• No results found

Ree als hoofdprooi

Onderhavige studie biedt een actueel beeld van de voedselkeuze van de eerste wolven in Vlaanderen sinds het begin van de rekolonisatie. Niettegenstaande de heersende antropogene stempel binnen het onderzoeksgebied, vormen wilde evenhoevigen veruit de meest frequente prooicategorie. Net als in Duitsland (Ansorge et al., 2006; Wagner et al., 2012) en in West-Polen (Nowak et al., 2011), of met andere woorden de recent ontstane centraal-Europese laaglandpopulatie, blijkt ree met voorsprong de hoofdprooi. Dit valt in de lijn der verwachtingen daar reeën in Vlaanderen, zoals in andere West-Europese cultuurlandschappen, hoge dichtheden bereiken (Gill et al., 1996; Melis et al., 2009). Doorheen Europa wordt een sterk wisselende samenstelling van lokaal aanwezige evenhoevigen geobserveerd wat zich vertaalt in een duidelijk variërend dieet (Mech & Boitani, 2010 & referenties hierin). In veel gebieden in Centraal- en Oost-Europa zijn edelherten bijvoorbeeld de belangrijkste prooi voor wolven (Okarma, 1995; Jȩdrzejewski et al., 2000; Nowak et al., 2005; Lanszki et al., 2012). In Scandinavië vormen vooral elanden de hoofdprooi (Müller, 2006; Sand et al., 2016). Een interessant referentiegebied omtrent de geprefereerde voedselkeuze van de wolf wordt teruggevonden in het Baltische herkomstgebied van de Centraal-Europese wolvenpopulatie. In een uitgestrekt bosgebied in Wit-Rusland, waar zowel ree, edelhert, everzwijn, eland, wisent (Bison bonasus) als bever abundant voorkomen, bleken ree en bever samen het bulk van het wolvendieet te vormen (Sidorovich, 2011). Grotere prooien wonnen er pas aan belang nadat de reeënpopulatie een plotse terugval kende (Sidorovich et al., 2017). Overeenkomstig wordt het belang van eland als prooisoort voor de Scandinavische wolf bepaald door de lokale populatiedichtheid van ree (Sand et al., 2016). De centrale rol die de recente literatuur de ree als prooisoort toedicht, toont aan dat de afwezigheid van grotere evenhoevigen in Vlaanderen (bv. edelhert en eland) niet synoniem hoeft te staan voor een arme voedselsituatie.

Everzwijn als wisselprooi

Het afhankelijk zijn van slechts één prooisoort impliceert echter een risico vermits deze door (toevallige) omstandigheden, bijvoorbeeld overbejaging of weersomstandigheden, een achteruitgang zou kunnen vertonen (Meriggi & Lovari, 1996; Meriggi et al., 2011; Imbert et al., 2016). De lokale evenhoevigengemeenschap wordt evenwel ook gekenmerkt door het everzwijn dat in een kwart van de onderzochte stalen als prooi-item werd aangetroffen. In Europa wordt vaak een negatieve selectie door wolf voor deze soort vastgesteld, te wijten aan het risicovolle antipredatorgedrag van adulte exemplaren (Okarma, 1995). Predatie richt zich bijgevolg vooral op de kwetsbare jongen, wanneer deze tijdens de lente en zomer abundant aanwezig zijn (Jȩdrzejewski et al., 2000; Ansorge et al., 2006; Wagner et al., 2012). Dit werd ook in deze studie aangetoond voor het staalnamejaar 2020, waarin precies ook het grootste deel van de stalen werd ingezameld. Daarbij kon wellicht een representatiever beeld van de voedselkeuze worden gegenereerd dan voor de globale voorafgaandelijke periode.

