• No results found

Deze verkenning beoogde antwoord te vinden op de volgende vragen: 1. In hoeverre hebben gemeenten behoefte aan een benchmark van

verkeersveiligheid?

2. Hoe kan een verkeersveiligheidsbenchmark voor gemeenten concreet worden uitgewerkt?

3. Zijn er gemeenten die aan de slag willen met benchmarking van verkeersveiligheid?

We lopen de gevonden antwoorden op deze vragen hieronder gestructureerd langs met kansen om bij aan te haken.

4.1. De behoefte aan een gemeentelijke benchmark verkeersveiligheid Gemeenten blijken interesse te hebben in benchmarking van

verkeersveiligheid. Dit is gebleken door met een aantal gemeenten in gesprek te gaan over de meerwaarde van de methode, hoe een uitwerking eruit kan zien en wat het belang is van hun betrokkenheid bij benchmarking. Wel zijn gemeenten benieuwd wat het hun kan opleveren, zeker ook gezien de druk op budgetten en tijd. Een van voordelen die voor gemeenten dus interessant kunnen zijn, is als een benchmark inzicht geeft in manieren voor kostenbesparing.

Daarnaast is er ook een inhoudelijke nieuwsgierigheid naar indicatoren die handvatten bieden voor het formeren en bijsturen van beleid. Een enkele gemeente, zoals Amsterdam, is hier zelf al actief mee aan de slag gegaan. De huidige situatie van gebrekkige ongevallenregistratie speelt daarbij ook een rol. Andere gemeenten blijken hiervan nog niet allemaal even goed op de hoogte. Die gebrekkige ongevallenregistratie is overigens zowel een punt van zorg als een kans. De zorg komt doordat er momenteel geen goede indicatoren beschikbaar zijn voor verkeersveiligheid in gemeenten. Dit voedt ook de zorg dat hierdoor geen goede benchmark mogelijk zou zijn. De kans die deze situatie biedt, betreft de noodzaak om naar andere mogelijkheden te zoeken, wat de blik verruimt en waardoor nieuwe mogelijkheden worden aangeboord. Dit laatste proces is in ieder geval al bij provincies gestart. Dit blijkt uit de wens van het Interprovinciaal Overleg (IPO) om proactief te kunnen sturen op verkeersonveilige locaties, waarvoor onlangs ook een instrument is ontwikkeld (ProMeV). Daarnaast loopt er een verkenning van de effecten van risicogestuurd beleid op basis van tussenindicatoren of ‘Safety Performance Indicators’ (SPI’s).

4.2. Concrete uitwerking van een verkeersveiligheidsbenchmark voor gemeenten In dit rapport is een overzicht gemaakt van zo veel mogelijk

wetenschappelijk onderbouwde indicatoren die in een gemeentelijke benchmark als uitgangspunt kunnen worden genomen. Dit betreft in de eerste plaats indicatoren die bij een benchmark van de algehele

verkeersveiligheid kunnen worden gebruikt, maar er zijn ook indicatoren voor specifiekere onderwerpen uit af te leiden (bijvoorbeeld fietsveiligheid of indicatoren die betrekking hebben op een specifieke beleidsmaatregel zoals educatie of handhaving).

Bij het kiezen van indicatoren is het van belang om een afweging te maken tussen ambities, beschikbare gegevens, middelen en tijdsplanning. In dit rapport is een overzicht geschetst van de data die momenteel in landelijke bestanden naar gemeente beschikbaar zijn. Daarnaast hebben gemeenten ongetwijfeld zelf gegevens over met name proces- en beleidsindicatoren. Ook is bekend dat gemeenten ten minste af en toe zelf snelheidsmetingen uitvoeren, die in ieder geval een beeld geven van het snelheidsgedrag in delen van de gemeente.

De rol van tussenindicatoren of ‘Safety Performance Indicators’ (SPI’s) – en dan met name SPI’s die betrekking hebben op weggedrag, gebruik van beveiligingsmiddelen en de kwaliteit van de infrastructuur – zal in veel gevallen nog moeten worden geïnventariseerd.

