• No results found

Format

B1: Tweetnummer Noteer het tweetnummer. [getal invullen]

B2: Type tweet

In dit onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen niet werk-gerelateerde en werk- gerelateerde tweets. Werk-gerelateerde tweets verwijzen naar ‘werk’ in de meest algemene zin van het woord. Zo kunnen werk-gerelateerde tweets betrekking hebben op de professie, het specifieke bedrijf en de werk-gerelateerde activiteiten van de werknemer (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Concreet is er sprake van een werk-gerelateerde tweet wanneer het tenminste één van de werk-gerelateerde onderwerpen bevat als gespecificeerd bij variabelen B4 t/m B9 van dit codeboek.

0. Niet werk-gerelateerd [stop de codering] 1. Werk-gerelateerd

In het kort is hiervan sprake indien tenminste één van de onderstaande elementen in de voorkomt:

- Het bedrijf (als ingevuld bij A4) wordt in de tweet genoemd, bijvoorbeeld in de vorm van @[bedrijfsnaam] of #[bedrijfsnaam].

- Het woord ‘werk*/baan/job’ wordt genoemd.

- Het gaat over de algemene professie van de werknemer (dit kan worden vastgesteld aan de hand van de bedrijfsnaam als ingevuld bij A4).

- Het gaat over de baan van de werknemer.

- Het gaat over werkzaamheden van de werknemer bij het bedrijf.

- Het betreft een persuasief bericht met betrekking tot de specifieke organisatie (als ingevuld bij A4), zoals een vacature.

B3: Format van de tweet 1. Eigen tweet [default]

2. Retweet van het bedrijf (als ingevuld bij A4)

Vink dit aan indien de tweet begint met: “@[gebruikersnaam] heeft geretweet” gevolgd door “@[bedrijfsnaam]”.

3. Retweet van een professionele relatie (ander bedrijf)

Vink dit aan indien de tweet begint met: “@[gebruikersnaam] heeft geretweet” gevolgd door “@[gebruikersnaam professionele relatie]”. Een professionele relatie is in dit onderzoek een bedrijf uit dezelfde sector. In geval van twijfel; Google de bedrijfsnaam om de bedrijfssector te achterhalen.

4. Retweet; anders, namelijk… [specificeer]

Bijvoorbeeld een retweet van een nieuwswebsite waarin een mijlpaal van het bedrijf bekend wordt gemaakt.

Onderwerp

De variabelen (B4 – B9) hebben betrekking op de specifieke werk-gerelateerde onderwerpen die de tweets kunnen bevatten. Ze zijn gebaseerd op de typologie van Van Zoonen, Verhoeven en Vliegenthart (2016).

B4: Professie-gerelateerde communicatie

Deze categorie omvat de tweets met betrekking tot het veld waarin de werknemer werkzaam is. Hierbij gaat het voornamelijk om politieke, sociale of economische issues, zoals CAO regelingen en bezuinigingen op een politiek niveau. Het kan echter ook gaan over algemeen nieuws met betrekking tot de professie van de werknemer (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Voorbeelden zijn: “Het gebruik van professionele sociale netwerken stijgt #marketing” en “The 5 Biggest Influencer Marketing Trends For 2016 #influencers #2016”.

1. Aanwezig

B5: Organisatie-gerelateerde communicatie

Deze categorie omvat de tweets met betrekking tot het specifieke bedrijf (als ingevuld bij A4). Hierbij kan het gaan over organisationele mijlpalen, nieuwsartikelen over het bedrijf en blogs van het bedrijf (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Er is ook sprake van ‘organisatie-gerelateerde communicatie’ wanneer het een retweet van het bedrijf van de werknemer betreft (zie A4). Voorbeelden zijn: “@[Bedrijfsnaam] start met webcare op Snapchat #Snapchat #webcare #[bedrijfsnaam] #innovative #klant” en “Mooi resultaat! @[bedrijfsnaam] rapporteert nettowinst van € 1.924 miljoen over 2015, een stijging van 24% tov 2014”.

0. Niet aanwezig [default] 1. Aanwezig

B6: Baan-gerelateerde communicatie

Deze categorie omvat de tweets met betrekking tot de werk-gerelateerde gebeurtenissen van de individuele werknemer, zoals het verkrijgen van promotie, het benoemd worden tot werknemer van de maand, het vertellen van de dagplanning en het geven van een mening over het werk (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Voorbeelden zijn: “Morgen weer een vroege shift” en “Als je deze week op kantoor bent, ben je een winnaar”.

0. Niet aanwezig [default] 1. Aanwezig

B7: Communicatie van werkgedrag

Deze categorie omvat de tweets met betrekking op het uitvoeren van werk-gerelateerde taken of activiteiten. De werknemer geeft het publiek hierbij een kijkje in de dagelijkse gang van zaken op het werk door expliciet te zeggen wat hij/zij ‘nu’ aan het doen is, zoals arriveren op het werk, het werken aan een project en het bijwonen van een borrel (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Een voorbeeld is: “Aanwezig bij #[evenement X] over Artificial Intelligence van @[bedrijfsnaam] #innovation”.

