• No results found

2. ONDERZOEKSOPZET EN METHODOLOGIE

6.2 Resultaten casestudy

6.2.1 Doelstellingen

Gezien het feit dat op de vraag of doelstellingen zijn geformuleerd, geregistreerd en gerapporteerd, redelijk diverse antwoorden zijn gegeven is de weergave van de resultaten weergegeven in tabel 6.1. In de tweede tabel in deze paragraaf, tabel 6.2, zijn deze resultaten vervolgens samengevat. Deze tweede tabel maakt het analyseren van de antwoorden mogelijk.

Resp. 1.Doelstellingen 1a. Registratie 1b. Rapportage

1 Ja Ja, begroting en BSC Ja, in jaarplan 2 Ja Ja, begroting en BSC Ja, in jaarplan

3 Deels Ja, begroting Ja, in jaarplan

4 Deels Ja, begroting Ja, in jaarplan

5 Deels Ja, begroting Ja, in jaarplan

6 Ja Deels, begroting geen

registratie voor niet-financiële doelstellingen

Ja, begroting in jaarplan, ontwikkelingsplan voor overige Doelstellingen

7 Ja Deels, begroting geen

registratie voor niet-financiële doelstellingen

Ja, begroting en overige doelstellingen in Jaarplan

8 Deels Ja, begroting Ja, in jaarplan

9 Ja Ja, begroting en

kwaliteitshandboek voor niet financiële doelstellingen

Ja, in jaarevaluatieplan

10 Ja Deels, begroting geen

registratie voor niet-financiële doelstellingen

Ja, begroting en overige doelstellingen in Jaarplan

11 Ja Ja, begroting en INK Ja, in jaarplan

12 Ja Ja, begroting en

kwaliteitshandboek

Ja, in jaarplan

43

Uit tabel 6.1 blijkt dat financiële doelstellingen op een uniforme manier geregistreerd en gerapporteerd worden. Alle organisatieonderdelen hebben hun financiële doelstellingen namelijk geregistreerd middels een begroting en gerapporteerd door middel van het jaarplan. organisatieonderdelen A en organisatieonderdelen B registreren en rapporteren de financiële doelstellingen op een eenduidige manier omdat hierover duidelijke afspraken zijn gemaakt en hiervoor heldere structuren bestaan. De manier waarop overige doelstellingen worden geregistreerd is minder uniform, zoals tabel 6.1 laat zien. De Raad van Bestuur heeft enige tijd geleden vast gesteld dat registratie en rapportage van doelstellingen via de Balanced Score Card (BSC) methode gebeurt (Organisatie X Memo, 2009). Slechts twee van de onderzochte organisatieonderdelen A volgen sinds begin van dit jaar deze methodiek en een derde organisatieonderdeel A is hier onlangs mee van start gegaan. Geen van de ondervraagde organisatieonderdelen B gebruikt de Balanced Score Card Methode. De norm, registratie en rapportage met behulp van de BSC, die de Raad van Bestuur van organisatie X heeft opgesteld wordt dus maar door een klein deel van de onderzochte organisatie onderdelen nageleefd. De Balanced Score Card is per medio 2010 nog niet goed geïmplementeerd. De recent ingevoerde systematiek van de BSC geeft de reden waarom niet-financiële doelstellingen niet uniform worden geregistreerd en gerapporteerd. Er lijkt onvoldoende ondersteuning te zijn voor het managen van niet financiële doelstellingen via deze methode. Hoewel er in dit geval een bepaald beleid is vastgesteld verloopt de implementatie niet optimaal. Op het moment van invoering van de BSC is bijvoorbeeld geen standaardformat beschikbaar die de organisatieonderdelen kunnen gebruiken. Het lijkt dus erg persoonsafhankelijk te zijn of de methode binnen organisatieonderdeel A of organisatieonderdeel B wordt ingevoerd en ook hoe hier invulling aan wordt gegeven. Het feit dat op dit moment twee organisatieonderdelen B bezig zijn met de ontwikkeling van een nieuwe systematiek voor het registreren van doelstellingen en beleid, door middel van het INK model, duidt er ook op dat soms inzicht ontbreekt in het management van organisatieonderdelen en daardoor ook weinig controle is op de manier van managen. Het toestaan, hoewel misschien ongemerkt of onbewust, van andere methoden dan de BSC geeft aan dat er geen vaste structuur wordt gehanteerd of dat van structuren kan worden afgeweken wanneer het gaat om registratie en rapportage van niet-financiële doelstellingen. Het is waarschijnlijk dat behalve de implementatie van de BSC, ook de implementatie van risicomanagement niet probleemloos is en dat verschillen bestaan in de uitvoering van risicomanagement.