SPI’s kunnen voor gemeenten zeer interessant zijn als aanvulling op de ongevalsgegevens en meer zicht bieden op onveilige locaties en gedrag binnen een gemeente. Het is denkbaar dat er een groeimodel wordt opgezet waarbij in de toekomst in toenemende mate relevante gegevens worden verzameld. Hiervoor zijn een aantal interessante aanknopingspunten te noemen:

− Per 1 januari 2016 wordt voor alle overheden de Basisregistratie

Grootschalige Topografie (BGT) verplicht. Hierbij worden objecten in het ruimtelijk domein op een uniforme wijze geregistreerd. Dit kan als basis dienen voor het monitoren van infrastructurele kenmerken die relevant zijn voor de verkeersveiligheid.

− Er is een sterke vraag naar meer inzicht in de rol van (onveilig) gedrag op de verkeersveiligheid (zie bijvoorbeeld Aarts et al., 2014; Van Hees et al., te verschijnen). Monitoring en benchmarking van gedragsindicatoren kunnen daarbij helpen. Een voorbeeld is het hierboven genoemde instrument ProMeV, waarmee provincies inzetten op een risicogestuurde aanpak en SPI’s gebruiken als aanvulling op ongevals- en

slachtoffergegevens.

4.3. Gemeenten die aan de slag willen met een benchmark verkeersveiligheid

Alle gemeenten die aanwezig waren op de benchmarkbijeenkomsten op 30 september, laten weten dat ze graag met elkaar verder verkennen hoe benchmarking van verkeersveiligheid opgepakt kan worden. Deze gemeenten hebben SWOV gevraagd om daarvoor met een concreet voorstel te komen. Met name de grotere gemeenten lijkt een voortrekkersrol op het lijf geschreven. Zij kunnen ook andere gemeenten inspireren om op een gestructureerde wijze hun verkeersveiligheidscyclus tegen het licht te houden. Daarbij kunnen diverse relevante indicatoren worden betrokken die tot nu toe grotendeels buiten beeld lijken te zijn gebleven. Het uiteindelijke doel is om tot verbeterpunten te komen door van elkaar te leren. Kennis uit de wetenschap kan daarbij ondersteunend zijn. Door in een benchmark overheden en onderzoekers te laten samenwerken, kan er ook een natuurlijk platform worden geboden voor een betere uitwisseling van kennis en

ervaringen, kan de kennisagenda directer gevoed worden en kan kennis beter doorwerken naar de praktijk.

Literatuur

Aarts, L.T. & Bax, C.A. (2013). Regionale verschillen in relatie tot verkeersveiligheid. Nadere verkenning in de praktijk op basis van drie Zeeuwse gemeenten. R-2013-14. SWOV, Leidschendam.

Aarts, L.T. & Bax, C.A. (2014). Benchmarking van verkeersveiligheid. Een inventarisatie en aanbevelingen voor de opzet van verkeersveiligheids- benchmarks in Nederland. R-2014-5. SWOV, Den Haag.

Aarts, L., Dijkstra, A. & Bax, C. (2014). ProMeV: Proactief Meten van Verkeersveiligheid. Inzicht in onveiligheid vóórdat er slachtoffers vallen. R-2014-10. SWOV, Den Haag.

Aarts, L.T., Eenink, R.G., Weijermars, W.A.M., Knapper, A. & Schagen, I.N.L.G. van (2014). Soms moet er iets gebeuren, voor er iets gebeurt; Verkenning van mogelijkheden om de haalbaarheid van de verkeersveilig- heidsdoelstellingen te vergroten. R-2014-37A. SWOV, Den Haag.

Aarts, L. & Schagen, I.N.L.G. van (2006). Driving speed and the risk of road crashes; A review. In: Accident Analysis & Prevention, vol. 38, nr. 2, p. 215- 224.

Bax, C.A., Litjens, B.P.E.A., Jagtman, H.M. & Pröpper, I.M.A.M. (2008). Samenwerking bij het aanleggen van60km/uur-gebieden. R-2008-7. SWOV, Leidschendam.

