• No results found

Het credo van het nationaal kustbeleid is: ‘zacht waar het kan, hard waar het moet’. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van zandsuppleties. Met zandsuppleties wordt zand uit de diepere Noordzee op het strand-of vooroever gelegd, waarna getij, golven en wind voor de verspreiding zorgen en de kust in sterkte wint. Dit is het principe van ‘building-with-nature’. Het is een duurzame oplossing omdat (i) het past bij het zandige natuurlijke karakter van onze kust, (ii) het meerdere doelen tegelijk dient zoals waterveiligheid, recreatie, zoetwatervoorziening en natuur, (iii) het bijdraagt aan de lange termijn doelstelling om het kustfundament in stand te houden en (iv) het waarschijnlijk kosteneffectief is ten opzichte van harde kustverdediging omdat geen grote eenmalige investeringen nodig zijn (V&W, 1990; V&W, 2000; Deltaprogramma Kust, 2013. In dit rapport wordt onderzocht of het bovengenoemde argument van ‘kosteneffectief’ vanuit kustveiligheid bezien, gegrond is. In samenwerking met Rijkswaterstaat WVL is ook verkend welke kustlocaties in principe baat zouden hebben bij verdergaande proactieve zandsuppleties.

Kosteneffectiviteit

Voor een gesloten zandige kust zoals bij de Hollandse kust blijkt de sinds 1990 gebruikte methode van Kustlijnzorg een kosteneffectieve werkwijze voor kustveiligheid te zijn. Deze conclusie kan getrokken worden op grond van de theoretische analyse voor een denkbeeldige kustplaats (hoofdstuk 2) en de case study Callantsoog (hoofdstuk 3). Deze conclusie zal mogelijk niet op gaan voor omstandigheden waarbij i) de kostprijs van zandsuppleties aanzienlijk hoger ligt, ii) er sprake is van een buitenwaartse gekromde kust met grote zandverliezen etc. De keuze van harde constructies ligt dan meer in de reden, zeker in het geval van een dijk-in-duin constructie. De case Noordwijk toont aan dat deze oplossing weinig duurder is dan een geheel zandige oplossingen via Kustlijnzorg. De dijk-in- duin constructie biedt daarnaast voordelen voor de ruimtelijke ontwikkeling, zoals een meer compacte zeewering waardoor een kustversterking de afstand tot de zee niet onnodig groot maakt of minder overlast in de kustplaats van inwaaiend zand.

Kustfundament zandsuppleties SMART maken

De zandsuppleties binnen Kustlijnzorg zijn in twee groepen te verdelen:

1. BKL suppleties voor het dynamisch handhaven van de kustlijn. Het uitvoeren van deze zandsuppleties gebeurt SMART9 en stoelt op uitgebreide monitoring van het kustprofiel en een evaluatieprocedure,

2. Aanvullende zandsuppleties om het hele kustfundament te laten meegroeien met de zeespiegelstijging. Deze zandsuppleties dragen bij aan het in standhouden van het zandvolume van het kustfundament en wordt ingezet om bijvoorbeeld oprukkende getijdegeulen uit de kust te houden. Dit wordt case-by-case afgewogen met kennis over de actuele morfologische ontwikkelingen van de kust; er is geen standaard (SMART) evaluatieprocedure voor.

Dit rapport geeft aan dat het proactieve zand suppleren een mogelijkheid is om deze tweede post binnen Kustlijnzorg meer doelmatig en SMART in te vullen. De kosteneffectiviteit van proactieve zandsuppleties is om die reden niet afzonderlijk onderzocht.

Kustlijnzorg en waterveiligheid; een verkenning naar de kosteneffectiviteit van (proactieve) zandsuppleties voor kustveiligheid 1209426-000-VEB-0002, 1 mei 2014, definitief

32 van 34

Proactieve zandsuppleties

Voor de Nederlandse kust zijn kustlocaties in beeld gebracht die mogelijk als eerste geconfronteerd worden met aanvullende eisen aan de waterkering wanneer er nieuwe inzichten ontstaan in zwaardere golfbelasting, duinafslag, snellere zeespiegelstijging of bij locale gebiedsontwikkelingen. Deze onzekerheden in de langere termijn veiligheid kan, bij aandachtlocaties met een sterke relatie tussen kustlijnzorg en waterveiligheid, mogelijk gereduceerd worden door proactieve zandsuppleties.

Het proactief zand suppleren zou plaats kunnen vinden op de volgende locaties10:

1 bij kustplaatsen ten behoeve van een robuuste kering en buitendijkse waterveiligheid. Gedacht wordt aan de kustplaatsen Zandvoort, Egmond aan Zee, Bergen aan Zee die op de waterkering liggen en waar buitendijkse waarden aanwezig zijn,

2 bij smalle duinenrijen. Gedacht wordt aan Callantsoog en Domburg waar de primaire duinwaterkering een binnendijks gebied beschermd,

3 oprukkende getijgeulen die de waterkering op termijn kunnen ondermijnen. Gedacht wordt aan de kop van Ameland, Voorne en Walcheren waar de afgelopen 5-10 jaar al ervaring is opgedaan,

4 langs dammen zoals de Brouwersdam en Veerse Dam om grootonderhoud aan de steen-of asfaltbekleding uit te stellen of overbodig te maken.

Een proactieve strategie brengt meer zand op deze locaties en leidt tot lokale uitbouw van de kust. Dit sluit aan bij de wens uit de Nationale Visie Kust (Deltaprogramma Kust, 2013) om nieuwe zwakke schakels te voorkomen.