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// In bepaalde regio’s, o.a. in Italië, vormt everzwijn de dominante prooisoort onafhankelijk van seizoen. Dit wordt er verklaard door een lage abundantie van andere wilde evenhoevigen en het jaarrond optreden van reproductie bij het everzwijn. De nog onervaren subadulten zouden er, na het verlaten van de moedergroep als reactie op een nieuwe geboorte, een makkelijke prooi vormen (Heck & Raschke, 1980; Mauget et al., 1984; Capitani et al., 2004; Meriggi et al., 2011; Imbert et al., 2016). Jaarrond-reproductie wordt ook geobserveerd in het onderzochte studiegebied (eigen observaties) en duidt op het potentiële belang van deze voedselcomponent. Van de overige wilde prooisoorten dragen vooral haasachtigen bij tot een verdere diversificatie van het dieet, waarbij dit naar alle waarschijnlijkheid de lokaal hoge abundantie van haas in het gebied (mededeling Eddy Ulenaers en Michel Broeckmans) reflecteert. Bovendien werd het bejagen van haasachtigen buiten roedelverband reeds meermaals aangetoond (Okarma, 1995).

Kleinvee als gelegenheidsprooi

Naast wilde prooisoorten vormt vee in de onderzochte stalen een niet te verwaarlozen voedselcomponent. Dit aandeel kende doorheen de studieperiode een wisselend patroon met de herfst van 2020 als uitschieter. Voorheen, d.i. in de globale voorafgaandelijke periode, bleek predatie van deze prooicategorie aanzienlijk lager, en zelfs nagenoeg afwezig tijdens de lente en zomer van 2020. Deze resultaten lopen parallel met het officieel aantal gemelde schadegevallen in 2020 (Figuur 59). De plotse en sterke toename van vee in het dieet tijdens de herfst van 2020 (47.1%FO) wordt verklaard door de aanwezigheid, voor het eerst, van een nest opgroeiende wolven die nog niet zelf kunnen jagen maar wel gevoed dienen te worden. Het beschikbaar zijn van onbeschermd vee (en damhert, zie verder) is bijgevolg een eenvoudig en aantrekkelijk alternatief bij een hogere energetische nood (Jedrzejewski et al., 2001; Nowak

et al., 2005; Śmietana, 2005). Eerder onderzoek wijst uit dat, indien zowel wilde prooien als

vee abundant zijn, er een voorkeur is voor de eerste categorie wanneer er preventieve maatregelen genomen zijn ter bescherming van vee (Meriggi & Lovari, 1996; Sidorovich et al., 2003; Gula, 2008; Meriggi et al., 2011; Imbert et al., 2016 en andere). Binnen de terreinen beheerd door de overheden, middenin het onderzoeksgebied, werden bijvoorbeeld geen slachtoffers meer gemeld van zodra de schapen er afdoende werden afgeschermd, terwijl er voorheen verschillende aanvallen waren op enkele dagen tijd. Een steekproefsgewijze evaluatie van rasters van schapenweides in het risicogebied gaf echter aan dat in het najaar van 2018 slechts 4% van de weiden voldoende beschermd was (Holvoet, 2019). Een update hieromtrent is vooralsnog niet beschikbaar, maar navraag bij de administratie leert dat op heden (eind 2020) slechts 119 van de 1455 kleinveehouders in het ruime leefgebied van de wolf een subsidie heeft aangevraagd voor een geschikte omheining.

Figuur 59 Aantal gemelde en bewezen schadegevallen door wolf binnen het wolventerritorium (zie 3.1) in 2020.

Damhert als dubbelzinnige prooi

De status van het damhert als prooisoort bevindt zich in een schemerzone. Enerzijds worden recent ontsnapte of verwilderde exemplaren regelmatig vastgesteld in het studiegebied (eigen observaties), anderzijds werden ook aanvallen op in gevangenschap levende damherten meermaals gemeld. Op basis van enkel uitwerpselen is het logischerwijs niet mogelijk hierin een onderscheid te maken. Het in rekening brengen van de inzameldatum wijst echter wel richting consumptie van in gevangenschap levende damherten in de periode augustus-september 2020 (n=3). Voor de overige uitwerpselen (n=4) is geen parallel verloop met gekende schadegevallen aanwezig. Hoewel het exacte aandeel van deze prooisoort in de vrijlevende evenhoevigengemeenschap onbekend is, staat wel vast dat dit aantal nog steeds zeer gering is (INBO, eigen vaststellingen onder meer op basis van het cameranetwerk). Predatie door wolf kan echter disproportioneel hoog zijn doordat het wellicht veelal half-tamme damherten betreft, die voorheen (bv. in hun jeugdfase) in gevangenschap werden gehouden (cf. Okarma, 1995). Deze stelling is vanzelfsprekend ook van toepassing voor niet afdoende afgeschermde, in gevangenschap levende damherten.