Bax, C., Wesemann, P., Gitelman, V., Shen, Y., et al. (2012). Developing a Road Safety Index. In: Deliverable 4.9 of the EC FP7 project DaCoTA. European Commission, Brussels.

Bhutta, K.S. & Huq, F. (1999). Benchmarking - best practices: an integrated approach. In: Benchmarking: An International Journal, vol. 6, nr. 3, p. 254- 268.

Bijleveld, F., Stipdonk, H. & Aarts, L.T. (in voorbereiding). De bruikbaarheid van speed profiles van TomTom als SPI. SWOV, Den Haag. [In

voorbereiding]

Blomberg, R.D., Peck, R.C., Moskowitz, H., Burns, M. & Fiorentino, D. (2005). Crash risk of alcohol involved driving: A case-control study. Dunlap and Associates, Inc., Stamford.

Boele, M. & Craen, S. de (2014). Evaluatie voorgezette rijopleiding voor motorrijders. Motorrijders rijden veiliger na training. R-2014-22. SWOV, Den Haag.

Boer, J. de (2006) Verkeersveiligheidsanalyse gemeente Hengelo: een analyse van de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid. Master-scriptie, Universiteit Twente, Enschede.

Broeks, J.B.J. & Boxum, J. (2013). Lichtvoering fietsers 2012/2013.

Uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart, afdeling Veiligheid, Delft.

Brown, J., Griffiths, M. & Paine, M. (2002). Effectiveness of child restraints; The Australian experience. Research Report RR06/02 for the Australian New Car Assessment Program ANCAP.

Commissie Openbare Verlichting (2011). Kengetallen openbare verlichting. Herziening juni 2011. NSVV, Ede.

Cyclus Management & SenterNovem (2009), Benchmark afvalscheiding 2009. Cyclus Management & SenterNovem.

Davidse, R.J. (red.) (2011). Bermongevallen: karakteristieken, ongevals- scenario's en mogelijke interventies; Resultaten van een dieptestudie naar bermongevallen op 60-, 70-, 80- en 100km/uur-wegen. R-2011-24. SWOV, Leidschendam.

Davidse, R.J. & Hoekstra, A.T.G. (2010). Evaluatie van de BROEM-cursus nieuwe stijl. Een vragenlijststudie onder oudere automobilisten. R-2010-6. SWOV, Leidschendam.

Dijkstra, A. (2010). Welke aanknopingspunten bieden netwerkopbouw en wegcategorisering om de verkeersveiligheid te vergroten? Eisen aan een duurzaam veilig wegennet. R-2010-3. SWOV, Leidschendam.

Dijkstra, A. (2011). En route to safer roads. How road structure and road classification can affect road safety. ITC Dissertatie 185. SWOV-

Dissertatiereeks. SWOV, Leidschendam.

Dijkstra, A. & Aarts, L.T. (2014). Monitoring verkeersinfrastructuur;

Handreiking voor een gestructureerd decentraal meetnet. H-2014-2. SWOV, Den Haag.

Dijkstra, A. & Drolenga, H. (2008). Safety effects of route choice in a road network: Simulation of changing route choice. Research in the framework of the European research programme InSafety. R-2008-10. SWOV,

Leidschendam.

Dijkstra, A., Wijlhuizen, G.J. & Aarts, L.T. (2015). Monitoring van de veiligheidskwaliteit van weginfrastructuur en fietsinfrastructuur; Proefmetingen in een aantal regio's. R-2015-5. SWOV, Den Haag.

DVS (2012). Rijden onder invloed in Nederland in 2002-2011. Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. Uitgevoerd door I&O Research in opdracht van Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS), Delft.

Ecorys (2010). Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat 2010. Thematische rapportage eindmeting. Ecorys, Rotterdam.

Eksler, V. (2009). Road mortality in the EU: a regional approach. PhD Thesis, Versailles St.-Quentin University, Versailles.

Elvik, R. (2009). The Power Model of the relationship between speed and road safety: update and new analyses. TØI Report 1034/2009. Institute of Transport Economics TØI, Oslo.

