• No results found

Een digitale kaart als vermeld in artikel 30, tweede lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 houdende de administratieve organisatie van de jacht in het Vlaamse

HET SOORTENSCHADEBESLUIT

Artikel 1. Een digitale kaart als vermeld in artikel 30, tweede lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 houdende de administratieve organisatie van de jacht in het Vlaamse

gewest, wordt aangeleverd met afzonderlijke geografische vectorbestanden in een open standaard.

Art. 2. Voor een digitale kaart van een onafhankelijke jachtrechthouder worden minstens de volgende vectorbestanden aangeleverd:

1° de buitengrens van het jachtterrein waarop het plan betrekking heeft. Dat vectorbestand bevat minstens de naam van de jachtrechthouder als attribuutwaarde;

2° de grenzen van de percelen binnen het jachtterrein waarop de indiener van het plan geen jachtrecht heeft. Die vectorbestanden bevatten de attribuutwaarde ‘geen jachtrecht’.

Art. 3. Voor een digitale kaart van een wildbeheereenheid, afgekort WBE, worden minstens de volgende vectorbestanden aangeleverd:

1° de buitengrens van het WBE-werkingsgebied waarop het plan betrekking heeft. Dat vectorbestand bevat minstens de naam van de WBE als attribuutwaarde;

2° de buitengrenzen van de jachtterreinen die behoren tot de WBE waarop het plan betrekking heeft.

Dat vectorbestand bevat minstens de volgende attributen:

a) de naam van de jachtrechthouder;

b) de naam van de WBE;

3° de grenzen van de percelen binnen het WBE-werkingsgebied waarop de leden van de WBE het jachtrecht niet hebben. Die bestanden bevatten de attribuutwaarde ‘geen jachtrecht’.

Brussel, 31 oktober 2014.

De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,

Joke SCHAUVLIEGE

23 april 2015. Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten waaraan aankorrelplaatsen voor wilde zwijnen moeten voldoen (B.S. 11 juni 2015)

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, artikel 21, gewijzigd bij de decreten van 30 april 2004 en 30 april 2009;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de jacht kan worden uitgeoefend, artikel 15, tweede lid, 2°, 31, §2, 2°, en 46, §2, 2°;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 januari 2015;

Gelet op advies nr. 57.176/1 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2015, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, gegeven op 8 mei 2014, de inhoud van voorliggend besluit ondersteunt,

BESLUIT:

Enig artikel. Een aankorrelplaats voor wilde zwijnen als gedefinieerd in artikel 2, 13° van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 en als vermeld in artikel 15, tweede lid, 2°, 31, §2, 2°, en 46, §2, 2°, van hetzelfde besluit, voldoet aan de volgende voorwaarden:

1° het lokvoeder op de aankorrelplaats bestaat uit een van de volgende producten: granen, maïs, vruchten van inheemse bomen of beukenhoutteer;

2° als het lokvoeder op de aankorrelplaats bestaat uit granen, maïs of vruchten van inheemse bomen, mag er op elk moment per aankorrelplaats maximaal één liter van die producten aanwezig zijn;

3° als het lokvoeder op de aankorrelplaats bestaat uit granen, maïs of vruchten van inheemse bomen, mag het lokvoeder niet bereikbaar zijn voor ander wild dan wilde zwijnen;

4° het aantal aankorrelplaatsen is beperkt tot één per 50 hectare jachtterrein. De afstand tussen twee aankorrelplaatsen bedraagt minimaal 150 meter;

5° op een aankorrelplaats mag het lokvoeder alleen verspreid worden binnen een cirkel met straal van maximaal 25 meter;

6° het gebruik van voederautomaten of mechanische middelen om het lokvoerder uit te strooien, is verboden.

Brussel, 23 april 2015.

De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,

Joke SCHAUVLIEG

16 maart 2016. Ministerieel besluit tot vaststelling van de faunabeheerzones (B.S. 22 november 2016)

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, artikel 25/1, ingevoegd bij het decreet van 3 juli 2015;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de jacht kan worden uitgeoefend, artikel 54;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 maart 2015;

Gelet op advies nr. 57.329/1 en 58.818/1 van de Raad van State, gegeven op respectievelijk 10 april 2015 en 15 februari 2016, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.A.3190, gegeven op 26 november 2014, de ligging van de bij dit besluit vastgestelde faunabeheerzones op wetenschappelijke wijze onderbouwt,

BESLUIT:

Enig artikel. De faunabeheerzones, vermeld in artikel 54, eerste lid, van het

Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014, worden vastgelegd op de kaart, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

De kaart, vermeld in het eerste lid, wordt digitaal ter beschikking gesteld op de website www.natuurenbos.be van het Agentschap voor Natuur en Bos.

Brussel, 16 maart 2016

De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,

Joke SCHAUVLIEGE

Bijlage. Kaart met faunabeheerzones als vermeld in het enig artikel van het ministerieel besluit van 16 maart 2016 tot vaststelling van de faunabeheerzones.

De verschillende faunabeheerzones worden aangeduid met een nummer van 1 tot en met 10, en de grenzen ervan worden aangeduid met een rode lijn.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van16 maart 2016 tot vaststelling van de faunabeheerzones.

Brussel, 16 maart 2016

De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke SCHAUVLIEGE

12 juli 2016. Ministerieel besluit tot bepaling van de gegevens die minimaal moeten worden opgenomen in een schriftelijk bewijs van het jachtrecht op een perceel (B.S. 5 september 2016)

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, artikel 7, vierde lid, vervangen bij het decreet van 30 april 2009 en gewijzigd bij de decreten van 3 juli 2015 en 18 december 2015;

Gelet op het Jachtadministratiebesluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014, artikel 31, § 2, tweede lid, en § 4, vierde lid, respectievelijk ingevoegd en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016, en artikel 31, § 6, vernietigd bij het arrest nr. 231.949 van 14 juli 2015 van de Raad van State en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 juli 2014;

BESLUIT: