• No results found

Deelvragen 3 en 4

In document Mens & Taal Inholland: (pagina 114-117)

5. Conclusies, aanbevelingen en kritische reflectie

5.1 Conclusies

5.1.3 Deelvragen 3 en 4

Deelvraag 3: Hoe voeren docenten binnen het leergebied Mens & Taal van Inholland het

vakoverstijgend werken in de praktijk uit en wat zijn hun ervaringen? (niveau van het uitgevoerde

curriculum)

Deelvraag 4: Hoe ervaren en waarderen studenten binnen het leergebied Mens & Taal van Inholland

|

Masterthesis Guusje Groenen 115 Deze vragen zijn onderzocht in de focusgroep en de enquête. Hieronder worden de twee deelvragen beantwoord aan de hand van de volgende punten uit het uitgevoerde en ervaren curriculum: het belang van schooltaal Nederlands en moedertaal, de leerlijnen, de toepassing in de praktijk, het samenwerken, het vak Nederlands en een breed opgeleide docent.

Belang van schooltaal Nederlands en moedertaal

Het belang van de beheersing van de moeder-, cq schooltaal voor tweedetaalverwerving is groot voor de studenten. Sinds 2012-2013 wordt er via de modules van het leergebied explicieter en meer aandacht besteed aan de ontwikkeling van de CAT-vaardigheden van de studenten. Studenten hebben dit niet alleen nodig voor de verdere ontwikkeling van hun moeder-, c.q. schooltaal, maar dit bewustzijn helpt hen ook in hun rol als docent die leerlingen helpt bij de ontwikkeling van de

schooltaal Nederlands.

Het profiel van de studenten die bij Inholland de lerarenopleiding volgen is zeer divers. Dat kan een student zijn die Nederlands als moedertaal spreekt en die vervolgens docent Nederlands wil worden. Het kan evengoed een student zijn voor wie Nederlands niet de moedertaal is en die toch docent Nederlands wil worden. Het kan ook om een student gaan voor wie Nederlands de moedertaal is en die docent Duits, Engels of Frans wil worden. Daarnaast melden zich native speakers van het Duits, Engels of Frans voor wie Nederlands een nieuw te leren taal is of native speakers van deze talen die het Nederlands als T2 op een behoorlijk niveau beheersen, die docent in hun moedertaal willen worden. Ook kan het een tweetalige student zijn voor wie het Nederlands een derde of vierde taal is.

Leerlijnen

Volgens de ondervraagde studenten en docenten komen diverse aspecten van taalverwerving in de tien opeenvolgende modules van het leergebied voldoende aan bod. Uit de respons blijkt echter dat er geen heldere leerlijn is. Ook ontbreekt inzage in welke theorie in welke module expliciet aan bod komt en hoe studenten geholpen kunnen worden om deze theorie te verwerken of in de praktijk toe te passen.

Toepassing in de praktijk

Aangezien er weinig scholen in de omgeving van Amsterdam zijn die vakoverstijgend werken of het onderwijs in leergebieden georganiseerd hebben, zijn er weinig tot geen stageplaatsen om ervaring op te doen en om vernieuwende producten of ideeën uit te testen in de praktijk. Een uitzondering hierop vormt de module ‘Taaldorp’, omdat dit vak als vakoverstijgend vreemdetalenproject sowieso op veel scholen uitgevoerd wordt. De aanpak van de lerarenopleiding Inholland is op de omliggende stagescholen nauwelijks tot niet bekend, ondanks het feit dat er behoorlijk wat stagescholen

|

Masterthesis Guusje Groenen 116 samenwerken met Inholland. Vernieuwend opleiden en traditioneel stagelopen gaan moeilijk samen en is in elk geval niet productief.

Ofschoon een leergebied dat alle talen omvat in het Nederlandse voortgezet onderwijs nog niet voorkomt, is er een groeiend aantal scholen (onder andere in het mbo) waar innovatie en organisatie van de onderwijspraktijk in de richting van scenario 3 en 4 centraal staat.