Elvik, R. (2011). Publication bias and time-trend bias in meta – analysis of bicycle helmet efficacy: A re-analysis of Attewell, Glase and McFadden, 2001. In: Accident Analysis & Prevention, vol. 43, nr. 3, p. 1245-1251. Elvik, R., Hoye, A., Vaa, T. & Sorensen, M. (2009). The handbook of road safety measures. Second edition. Emerald group, Bingley, UK.

Felsö, F., Groot, H. de & Heezik, A. van (2011). Benchmark gemeentelijk afvalbeheer. Een empirisch onderzoek naar de productiviteit en

kostendoelmatigheid. Delft: Innovatie en Publieke Sector Efficiëntie Studies, Technische Universiteit Delft.

Fietsersbond (2009). Rapportage Fietsbalans®-2; Gouda. Deel 1 Analyse en advies. Fietsersbond, Utrecht.

Fietsersbond (2011). Rapportage Fietsbalans®; Amstelveen. Deel 2 Onderzoeksverslag. Fietsersbond, Utrecht.

Fortuijn, L.G.H. (2005). Veiligheidseffect turborotondes in vergelijking met enkelstrooksrotondes. Verkeerskundige Werkdagen 2005, Ede.

Fortuijn, L.G.H., Carton, P.J. & Feddes, B.J. (2005). Veiligheidseffect van kruispuntplateaus in gebiedsontsluitingswegen. Verkeerskundige

Werkdagen 2005, Ede.

Glassbrenner, D. & Starnes, M. (2009). Lives saved calculations for seat belts and frontal air bags. NHTSA Technical Report DOT HS 811 206. Goldenbeld, Ch. & Aarts, L.T. (2013). Monitoring snelheid in het verkeer. Handreiking voor een gestructureerd decentraal meetnet. H-2013-2. SWOV, Leidschendam.

Goudappel Coffeng (2010). Beveiligingsmiddelen in de auto 2010.

Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart, afdeling Veiligheid, Delft. Groot, M.I., Court, T. de la & Chang, I. (2006). Randvoorwaarden voor een prikkelende benchmark Duurzaam inkopen. CE, Delft.

Hale, A. (2009). Why safety performance indicators? In: Safety Science, vol. 47, nr. 4, p. 479-480.

Hees, S. van, Arends, P. & Meester, N. de (te verschijnen). Inventarisatie kennisvragen verkeersveiligheid. Twynstra & Gudde, Amersfoort. [Te verschijnen].

Heijden, D. van der (2010). Verkeersveiligheidsanalyse. RMO Sittard- Geleen. VIA, Vught.

Hels, T., Bernhoft, I.M., Lyckegaard, A., Houwing, S.; et al. (2011). Risk of injury by driving with alcohol and other drugs. Deliverable 2.3.5. DRUID Driving under the Influence of Drugs, Alcohol and Medicines. European Commission, Brussels.

Hout, R. van den (2013). Verkeersveiligheid provinciale wegen. ANWB- onderzoek. ANWB, Den Haag.

Houwing, S. & Aarts, L.T. (2013). Monitoring rijden onder invloed van alcohol. Handreiking voor een gestructureerd decentraal meetnet. H-2013-1. SWOV, Leidschendam.

Houwing, S., Aarts, L.T., Reurings, M.C.B. & Bax, C.A. (2012). Verkennende studie naar regionale verschillen in relatie tot verkeersveiligheid. R-2012-10. SWOV, Leidschendam.

Houwing, S., Hagenzieker, M., Mathijssen, R., Bernhoft, I.M., et al. (2011). Prevalence of alcohol and their psychoactive substances in drivers in general traffic. Part 1: General results; Part 2: Country reports. Deliverable 2.2.3 of DRUID, Driving Under the Influence of Drugs, Alcohol and

Medicines. European Commission, Brussels.

Kuiken, M. & Stoop, J. (2012). Verbetering van fietsverlichting. Verkenning van beleidsmogelijkheden. Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart, Delft.

