• No results found

117

CONCLUSIES

Op minstens één plek wordt in Nederland eind achttiende eeuw mob football gespeeld: in Noordwijk in 1789 op initiatief van Engelse leerlingen van de plaatselijke jongenskostschool van Joseph de Veer. Bij het Engelse mob football of village football nemen buurdorpen het tegen elkaar op in een wedstrijd die tussen hen in begint, waarbij het ‘team’ wint dat als eerste de bal naar een vastgesteld punt in het eigen dorp heeft getransporteerd. Met gebruik van de handen, voeten… om het doel te bereiken is zo ongeveer alles toegestaan. Het wordt in Noordwijk gespeeld door twee groepen kostschooljongens en is de vroegste vorm van ‘voetbal’ in Nederland nu bekend.

Het eerste enigszins gestructureerde moderne voetbal wordt gespeeld in 1877/1878-1882 op de jongenskostschool Noorthey bij Voorschoten, daar geïntroduceerd door de Engelse leraar John Joseph Helsdon Rix. Het Engelse

football dat hij meebrengt, kan midden negentiende eeuw in Engeland een

hele reeks vormen hebben, die pas in de jaren zestig en zeventig convergeren rond twee hoofdvarianten: ‘Rugby’ (met regels voornamelijk overgenomen van de eliteschool uit die plaats in Warwickshire) en ‘Association’ (met regels opgesteld door de in 1863 opgerichte Engelse voetbalbond), de wat minder ruwe vorm met relatief weinig handenwerk en de voorloper van wat wij in het Nederlands nu ‘voetbal’ noemen. Uit Helsdon Rix’ eigen beschrijving in de kostschoolkrant Noortheysch Nieuwsblad in december 1877 maken we op dat er op Noorthey een variant van ‘association’ wordt gespeeld.

Er gaapt een opvallend groot gat van een kleine eeuw tussen de beschrijving van mob football in Noordwijk en die van association football op Noorthey. Hoewel we ook sporadische verwijzingen zijn tegengekomen van ‘schop-pen tegen een bal’ op kostscholen begin jaren zeventig in Noordwijk en op Noorthey, lijkt het ons onwaarschijnlijk dat dat gat tussen 1789 en 1877/1878 met allerlei football-varianten opgevuld zal zijn geweest. Schetsen van het midden-negentiende-eeuwse Engelse voetbal beschrijven een sport die in al-lerlei vormen wordt beoefend op de elitescholen (Eton, Rugby, Harrow), maar nauwelijks daarbuiten, en die football-varianten leggen het in populariteit af tegen cricket, boksen en paardenrennen. Pas vanaf de ‘codificatie’ in 1863 worden onderlinge matches gemakkelijker en wint de sport aan

populari-teit.312 Gegeven deze geschetste ontwikkelingen in Engeland is Nederland er

in 1877/1878 snel bij.

In Haarlem is vanaf het voorjaar van 1881 het cricketclubje Rood en Zwart actief, met Pim Mulier en David van Lennep als twee van de vier initiatief-nemers. Op 26 en 27 augustus 1881 vindt op de Maliebaan in Den Haag een voor vele Nederlandse sportjongeren belangrijke cricketwedstrijd plaats: een

combinatie van elf Haagse H.C.C.’ers en elf Deventerse U.D.’ers, Haarlemse Progress’ers en Noorthey-alumni speelt dan tegen de Uxbridge Cricket Club. Het is een match die zóveel indruk maakt, dat het tot serieuze clubvorming komt in zowel Den Haag als Haarlem, waar David van Lennep op 9 september 1881 verkozen wordt tot eerste president van Rood en Zwart. Wanneer de zomersport cricket in het najaar van 1881 wegvalt, neemt football de plaats ervan in, met een bij een Amsterdamse sportzaak door Pim Mulier verworven (rugby)bal. De eerste activiteiten van Rood en Zwart zijn uitstekend te volgen aan de hand van correspondentie binnen de Haarlemse familie Van Lennep in precies deze periode. Samen met de briefwisseling binnen de Engelse familie Skinner die ten grondslag ligt aan het Nederlandse voorbeeld van mob

foot-ball, illustreert dit het methodologische punt van het grote sporthistorische

belang van onderzoek in de ‘epistolaire cultuur’.

