• No results found

Deskundigheidsbevordering en ondersteuning Vrijwilligers ervaren − zo bleek de selectie en screening van nieuwe vrijwilligers −

Ervaringen van de vrijwilligers

7.6 Deskundigheidsbevordering en ondersteuning Vrijwilligers ervaren − zo bleek de selectie en screening van nieuwe vrijwilligers −

7.6 Deskundigheidsbevordering en ondersteuning

Vrijwilligers ervaren − zo bleek- de selectie en screening van nieuwe vrijwilligers − als ‘gemakkelijk’. Hoe beleven vrijwilligers de begeleiding en ondersteuning door Humanitas, nadat ze voor het Ouderenproject zijn ingezet? Onze bevindingen met betrekking tot deze thema’s zijn globaal op te delen in ‘geplande deskundig- heidsbevordering’ en ‘ad hoc ondersteuning’. De ad hoc ondersteuning gebeurt op individuele basis en de vrijwilligers die wij spraken, leken een lage drempel te ervaren om in geval van calamiteiten of zorgen contact op te nemen. Zij zoeken dan een klankbord en dat wordt ook geboden. Echter, het initiatief ligt dan wel bij de vrijwilliger en vrijwilligers missen soms initiatieven in de vorm van ‘nazorg’. Ondersteuning vanuit de organisatie wordt voor vrijwilligers belangrijk als er een ingrijpende gebeurtenis plaats heeft gevonden. Zo beschreef een vrijwilliger een

situatie die diepe indruk heeft gemaakt:

Ik had haar drie keer op één dag gebeld en dat zat me al niet lekker. Ik dacht: ze zal wel naar haar zus zijn (...) Toen stond ik de volgende ochtend klaar om naar haar toe te gaan. Maar ik belde eerst nog even. Weer geen gehoor. Toen dacht ik: dat is foute boel.

De vrijwilliger licht hierop Humanitas in. ‘En toen is de bal gaan rollen natuurlijk’. De oudere wordt dood in haar woning aangetroffen en de vrijwilliger weet niet wat de doodsoorzaak is geweest. Suïcide is niet uitgesloten, omdat de oudere zowel bij de vrijwilliger als bij ons in het interview had aangegeven dat ze het ’voor haar niet meer hoefde’. Dergelijke ervaringen zijn inherent aan het werken met mensen die lijden aan eenzaamheid. Desondanks grijpen zulke ervaringen diep in. Maar deze vrijwilliger heeft − nadat ze van Humanitas vernam dat de oudere inderdaad dood in haar huis was aangetroffen − er nooit meer met iemand over gesproken, ook niet met iemand van Humanitas.

Misschien ben ik wel de laatste die haar gezien heeft en het idee dat je belt en dat ze daar ligt (…) Humanitas had wel gemeld: ‘We weten verder niet wat er aan de hand was, maar als het zelfmoord is geweest, horen we helemaal niks meer’. We hebben niks meer gehoord, dus… ja. Ze heeft nooit met mij over zelfmoord gesproken, meer in de trant van: ‘Voor mij hoeft het allemaal niet meer’, zoals oudere mensen wel vaker zeggen. Ik heb een keer gebeld naar Humanitas om te horen hoe het was afgelopen. Toen zei de coördinator dat er nog iemand contact met me zou opnemen om erover te praten. Dat vond ik prima, want misschien kom je er samen een beetje uit. Maar dat is niet gebeurd. (…) het is voor mezelf heel confronterend geweest. Het feit dat ik degene ben geweest die het gezegd heeft, dat ik het niet vertrouwde. Ik ben degene die het in gang heeft gezet, maar ik heb er daarna nooit meer iets over terug gehoord. Van de politie niks gehoord… Er schiet me elke keer weer wat te binnen… en dan lees je wel eens in de krant dat dit kan gebeuren en dan begrijp je niet dat dat kan, maar nu heb ik het zelf meegemaakt.

Voor een vrijwilliger kan een actieve vorm van nazorg helpen bij het verwerken van een ingrijpende ervaring. Deze vrijwilliger had gehoopt dat ze bezoek zou krijgen van een bureaumedewerker. Dat is niet gebeurd.

Als je zelf als vrijwilliger die aandacht weggeeft, verwacht je ook best wat van een ander. Maar als jou wat overkomt, gebeurt het niet. Ik heb toen wel eens gezegd: ‘Er komt nooit iemand hier waar ik gewoon eens mee kan praten. (..) Dat mis ik gewoon wel’.

Deze vrijwilliger verlangde naar een gesprek, maar maakt de bureaumedewerkers geen verwijten. Ze legt uit:

Ik denk dat vrijwilligers ook zelf aan de bel kunnen trekken, want je kan wel zeggen: ‘Zij doen niks’, maar ik had natuurlijk ook zelf aan de bel kunnen trekken.

Desalniettemin zal een vorm van individuele begeleiding aan vrijwilligers na ingrij- pende ervaringen de duurzaamheid en kwaliteit van het aanbod versterken.

Conclusies

8.1 Inleiding

Dit onderzoek heeft betrekking op een interventie die bestaat uit de inzet van vrij- willigers bij ouderen die vereenzamen en hun zelfstandigheid dreigen te verliezen: het Maatjesproject van de Stichting Humanitas te Rotterdam. Doel van het onder- zoek was inzicht te bieden in de werking van een maatjesproject voor eenzame ouderen en in de bijdrage die vrijwilligers kunnen leveren aan het vergroten van de zelfredzaamheid van deze ouderen. De hoofdvraag van het onderzoek was: Welke

bijdrage levert het Maatjesproject van Stichting Humanitas Rotterdam aan de zelf- redzaamheid van eenzame ouderen?

In dit hoofdstuk geven we antwoord op deze vraag. We laten zien of de inter- ventie de beoogde doelgroep bereikt (8.2), welke resultaten door de interventie worden geboekt met het oog op de zelfredzaamheid van de ouderen (8.3), hoe de uitvoering van de interventie verloopt (8.4) en welke mogelijkheden er zijn er om de effectiviteit van de interventie te vergroten (8.5).