Korsten, A.F.A. (2006). Ins & outs van benchmarking. Op: http://www.arnokorsten.nl/PDF/Onderzoek/Benchmarking.pdf

Korsten, A.F.A., Abma, K., & Meer, A.-D. van der (2013). Mythen over benchmarking. Feiten en ficties rond het vergelijken van prestaties tussen organisaties, met bijzondere aandacht voor gemeenten. Op:

http://www.arnokorsten.nl/PDF/Onderzoek/Mythen%20over%20benchmarkin g.pdf

Kyrö, P. (2003). Revising the concept and forms of benchmarking. In: Benchmarking: An International Journal, vol. 10, nr. 3, p. 210-225. Liu, B.C., Ivers, R., Norton, R., Boufous, S,, et al. (2007). Helmets for preventing injury in motorcycle riders. In: Cochrane Database of Systematic Reviews 2007, nr. 4.

Lodder, A., Vermeulen, E., Gastel, J. van, Anker, B. & Beurs, H. de (2006). Benchmark best practices in de GGD sector. GGD Nederland, Utrecht. Madsen, J.L.O., Andersen T. & Lahrman H.S. (2013). Safety effects of permanent running lights for bicyclists: a controlled experiment. In: Accident Analysis and Prevention. vol. 50, p. 820-829.

Moriarty, J.P. & Smallman, C. (2009). En route to a theory of benchmarking. In: Benchmarking: An International Journal, vol. 16, nr. 4, p. 484-503. Newstead, S.V. & Corben, B.F. (2001). Evaluation of the 1992-1996 Transport Accident Commision funded accident black spot treatment

program in Victoria. Report No. 182. Monash University Accident Research Centre MUARC, Victoria.

Norden, Y. van, Goldenbeld, Ch. & Weijermars, W.A.M. (2011). Monitor verkeersveiligheid 2011. Ontwikkeling in verkeersdoden, ernstig

verkeersgewonden, risico, maatregelen en gedrag in 2010. R-2011-26. SWOV, Leidschendam.

OECD (2000). Transport benchmarking. Methodologies, applications and data needs. European Conference of Ministers of Transport, Proceedings of the Paris conference, 1999, Paris.

OECD/ECMT (2006). Speed management. Organisation for Economic Cooperation and Development OECD/European Conference of Ministers of Transport ECMT, Paris.

Pol, B., Swankhuisen, C. & Vendeloo, P. van (2007). Nieuwe aanpak in overheidscommunicatie: mythen, misverstanden en mogelijkheden. Coutinho, Bussum.

Pommer, E., Ooms, I. & Jansen, S. (2013). Maten voor gemeenten 2013. Prestaties en uitgaven van gemeenten 2006-2011. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag.

Rekenkamer Maastricht, (2010). Onderzoek beheer openbare ruimte. Rekenkamer Maastricht, Maastricht.

Reurings, M.C.B., Aarts, L.T. & Schermers, G. (2012). Analyse van het aantal verkeerdoden in 2011 in Amsterdam. Is er reden tot zorg? R-2012-6, SWOV, Leidschendam.

Reurings, M.C.B & Bos, N.M. (2009). Ernstig gewonde verkeersslachtoffers in Nederland in 1993-2008: Het werkelijke aantal in ziekenhuizen opgenomen verkeersslachtoffers met een MAIS van ten minste 2. R-200912. SWOV, Leidschendam.

Reurings, M.C.B., Vlakveld, W.P., Twisk, D.A.M., Dijkstra, A. & Wijnen, W. (2012). Van fietsongeval naar maatregelen: kennis en hiaten; Inventarisatie ten behoeve van de Nationale Onderzoeksagenda Fietsveiligheid (NOaF). R-2012-8. SWOV, Leidschendam.

Rolink, N. (2012). Masterplan fietspaden Drenthe en Ooststellingwerf. In opdracht van Recreatieschap Drenthe. Roelofs, Den Ham.

Rosén, E., Stigson, H. & Sander, U. (2011). Literature review of pedestrian fatality risk as a function of car impact speed. In: Accident Analysis and Prevention, vol. 43, nr. 1, p. 25-33.

ROVG (2013). De verkeersonveiligheid in Gelderland. ROVG-monitor 2012. ROVG, Arnhem.

Schepers, P. & Klein Wolt, K. (2012). Single-bicycle crash types and characteristics. In: Cycling Research International, vol. 2, p. 119-135.

