• No results found

De voor- en vroegscholen hebben een digitale vragenlijst gekregen om zelf te rapporteren over de kwaliteit van vve. De vragen hebben betrekking op het vve-waarderingskader. Elke voor- en vroegschool heeft een zelfrapportage

teruggekregen.

Met betrekking tot de voorscholen zijn er 26 vragenlijsten verstuurd en hebben wij ook 26 vragenlijsten retour ontvangen. Er zijn 5 vragenlijsten aan vroegscholen verstuurd. Hier zijn er 4 van retour gekomen. Van één basisschool is geen ingevulde vragenlijst ontvangen.

In paragraaf 4.1 worden de resultaten van de locatiebezoeken door de inspectie toegelicht. Paragraaf 4.2 bevat een overzicht van de resultaten van de vragenlijst.

Een overzicht van de eigen waarderingen van alle vve-locaties is naar de gemeente gestuurd.

4.1 Resultaten inspectiebezoek

Wij hebben ter verificatie van de vragenlijsten 3 voorscholen en vroegscholen bezocht. Het gaat om de helft van het aantal locaties dat in 2013 is bezocht. Het onderzoek bestond uit groepsobservaties, gesprekken en documentenanalyse.

In onderstaande tabellen staan onze oordelen in percentages van het totaal aantal bezochte vve-locaties in de gemeente. Onder iedere tabel wordt een toelichting gegeven op de oordelen.

Tabel 4.1a De beoordeling van de indicatoren: Condities Tabel oordelen

inspectiebezoek Haarlemmermeer

Voorschool Vroegschool

A Condities 1 2 3 4 go N 1 2 3 4 go N

A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool)

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

Pagina 22 van 38

In vergelijking met de beoordeling uit 2013 is te zien dat nu alle onderdelen als voldoende zijn gescoord. Dat geeft een mooie ontwikkeling aan in de gemeente Haarlemmermeer op het gebied van de condities. Waarbij natuurlijk in acht genomen dient te worden dat nu slechts 3 locaties bezocht zijn.

Tabel 4.1b De beoordeling van de indicatoren: Ouders Tabel oordelen B2 Ouders zijn vooraf adequaat

geïnformeerd

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

B3 Intake 0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

B7 Rekening houden met thuistaal 0% 0% 50% 0% 50% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

Ook hier is een prachtige ontwikkeling in beoordeling zichtbaar. Daar waar in 2013 nog 100% gericht ouderbeleid (indicator B1) als verbeterpunt scoorde, is dit nu overal op orde. Ook het stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen kent nu een 100% voldoende score tegenover 28% in 2013. Er is op het aspect ouders dan ook duidelijk beleid uitgezet vanuit de gemeente en de SKH. Dit is in deze beoordeling terug te zien.

Tabel 4.1c De beoordeling van de indicatoren: Kwaliteit van de uitvoering van vve Tabel oordelen

inspectiebezoek Haarlemmermeer

Voorschool Vroegschool

C Kwaliteit van de uitvoering van vve

1 2 3 4 go N 1 2 3 4 go N

C1.1 Een integraal vve-programma 0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1 C1.2 Werken met een doelgerichte

planning

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 100% 0% 0% 0% 1

Pagina 23 van 38

medewerkers/leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C2.3 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale

vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C2.4 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

0% 50% 50% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch

medewerkers/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

0% 50% 50% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

0% 50% 50% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C3.3 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

0% 50% 50% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C3.4 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

0% 50% 50% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C3.5 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen

0% 50% 50% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief

0% 0% 50% 50% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

C3.7 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

0% 50% 0% 50% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

Pagina 24 van 38

Het algemene beeld dat uit dit aspect naar voren komt is wellicht wat vertekend.

Het is van belang om te melden dat de SKH op de voorschool waar verschillende verbeterpunten geconstateerd zijn, al acties heeft ondernomen om de kwaliteit van de uitvoering van vve te verhogen. Dit toont de kwaliteitsgerichtheid van deze organisatie en laat zien welk belang zij hechten aan een goede kwaliteit.

Opvallend verder is de ontwikkeling bij de opklimmende moeilijkheidsgraad (indicator C1.4). In 2013 was dit nog voor 57% van de bezochte voor- en vroegscholen een verbeterpunt. Nu is dit overal als voldoende beoordeeld.

Tabel 4.1d De beoordeling van de indicatoren: Ontwikkeling, begeleiding en zorg en externe zorg

Tabel oordelen inspectiebezoek Haarlemmermeer

Voorschool Vroegschool

D Ontwikkeling, begeleiding en zorg

1 2 3 4 go N 1 2 3 4 go N

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het

D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg

0% 0% 50% 0% 50% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

D2.1 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp.

vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

D2.2 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

D2.3 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

Pagina 25 van 38

De beoordeling op ontwikkeling, begeleiding en zorg is vergelijkbaar met die van 2013. Het verbeterpunt zit hem ook nu in de planmatige begeleiding. Tijdens de gesprekken op de locaties kwam onder meer het opbrengst gericht werken aan bod.