Mulier noemt later Rood en Zwart het ‘protoplasme’ van het Haarlemse voetbal, maar hij vermeldt ook dat deze groep voetballers zich – mogelijk kort-stondig – ‘de Voetbalclub’ en/of Haarlemsche Voetbal/Football Club noemt. In 1882-1883 gaat onder de Haarlemse jongens rugby-voetbal over in

associati-on. Mulier, die tussen 1882 en 1885 meerdere schooljaren in het buitenland

doorbrengt, was ook hier vermoedelijk bij betrokken, maar de details daarvan zijn vooralsnog onduidelijk.

Den Haag is er ook vroeg bij met de vermelding van onderling voetbal van-af 1883 bij cricketclub Olympia. Vanvan-af dan begint Nederlands clubvoetbal in de grotere steden. Haarlem, Den Haag, Amsterdam (met betrokkenheid van ex-Noortheyenaren), Rotterdam – op al deze plekken start het voetbal vanuit cricketactiviteiten. De enige uitzondering is Enschede, waar voetbal in 1885 wordt opgezet door een enthousiaste Tukker die in Engeland stage heeft gelo-pen in de textielindustrie.

In november-december 1886 wordt het eerste Nederlandse interstedelijke wedstrijdvoetbal gespeeld, tussen de dan zo genoemde Haarlemsche Football Club en “Sport” uit Amsterdam, met teams gerecruteerd uit cricketers, voor-namelijk overigens Engelsen bij “Sport”. Na enkele jaren van opvallende stilte rond de naam, functioneert H.F.C. eind 1886 aantoonbaar als voetbaltak van de cricketclub Rood en Wit. Vanaf eind 1887 profileert het zich als zelfstandi-ge voetbalclub, met een eizelfstandi-gen bestuur en spelers. De eerste wedstrijden uit en thuis gaan dan tegen het Haagse Olympia.

Nederlands wedstrijdvoetbal komt goed op gang in 1887-1888, tussen clubs uit de genoemde steden: H.F.C. en Excelsior in Haarlem, Olympia in Den Haag, dat zich een jaar later omturnt tot H.V.V., de Amsterdamsche Voetbal Vereeniging (als opvolger van “Sport”) en R.A.P. in Amsterdam, Concordia en Olympia in Rotterdam, de Enschedesche Football Club en Prinses Wilhelmina

119

CONCLUSIES

in Enschede. In 1888-1889 leveren paarsgewijze uit- en thuiswedstrijden bij elkaar opgeteld een eerste informele competitie op, met als winnaar Concordia Rotterdam.

Kees Pleyte kan worden beschouwd als de bestuurlijke evenknie van Mulier in de cruciale Haarlemse sportperiode 1880-1890. Kees is van jongs af aan in verschillende periodes bestuurslid van Rood en Wit (onder andere zestien jaar onafgebroken als voorzitter) en H.F.C., en voorzitter van de Nederlandsche Cricketbond. Hij zorgt voor bestuurlijke coherentie met koninklijk goedge-keurde statuten, zowel bij Rood en Wit als bij de bond, en in 1891 trekt hij de intern ruziënde bond uit een impasse met het voorstel het wedstrijdaanbod te vergroten met een landelijke competitie. Kees speelt een belangrijke rol in de ‘sportificatie’ van de Nederlandse veldsporten en we hebben hem hier graag aan de vergetelheid onttrokken.

Pleyte en Mulier komen soms onzacht met elkaar in aanraking, vooral over zaken betreffende het Haarlemse cricket en de nationale bond, maar ook het voetbal blijft niet buiten schot. In het kader van het traject van renovatie van de club tussen 1900 en 1910 schrijft H.F.C. in 1904 een enquête uit waarin bij leden en oud-leden informatie wordt gevraagd naar hun betrokkenheid bij de club. Kees Pleyte doet ook mee en als uitvloeisel van de manifeste

incompa-tibilité d’humeur tussen hem en Mulier bevat deze enquête een verrassende

