• No results found

1. Uitgebreide beschrijving

1.2 Doel

Hoofddoel – max 100 woorden

Wat is het hoofddoel van de interventie?

Het hoofddoel van de gespreksgroep is het bevorderen van het mentale welzijn van nabestaanden die een naaste verloren hebben als gevolg van zelfdoding.

Subdoelen – max 350 woorden

Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: welke subdoelen horen bij welke intermediaire doelgroepen of subdoelgroep(en)?

Het bevorderen van het mentale welzijn van nabestaanden, wordt bereikt doordat deelnemers na deze gespreksgroep –in vergelijking met ervoor:

- Minder schuld en schaamte ervaren;

o Doordat zij emoties onderling kunnen vergelijken en daarmee erkenning en herkenning plaatsvindt

o Doordat cognities op waarheid worden getoetst

o Doordat zij informatie krijgen over schuld en schaamte (van nabestaanden na suïcide).

- Meer sociale steun ervaren;

o Doordat zij contact hebben met lotgenoten, waardoor sociaal isolement en het gevoel van stigma verkleind wordt.

o Doordat zij informatie en ervaringen uitwisselen o Door onderlinge herkenning en erkenning.

- Meer kennis hebben;

o Over rouw, wat de betekenisverlening ten goede komt, en over welke hulpverleningsmogelijkheden er zijn, indien nodig

1.3 Aanpak

Opzet van de interventie – max 200 woorden

Hoe is de opzet van de interventie en wat is de omvang (duur, aantal contacten – indien van toepassing)?

Voeg eventueel een schema toe als bijlage.

Werving

De doelgroep wordt bereikt via het netwerk in de eerste en tweede lijn hulpverleners en via de website van Arkin BasisGGz. Als een potentiële deelnemer zich aanmeldt, dan wordt diegene uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met een preventiewerker.

Kennismakingsgesprek en Selectie

Voorafgaand aan de gespreksgroep vindt er een kennismakingsgesprek met een preventiewerker plaats, waarna de preventiewerker en nabestaande samen besluiten of de gespreksgroep inderdaad passend is voor diegene.

Gespreksgroep

De gespreksgroep ‘nabestaanden na zelfdoding’ vindt maandelijks plaats en duurt 1,5 uur. Het is een open groep zonder begin-en eind. Dat betekent dat deelnemers (na het kennismakingsgesprek) te allen tijde kunnen in-en uitstromen. Er kunnen tussen de 4 en 12 deelnemers aan de gespreksgroep deelnemen.

Deelname is gelimiteerd op 18 bijeenkomsten per deelnemer, zodat er een doorstroom mogelijk blijft. Dit is besloten naar aanleiding van de procesevaluatie. Met het vaststellen van een maximum wordt enerzijds de doorstroom binnen de groep bevordert en anderzijds worden deelnemers gestimuleerd om op eigen kracht of met een andere vorm van ondersteuning verder te gaan. Overigens blijkt uit de procesevaluatie dat deelnemers gemiddeld 6 keer aanwezig zijn. Slechts 10% was de afgelopen jaren vaker dan 13 keer aanwezig.

Supervisie

Gespreksgroep Nabestaanden na zelfdoding 9 Om de maand vindt supervisie plaats tussen de begeleiders en een psychiater of psycholoog.

Afrondingsgesprek

Als een deelnemers stopt met de gesprekgroep vindt er een afrondingsgesprek plaats, waarin geëvalueerd wordt en waarna de deelnemers mogelijk doorverwezen wordt.

Inhoud van de interventie – max 1200 woorden

Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd en -eventueel- in welke volgorde? Geef geen uitputtende beschrijving van activiteiten; het is voldoende als de lezer zich een beeld kan vormen van wat er gedaan wordt en hoe dit gedaan wordt.

Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Vergeet niet aandacht te besteden aan de werving.

Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Geef ook aan wat minimaal moet worden uitgevoerd om de gestelde doelen te behalen.