Hond geen uitzonderlijke prooi

Het doden van honden door de wolf is geen alleenstaand geval in Europa (Butler et al., 2014 & referenties hierin). Niet alleen worden loslopende honden beschouwd als potentiële indringer en concurrent wegens hun sterke verwantschap, ook gelden ze evenzeer als voedselbron (Kojola & Kuittinen, 2002; Backeryd, 2007). Hoewel het aantal gevallen kan toenemen onder voedselarme condities (Sidorovich et al., 2003), wordt de hond niet als een frequente prooisoort beschreven (Butler et al., 2014). Toch wordt aangenomen dat de wolf het aantal verwilderde honden, al dan niet in de hoedanigheid van voedselbron, in Spanje en Rusland onderdrukt (Bibikov, 1988; Blanco et al., 1992). In Scandinavië zijn aanvallen op honden uitgebreid gedocumenteerd door Backeryd (2007). Gedurende 1995 – 2005 werden in Finland en Zweden 152 officiële aanvallen waargenomen waarvan 86% op jachthonden tijdens het

0 2 4 6 8 10 12 Aan ta l (n )

Officiële schadegevallen 2020

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// honden) of in tuinen. Gelijkaardige resultaten werden genoteerd in Wisconsin, Noord-Amerika (Treves et al., 2002). Met betrekking tot de hond aangetroffen in deze studie, werd geen melding gemaakt van een vermiste (jacht)hond. Loslopende of ontsnapte honden zijn evenwel geen uitzonderlijk fenomeen in Vlaanderen. Dit wordt effectief ook aangetoond door nachtelijke cameravalbeelden binnen het onderzochte gebied (INBO, eigen observaties).

Boodschap en les naar de toekomst

Onderhavige studie toont aan dat de hernieuwde aanwezigheid van de wolf verdere inspanningen vraagt om het samenleven tussen mens en wolf mogelijk te maken. Dit dient in de eerste plaats te gebeuren onder de vorm van meer effectieve beschermingsmaatregelen van vee en andere in gevangenschap levende soorten, zoals bijvoorbeeld damhert, alpaca en Bennett wallaby. Ook wordt de nood aangetoond van een nadrukkelijker bewustzijn omtrent de hond-wolf-relatie. Conflicten omtrent beide kunnen sterk de publieke opinie sturen ten nadele van de wolf (Everaert et al., 2018). Verder onderzoek is voorts onontbeerlijk om op objectieve wijze na te gaan of de recent hoge consumptie van vee in het wolvendieet al dan niet een continu, tijdelijk of wederkerend fenomeen is. Het officieel aantal gemelde schadegevallen wijst evenwel op een afname in november en december (Figuur 59). Daarenboven kan verdere opvolging het beoogd effect van een steeds verdere implementatie van kwalitatieve beschermingsmaatregelen nagaan.

Kanttekeningen methodiek

Tot slot dient hier nog een kanttekening gemaakt te worden met betrekking tot de hier gevolgde methodiek. In deze studie werd het dieet weergegeven aan de hand van de frequentie van voorkomen (%FO). Deze methode heeft als nadeel dat een groter belang wordt gegeven aan kleinere prooien, aangezien de hoeveelheid onverteerbaar materiaal (haren, bot- en tandfragmenten) per eenheid biomassa relatief toeneemt bij kleinere prooien (bv. kleine knaagdieren of haasachtigen). Omgekeerd, wordt door deze relatie het belang van grotere prooisoorten op zijn beurt onderschat (Floyd et al., 1978; Kelly, 1991; Weaver, 1993). Een - enigszins benaderende - oplossing hiervoor is het in rekening brengen van de (verondersteld opgegeten) biomassa, door bijvoorbeeld het gewicht van een uitgespoeld wolvenuitwerpsel te vermenigvuldigen met een verteringscoëfficiënt, afhankelijk van de prooisoort (Goszczyoski, 1974). In deze studie werd hier niet voor geopteerd vermits de onderzochte uitwerpselen aanvankelijk niet altijd volledig werden ingezameld, wat de resultaten zou kunnen vertekenen. Via een gestandaardiseerd inzamelprotocol zou de gegeten biomassa in rekening gebracht kunnen worden, in functie van meer gepreciseerde ecologische vraagstellingen, zoals bv. de impact van predatie op prooipopulaties (Klare et al., 2011).