bijvangst. Mulier claimt sinds de jaren negentig in zijn sportgeschiedschrijving 1879 als het oprichtingsjaar van H.F.C., maar Pleyte zet ondubbelzinnig op papier dat elke veronderstelde oprichtingsdatum van vóór ‘± 1883’ ‘onjuist is, en slechts een verzinsel van den heer Mulier’. Voor de Sport-Almanak van 1888 geeft het H.F.C.-bestuur 17 december 1882 op als oprichtingsdatum, en voor die van 1890 1 september 1881. Deze data corresponderen ruwweg met ‘association’ door een groep Haarlemse voetbalenthousiastelingen of ‘rugby’ door een groep aanvankelijke cricketers. Of Pleytes jaartal een keuze tussen deze twee impliceert, laten we hier in het midden (al is die voor 17 december 1882 het meest voor de hand liggend). In elk geval ging het – denken we nog steeds – om ‘oprichting’ door een stelletje jongens bij elkaar, met een bal maar zonder formele stukken, laat staan zoiets als procedureel geschikte statuten. Een ‘echtere’ datum dan de genoemde: we zijn hem niet tegengekomen.

Kees’ opvallende uithaal heeft binnen de club geen effect. In navolging van Mulier beschouwt het bestuur van 1898-1899 ‘1879’ als het oprichtingsjaar van H.F.C. en hanteert het bestuur van 1910-1911 het jaartal in een procedure voor Koninklijke Goedkeuring van de statuten, de eerste in de geschiedenis van de club. De oprichting wordt dan zelfs laconiek gepreciseerd tot 15 sep-tember 1879, een datum die sindsdien in omloop is.

EINDNOTEN

1 Kloos, J. Noordwijk in den loop der

eeu-wen. Facsimile van de oorspronkelijke

uitgave uit 1928. Noordwijk: Uitgeverij Buijze, 1973, 189-191; Verhoog, Jeroen.

Noordwijk door de ogen van Lutgens.

Noordwijk: Uitgeverij aan Zee, 2014, 26. 2 https://en.wikisource.org/wiki/

Skinner,_John_(1772-1839)_(DNB00). 3 Verhoog, Jeroen. ‘Een

voetbalwed-strijd in Noordwijk anno 1789.’ In: De

Blauwdotter, nr. 182 (voorjaar 2018):

31-33. Een aantal brieven van John aan zijn moeder staan online, maar niet die over cricket en voetbal. Ze gaan onder meer over de Nederlandse taal en de ijspret van de Nederlanders. http:// www.geheugenvannederland.nl/nl/ geheugen/view?coll=ngvn&identifier=-KONB06%3A0072

4 Skinner, John. Sketches in Holland A.D.

1788 & 1789. I. In: British Library,

London. Reference: Add MS 33633. 5 Bovenstaande passages komen uit:

Skinner, Sketches: ‘Letter 13. Noordwijk 1789. To S ____ y England’, regels 145-147, 152-153 en 156-157, en uit: ‘Letter II. Noordwijk October 1788. To Mrs S __ England’, regels 86-88.

6 Verhoog, 31.

7 Bovenstaande passages komen uit: Skinner, Sketches: ‘Letter I. Noordwijk October 1788. To Mrs S __ England’, regels 22-24 en uit: ‘Letter 13’, regels 119-120 en 94-143.

8 Harvey, Adrian. Football: The First

Hundred Years. The untold story. London

and New York: Routledge, 2005, 1. Zie ook Wikipedia, ‘Royal Shrovetide Football’.

9 Zie bijvoorbeeld Tijdschrift voor

Nederlandse Taal- en Letterkunde 124,

uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, nr. 3 (2008), Themanummer: Brieven. 10 Mulier beschrijft dit op grond van een interview met jonkheer H. van Loon, destijds leerling op Noorthey; Mulier, W. Cricket. Haarlem: De Erven Loosjes, 1897 (voortaan: Cricket), 86.

11 Dit is nog een aantal jaren eerder dan

beschreven in ‘Kicksen en Wicket’s, 5-6, op grond van iets latere afleveringen van de Noortheyse nieuwsbrief. 12 Zie

www.kb.nl/themas/kinderboe- ken-en-strips/klassieke-kinderboe-ken/a-is-een-aapje: ‘Het abc-versje dat begint met A is een aapje dat eet uit

zijn poot, B is de bakker die bakt voor ons brood is al minstens 170 jaar oud.