44

Formulering

van

doelstellingen

Registratie van

doelstellingen

Rapportage van

doelstellingen Totaal

Ja Ja Ja 5

Ja Deels Ja 3

Deels Ja Ja 4

Tabel 6.2: Samenvatting doelstellingen

In tabel 6.2 zijn de gegevens uit tabel 6.1 nog eens samengevat. Hieruit blijkt dat vijf respondenten doelstellingen breed formuleren, alle doelstellingen registreren en ook rapporteren. Bij de overige zeven respondenten gebeurt dit niet volledig. Drie respondenten formuleren en rapporteren in jaarplannen over financiële en overige doelstellingen, maar registreren alleen de financiële doelstellingen. De overige doelstellingen rapporteren zij wel, maar hieraan ligt geen feitelijke registratie ten grondslag. Over de expliciete voortgang van deze overige doelstellingen wordt niet gerapporteerd. Dit komt omdat deze doelstellingen veelal niet meetbaar zijn gemaakt door middel van prestatie indicatoren. De overige vier respondenten hebben alleen financiële doelstellingen die zij registreren door middel van de begroting en rapporteren via het jaarplan. Acht van de twaalf respondenten zouden nu nog in staat moeten zijn om integraal, dus voor meerdere categorieën doelstellingen, risico’s te benoemen. Voor vier van de twaalf zou dit feitelijk gezien niet meer kunnen omdat zij alleen risico’s zouden kunnen formuleren die hun financiële doelstellingen bedreigen. Verder valt op dat de doelstellingen van organisatieonderdelen A en organisatieonderdelen B niet altijd een duidelijk verband hebben met de doelstellingen op het hoogste organisatie X-niveau.

Minder dan de helft van de respondenten heeft doelstellingen in verschillende categorieën geformuleerd, geregistreerd en gerapporteerd en voert dus de eerste stap van risicomanagement proces niet volledig en integraal uit. Daarnaast zijn er in deze eerste stap al diverse verschillen geconstateerd in, met name, registratiemethoden. Op basis van de hierboven besproken verschillen in registratie en rapportage van doelstellingen, welke deels afhankelijk zijn van controllers binnen organisatieonderdelen is het waarschijnlijk dat de output, rapporteren over risicomanagement, ook verschillend zal zijn.

45

Risico-acceptatiegraad

Tijdens de gesprekken wordt de vraag of een risicoacceptatiegraad is vastgesteld door alle respondenten ontkennend beantwoord. In enkele gesprekken wordt gezegd dat men risico averse is, maar dat is niet gekoppeld aan specifieke doelstellingen en daarom niet geformaliseerd. Omdat geen van de respondenten een risicoacceptatiegraad heeft vastgesteld is er ook geen verband te zien met het de manier waarop doelstellingen zijn geformuleerd. Een oorzaak voor het ontbreken van een risicoacceptatiegraad is dat respondenten niet over voldoende kennis beschikken om deze stap te nemen. Dit is verklaarbaar omdat deze kennis in het algemeen nog weinig bekend of beschikbaar is. Er is geen literatuur beschikbaar die ingaat op verschillende methoden voor risicohouding of risico-acceptatiegraad.