Referenties

Andersone, Ž. and Ozoliņš, J. (2004) ‘Food habits of wolvesCanis lupus in Latvia’, Acta

Theriologica. Springer, 49(3), pp. 357–367.

Ansorge, H., Kluth, G. and Hahne, S. (2006) ‘Feeding ecology of wolvesCanis lupus returning to Germany’, Acta Theriologica. Springer, 51(1), pp. 99–106.

Backeryd, J. (2007) ‘Wolf attacks on dogs in Scandinavia 1995–2005’, Ecology Institute, Swedish

University of Agricultural Sciences, Grimso.

Barja, I. (2009) ‘Prey and prey-age preference by the Iberian wolf Canis lupus signatus in a multiple-prey ecosystem’, Wildlife Biology. BioOne, 15(2), pp. 147–154.

Bergstrom, B. J., Vignieri, S., Sheffield, S. R., Sechrest, W. and Carlson, A. A. (2009) ‘The Northern Rocky Mountain gray wolf is not yet recovered’. BioScience, 59(11), pp. 991–999. Bibikov, D. I. (1988) ‘Der Wolf. Die Neue Brehm-Bücherei. A’. Ziemsen Verlag, Wittenberg Lutherstadt. 198pp.

Blanco, J. C., Reig, S. and de la Cuesta, L. (1992) ‘Distribution, status and conservation

problems of the wolf Canis lupus in Spain’, Biological Conservation. Elsevier, 60(2), pp. 73–80. Butler, J. R., Linnell, J. D., Morrant, D., Athreya, V., Lescureux, N., and McKeown, A. (2014) ‘Dog eat dog, cat eat dog: social-ecological dimensions of dog predation by wild carnivores’,

Free-ranging dogs and wildlife conservation. Oxford University Press Oxford, England, pp. 117–143.

Capitani, C., Bertelli, I., Varuzza, P., Scandura, M., and Apollonio, M. (2004) ‘A comparative analysis of wolf (Cam’s lupus) diet in three different Italian ecosystems’, Mammalian Biology. Springer, 69(1), pp. 1–10.

Clutton-Brock, J. (1999) A natural history of domesticated mammals. Cambridge University Press.

De Marinis, A. M. and Asprea, A. (2006a) ‘Hair identification key of wild and domestic ungulates from southern Europe’, Wildlife Biology. BioOne, 12(3), pp. 305–320.

De Marinis, A. M., and Asprea, A. (2006b). How did domestication change the hair morphology in sheep and goats?. Human Evolution, 21(2), 139-149.

Everaert J., Gorissen D., Van Den Berge K., Gouwy J., Mergeay J., Geeraerts C., Van Herzele A., Vanwanseele M.-L., D’hondt B. & Driesen K. (2018). Wolvenplan Vlaanderen. Versie 7 augustus 2018. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2018 (70). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Floyd, T. J., Mech, L. D. and Jordan, P. A. (1978) ‘Relating wolf scat content to prey consumed’,

The Journal of Wildlife Management. JSTOR, pp. 528–532.

Gill, R. M. A., Johnson, A. L., Francis, A., Hiscocks, K., and Peace, A. J. (1996) ‘Changes in roe deer (Capreolus capreolus L.) population density in response to forest habitat succession’,

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Goszczyoski, J. (1974) ‘Studies on the food of foxes’, Acta theriologica, 19(1), pp. 1–18.