Werving

De doelgroep wordt bereikt via folders en informatie op de website van Arkin BasisGGz. Een belangrijke rol daarbij spelen sleutelfiguren en de hulpverleners in de eerste- en tweedelijn die ingeschakeld worden in geval van zelfdoding. ArkinBasis GGz heeft een eigen netwerk ontwikkeld voor bekendheid en

doorverwijzing, met en via onder meer POH GGZ, intranet, Prezens, GGZInGeest, Stichting Zorg en Zelfdoding in Zaandam. Zij kunnen naasten attenderen op de gespreksgroep. Als een potentiële deelnemer zich aanmeldt, dan wordt diegene uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met een preventiewerker.

Tevens is er een nauwe samenwerking met Suicidepreventie Amsterdam van de GGD (en Prezens). Focus daarvan is het voorkomen van suïcides, maar ze bieden op hun website ook een folder aan over Rouw na zelfdoding, waarin deze gespreksgroep onder meer wordt aangeboden. Tot slot heeft Arkin een

suïcidecommissie die nabestaanden na zelfdoding binnen Arkin uitnodigt en informeert.

Kennismakingsgesprek en Selectie

De preventiemedewerker neemt telefonisch contact op met de nabestaande die zich heeft aangemeld. Er wordt informatie gegeven over de gespreksgroep voor nabestaanden na zelfdoding en er wordt een afspraak gemaakt voor een kennismakingsgesprek. De afspraak wordt via e-mail of per brief bevestigd.

In dit kennismakingsgesprek wordt gezamenlijk besloten of de gespreksgroep passend is voor de nabestaande. Daarbij wordt met name aandacht besteed aan hoe lang geleden het verlies heeft

plaatsgevonden en wat voor hulp de nabestaande nog meer heeft. Wanneer het verlies nog zeer recent is, minder dan 6 maanden geleden, wordt nagegaan of het voor de nabestaande verstandig is om de groep te volgen. Bij die overweging is het vooral van belang of de nabestaande de ervaringen en verhalen van anderen als steunend danwel belastend kan ervaren. Bij twijfel wordt in gezamenlijk overleg deelname aan de groep uitgesteld. Interventies te vroeg in het rouwproces zijn namelijk minder effectief of kunnen zelfs contraproductief zijn (Maes, 2014).

Daarnaast wordt in het gesprek aangeraden om belangrijke mensen in de naaste omgeving in te lichten over deelname aan deze groep. Reden hiervoor is dat het van belang is voor de rouwverwerking dat

nabestaanden op een laagdrempelige wijze steun kunnen krijgen uit hun directe omgeving. Ook wordt aangeraden om eventuele behandelaars en de huisarts van deelname op de hoogte te stellen.

Gespreksgroep

De gespreksgroep wordt begeleid door twee preventiewerkers en een ervaringsdeskundige, zij faciliteren de bijeenkomst en zorgen voor structuur en informatie. Zij behandelen dus niet, maar begeleiden het proces, geven informatie waar nodig, dragen thema’s aan, signaleren opvallendheden, en faciliteren de bijeenkomst.

Het is dan ook een begeleide gespreksgroep, geen therapie of behandeling. Vanwege de zwaarte van het onderwerp, in combinatie met het open karakter van de groep (geen vaststaande inhoud maar anticiperen op de behoefte van de aanwezigen) is er voor gekozen om de begeleiding door twee preventiewerkers te laten doen. Daardoor kunnen de taken en rollen goed verdeeld worden, zowel wat betreft het proces als de inhoud. Dit geeft gelegenheid om elkaar te ondersteunen, aan te vullen en feedback te geven op eigen handelen (tijdens mondelinge evaluatie en supervisie). Dit bevordert en waarborgt de kwaliteit. Daarnaast is het ook beter voor de continuïteit omdat de voortgang van de groep minder kwetsbaar is bij twee

uitvoerders. De ervaringsdeskundige heeft een gelijkwaardige zij het een andere rol dan de

Gespreksgroep Nabestaanden na zelfdoding 10 preventiewerkers. De ervaringsdeskundige draagt op basis van eigen ervaring mogelijkheden aan en biedt perspectief op herstel.

Het programma staat hieronder weergegeven. De inhoudelijke onderwerpen die besproken worden betreffen onder meer:

- Overleven en omgaan met het verlies

- Psycho-educatie over het suïcidale proces en het rouwproces - Schuldgevoelens, schaamte en vermijding.

