• No results found

Definitie, geschiedenis en gebruik van het begrip ‘school’ in de onderwijswetgeving 53

De subvraag die in dit hoofdstuk aan de orde is betreft: hoe wordt het begrip school omschreven in de WPO, WEC en WVO? In de literatuur52 is de vraag gesteld of het begrip school wel eenduidig wordt omschreven. Hieronder wordt beschreven welke definitie van school wordt gegeven en of de wetsgeschiedenis nog verdere aan-knopingspunten biedt. Ook wordt bezien welke subcategorieën nog meer worden gebruikt; het gaat dan om de definities van vestiging, (dis)locatie, afdeling en scho-lengemeenschap.

3.1. Definitie, geschiedenis en gebruik van het begrip ‘school’ in de onderwijswetgeving

53

Zowel de WPO als de WVO definieert een school als een basisschool of een school voor voortgezet onderwijs, 'tenzij het tegendeel blijkt' (art. 1 WPO en art. 1 WVO).54 De WPO maakt daarbij in de definitiebepalingen verder nog onderscheid in de begrippen ‘basisschool’ en ‘school voor speciaal basisonderwijs’. Zie ook art. 1 WEC:

school: een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Experimentenwet onder-wijs en art. 1 Experimentenwet onderonder-wijs: 'school': een school of instelling in de zin van een onderwijswet.

Juridisch gezien heeft de school geen zelfstandige, geattribueerde bevoegdheden.

Het bevoegd gezag is volgens de onderwijswetten de instantie die met betrekking tot de school bestuurlijke bevoegdheden uitoefent, bijvoorbeeld het vaststellen van het schoolplan (art. 12 WPO resp. art. 24 WVO), het toelaten en weigeren van leerlin-gen (art. 40 lid 1 WPO resp. art. 27 WVO) en de benoeming en het ontslag van per-soneel (art. 33 lid 1 WPO resp. art. 33 WVO). Het is aldus niet ‘de school’ die bepaalde rechten of plichten heeft, maar het bevoegd gezag.55 De school wordt bestuurd door het bevoegd gezag en het bevoegd gezag legt daarover (financiële) verantwoording af aan het Rijk.

52 Jansen, NTOR 2020-2.

53 Beperkt hier tot WPO/WVO en WEC. Zie ook Jansen, NTOR 2020-2, p. 60-63.

54 Idem in de bekostigingsbesluiten WPO en WVO.

55 Zie ook: hoofdstuk 6: Aanpassen begrip bevoegd gezag.

Nolen wijst in zijn dissertatie56 op het gebruik van het begrip school in de wet- en regelgeving vanuit drie invalshoeken:

1– de school in de zin van gebouw of locatie; het gaat hierbij om de perceptie dat de school de fysieke locatie is waar het onderwijs wordt gegeven. Nolen wijst ook op de situatie waarbij sprake is van samenwerking tussen organisaties in één gebouw, waarbij de vraag rijst welke onderwijsorganisatie recht heeft op bekostiging en op wiens school de leerlingen behoren te worden ingeschreven. Het gaat dan om vragen rond de bepaling van de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit. Nolen wijst op de jurisprudentie over het recht op bekostiging bij samenwerkingen, waaruit lijkt te volgen dat de fysieke benadering een belangrijke rol speelt.57

2– de school als het geheel van rechten en verplichtingen; Nolen verbindt dit met de term gemeenschap; personeel en leerlingen vormen een eenheid. De leerling wordt toegelaten tot een school. Personeel heeft een rechtsbetrekking met het bevoegd gezag, maar tegelijkertijd is de school een belangrijk begrip in de afgrenzing van be-paalde rechten en plichten. Zie bijvoorbeeld art. 11.2 lid 1 van de cao po 2019/20: De werknemer vervult zijn functie in overeenstemming met de grondslag en de doel-stelling van de school zoals die door de werkgever zijn vastgesteld en zoals deze zijn omschreven in de statuten, het werkverdelingsplan wordt op schoolniveau gemaakt, enz.

3– de school als administratieve eenheid ten behoeve van de aanspraak op bekos-tiging. Gezien het feit dat de sectorwet voorschriften en bekostigingsvoorwaar-den omvat, is het begrip school in de context van de onderwijswetgeving primair bedoeld als bekostigingseenheid. Zo wordt de omvang van het recht op bekostiging onder meer berekend per school als administratieve eenheid. Niet alleen de onder-wijsorganisatie, maar ook elke school ontvangt daartoe van de Dienst Uitvoering Onderwijs een eigen uniek administratienummer (Basis Registratie Instellingen, BRIN, beheerd door DUO). Per locatie of vestiging kunnen BRIN-vestigingsnummers wor-den toegekend. In die zin kent de onderwijswet verschillende begrippen. Zo omvat een scholengemeenschap volgens art. 16 WVO 'een school of inrichting in de zin van deze wet, en een of meer andere al dan niet in deze wet bedoelde scholen, inrichtin-gen of instellininrichtin-gen, die niet zijn instellininrichtin-gen voor hoger onderwijs'.