Gouwy, J, Van Den Berge, K., Berlengee., F., Mergeay, J. (2018). Marternieuws 24 van het INBO: Special het jaar van de Wolf; Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Gouwy, J, Van Den Berge, K., Berlengee., F., Mergeay, J. (2019). Roofdiernieuws 1; Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Gouwy, J, Mergeay, J., Neyrinck, S., Van Breusegem, A., Berlengee, F., Van Den Berge, K. (2020). Roofdiernieuws 2; Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Gouwy, J, Mergeay, J., Neyrinck, S., Van Breusegem, An., Berlengee, F., Van Den Berge, K. (2020). Roofdiernieuws 3; Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Gula, R. (2008) ‘Wolf depredation on domestic animals in the Polish Carpathian Mountains’,

The Journal of wildlife management. Wiley Online Library, 72(1), pp. 283–289.

Directive, H. (1992). Council Directive 92/43/EEC of 21 May 1992 on the conservation of natural habitats and of wild fauna and flora. Official Journal of the European Union, 206, 7-50. Heck, L. and Raschke, G. (1980) ‘Wild sows’. Parey.

Hindrikson, M., Remm, J., Pilot, M., Godinho, R., Stronen, A.V., Baltrūnaité, L., Czarnomska, S.D., Leonard, J.A., Randi, E., Nowak, C. and Åkesson, M., (2017) ‘Wolf population genetics in Europe: a systematic review, meta‐analysis and suggestions for conservation and

management’, Biological Reviews. Wiley Online Library, 92(3), pp. 1601–1629.

Holvoet N. 2019. Monitoring van schapen en preventiemaatregelen in het leefgebied van de wolf in Vlaanderen – Bachelorproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Bachelor in de Agro- en Biotechnologie, afstudeerrichting Dierenzorg, HoGent, Melle/Gent, 93 p. Imbert, C., Caniglia, R., Fabbri, E., Milanesi, P., Randi, E., Serafini, M., Torretta, E. and Meriggi, A. (2016) ‘Why do wolves eat livestock?: Factors influencing wolf diet in northern Italy’,

Biological Conservation. Elsevier, 195, pp. 156–168.

Jedrzejewski, W., Schmidt, K., Theuerkauf, J., Jedrzejewska, B., and Okarma, H. (2001) ‘Daily movements and territory use by radio-collared wolves (Canis lupus) in Bialowieza Primeval Forest in Poland’, Canadian Journal of Zoology. NRC Research Press, 79(11), pp. 1993–2004. Jȩdrzejewski, W., Jȩdrzejewska, B., Okarma, H., Schmidt, K., Zub, K., and Musiani, M. (2000) ‘Prey selection and predation by wolves in Białowieża Primeval Forest, Poland’, Journal of

Mammalogy. 81(1), pp. 197–212.

Kelly, B. T. (1991). Carnivore scat analysis: an evaluation of existing techniques and the

development of predictive models of prey consumed. College of Graduate Studies, University of

Idaho.

Klare, U., Kamler, J. F., & Macdonald, D. W. (2011). A comparison and critique of different scat‐ analysis methods for determining carnivore diet. Mammal Review, 41(4), 294-312.

large carnivore behaviours’, Biodiversity & Conservation. Springer, 13(9), pp. 1647–1658. Kojola, I. and Kuittinen, J. (2002) ‘Wolf attacks on dogs in Finland’, Wildlife Society Bulletin. JSTOR, pp. 498–501.

Kovařík, P., Kutal, M. and Machar, I. (2014) ‘Sheep and wolves: is the occurrence of large predators a limiting factor for sheep grazing in the Czech Carpathians?’, Journal for nature

conservation. Elsevier, 22(5), pp. 479–486.

Kübarsepp, M. and Valdmann, H. (2003) ‘Winter diet and movements of wolf (Canis lupus) in Alampedja Nature Reserve, Estonia’, Acta Zoologica Lituanica. Taylor & Francis, 13(1), pp. 28– 33.

Lanszki, J. et al. (2012) ‘Diet of wolves Canis lupus returning to Hungary’, Acta theriologica. Springer, 57(2), pp. 189–193.