Sinds 2014 heeft SKH in de uitvoering van Piramide het opbrengst gericht werken geïmplementeerd. Voorheen differentieerde het aanbod ook al wel, maar sinds 2014 plannen de pedagogisch medewerkers de activiteiten gebaseerd op verschillende niveaugroepen. Centraal staat het maken van een groepsoverzicht met

belemmerende en beschermende factoren per kind samen met de gegevens vanuit de Peuterestafette. Dit is de basis om zo nog beter het aanbod van activiteiten te kunnen kiezen en afstemmen op de individuele kinderen in de groep. Naast het groepsoverzicht wordt er een weekplanning gemaakt waarin alle kinderen op ontwikkelniveau of behoefte in kleine groepjes worden ingedeeld.

In 2015 is er veel aandacht geweest voor deze nieuwe manier van werken. Door middel van training en coaching on the job zijn alle locaties aan de hand

meegenomen.

Tabel 4.1e De beoordeling van de indicatoren: Kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool

Tabel oordelen inspectiebezoek Haarlemmermeer

Voorschool Vroegschool

E Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool

1 2 3 4 go N 1 2 3 4 go N

E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

0% 0% 50% 50% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-verbetermaatregelen

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve-educatie

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken

0% 0% 50% 0% 50% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

De beoordeling op het gebied van de kwaliteit binnen de voor- en vroegschool is in vergelijking met de beoordeling in 2013 op elke indicator vooruitgegaan. Dit verschil zit hem waarschijnlijk in het gegeven dat de verbeterpunten veelal op de

vroegscholen zijn gescoord en de vroegschool die in 2016 is bezocht werkt nauw samen met de voorschool en daarbij met de SKH. Deze organisatie heeft de

coördinatie voor wat betreft de vve goed op orde. Dat is in deze beoordeling terug te zien.

Tabel 4.1f De beoordeling van de indicatoren: Doorgaande lijn Tabel oordelen

inspectiebezoek

Voorschool Vroegschool

Pagina 26 van 38

Haarlemmermeer

F Doorgaande lijn 1 2 3 4 go N 1 2 3 4 go N

F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

0% 0% 0% 100% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 0% 0% 100% 1

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht

0% 0% 50% 50% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

0% 0% 50% 0% 50% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

0% 0% 50% 0% 50% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

0% 0% 50% 0% 50% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

0% 0% 50% 0% 50% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

Om bovenstaande beoordeling goed te kunnen duiden is het van belang te weten dat een voorschool niet in de directe nabijheid van een vroegschool ligt. Hierdoor stromen de kinderen van deze vroegschool uit naar diverse vroegscholen in de buurt. Dit bemoeilijkt het afstemmen van aanbod, pedagogisch/educatief handelen, ouderbeleid en begeleiding en zorg (indicatoren F4 tot en met F7). Deze indicatoren zijn dan ook niet beoordeeld tijdens het bezoek aan deze locatie.

Aan overige beoordelingen zijn van een vroegschool met een inpandige voorschool.

Het is duidelijk dat zij hier een voldoende afstemming hebben weten te realiseren.

Tabel 4.1g De beoordeling van de indicatoren: Resultaten van vve Tabel oordelen

inspectiebezoek Haarlemmermeer

Voorschool Vroegschool

G Opbrengsten van vve 1 2 3 4 go N 1 2 3 4 go N

G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke afspraken

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau

0% 0% 100% 0% 0% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1

G3** Verlengde kleuterperiode 0% 0% 0% 0% 100% 2 0% 0% 100% 0% 0% 1 De indicator met een ** is alleen van toepassing op de vroegscholen.

Pagina 27 van 38

De gemeente Haarlemmermeer heeft in samenwerking met de SKH en de

schoolbesturen gewerkt aan het formuleren van resultaatafspraken en heeft deze weten te vertalen naar de praktijk. De SKH maakt voor haar voorscholen een totaaloverzicht van de behaalde resultaten, brengt deze in beeld en trekt hier lering uit (Jaarverslag VVE 2015). Tijdens de locatiebezoeken bleek dat de behaalde resultaten overal voldoende waren.

4.2 Resultaten vragenlijst

De antwoorden van de locaties op de vragen in de vragenlijst zijn conform de werkinstructie van de inspectie vertaald naar eigen waarderingen van een indicator.

Het gaat hierbij nadrukkelijk niet om oordelen die door de inspectie zijn gegeven. In de onderstaande tabel staan deze eigen waarderingen weergegeven in percentages van het totaal aantal vve-locaties in de gemeente. Bij de tabellen volgt een

toelichting.