Als eerste indicatie van het benodigde zandvolume voor proactief suppleren op bovengenoemde locaties kan worden uitgegaan van ca. 0.5-1.5 Mm3 per jaar. Deze zandvraag voor proactief suppleren kan beantwoord worden door een alternatieve verdeling te kiezen binnen het huidige zandvolume voor Kustlijnzorg van 12 Mm3 per jaar. Het past binnen de post van aanvullende zandsuppleties, maar verkleint daarmee wel de flexibiliteit voor andere bestemmingen zoals bijvoorbeeld een systeemsuppletie langs een geulwand of buitendelta.

Het proactief suppleren voor kustveiligheid hoeft op voorhand dus niet te betekenen dat het budget van kustlijnzorg verhoogd moet worden. Alleen wanneer meer duurdere strandsuppleties ingezet worden in plaats van vooroeversuppleties kan proactief suppleren kostenverhogend werken.

Aanbevolen wordt om een aanvullende analyse te doen van de aandachtsgebieden op basis van de nieuwe normeringsystematiek en daarbij ook de Wadden en estuaria in beschouwing te nemen.

1209426-000-VEB-0002, 1 mei 2014, definitief

6 Literatuur

Arcadis en Alkyon, 2006a. Projectnota versterking Zwakke Schakel Noordwijk, rapport nr. 110623/CE6/122/000361.

Arcadis en Alkyon, 2006b. Definitief versterkingsplan Zwakke Schakel Noordwijk.

Arcadis en Alkyon, 2009. Veiligheidstoetsing Noordwijk ‘Dijk in Duin’ oplossing. Rapport A2465.

Arcadis, 2013a. Zwakke Schakels Noord-Holland, projectplan. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vastgesteld door het college van hoofdingelanden op 18 september2013. Rapport C03011.000176.4301.

Arcadis, 2013b. Zwakke Schakels Noord-Holland, veiligheidsanalyse duinwaterkering Callantsoog. Rapport C04021.002559.0100.

Arcadis & Hoogheemraadschap Rijnland, 2006. Projectnota versterking zwakke schakel Noordwijk. Rapport 110623/CE6/122/000361

Deltaprogramma Kust, Rijkswaterstaat en Ministerie I&M, 2012. Aandachtlocaties Veiligheid Kust.

Deltaprogramma Kust, 2013. Nationale visie Kust. Den Haag

De Ronde JG, van Geer P, Boers M, McCall R, 2014. BKLx. De uitwerking van een methode om met behulp van kustonderhoud de waterveiligheid te stimuleren voor vier locaties. Rapport 1207778-VEB-021, Deltares, Delft.

Deltares, 2011. Kustlijnverandering als gevolg van kustversterking en jachthaven ter plaatse van Katwijk. Rapport 1204578. Delft, Nederland

Deltares, 2011b. Technische mogelijkheden voor een dynamische kustuitbreiding; een voorverkenning t.b.v. het Deltaprogramma. Rapport 1201993-VEB, Deltares, Delft.

Deltares, 2012. Toekomstbestendige Verharde Zeeweringen Verkenning naar adaptieve oplossingen in een zandige kust. Eindrapport ten behoeve van het Deltaprogramma Kust. Rapport 1208904-ZKS, Deltares, Delft.

Deltares, 2014. Kustlijnzorg en waterveiligheid; een verkenning van mogelijkheden om kustlijnzorg doelmatiger af te stemmen op waterveiligheid. J Stronkhorst en M. Loffler, rapport 1208904, Deltares, Delft, te vinden op: http://publicwiki.deltares.nl/display/SFS/Home.

Deltares, 2014b. Benaderingsmethode kustaangroei bij jachthavens. Memo Pieter Koen Tonnon,

11 april 2014.

Bruens A, McCall R, Steetzel H en van Santen R, 2012. Achtergrondrapport Basiskustlijn 2012, Feiten & cijfers ter onderbouwing van de herziening van de Basiskustlijn, Deltares, Rapportnummer 1206171-000-ZKS-0031, aug 2012.

Centrale Rekenkamer, 2009. Kosten van het programma Zwakke Schakels Kust.

Giardino, A., Santinelli, G.,Vuik, V., 2014, Coastal state indicators to assess the morphological development of the Holland coast due to natural and anthropogenic pressure factors, Ocean & Coastal Management, 87 (2014) 93-101

Kustlijnzorg en waterveiligheid; een verkenning naar de kosteneffectiviteit van (proactieve) zandsuppleties voor kustveiligheid 1209426-000-VEB-0002, 1 mei 2014, definitief

34 van 34

HKV, 2012. Overstromingskansen voor de Nederlandse kust. V Vuik & W van Balen, Rapport PR 2334.10, HKV, Delft.

Jonkman SN, Hillen MM, Nicholls RJ, Kanning W, van Ledden M, 2013. Costs of Adapting Coastal Defences to Sea-Level Rise - New Estimates and Their Implications. J of Coastal Research.

Santinelli, G.,Giardino, A. and Bruens, A., 2012, Effects of 20 years of nourishments: Quantitative description of the North Holland coast through a coastal indicator approach, Jubilee Conference Proceedings, NCK-Days 2012.

Stronkhorst J & Bruens A, 2013. Kustlijnen voor dijkringen. Rapport 1204595, Deltares, Delft. Tonnon, P.K., Van Rijn, L.C. en Schrijver R., 2012. Verkenning effecten nieuwe zeejachthavens op het beheer en onderhoud van de kust. Deltares rapport 1206723-000- ZKS-0009, september 2012.

V&W, 1990. Kustverdediging na 1990. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag. V&W, 2000. 3e Kustnota. Traditie, Trends en Toekomst. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag.