gestaan. (27b) Ik heb dat hek geschilderd.

(28b) Je hebt de afwas gedaan, (dus) je mag tv kijken.

De voltooide tijd kan dus inderdaad gebruikt worden voor zaken die in de toekomst nog gaande zijn, maar dit temporele aspect wordt niet door deze werkwoordstijd in de zin aangebracht. Dit klopt ook met het idee dat de tegenwoordige tijd, en dat is het perfectum tenslotte, geen informatie in de zin brengt met betrekking tot temporaliteit (zie hoofdstuk 3).

Maar deze gebruikswijze is niet voorbehouden aan het perfectum. Een imperfectum kan ook gemakkelijk gebruikt worden in een situatie die vergelijkbaar is met zin (26):

A: Wie heeft die mooie bloemen hier neergezet? B: Geen idee, ze stonden er al toen ik binnenkwam.

Het staan van de bloemen gaat op dit moment nog altijd door. Maar, dat een imperfectum gebruikt kan worden om uitdrukking te geven aan een gebeuren dat doorgaat in het heden, wil nog niet zeggen dat deze werkwoordstijd dit ook daadwerkelijk uitdrukt. Want hoewel het staan

inderdaad nog doorgaat, drukt het imperfectum hier alleen uit dat de bloemen er stonden op het moment dat B binnenkwam. Het huidige 'staan' van de bloemen blijkt uit de context, namelijk uit de vraag van A die met 'die bloemen' verwijst naar op dat moment daadwerkelijk aanwezige bloemen.

De mogelijkheid van 'in de toekomst beëindigd' wordt in de ANS niet genoemd, maar beide voorbeelden worden door Clement (1997, 19) gegeven. Het imperfectum kan voor zin (27) inderdaad niet echt gebruikt worden, tenzij misschien op deze gekunstelde wijze:

(29) Mijn plan was duidelijk: vandaag zou ik de hele dag in de tuin werken en morgen schilderde ik het hek.

Interessant is dan dat dit gebruik van het imperfectum haast een modale functie krijgt. Het lijkt erop dat later zal blijken dat dit plan van de spreker helemaal niet gehaald is. Als we zin (28) in een imperfectum proberen te zetten, komt ook vanzelf het modale aspect in beeld:

(30) Als je de afwas deed, mocht je tv kijken.

Deze zin neigt ook naar de omschrijving van een gewoonte, iets dat herhaaldelijk zo is (of was). Het toekomstaspect is hier dan verdwenen.

In theorie kunnen beide werkwoordstijden dus gebruikt worden voor het uitdrukken van een gebeuren dat in het heden nog gaande is. Maar iets dat in de toekomst beëindigd zal worden, kan eigenlijk alleen in het perfectum uitgedrukt worden, doordat bij het imperfectum de mogelijkheid dat we met modaliteit te maken hebben een rol speelt.

5.6  Conclusie  

In dit hoofdstuk zijn vier verschillen aan bod gekomen die de ANS onderscheidt voor het perfectum en het imperfectum. Ik herhaal hier kort het onderscheid dat de ANS aanbrengt en geef mijn visie weer.

[1.] Het perfectum duidt een incidenteel gebeuren aan; het imperfectum een werking van onbeperkte duur, een gewoonte enz.

Ik heb laten zien dat dit niet het geval hoeft te zijn en dat het verschil tussen perfectum en imperfectum hier waarschijnlijk teruggeleid kan worden tot het verschil in focus: het perfectum focust op de huidige situatie, het imperfectum eerder op het verleden. Desalniettemin is het goed mogelijk dat het perfectum in de praktijk vaker een incidenteel gebeuren aanduidt dan het imperfectum. Dit blijft echter in dit onderzoek verder buiten beschouwing.

[2.] Het perfectum plaatst de werking in (een periode van) het verleden, zonder die duidelijk aan een bepaald moment te koppelen; het imperfectum doet dit laatste wel.

Mijn hypothese luidt dat het omgekeerde het geval is: het imperfectum heeft een koppeling aan een specifiek moment nodig en brengt dit moment niet zelf aan in de zin. Het perfectum kan zowel met als zonder koppeling aan een specifiek moment gebruikt worden.

[3.] Het perfectum geeft aan dat het resultaat van de werking voortduurt tot het spreekmoment en/of dat de situatie op het spreekmoment van belang is; het imperfectum geeft dit niet aan.

Hoewel er discussie mogelijk is over de voorbeelden die de ANS hier gebruikt, lijkt dit inderdaad het geval te zijn.

[4.] Het perfectum kan gebruikt worden om aan te geven dat werking, referentiepunt en spreekmoment samenvallen. Het imperfectum kan hier niet voor gebruikt worden.

Zowel het perfectum als het imperfectum kunnen gebruikt worden in situaties waarin het gebeuren dat omschreven wordt op het moment van spreken nog aan de gang is. Geen van beide werkwoordstijden brengt dan daadwerkelijk deze informatie aan in de zin. Voor gebeurtenissen die in de toekomst beëindigd zijn, is het imperfectum echter niet goed te gebruiken. Hier is het gebruik in conflict met de modale functie die door het imperfectum in de zin gebracht wordt. Het is overigens maar de vraag of dergelijke door taalkundigen

geconstrueerde zinnen ook daadwerkelijk door taalgebruikers gebruikt worden. Het zou goed kunnen dat dit in de praktijk niet echt voorkomt.