0. Niet aanwezig [default] 1. Aanwezig

B8: Persuasieve communicatie

Deze categorie omvat de tweets met betrekking tot het (expliciet) aansporen van specifiek gedrag bij het publiek, zoals het meedoen aan een wedstijd, survey of campagne van het bedrijf (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Daarnaast omvat deze categorie de tweets die betrekking hebben op het aantrekken van nieuwe werknemers of professionele relaties, zoals het aankondigen van een vacature (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Voorbeelden zijn: “We zijn met spoed op zoek naar #stagiair die het #socialmedia van @[bedrijfsnaam] komt versterken! Ken of weet je iemand? Let me know!! #vacature” en “Meld u aan voor VIP kaarten voor @[bedrijfsnaam] [naam evenement]”.

Let op: persuasieve communicatie begint doorgaans met: “Bekijk hier…”, “Meer weten? Ga dan naar…”, “Volg ons…”, “Doe mee aan…” of “Stem op…”.

0. Niet aanwezig [default] 1. Aanwezig

B9: In-group communicatie

Deze categorie omvat de tweets met een expliciete referentie naar collega’s (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Hiervan is sprake wanneer het woord ‘collega’ expliciet in de tweet wordt genoemd, bijvoorbeeld gevolgd door: @[gebruikersnaam collega / professionele relatie]. Een voorbeeld is: “Vandaag onze nieuwe collega @[gebruikersnaam collega] verwelkomt in het team! #[bedrijfsnaam]”

0. Niet aanwezig [default] 1. Aanwezig

Sentiment

B10: Sentiment

Deze variabele verwijst naar de negatieve en positieve gevoelens/meningen van de werknemer over het werk (Ortigosa, Martin & Carro, 2014, p. 528). Bekijk de bijvoeglijke naamwoorden uit de tweet en stel vast of het negatieve, neutrale of positieve woorden betreffen (zie onderstaande trefwoorden). In het geval dat er zowel positieve als negatieve bijvoeglijke naamwoorden in de tweet voorkomen, kies dan voor het sentiment waarin de meerderheid van de bijvoeglijke naamwoorden is geschreven. Eventueel kan aan de hand van de context van de

bijvoeglijke naamwoorden worden vastgesteld of het sentiment van de tweet overwegend positief of negatief is.

0. Negatief

Kies voor deze categorie indien de tweet tenminste één negatief bijvoeglijk naamwoord bevat, zoals: ‘lelijk’, ‘saai’, ‘slecht’, ‘stom’ of ‘dom’ (Liebrecht, 2015, p. 307). Zoek in het geval van twijfel het bijvoeglijke naamwoord op in het woordenboek en codeer het sentiment als ‘negatief’ wanneer ditzelfde sentiment ook in het woordenboek staat vermeld. Een voorbeeld is: “Weer een lange, saaie meeting”.

1. Neutraal [default]

Kies voor deze categorie indien de tweet geen (positieve/negatieve) bijvoeglijke naamwoorden bevat. Een voorbeeld is: “Dagje mee op klantbezoek”.

2. Positief

Kies voor deze categorie indien de tweet tenminste één positief bijvoeglijk naamwoord bevat, zoals: ‘mooi’, ‘interessant’, ‘goed’, ‘leuk’ of ‘slim’ (Liebrecht, 2015, p. 306). Zoek in het geval van twijfel het bijvoeglijke naamwoord op in het woordenboek en codeer het sentiment als ‘positief’ wanneer ditzelfde sentiment ook in het woordenboek staat vermeld (Van Zoonen, Verhoeven, & Vliegenthart, 2016). Een voorbeeld is: “Genieten, een gezellige ontmoeting met @[bedrijfsnaam] cliënten”.

Interactie

Aan de hand van de onderstaande variabelen (B11 – B13) wordt vastgesteld of het publiek van de tweet expliciet de mogelijkheid krijgt om ‘interactie’ te hebben met het bedrijf. Deze ‘interactie’ is te herkennen aan een ‘@[bedrijfsnaam]’, ‘#[bedrijfsnaam] en/of directe link naar de website/blog/foto van het bedrijf.

B11: Wordt het bedrijf genoemd middels een @? 0. Nee

B12: Wordt het bedrijf genoemd middels een hastag (#)? 0. Nee

1. Ja

B13: Wordt er een url (link) gegeven naar de bedrijfswebsite/blog? 0. Nee

1. Ja

Timing

B14: Datum van de tweet

Geef de datum in dd/mm/jjjj format.

B15: Dag van de tweet 0. Doordeweekse dag

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag. 1. Weekenddag [stop codering]

Zaterdag, zondag.

B16: Tijdstip van de tweet

Geef aan op welk tijdstip de tweet is gepost in uu:mm format.

B17: Tijdstip van de tweet [indien ‘0’ gecodeerd bij B15] 0. Binnen kantooruren

09.00-17.00 uur 1. Buiten kantooruren

17.00-09.00 uur

EINDE CODERING

→ Klik in het laatste scherm van de vragenlijst op ‘verzenden’ om de coderingen te versturen. → Start met het coderen van de volgende tweet.

GERELATEERDE DOCUMENTEN