- Het bespreken van emoties en toetsen van waarheidsgehalte.

- Het delen van ervaringen

- Hoe praat ik over het verlies met anderen?

- Culturele, sociale en religieuze taboes op zelfdoding

In elke bijeenkomst is er ruimte voor één deelnemer (wordt van tevoren besproken) om zijn of haar naaste te herdenken. De deelnemer krijgt dan de gelegenheid om met foto’s, muziek of andere materialen zijn of haar naaste te herdenken. De deelnemer opent de bijeenkomst met het aansteken van een kaars, waarna er een moment stilte volgt. De bijeenkomst wordt symbolisch afgesloten met het doven van de kaars.

Daarnaast worden regelmatig korte ontspannings-of mindfulnessoefeningen gedaan.

Tot slot is een jaarlijks informeel samenzijn gepland, ter bevordering van de sociale contacten.

Tijd Actie

14.30-14.35 • Welkom

14.35-14.40 • Structuur van de bijeenkomst aangeven

Groepsregels benoemen

14.40- 15.00 • Korte kennismaking t.b.v. nieuwe deelnemers

Rondje hoe gaat het en onderwerp benoemen wat men wil inbrengen

Onderwerpen voor de bijeenkomst afstemmen 15.00-15.35 • Inhoudelijk gesprek

15.35-15.50 • Herdenkingsmoment 15.50-16.00 • Terugblik op de bijeenkomst

‘hoe ga je weg?’ / ‘welke steun kun je mobiliseren?’

16:00-17:00 Evaluatie en onderlinge intervisie tussen de begeleiders.

Supervisie

Om de maand (dus zes keer per jaar) vindt na de gespreksgroep supervisie plaats tussen de begeleiders met een psychiater. Dit betreft veelal casuïstiek bespreking en inhoudelijke input bij de verdere ontwikkeling en voortgang van de gespreksgroep. Lastige situaties worden besproken en wordt op gereflecteerd.

De afgelopen jaren werd de gespreksgroep begeleid door twee preventiewerkers. Sinds 2019 is de begeleiding aangevuld met een ervaringsdeskundige. Om die reden wordt gedurende het eerste half jaar van 2020 de frequentie van de supervisie verhoogd naar maandelijks. In 2020 zullen er dan ook 9 supervisiemomenten zijn. Dit om regelmatig te reflecteren en evalueren en zodoende de kwaliteit van de groepen en de begeleiding te borgen.

Afrondingsgesprek

Tot slot is er een afrondingsgesprek. Deelnemers die willen stoppen met hun deelname aan de

gespreksgroep, krijgen een afrondingsgesprek met één van de preventiewerkers aangeboden. Tijdens dit gesprek wordt samen gereflecteerd op het proces gedurende deelname. De reden van stoppen wordt besproken, waarbij er aandacht is voor de verwachtingen van de deelnemer. Zo wordt gevraagd of de deelnemer verwacht dat het gaat lukken op eigen kracht, of dat er wellicht ondersteuning nodig is. Mocht het nodig zijn, dan kunnen er eventueel aansluitende individuele gesprekken ingepland worden en mogelijk een toeleiding naar rouwtherapie. De deelnemer wordt dan doorverwezen naar passende zorg, te weten naar hun huisarts, de poh ggz of naar een behandeling in de ggz of bij een rouwtherapeut. Doel van deze gesprekken is om de deelnemer goed toe te rusten om verder te gaan. Verder worden de uitkomsten van

Gespreksgroep Nabestaanden na zelfdoding 11 deze gesprekken gebruikt om de gespreksgroep te verbeteren. Los van het afrondingsgesprek, kunnen deelnemers altijd contact opnemen indien daar behoefte aan is.

Gespreksgroep Nabestaanden na zelfdoding 12

2. Uitvoering

Materialen – max 200 woorden

Welke materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering, werving en evaluatie van de interventie?

