• No results found

discours ging de gedachte verloren dat kunst een intrinsieke waarde heeft

In document Uit de kunst (pagina 85-88)

had de partij wel de populistische retoriek van haar coalitiepartij te gedogen door zelf opportuun politiek geheugenverlies te veinzen en verder te zwijgen.

Hier wreekte zich bovendien het gebrek aan een echt doordachte cultuurvisie bij de christendemocraten. Je kunt van het opheffen van cultuursubsidies ten faveure van marktwerking van alles vinden, maar het is wel een ideologische visie. Het CDA zette in de campagne van 2010 de – gezien de tijdgeest – al wat sleets geworden cultuurvisie van de jaren daarvoor voort. ‘Cultuur verbindt mensen. Het is een uitdrukking van het geheel van onze waarden en draagt wezenlijk bij aan onze identiteit. Kennisnemen van elkaars cultuuruitingen kan groepen mensen dichter bij elkaar brengen, draagt bij aan het opbouwen en bijeenhouden van een samenleving die als echte gemeenschap beleefd wordt’, schreef het in het verkiezingsprogramma.4

Juist doordat het probeerde een andere dan een neoliberale visie op cultuur te formuleren, was het CDA – zeker in een economische crisis – niet opgewassen tegen de veel helderdere en bij kiezers populairdere marktboodschap van PVV en VVD, die bovendien niets moesten hebben van verbinding maken en bij elkaar brengen. Schade

Het beleid van Zijlstra richtte behoorlijke schade aan: er verdwenen instellingen en de ongelijkheid tussen de grote en kleine instellingen groeide. Een voorbeeld is de museumsector, waar een aantal grote musea blockbustertentoonstellingen organiseert

De desastreuze gevolgen van het neoliberale beleid 85 ten koste van kleine musea die de middelen daarvoor niet hebben. De druk op de

beperkte middelen bij de cultuurfondsen is groot, en voor jonge kunstenaars is het moeilijk om ertussen te komen. In de naweeën van de economische crisis en door het voorspelde falen van de geefwet is het lastiger geworden om geld uit de markt te halen via bijvoorbeeld sponsoring. Daarbij wreekte het zich de afgelopen jaren ook dat het imago van cultuur van overheidswege werd aangetast. Omdat kunstinstellingen niet willen dat de artistieke kwaliteit en het publieksbereik lijden onder het gebrek aan middelen zijn de arbeidsomstandigheden, zeker voor freelancers en individuele kunstenaars, slecht. Veel werk dat voorheen door betaalde krachten werd gedaan, wordt nu gedaan door vrijwilligers. Minister Van Engelshoven en de sector zelf proberen met de Fair Practice Code iets aan deze precaire werkomstandigheden te doen. Maar de grootste schade lag als gezegd in de populistische framing, die de kloof tussen publiek en kunst vooral vergrootte en het draagvlak verkleinde.

Gemeenschap

Het CDA had in 2010, tegen de tijdgeest in, wel degelijk een punt met zijn stelling dat het investeren in amateur- en volkskunst belangrijk is. Kunst en cultuur spelen een belangrijke rol in een democratie en bij het creëren van een gemeenschap, omdat ze vragen stellen over waar we vandaan komen (traditie, normen en waarden) en waar we naartoe willen (experiment, onderzoek en het bevragen van diezelfde normen en waarden). In die zin is er één ding dat de cultuursector na de periode-Zijlstra in zijn oren heeft geknoopt: dat er beter moet worden uitgelegd welke waarde kunst heeft in het dagelijks leven van mensen, en dat kunst kan bijdragen in het nadenken over vragen die in de samenleving spelen. Als de huidige tijden van identiteitspolitiek iets leren, is het dat grote culturele vragen de samenleving meer dan ooit bezighouden.

Het is dan ook opvallend dat het hieromtrent nog steeds zo stil blijft bij het CDA. In de veelbesproken HJ Schoo-lezing van Sybrand Buma ging het nergens over de rol die kunst en cultuur kunnen spelen in het behouden en vormen van identiteit en collectieve waarden.5 De christendemocraten laten daarmee een kans liggen om een meer doordachte conservatieve opvatting over kunst en cultuur te berde te brengen die aansluit bij Buma’s opvatting over identiteit, en waar volks- en amateurkunst en cultuur uit de regio een rol in spelen. Als er in de kunstsector ergens behoefte aan is – meer nog dan aan middelen – dan is het aan een doordachte cultuurvisie en bijbehorend beleid. En die is gezien het gedachtegoed en het verleden van de partij, mogelijk toch nog altijd eerder te vinden bij het CDA dan bij de VVD.

1 Korteweg, A. (2018, 16 november). VVD omarmt volkscultuur, met Thierry Aartsen voorop: ‘Er gaat 7 miljoen naar het Concertgebouworkest en nul naar het bloemencorso. Dat vind ik raar’. de Volkskrant. 2 Van Heuven, R. (2007). Kunst in de portefeuille:

Nicolien van Vroonhoven-Kok (CDA). Theatermaker:

Tijdschrift voor theater, muziek en dans.

Geraadpleegd via http://www.robbertvanheuven.nl/ archief/interviews/nicolienvanvroonhovenkok.html

3 Engelen, E. (2012, 21 maart). Economie Nuttigheids-gezever. De Groene Amsterdammer, 136(12). 4 CDA (2010). Slagvaardig en samen:

Verkiezingsprogram 2010-2015. Den Haag: CDA.

5 Buma, S. (2017). ‘Verwarde tijden!’ die om richting

vragen. HJ Schoo-lezing 2017. Amsterdam: Elsevier

Intermezzo

In dit Intermezzo komt Abraham Kuyper (1837-1920) aan het

woord, oprichter van de ARP. In oktober 1898 hield hij op het

Princeton Theological Seminary (PTS) in de Verenigde Staten

zijn zes Stone-lezingen over het calvinisme. De vijfde was

getiteld ‘Het calvinisme en de kunst’. Hoe keek deze theoloog

en politicus aan tegen de rol van kunst in de samenleving?

Kunst los van religie

In document Uit de kunst (pagina 85-88)