In 2020 is de WVO 2020 aangenomen. Deze wet beoogt niet een inhoudelijke wijzi-ging, alleen een herordening van de wetgeving in het voortgezet onderwijs.

Instruc-56 Nolen, (diss) 2017, p. 159.

57 O.a. ABRvS 18 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2173 (OCW/Aloysius; bekostiging De Korenaer).

tief is wel de MvT omdat daar een aantal begrippen uit de wet opnieuw zijn toege-licht (zie ook hieronder). Zo wordt over het begrip school opgemerkt dat onder het begrip school 'in algemene zin [wordt] begrepen een instelling waar onderwijs wordt gegeven'.58 Dat is een wat curieuze omschrijving, omdat het begrip instelling an sich niet gedefinieerd wordt in de wet, behalve als het gaat om het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs en vso.59 De MvT wijst verder op het wettelijk aangrij-pingspunt voor het bestuur van een rechtspersoon om een verzoek in te dienen om in aanmerking te komen voor bekostiging voor de schoolsoort waarin men onderwijs wil verzorgen en voor het verzorgen van het onderwijs in één gebouw. Als de school uitbreidt met een tweede schoolsoort ontstaat een scholengemeenschap. Als de school uitbreidt met een tweede gebouw ontstaat een nevenvestiging. Alle vesti-gingen en alle schoolsoorten die onder hetzelfde BRIN-nummer zijn geregistreerd hebben één en hetzelfde schoolplan, aldus de MvT. De WVO 2020 gebruikt het begrip

‘school’ ook voor het bepalen van verplichtingen die gelden voor een bepaalde een-heid. Zo bijvoorbeeld art. 2.51 WVO 2020 over het eindexamen: 'Het bevoegd gezag geeft de leerlingen de gelegenheid om het onderwijs af te sluiten met een eindexa-men op de school [curs fb/ph/ls)'. Evenzo bijvoorbeeld art. 8.6 lid 1 WVO 2020 over toelating: 'Het bevoegd gezag beslist over de toelating als leerling tot de school […]'.60

Er zijn ook AMvB’s, zoals het Bekostigingsbesluit WPO en Bekostigingsbesluit WVO en het Formatiebesluit WVO waarin wordt verwezen naar de school in de resp. sector, en in het laatste besluit wordt ook verwezen naar schoolsoortgroepen en scholenge-meenschap.61

Kortheidshalve zij hier nog verwezen naar de omschrijving in de WEC, waarbij een onderscheid gemaakt tussen school en instelling. Zie art. 8 WEC: onderwijs aan audi-tief of communicaaudi-tief gehandicapte kinderen wordt gegeven in instellingen.

58 Kamerstukken II 2019/20, 35297, nr. 3, p. 53.

59 In art. 1.1. WOVO staat: instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs: instelling als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede of derde volzin, WEC, tenzij uit die wet het tegendeel blijkt;

60 Kamerstukken II 2019/20, 35 297, nr. 3, p. 54: Uit het artikel (plaats en context) is duidelijk wat onder het begrip

«school» dient te worden verstaan. Het begrip school wordt in de wet gebruikt voor: het bevoegd gezag, waarmee wordt bedoeld het bestuur van een school, waaronder begrepen alle vestigingen en alle schoolsoorten die onder hetzelfde BRIN-nummer zijn geregistreerd. Zo wordt in artikel 2.88 bepaald dat het bevoegd gezag van een school een schoolplan opstelt: alle (neven)vestigingen van een BRIN-nummer hebben daarom één en hetzelfde school-plan; de vestiging van een school; in hoofdstuk 4 (Voorzieningenplanning) staat aangegeven wanneer er sprake is van een school of scholengemeenschap, van een hoofdvestiging of van een nevenvestiging; het schoolgebouw;

hoofdstuk 6 (Huisvesting) voorziet in regels over het eigendom van een schoolgebouw.

61 Jansen verwijst in zijn artikel ook naar definitie in het Formatiebesluit van school ‘als een bij DUO bekendstaande organisatorische en administratieve eenheid’, maar die is niet opgenomen in de meest actuele versie.