• No results found

8 Deelvraag 5: Acceptatie, storten en beheren

8.7 Storten: stortplannen en stortfronten

8.7.2 De opgestelde stortplannen

In de Wm-vergunning van 2002 is in de voorschriften 3.18.1 tot en met 3.19.3 en voorschrift 3.35.1 bepaald dat de exploitant een stortplan dient op te stellen. De stortwerkzaamheden dienen plaats te vinden conform dit stortplan. Binnen drie maanden na vergunningverlening moet dit stortplan zijn ingediend bij het bevoegd gezag. In de vergunning was opgenomen aan welke eisen het stortplan moet vol- doen. Het bevoegd gezag kon dan de stortplannen en ook de stortreglementen, afhankelijk van de beoordeling daarvan, goed- of afkeuren.

Opstellen van het stortplan 2002/2003

In de vergunning uit 2002 stond het voorschrift dat binnen drie maanden na het van kracht worden van de vergunning, er een nieuw stortplan ter goedkeuring moest worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. Op 25 oktober 2002 verzocht de werk- groep schriftelijk aan de provincie om inzage in dit stortplan (SWG 02 001).

De provincie meldt op 6 november 2002 (PZH 02 231) dat het stortplan tot op dat moment nog niet door de exploitant is voorgelegd aan de provincie. Naar aanleiding hiervan diende de werkgroep per e-mail een handhavingsverzoek in (SWG 02 002). De provincie zette vervolgens het handhavingstraject in, om alsnog het stortplan te ontvangen. Op 20 januari 2003 werd IGAT, de exploitant, aangeschreven om de zienswijze te geven.

Het stortplan werd door IGAT ingediend op 3 februari 2003 (IGA 03 005). Op 24 februari werd het plan op een aantal punten gewijzigd. Dit betrof geen zaken met betrekking tot asbest.

Op 11 maart 2003 berichtte de provincie aan IGAT dat met het indienen van het stortplan is, zij het niet tijdig, voldaan aan de vereisten in de vergunning. Het hand- havingstraject werd gestaakt (PZH 03 193). Dat werd ook medegedeeld aan de werkgroep (PZH 03 195). Op 18 november 2003 stemde de provincie in met het stortplan onder de voorwaarde dat binnen één maand na dagtekening een aange- past stortplan diende te worden ontvangen. De wijzigingen die in de betreffende brief worden voorgesteld, hadden geen betrekking op asbest.

Uit het bezoekrapport d.d. 27 januari 2006 (PZH 06 001) bleek dat er op dat moment nog geen aangepast stortplan was ontvangen door de provincie. Met een voorwaarschuwingsbrief d.d. 8 maart 2006 gaf de provincie de exploitant, Derde Merwedehaven BV, nog 1 maand de tijd om het stortplan in te dienen (PZH 06 054). De herziene versie werd op 31 maart 2006 ingediend bij de provincie (DMH 06 001). Dit stortplan kreeg de instemming van de provincie op 21 april 2006

Overzicht van de opgestelde stortplannen

In de loop van de tijd zijn er door de exploitant diverse stortplannen ingediend bij het bevoegd gezag. In tabel 8.5 is een overzicht weergegeven van deze

stortplannen. Per stortplan is aangeven wanneer het plan is ingediend, wat er in staat over asbest (in steekwoorden) en of het plan al of niet is goedgekeurd door het bevoegd gezag.

TNO-rapport | TNO-060-UT-2012-01507 103 / 159

Tabel 8.5: Opgestelde stortplannen DMH.

Documentnr. Datum Inhoud over asbest Goedgekeurd

1993  Stortplan is niet gevonden in het archief IGA 03 005 3 februari

2003

 Is geen vastgesteld document en daarom niet uitgewerkt Nee, door PZH zijn opmerkingen gemaakt die zijn verwerkt in de versie van oktober 2003

DEL 03 001 en DEL 03 002

28 oktober 2003

 Asbesthoudend bouw- en sloopafval luchtdicht verpakken

 Afvalstoffen met meer dan 1 gr/kg niet/hechtgebonden asbest luchtdicht verpakken

 Eisen aan vervoer van asbesthoudende grond, bagger of

puingranulaat met concentratie hechtgeboden < 5.000 mg/kg en niet hechtgebonden < 1.000 mg/kg. N.B.: dit betreft dus onverpakt asbesthoudend materiaal

 Asbesthoudende afvalstoffen onder restconcentratienorm verwerken zonder speciale voorzieningen

 Aparte sectie inrichten voor het storten van afval met concentratie > 100 mg/kg

 Bij afwijkende situaties: opstellen van een werkplan

 Driemaandelijkse asbestmetingen verrichten

 Verlaging van de meetfrequentie wordt doorgegeven aan de provincie Zuid-Holland

Ja, 18 november 2003 (PZH 03 191)

DEL 06 002 27 maart 2006

 Idem als het Stortplan uit 2006. Ja, per brief op 21

april 2006 (PZH 06 023)

DEL 07 006 24 oktober 2007

 Idem als bovenstaand, echter zonder de laatste twee punten inzake de asbestmetingen

Ja, per brief op 20 februari 2008 (PZH 08 002)

DEL 09 001 19 november 2009

 Idem als plan uit 2007

 Er zijn geen luchtmetingen opgenomen

Valt buiten onderzoeksperiode

Voor meer informatie over de achtergronden van het stortplan en de discussie over de asbestmetingen wordt verwezen naar het hoofdstuk over deelvraag 6 in dit rapport.

In het stortplan van 2003, 2006 en 2007 is voor de verwerking van luchtdicht ver- pakte asbesthoudende afvalstoffen de volgende werkwijze voorgeschreven:

 aanvoer in gesloten verpakking

 verwerking in een apart depot op het droge stort

 tijdens verwerking toezicht door stortbaas

 tijdens het plaatsen is er voor het geval dat zich een calamiteit voordoet waarbij verpakkingen scheuren, een waterwagen aanwezig om te sproeien en zo het verwaaien van asbestdeeltjes te voorkomen

 indien zich een calamiteit voordoet en een verpakking kapot gaat wordt zorggedragen dat het asbesthoudend materiaal zo spoedig mogelijk wordt afgedekt (een gesloten verpakking wordt ook als afdekking gezien)

 middels afdekking met andere geschikte afvalstoffen of bouwstoffen wordt

Op hoofdlijnen is voor de verwerking van onverpakt asbesthoudende afvalstoffen de werkwijze als volgt:

 maximale concentratie van niet-hechtgebonden asbest van 1.000 mg/kg en van hecht- gebonden asbest 5.000 mg/kg afval

 10% vochtgehalte in het aangevoerde afval (vocht voorkomt het verwaaien van asbest- deeltjes)

 voor het geval dat er een calamiteit ontstaat, is er een waterwagen aanwezig om te sproeien

 aanvoer in gesloten vrachtwagens o.a. voorzien van overdruk en filtersysteem

 verwerking binnen afgebakend en afgezet terrein op droge stort,

 tijdens de verwerking is het niet toegestaan om onbevoegd zonder persoonlijke bescher- mingsmiddelen het afgebakend gebied te betreden

 tijdens de werkzaamheden zijn deskundigen onder asbestcondities (d.w.z. met volledige bescherming) aanwezig

 voor het verlaten van het afgezette terreingedeelte wordt de wagen gereinigd

 na aanvoer wordt het afgebakend gebied schoongemaakt, het depot afgedekt en wordt het door een deskundige vrijgegeven.