De eerst aangetroffen gedrukte versie staat in een prentenboekje uit 1836, genaamd Nieuw Abé-boekje voor lieve

kinderen: met eene menigte prentjes en rijmpjes. Wie de tekst heeft

geschre-ven is niet bekend, misschien was het de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman (1806-1863), maar bewij-zen daarvoor ontbreken.’

13 Lotsy, Karel (samenst.). Gedenkboek

tergelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Haarlemsche Football Club 1879-1919. [Haarlem]: [Haarlemsche Football

Club], [1920] (voortaan: Gedenkboek

HFC 1919), 5; ‘Kicksen en Wickets’,

15-16.

14 Bijleveld, Willem, e.a. Gedenkboek

Noorthey, uitgegeven bij den hondersten gedenkdag van den stichting. Haarlem:

Johannes Enschedé en Zonen, 1920 [zonderpaginanummering]; zie ook ‘Kicksen en Wickets’.

15 Noortheysch Nieuwsblad, nr. 31, Bijblad (9 december 1877) en nr. 1 (13 januari 1878). In ‘Kicksen en wickets’ schreven we dat het om ‘Edmond Insinger’ ging, maar hij had Noorthey in september 1877 al verlaten. Zijn broer Willem Frederik was er toen nog wel: hij is de schrijver van het artikeltje.

16 Cricket, 96-99.

17 Nederlandsche Sport 5, nr. 227 (4 de-cember 1886): 5 en nr. 230 (25 decem-ber 1886): 5.

18 ‘Kicksen en Wickets’, 122-124. 19

https://www.konhfc.nl/index.php?pa-ge=Over_de_club&sid=1.

20 Groothoff, Chris. Voetbal. Een

hand-leiding voor het spel.

’s-Gravenha-ge: Uitgave van den Koninklijke Nederlandschen Voetbalbond, 1930.

121

21 Nieuwe Rotterdamsche Courant (23 augustus 1929): 15.

22 Haarlems Dagblad (5 augustus 2017). 23 Gert-Jan Pruijn is thans oud-voorzitter;

sinds medio oktober 2017 is Dirk Jan Rutgers zijn opvolger.

24 Haarlemsch Advertentieblad (22 okto-ber 1881): 1.

25 Cricket, 96.

26 Noord-Hollands Archief, archieftoegang 1736 (voortaan: NHA1736).

27 NHA: bevolkingsregister; Stadsarchief Amsterdam: bevolkingsregister. 28 Mulier, W.J.H. ‘Mijmeringen van een

Sport-veteraan. De brief van den onbe-kende.’ De Revue der Sporten 21, nr. 25 (20 februari 1928): 511.

29 Haarlemsch Advertentieblad (22 okto-ber 1881): 1.

30 NHA1736

31 Stadsarchief Amsterdam, archiefnum-mer 30491 – Archief van de Familie van Lennep, inventarisnummer 153 – Brieven aan Samuel van zijn moeder en broers en zusters tijdens zijn verblijf in Instituut Bijsterveld te Oirschot 1880-1882. Voortaan: SA30491/153. 32 SA30491/153.

33 Cricket, 99.

34 Haarlemsch Advertentieblad (22 okto-ber 1881): 1.

35 Volgens Henri’s geboorteakte, aldus Hans Warnar, is het ‘Loopuijt’, maar we houden het algemeen gebruikte ‘Loopuyt’ aan.

36 Cricket, 96.

37 Het zou ook zijn broer Willem Pieter Rochell (1866-1895) kunnen zijn. 38 Er staat ‘H. de Gijselaar’, maar bedoeld

wordt (waarschijnlijk via een drukfout) jonkheer Nicolaas Charles de Gijselaar; volgens de Gymnasten-Almanak voor

het jaar 1884. 7e Jaargang. Amsterdam:

Ipenbuur & Van Seldam, 1883, 60-61, is hij eind 1883 de secretaris-penning-meester van Progress.

39 Cricket, 96.

40 NHA1383: Rector van het Stedelijk Gymnasium te Haarlem, 1873-1981; NHA 3525: Rechtsvoorgangers van de Spaarne Scholengemeenschap te Haarlem, 1864-1969; NHA: bevolkings-register.