Mauget, R., Campan, R., Spitz, F., Dardaillon, M., Janeau, G., and Pépin, D. (1984) ‘Synthèse des connaissances actuelles sur la biologie du sanglier, perspectives de recherche’, in

Symposium international sur le sanglier. INRA Editions.

Mech, L. D. and Boitani, L. (2010) Wolves: behavior, ecology, and conservation. University of Chicago Press.

Melis, C., Jędrzejewska, B., Apollonio, M., Bartoo, K.A., Jędrzejewski, W., Linnell, J.D., Kojola, I., Kusak, J., Adamic, M., Ciuti, S. and Delehan, I. (2009) ‘Predation has a greater impact in less productive environments: Variation in roe deer, Capreolus capreolus, population density across Europe’, Global Ecology and Biogeography. Wiley Online Library, 18(6), pp. 724–734. Meriggi, A., Brangi, A., Schenone, L., Signorelli, D., and Milanesi, P.(2011) ‘Changes of wolf (Canis lupus) diet in Italy in relation to the increase of wild ungulate abundance’, Ethology

Ecology & Evolution. Taylor & Francis, 23(3), pp. 195–210.

Meriggi, A. and Lovari, S. (1996) ‘A review of wolf predation in southern Europe: does the wolf prefer wild prey to livestock?’, Journal of applied ecology. JSTOR, pp. 1561–1571.

Metcalf J.L., Cooper A., Wheeler J.C. (2014) Alpaca and Llama: Domestication. In: Smith C. (eds) Encyclopedia of Global Archaeology. Springer, New York, NY.

Mori, E., Benatti, L., Lovari, S., and Ferretti, F. (2017) ‘What does the wild boar mean to the wolf?’, European journal of wildlife research. Springer, 63(1), p. 9.

Müller, S. (2006) ‘Diet composition of wolves (Canis lupus) on the Scandinavian peninsula determined by scat analysis’, English summary of the diploma thesis, School of Forest Science

and Resource Management, Technical University of München, Germany.

Newsome, T.M., Boitani, L., Chapron, G., Ciucci, P., Dickman, C.R., Dellinger, J.A., López‐Bao, J.V., Peterson, R.O., Shores, C.R., Wirsing, A.J. and Ripple, W.J. (2016) ‘Food habits of the world’s grey wolves’, Mammal Review. Wiley Online Library, 46(4), pp. 255–269.

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 76(6), pp. 709–715.

Nowak, S., Mysłajek, R. W. and Jędrzejewska, B. (2005) ‘Patterns of wolfCanis lupus predation on wild and domestic ungulates in the Western Carpathian Mountains (S Poland)’, Acta

theriologica. Springer, 50(2), pp. 263–276.

Okarma, H. (1995) ‘The trophic ecology of wolves and their predatory role in ungulate communities of forest ecosystems in Europe’, Acta theriologica. Citeseer, 40, pp. 335–386. RStudio Team (2020). RStudio: Integrated Development for R. RStudio, PBC, Boston, MA URL http://www.rstudio.com/

Sand, H., Eklund, A., Zimmermann, B., Wikenros, C., and Wabakken, P. (2016) ‘Prey selection of Scandinavian wolves: single large or several small?’, PloS one. Public Library of Science San Francisco, CA USA, 11(12), p. e0168062.

Sidorovich, V. (2011) Analysis of vertebrate predator-prey community: Studies within the

European Forest zone in terrains with transitional mixed forest in Belarus. Tesey.

Sidorovich, V., Schnitzler, A., Schnitzler, C., Rotenko, I., and Holikava, Y. (2017) ‘Responses of wolf feeding habits after adverse climatic events in central-western Belarus’, Mammalian

Biology. Elsevier, 83, pp. 44–50.

Sidorovich, V. E., Tikhomirova, L. L. and Jędrzejewska, B. (2003) ‘Wolf Canis lupus numbers, diet and damage to livestock in relation to hunting and ungulate abundance in northeastern Belarus during 1990–2000’, Wildlife Biology. BioOne, 9(4), pp. 103–111.