Schoon, C.C. (2000). Verkeersveiligheidsanalyse van het concept-NVVP. Deel I: Effectiviteit van maatregelen. D-2000-9 I. SWOV, Leidschendam. Schoon, C.C. & Kampen, L.T.B. van (1992). Effecten van maatregelen ter bevordering van het gebruik van autogordels en kinderzitjes in

personenauto's. R-92-14. SWOV, Leidschendam.

SGBO (2011). Benchmark wwb2011. SGBO Benchmarking, Den Haag. Socie, E., Duffy, R.E. & Erskine, T. (2012). Substance use and type and severity of injury among hospitalized trauma cases: Ohio, 2004-2007. In: Journal of Studies on Alcohol and Drugs, vol. 73, nr. 2, p. 260–267.

Stipdonk, H.L., Aarts, L.T. & Bos, N.M. (te verschijnen). Verkeersveiligheids- analyse en -aanbevelingen voor de gemeente Rotterdam. SWOV, Den Haag. [Te verschijnen.]

Stipdonk, H.L., Aarts, L.T. & Schoon, C.C. (2006). De essentie van de daling in het aantal verkeersdoden. Ontwikkelingen in 2004 en 2005, en nieuwe prognoses voor 2010 en 2020. R-2006-4. SWOV, Leidschendam. SWOV (2014). De registratiegraad van slachtoffers en ongevallen (Bron:

CBS, IenM, DHD en SWOV). Geraadpleegd november 2014 op

www.swov.nl. SWOV, Den Haag.

Ten Tije, S., Pieterson, W., Dijk, J. van & Jansen, J. (2010). Balans in benchmarking. Universiteit Twente, Enschede.

Twisk, D.A.M., Vlakveld, W.P. & Commandeur, J.J.F. (2007). Wanneer is educatie effectief? Systematische evaluatie van educatieprojecten. R-2006-28. SWOV, Leidschendam.

Veen, R. van & Mijnders, I.L. (2012). Verkeersveiligheidsanalyse Koggenland. Achtergrondrapport bij het GVVP. Grontmij, Alkmaar.

VNG (2014). Gemeenten bezorgd over lokale verkeersveiligheid. 29 januari 2014. Geraadpleegd november 2014 op www.vng.nl. Vereniging

Nederlandse Gemeenten VNG, Den Haag.

Wegman, F. & Oppe, S. (2010). Benchmarking road safety performances of countries. In: Safety Science, vol. 48, p. 1203–1211.

Weijermars, W.A.M. (ed.) (2008). Safety Performance indicators for Roads: Pilots in the Netherlands, Greece, Israel and Portugal. Deliverable D3.10c of the EU FP6 project SafetyNet. European Commission, Brussels.

Weijermars, W.A.M., Bijleveld, F.D. & Stipdonk, H.L. (2010). De daling van het aantal verkeersdoden in 2004 nader geanalyseerd. R-2010-25. SWOV, Leidschendam.

Weijermars, W.A.M. & Bos, N. (2014). Monitor Beleidsimpuls Verkeersveiligheid 2013. R-2014-2. SWOV, Den Haag.

Weijermars, W. & Schagen I.N.L.G. van (2009). Tien jaar Duurzaam Veilig. Verkeersveiligheidsbalans 1998-2007. R-2009-14. SWOV, Leidschendam. Wijlhuizen, G. & Aarts, L. (2014). Monitoring fietsveiligheid. Safety

Performance Indicators (SPI’s) en een eerste opzet voor een gestructureerd decentraal meetnet. H-2014-1. SWOV, Den Haag.

Wijlhuizen, G.J. Dijkstra, A. & Petegem, J.W.H. van (te verschijnen). Safe Cycling Network; Ontwikkeling van een systeem ter beoordeling van de veiligheid van fietsinfrastructuur. R-2014-14. SWOV, Den Haag. Wijnen, W., Mesken, J. & Vis, M.A. (2010). Effect en kosten van verkeersveiligheidsmaatregelen. R-2010-9. SWOV, Leidschendam.