Samenwerken

Docenten en studenten geven aan dat onderling samenwerken absoluut noodzakelijk is om deze opleiding met succes te doorlopen. De Veld Advies Raad adviseert de samenwerking sterk te stimuleren, omdat samenhang alleen maar gerealiseerd kan worden als er samenwerking is gecreëerd. Voor deeltijdstudenten is dat lastig, gezien de beperkte tijd dat ze samen met

medestudenten colleges hebben. Voor voltijdstudenten is het lastig om de saamhorigheid als groep van talendocenten te doen groeien en tot het inzicht te komen dat de rollen van een taaldocent veel verder gaan dan het expert zijn in één bepaalde taal. Toch geven studenten aan dat ze het als sterk punt van de opleiding zien dat ze juist moeten samenwerken met collega’s van andere talen. Ze voelen zich als talendocent ook nauw betrokken bij de samenwerking binnen Inholland. De meesten geven aan dat ze de meerwaarde van vakoverstijgend onderwijs wel zien, waarbij hogerejaars een hogere waardering uitspreken dan lagerejaars.

Het vak Nederlands

Docenten vragen zich af of het vak Nederlands beter tot zijn recht zou komen als het niet alleen een rol zou vervullen bij het leergebied talen, maar ook in een ander leergebied waarin een combinatie geboden wordt met zaakvakken. Docenten geven aan dat er meerdere opties zijn om naar

vakoverstijgend onderwijs te kijken. Ze noemen met name het ‘content and language integrated learning’ (CLIL) en het tweetalig onderwijs.

Een breed opgeleide docent?

De docenten Mens & Taal vragen zich af of ze erin slagen een taaldocent breder op te leiden dan alleen voor het vak, als taalcoach bijvoorbeeld of als docent die richting kan geven aan taalbeleid in een school, omdat ze dit in de praktijk van de studenten niet (terug) zien. Er zijn ook geen metingen gedaan naar talendocenten die bij Inholland hun opleiding gedaan hebben of bij studenten van andere lerarenopleidingen, waardoor het lastig is om hier uitspraken over te doen.

De ervaringen die studenten binnen de opleiding zelf opdeden met het leren van meerdere talen nam af. Terwijl in fase 1 alles in werking werd gesteld om in de vakoverstijgende modules alle talen (Duits, Frans, Engels en Nederlands ) te gebruiken, ging vanaf fase 2 het Nederlands de boventoon voeren. Er waren veel minder mogelijkheden voor de student om praktische ervaring op te doen met

|

Masterthesis Guusje Groenen 117 het efficiënt leren van meerdere talen. De houding in fase 1: ‘Ik word talendocent / taaldocent met een specialisatie in Duits’, verandert na 2008 is in: ‘Ik word docent Duits en weet ook het een en ander over het leren van talen in het algemeen’.

Met bovenstaande hebben we de hoofdvraag van het onderzoek beantwoord: Wat zijn de

kenmerken van het ontworpen curriculum van de vakoverstijgende onderwijsmodules van het leergebied Mens & Taal van de lerarenopleiding van Hogeschool Inholland, hoe worden deze onderwijsmodules in de praktijk uitgevoerd (uitgevoerde curriculum) en hoe worden ze door studenten en docenten gewaardeerd (ervaren curriculum)?

Op Europees niveau zijn er richtlijnen en ‘tools’ ontwikkeld om tot afstemming te komen in de beschrijving van de taalniveaus, maar ook om tot een valorisatie te komen van de talen, van de leerder die een leven lang werkt aan het uitbouwen van zijn/haar eigen linguïstisch repertoire en van het fenomeen meertaligheid. Hogeschool Inholland heeft in een vroeg stadium een bijdrage willen leveren aan een vorm van beroepsonderwijs in de talen die aansluit bij het Europese perspectief. Zij liep daarbij sterk vooruit op de manier waarop in Nederland naar het taalonderwijs gekeken werd. Anno 2014 zit de lerarenopleiding Inholland met haar opzet om vanuit een leergebied talen te opereren eigenlijk tussen twee posities in. Met andere woorden: Het is een opleiding tussen visie en realiteit.

In document Mens & Taal Inholland: (pagina 114-117)