Sin, T., Gazzola, A., Chiriac, S., and Rîșnoveanu, G. (2019) ‘Wolf diet and prey selection in the South-Eastern Carpathian Mountains, Romania’, PloS one. Public Library of Science San Francisco, CA USA, 14(11), p. e0225424.

Śmietana, W. (2005) ‘Selectivity of wolf predation on red deer in the Bieszczady Mountains, Poland’, Acta theriologica. Springer, 50(2), pp. 277–288.

Teerink, B. J. (1991) ‘Atlas and identification key hair of West-European mammals’. Cambridge University Press, Cambridge.

Tóth, M. (2017) Hair and Fur Atlas of Central European Mammals. Pars Limited.

Treves, A., Jurewicz, R. R., Naughton-Treves, L., Rose, R. A., Willging, R. C., and Wydeven, A. P. (2002) ‘Wolf depredation on domestic animals in Wisconsin, 1976-2000’, Wildlife Society

Bulletin. JSTOR, pp. 231–241.

Wagner, C., Holzapfel, M., Kluth, G., Reinhardt, I., and Ansorge, H. (2012) ‘Wolf (Canis lupus) feeding habits during the first eight years of its occurrence in Germany’, Mammalian Biology. Springer, 77(3), pp. 196–203.

Weaver, J. L. (1993) ‘Refining the equation for interpreting prey occurrence in gray wolf scats’,

The Journal of wildlife management. JSTOR, pp. 534–538.

wolf (Canis lupus L.) in Europe: a review’, Acta zoologica bulgarica, 66(4), pp. 439–452. Žunna, A., Ozoliņ, J. and Pupila, A. (2009) ‘Food habits of the wolf Canis lupus in Latvia based on stomach analyses.’, Estonian Journal of Ecology, 58(2).

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Bijlage

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Overzicht vorm dwarsdoorsnedes (bron: Teerink, 1991)

Overzichtstabel referentiecollectie haren

Niet-gedomesticeerde evenhoevigen - Artiodactyla

Nederlandse

naam Wetenschappelijke naam Type vacht

Damhert Dama dama Wintervacht

Jeugdvacht

Edelhert Cervus elaphus Wintervacht

Everzwijn Sus scrofa Adulte vacht

Jeugdvacht

Moeflon Ovis orientalis Wintervacht

Chinese muntjak Muntiacus reevesi Wintervacht Ree Capreolus capreolus Wintervacht Zomervacht Jeugdvacht

Gedomesticeerde hoefdieren - Ungulata

Nederlanse naam Wetenschappelijke naam Variëteit

Alpaca Vicugna pacos

Ezel Equus africanus asinus Niet-gespecifieerd Geit Capra aegagrus hircus Kempense geit

Niet-gespecifieerd Paard Equus ferus caballus Niet-gespecifieerd Rund Bos primigenius taurus Niet-gespecifieerd Schaap Ovis orientalis aries Kempisch heideschaap

Mergellandschaap Ouessant schaap Ardense voskop Zwartbles Hebridean Texelaar

Varken Sus domesticus Hangbuikzwijn

Niet-gespecifieerd

Knaagdieren - Rodentia

Nederlanse naam Wetenschappelijke naam

Bever Castor fiber

Bruine rat Rattus norvegicus

Gewone bosmuis Apodemus sylvaticus

Rosse woelmuis Myodes glareolus

Woelrat Arvicola amphibius/scherman Haasachtigen - Lagomorpha

Nederlanse naam Wetenschappelijke naam

Haas Lepus europaeus

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

(Gedomesticeerde) carnivoren - Carnivora

Nederlanse naam Wetenschappelijke naam Variëteit

Hond Canis lupus familiaris Golden Retriever

American Staffordshire X onbekend ras

Huiskat Felis silvestris catus Niet gespecifiëerd Steenmarter Martes foina

Vos Vulpes vulpes

Wasbeer Procyon lotor

Wasbeerhond Nyctereutes procyonoides Overige

Nederlanse naam Wetenschappelijke naam Bennett wallaby Macropus rufogriseus