Ten behoeve van de werving is er een folder beschikbaar met informatie over de inhoud van de

gespreksgroep. Tevens staat er aangegeven hoe een nabestaande zich kan aanmelden en wanneer de gespreksgroepen plaatsvinden. Deze folder is op papier en op de website beschikbaar

(https://arkinbasisggz.nl/preventie-arkin-basisggz/familie-en-naastbetrokkenen/gespreksgroep-voor-nabestaanden-na-zelfdoding/).

Voor het kennismakingsgesprek is een uitnodigingsbrief beschikbaar met informatie voor deelnemers met de belangrijkste punten die tijdens het kennismakingsgesprek worden besproken, een beschrijving van de procedure en een formulier voor het kennismakingsgesprek zelf.

Voor de gespreksgroep zelf is een draaiboek beschikbaar voor de begeleiders met achtergrondinformatie, de structuur, informatie over mogelijke thema’s en oefeningen. Tevens is er een presentielijst beschikbaar om de aanwezigen bij te houden. Voor de deelnemers is er een uitnodigingsbrief en informatiefolder beschikbaar, waarin beschreven wordt wat de gespreksgroep inhoudt en wat men kan verwachten.

Ten behoeve van een eventuele doorverwijzing zijn er folders van het andere- of vervolgaanbod van Arkin beschikbaar. Tevens dient de website van Arkin BasisGGz als verzamelpunt voor doorverwijsinformatie voor deelnemers. Voor de evaluatie van de gespreksgroep is er een jaarlijks evaluatieformulier. Deze vragenlijst betreft het oordeel van de deelnemer over hoe ze bij de groep terecht zijn gekomen, wat ze vonden van de inhoud, het proces, de begeleiders, de resultaten en de locatie van de gespreksgroep. Tevens worden er enkele open vragen gesteld.

De afdeling preventie van Arkin BasisGGz stelt deze materialen beschikbaar voor instellingen die de gespreksgroep ook willen uitvoeren.

Locatie en type organisatie – max 200 woorden

Waar kan de interventie uitgevoerd worden en welk(e) soort(en) organisatie(s) kan/kunnen de interventie uitvoeren?

De gespreksgroep wordt begeleid door twee preventiewerkers van de preventie afdeling van Arkin BasisGGz en een ervaringsdeskundige. De gespreksgroep zou overal in Nederland aangeboden kunnen worden. Medewerkers van GGZ, GGD en Maatschappelijk Werk instellingen kunnen de gespreksgroep begeleiden onder dezelfde voorwaarden, zoals hieronder beschreven onder opleiding en competentie van de begeleiders. Eisen aan de locatie betreffen: een ruimte die kan worden afgesloten, die geschikt is voor 10 tot 20 personen, beschikt over tafels, stoelen, een flip-over en de mogelijkheid om koffie en thee te

schenken. Een laptop-beamer-wifi kan handig zijn, zodat er eventueel filmpjes kunnen worden getoond.

Opleiding en competenties van de uitvoerders – max 200 woorden Wie zijn de uitvoerders en welke opleiding en competenties hebben zij nodig?

Twee preventiewerkers en een ervaringsdeskundige verzorgen de begeleiding van de gespreksgroep

‘Nabestaanden na Zelfdoding’. Deze begeleiders hebben de rol van gespreksleider, niet die van therapeut.

De taken van de preventiewerkers bestaan uit:

• Organisatie van de gespreksgroep: De begeleiders zorgen voor de materiële voorwaarden om een groep te leiden, te weten een goede groepsruimte, koffie, thee en water.

• Programmabewaking: De begeleiders zorgen voor het openen en afsluiten van bijeenkomsten en houden de tijd in de gaten. Verder letten zij op dat de opgestelde agenda grotendeels gevolgd wordt en dat de huisregels nageleefd worden. Tot slot begeleiden ze oefeningen en zorgen ze voor een korte mondelinge evaluatie van de bijeenkomst.

• Inhoudelijke deskundigheid: De begeleiders geven waar nodig inhoudelijk een toelichting op vragen of opmerkingen van deelnemers.