41 Cricket, 96.

42 Coops, Johan Willem George.

Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van den Nederlandschen Cricket Bond. 1883-30 september-1933. Amsterdam: NCB,

[1933], 254-255.

43 Het Sportblad 17, nr. 44 (4 november 1909): 7.

44 Geboortedata van de Progress’ers die jonger zijn dan Mulier: Six (27 mei 1865), Van Welderen (18 augustus 1865), De Roo (23 augustus 1865), De Gijselaar (21 oktober 1865), Job Posthuma (14 november 1865), Deutz van Lennep (14 januari 1866), Loopuyt (29 januari 1866) en Pieter Posthuma (1 november 1866).

45 ‘Kicksen en Wickets’, 55-56. 46 NHA1383: Rector van het Stedelijk

Gymnasium te Haarlem. 47 https://ilibrariana.wordpress.

com/2012/02/06/bosbeek-en-van-merlen/

48 Cricket, 86; ‘Kicksen en Wickets’, 11-14. 49 Gedenkboek Noorthey, [zonder

pagina-nummering].

50 Almanak van het Leidsche

Studentencorps voor het schrikkeljaar 1880. Zes en zestigste jaargang. Leiden:

P. Somerwil, 1880, 156 en 161; Almanak

van het Leidsche Studentencorps voor het jaar 1881. Zeven en zestigste jaargang.

Leiden: A.W. Sijthoff, 1880, 223 en 228; 51 De Noortheysche Courant werd door de leerlingen zelf geschreven en in elkaar gezet. De schrijvers van de diverse ar-tikeltjes gaven de vaak lange adellijke namen van hun medeleerlingen nog wel eens fonetisch weer of verhaspelden de reeks voornamen, waarbij ze bij de eerste voorletter uitgingen van de roepnaam. ‘Loopuyt’ werd bijvoorbeeld ‘Loopuit’, ‘Henri’ veranderde op zijn Engels in ‘Henry’ en ‘J.H. Loopuyt’ trans-formeerde tot ‘H.J. Loopuyt.’

52 Zie voor een uitgebreider portret: ‘Kicksen en Wickets’, 8-11. Op 23 janu-ari 1881 keert Rix terug als docent op Noorthey.

53 Noortheysche Courant, 3e Bijvoegsel (2 juli 1879). Rix stapt dus in 1882 niet van Noorthey over naar het Instituut

Schreuders in Noordwijk, zoals we in ‘Kicksen en Wickets’ schreven, maar hij vertrekt in 1879 eerst voor een aantal jaren naar Engeland.

54 Een van de twee broers Harinxma thoe Slooten is Coert Lambertus (1865-1927). Op 25 april 1883 is hij mede-op-richter en eerste voorzitter van de cric-ketclub Frisia in Leeuwarden.

55 Noortheysche Courant, 3e Bijvoegsel (2 juli 1879).

56 Gymnasten-Almanak 1884, 60-61. 57 ‘Vergadering van den Nederlandschen

Cricket Bond 28 september.’

Nederlandsche Sport 3, nr. 115,

Bijvoegsel (4 oktober 1884). 58 Cricket, 100 en 96.

59 Skinner, Sketches: ‘Letter II. Noordwijk October 1788. To Mrs S __ England’, regels 86-88.

60 Cricket, 96 . 61 Cricket, 97.

62 Het Sportblad 17, nr. 44 (4 november 1909): 7.

63 Ibidem. 64 NHA1736.

65 NHA1736: brief, voorgelezen door Felix Paulus du Rieu tijdens de algemene vergadering van 31 januari 1883. 66 Cricket, 97; Het Sportblad 17, nr. 44 (4 november 1909): 7. 67 NHA1383. 68 Zie: https://ilibrariana.wordpress. com/2013/03/15/burgemeester-jhr- mr-d-e-van-lennep-1865-1934-en-groe-nendaal/

69 Vox Studiosorum 11, nr. 27, eerste bij-voegsel (29 oktober 1885).

70 Stadsarchief Amsterdam, archiefnum-mer 30491 – Archief van de Familie van Lennep, inventarisnummer 098 – Brieven van Moeder aan Jacob (1880-1881). Voortaan: SA30491/098. Jonkheer Pieter Teding van Berkhout (1865-1935) is een zoon van moeder Sophia’s broer jonkheer mr. Jan Pieter Adolf Teding van Berkhout (1831-1898) en een klasgenoot van Pim Mulier. Aarnout Hendrik van Wickevoort Crommelin (1864-1912) is een ach-terneef van Davids grootmoeder van moeders kant Hester van Wickevoort Crommelin.

71 Mijland, Jacques. ‘De Fransche School in de kom van Oirschot 1770-1868.’ In:

Campina, driemaandelijkse uitgave van het Streekarchief Regio Eindhoven 28,

nr. 108 (januari 1998): 34-48, nr. 109 (april 1998): 90-100, en nr. 110 (juli 1998): 122-152. 72 SA30491/153. 73 SA30491/098. 74 Cricket, 97.

75 In Cricket, 97, staat ‘W. Kruseman’, maar dat kan niet anders dan Jan Kruseman zijn. Immers, in Gedenkboek Cricketbond

1933, 253, schrijft hij: ‘Daar waren twee

broers Kruseman, Jan en Gideon. Gideon “mochten wij niet”.’ Rood en Zwart’er Jan wel dus.

76 Gerlof van Vloten (1866-1903): latere Arabist; zoon van de bekende letter-kundige Johannes van Vloten (1880-1883), die na een hevig conflict op het Deventer Atheneum in 1868 met zijn gezin naar Heemstede verhuisde. 77 Zie ook de passage over Del Court en Six

in ‘Kicksen en Wickets’, 75-76. 78 SA30491/153.

79 ‘Mijmeringen van een Sport-veteraan’, 511.

80 Gedenkboek HFC 1919, 10.

81 Horn, Nico van. ‘125 jaar voetbal in Nederland?’ In: de SPORTWERELD, nr. 35 (december 2004): 8-14.

82 Ferdinand Arnold Ludwig de Gruyter, geboren 30 augustus 1850 in Meurs bij Düsseldorf, zoon van Arnold Johann Martin de Gruyter, rondrei-zend koopman; hij trouwt 7 mei 1874 in Amsterdam, beroep ‘maga-zijnbediende’, met Maria Christina Wilhelmina Seijdenzaal, dochter van een Amsterdamse banketbakker. 83 Cricket, 98.

84 http://egoproject.nl/wp-content/ uploads/2015/04/Archief-de-Booij-deel-1.pdf, 158.

85 Stadsarchief Amsterdam, archiefnum-mer 1423 – Archief van De Booij, inven-tarisnummer 242 – ‘Jeugdherinneringen van een oud-Haarlemmer. Geput uit de memoires van H. de Booy door H.Th. de Booy’, 91-92.

86 Cricket, 98. 87 SA1423/241, 32.

123 EINDNOTEN 88 http://egoproject.nl/wp-content/ uploads/2015/04/Archief-de-Booij-deel-1.pdf, 158 en http://egoproject.nl/ wp-content/uploads/2015/04/Archief-de-Booij-deel-2.pdf, 41. 89 http://egoproject.nl/wp-content/ uploads/2015/04/Archief-de-Booij-deel-1.pdf, 73-79 en 158.

90 Stadsarchief Amsterdam, archief-nummer 1423 – Archief van De Booij, inventarisnummer 241 – ongepu-bliceerde verhalen (1960) van Han de Booy, getiteld Mensen die ik

ont-moette, 31-32, KLAC03706000018 en

KLAC03706000019.

91 Haarlemsch Advertentieblad (22 april 1882), 1; NHA1736: brief van Felix Paulus du Rieu, door hem voorgelezen tijdens de algemene vergadering van Rood en Wit, 31 januari 1883.

92 Coops, J.W.G., e.a. (samenst.). Haagsche

Cricketclub 1878-1928. Gedenkboek ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan.

’s-Gravenhage: Moorman’s Periodieke Pers, 1928, 6-7.

93 Uxbridge Gazette (September 2, 1881), gepubliceerd in: Griffiths, D.M. 200 Not

Out, The Uxbridge Cricket Club 1789-1989. London: Uxbridge C.C., 1989, 28.