Gespreksgroep Nabestaanden na zelfdoding 13

• Bevorderen van de groepscohesie: Groepscohesie is de band die tussen deelnemers ontstaat en die de groep bij elkaar houdt. Voor het ontstaan en behouden van groepscohesie is het van belang dat zich in de groep de juiste normen ontwikkelen die bevorderlijk zijn voor een veilig groepsklimaat. Dit kunnen de begeleiders stimuleren door de normen expliciet te noemen in het begin van de bijeenkomsten en deze gedurende de rest van de bijeenkomsten te bewaken.

De preventiewerkers hebben de volgende competenties:

• Een relevante afgeronde opleiding op HBO of WO niveau.

• Enkele jaren relevante werkervaring in de GGZ (bij voorkeur in de begeleiding van cliënten in de GGZ)

• Kennis en ervaring met (begeleiding van) preventieve groepen.

• Kennis en ervaring met ondersteuning van naastbetrokkenen.

• Inhoudelijke kennis inzake zelfdoding.

De taken van de ervaringsdeskundige bestaan uit:

• Inzetten van ervaringsdeskundigheid: De ervaringsdeskundige draagt op basis van eigen ervaring mogelijkheden aan en biedt perspectief op herstel.

De ervaringsdeskundige heeft de volgende competenties:

• Kennis en ervaring met (begeleiding van) preventieve groepen.

• Empathisch vermogen, inlevingsvermogen

Kwaliteitsbewaking – max 200 woorden Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt?

De kwaliteit wordt bewaakt doordat de begeleiders van de gespreksgroep (de preventiewerkers en ervaringsdeskundige) elke bijeenkomst na afloop onderling evalueren op inhoud, begeleiding en samenwerking. Indien nodig worden observaties, ervaringen en vragen die tijdens deze evaluaties naar voren komen ingebracht tijdens de supervisie met de psychiater, die om de maand plaats vindt. Dit betreft veelal een casuïstiek bespreking en inhoudelijke bespreking ten behoeve van de verdere doorontwikkeling en behoud van kwaliteit van de gespreksgroep. Deze regelmatige reflectie draagt bij aan nieuwe inzichten van begeleiders over welke situaties ze lastig vinden en hoe ze daarmee om kunnen gaan. Dit bevordert en bestendigt de kwaliteit van de gespreksgroep.

Ook wordt met de deelnemers elke bijeenkomst mondeling kort geëvalueerd. Tevens wordt er jaarlijks een evaluatieformulier uitgedeeld aan de deelnemers van de groep. Men kan deze anoniem terugsturen naar het secretariaat van Arkin BasisGGz. Tot slot wordt aan deelnemers die stoppen met de gespreksgroep een afrondingsgesprek aangeboden waarin wordt gereflecteerd op het proces tijdens deelname en wordt besproken wat er eventueel nog nodig is (aan steun) om verder te kunnen gaan. Al deze nieuwe informatie en inzichten worden indien nodig door één van de preventiewerkers verwerkt in de handreiking.

Tot slot is er regelmatig overleg met hulpverleners uit de 1e en 2e lijn. Zowel voor de werving, als voor de kwaliteitsbewaking. Daarnaast vindt er twee tot drie keer per jaar een overleg plaats met een werkgroep bestaande uit -onder meer- de coördinator suïcidepreventie van de GGD Amsterdam, een preventiewerker van Prezens (onderdeel van GGZ inGeest). Zo houden we elkaar op hoogte van ontwikkelen en signalen uit de doelgroep.

Deze evaluaties hebben de afgelopen jaren geleid tot verschillende kwaliteitsverbetering. Zo vinden er nu jaarlijks twee ‘bijzondere’ bijeenkomsten plaats, waarin er een afwijkend programma wordt aangeboden. Dit betrof bijvoorbeeld het gezamenlijk bekijken en bespreken van de documentaire ‘in het hoofd van mijn

Gespreksgroep Nabestaanden na zelfdoding 14 zusje’, waarbij in het nagesprek ook de nabestaande, van degene die suïcide had gepleegd, aanwezig was.

Ook is er een keer een kunstenares uitgenodigd om te spreken over herinnerdingen. Herinnerdingen zijn objecten die fungeren als bemiddelaar, waarmee je dan gesprekken of associaties kan oproepen.