94 Cricket, 91-92 en 95. ‘Kicksen en Wickets’, 28-30.

95 SA30491/153. ‘Dop’ is Davids oudere broer Adolf Georg van Lennep (1862-1931).

96 Cricket, 99.

97 Informatie van diverse internetbron-nen en de Dorking and Leatherhead

Advertiser, August 24, 1907, 6. Margaret

is de dochter van The Reverend (‘Eerwaarde’) George FitzClarence Slade uit Buckland in Surrey, een alumnus van All Souls College in Oxford, en de kleindochter van General Sir John Slade, een houwdegen van de Napoleontische oorlogen in Spanje. In hun woonplaats Croyde (Noord-Devon) volgt Margaret haar onvervulde jeugddroom, studeert af als arts (zo zal het oorsponkelijk geklikt zijn met Job), vestigt zich in Londen als kinderpsychiater en ver-keert daar in salon-feministische krin-gen; op haar gebaseerd is de figuur van ‘Rose’ in de befaamde Provincial

Lady-romans van de schrijfster E.M. Delafield, die wel de Bridget Jones’s Diary van de jaren dertig worden genoemd. 98 Geschiedenis der ’s Gravenhaagsche

Cricket- en Football-Club 1878-1898 en der Haagsche Voetbal Vereeniging 1883-1898. (Den Haag), 5. Voortaan: Geschiedenis ‘s Gravenhaagsche.

99 SA30491/153. 100 Cricket, 99.

101 Adriaan Volckert Teding van Berkhout (1822-1889) is een verre neef van moe-der Sophia; hij is lid van de Haarlemse Gemeenteraad 1869-1888 en van de Eerste Kamer 1877-1884. 102 Gedenkboek HFC 1919, 7. 103 SA30491/153. 104 Ibidem. 105 SA30491/098.

106 Een bekende verre neef van Wim is jonkheer mr. Jacob Anton Schorer (1866-1957), jurist en voorvechter van homo-emancipatie, naar wie de Schorer Stichting (1967-2012) werd genoemd. 107 Zie: http://resources.huygens.knaw.nl/

bwn1880-2000/lemmata/bwn2/scho-rer.

108 Wat een schok voor Wim en vele an-deren moet zijn geweest: tijdens deze maskerade van het Leids studenten-corps valt student en cricketer Pieter Posthuma, broer van Job en Carst Jan, van zijn paard tijdens het ‘monsteren van den optocht’, aldus De Tijd (2 juli 1890), Tweede Blad, 5. Hij loopt een zware hersenschudding op en overlijdt kort daarna, op 23-jarige leeftijd. 109 NHA1736: los briefje in archiefdoos. 110 Ibidem.

111 Gedenkboek HFC 1919, 109.

112 Het Sportblad 17, nr. 44 (4 november 1909): 6-9.

113 Cricket, 99. 114 Cricket, 98. 115 SA30491/153. 116 NHA1736.

117 Sam van Lennep zit tot medio 1882 in Oirschot, maar de familiecorrespon-dentie met en van hem in SA30491 stopt in december 1881, ondanks de archiefmapbenaming ‘153 Brieven aan Samuel van zijn moeder en broers en zusters tijdens zijn verblijf in Instituut

Bijsterveld te Oirschot 1880-1882’. Navraag bij het archief leverde op 26 augustus 2018 als antwoord op dat in de map van dat inventarisnummer geen brieven voorkomen ‘gedateerd met het jaar 1882’. Merkwaardig en jammer, maar we moeten het ermee doen. 118 ‘Mijmeringen van een Sport-veteraan’,

511.

119 Gedenkboek HFC 1919, 7-10. 120 Gedenkboek HFC 1919, 6.

121 Mulier, W. Athletiek en Voetbal. Haarlem: De Erven Loosjes, 1897, 170.

122 Zie een uitgebreid portret van Theo Peltenburg in: ‘Kicksen en Wickets’, 117-121.

123 ‘Ossedorp, Frans Lodewijk’, in:

Biografisch Woorden boek van het Socialisme en de Arbeidersbeweging in Nederland, online op

https://socialhis-tory.org/bwsa/biografie/ossedorp. 124 Gedenkboek HFC 1919, 11.

125 ‘Mijmeringen van een Sport-veteraan’, 511.

126 Haarlemsch Advertentieblad (23 juli