Een andere aanpassing is dat in elke bijeenkomst tijd is gereserveerd voor een herdenkingsmoment voor één van de deelnemers van 15 minuten.

Randvoorwaarden – max 200 woorden

Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie?

Belangrijkste randvoorwaarden betreffen de normen en huisregels die te maken hebben met de veilige omgeving. In de gespreksgroep staan de ervaringen en behoeften van de deelnemers centraal. De nadruk ligt op de onderlinge uitwisseling van ervaringen en niet om een behandeling. Om die reden is het van belang dat er respect is voor elkaars emoties en ervaringen, er vertrouwelijkheid is en de vrijheid om meer of minder actief te zijn in de groep.

Organisatorisch zijn de volgende randvoorwaarden nodig:

- voldoende beschikbare tijd voor het organiseren en begeleiden van de gespreksgroep en het voeren van kennismakingsgesprekken;

- geschikte locatie om de gespreksgroep te begeleiden;

- tijd en ruimte om kennismakingsgesprekken te voeren;

- de beschikbaarheid over alle materialen;

- de beschikbaarheid van uitvoerders die kennis hebben over zelfdoding en de gevolgen voor naasten en die ervaring hebben in het begeleiden van groepen;

- mogelijkheid om de gespreksgroep kosteloos te kunnen aanbieden.

- de beschikbaarheid om regelmatig supervisies te kunnen verzorgen met een psychiater of psycholoog.

Implementatie – max 200 woorden

Is er een systeem voor implementatie? Geef een samenvatting.

Andere instellingen die de gespreksgroep willen implementeren, kunnen een training volgen voor de

uitvoering die verzorgd wordt door ervaren begeleiders van Arkin BasisGGz. In combinatie met deze training stelt Arkin alle materialen voor de uitvoering (zoals beschreven onder Materialen) van de gespreksgroep beschikbaar. Een separaat implementatieplan is niet beschikbaar. De verwachting is echter dat deze training in combinatie met alle beschikbare materialen, inclusief onderhavig werkblad, en de beschreven ervaringen, afdoende zijn voor implementatie elders. Verder staat de gespreksgroep op de website van Arkin en zijn 1e en 2e lijnstinstellingen op de hoogte van het bestaan van deze gespreksgroep.

Kosten – max 200 woorden

Wat zijn de kosten van de interventie? Benoem daarbij de personele (in aantallen uren) en de materiële kosten.

Belangrijke kostenposten voor de uitvoerende organisatie zijn die voor het materiaal, (eventueel) het gebruik van de locatie, de inzet van de begeleiders en de inzet van personeel ten behoeve van de werving. In het overzicht hieronder staan per post de kosten voor de uitvoering weergegeven.

De gespreksgroep volgen is voor deelnemers kosteloos.

De tijd die een organisatie moet berekenen voor het begeleiden van deze gespreksgroep (door twee preventiewerkers en één ervaringsdeskundige) is op jaarbasis in totaal 245 uur en is als volgt opgebouwd:

• Werving: externe gesprekken, materiaal verspreiden = 20 uur

• Uitvoering gespreksgroep: 12 bijeenkomsten x 2 preventiewerkers x 4 uur per bijeenkomst (inclusief uitvoering, intervisie, reis- en voorbereidingstijd) = 96 uur

• Begeleiding door ervaringsdeskundige: 12 x 4 uur per bijeenkomst = 48 uur

• Kennismakingsgesprekken: Gemiddeld 2 uur per kandidaat-deelnemer per preventiewerker = 20 uur

Gespreksgroep Nabestaanden na zelfdoding 15

• Afsluitingsgesprekken: Gemiddeld 1 uur per deelnemer = 15 uur

• Communicatie: Verslaglegging, bijstellen brochure, PR, communicatie met deelnemers = 10 uur

• Supervisie: tussen 1 psychiater, 2 preventiewerkers, 1 ervaringsdeskundige: 4 x 9 uur = 36 uur

• Supervisie: tussen 1 psychiater, 2 preventiewerkers, 1 ervaringsdeskundige: 4 x 9 uur = 36 uur

GERELATEERDE DOCUMENTEN