Tabel 4.2a De waardering van de indicatoren: Condities Tabel waarderingen

vragenlijsten Haarlemmermeer

Voorschool Vroegschool

1 2 3 4 gw N 1 2 3 4 gw N

A2* De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool)

0% 0% 100% 0% 0% 26

A3 Pedagogisch medewerker - kind ratio ("dubbele bezetting")

0% 0% 100% 0% 0% 26 0% 25% 75% 0% 0% 4

A4.1* De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

0% 0% 100% 0% 0% 26

A5.2* Alle pedagogisch

medewerkers zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

0% 0% 100% 0% 0% 26

A5.3* Alle pedagogisch medewerkers spreken voldoende Nederlands

0% 8% 92% 0% 0% 26

A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold

0% 0% 100% 0% 0% 26 0% 75% 0% 25% 0% 4

A5.5* Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

0% 0% 100% 0% 0% 26

De indicatoren met een * zijn alleen van toepassing op de voorscholen.

Alleen bij indicator A5.3 geeft 8% aan dat het in voldoende mate Nederlands spreken nog een verbeterpunt. Dit was in 2013 nog 72%. Dat er hier sprake is van een enorme vooruitgang moge duidelijk zijn. Het was een van de speerpunten van de gemeente Haarlemmermeer en het is duidelijk dat de genomen actie tot verbetering heeft geleid.

Wat in negatieve zin op de vroegscholen opvalt is dat 75% aangeeft dat het toereikend vve-geschoold (indicator A5.4) zijn een verbeterpunt is. Dat betekent 3

Pagina 28 van 38

van de vier scholen. Dit komt niet overeen met het beeld dat de inspectie tijdens haar bezoeken heeft opgedaan. Tijdens de uitgevoerde bezoeken bleek 100%

voldoende te scoren op deze indicator.

Net zoals in 2013 is er een vroegschool die aangeeft de dubbele bezetting niet te kunnen realiseren.

Tabel 4.2b. De waardering van de indicatoren: Ouders Tabel waarderingen B2 Ouders zijn vooraf adequaat

geïnformeerd

0% 0% 0% 100% 0% 26 0% 25% 0% 50% 25% 4

B3 Intake 0% 8% 0% 92% 0% 26 0% 0% 0% 100% 0% 4 B4 Stimuleren om thuis

ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

0% 8% 0% 92% 0% 26 0% 25% 0% 25% 50% 4

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool

0% 4% 0% 96% 0% 26 0% 25% 25% 25% 25% 4

B7 Rekening houden met thuistaal 0% 0% 0% 100% 0% 26 0% 50% 0% 25% 25% 4

Bovenstaand aspect ‘Ouders’ laat de enorme ontwikkeling zien die de locaties hebben behaald als het gaat om gericht ouderbeleid (indicator B1), intake (indicator B3), en het stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten uit te voeren (indicator B4). Dit beeld komt ook bij de beoordeling van de inspectie positief naar voren. De inzet van de gemeente in samenwerking met de SKH op dit onderdeel is mooi terug te zien.

Het verschil tussen de waarderingen van de locaties en de beoordeling van de inspectie is dat de locaties van verbeterpunten in 2013 zichzelf nu als voorbeeld voor anderen zien in 2016. Deze enorme groei deelt de inspectie niet.

Tabel 4.2c. De waardering van de indicatoren: Kwaliteit van de uitvoering van vve Tabel waarderingen C1.2 Werken met een doelgerichte

planning

0% 0% 0% 100% 0% 26 0% 0% 0% 75% 25% 4

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

0% 4% 0% 96% 0% 26 0% 25% 75% 0% 0% 4

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

0% 19% 4% 77% 0% 26 0% 50% 0% 50% 0% 4

Pagina 29 van 38

Voor wat betreft de kwaliteit van de uitvoering van vve waarderen de voor- en vroegscholen zich met name op de indicatoren C1.1 en C1.2 als voorbeeld voor anderen. In 2013 gaven zij zichzelf in 91% een voldoende (de overige 9% zag dit als een verbeterpunt voor zichzelf). Tevens waarderen de voorscholen zichzelf ook als het gaat om het gedifferentieerde aanbod en de inrichting van de ruimte als voorbeeld voor anderen. De vroegscholen waarderen zichzelf hier wisselender.

Tabel 4.2d. De waardering van de indicatoren: Ontwikkeling, begeleiding en zorg Tabel waarderingen

ontwikkeling van alle kinderen

0% 96% 4% 0% 0% 26 0% 50% 0% 25% 25% 4

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

0% 96% 0% 4% 0% 26 0% 25% 0% 75% 0% 4

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg

0% 0% 0% 100% 0% 26 0% 25% 0% 75% 0% 4

D2.1 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

0% 0% 100% 0% 0% 26 0% 25% 75% 0% 0% 4

D2.2 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp.

vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

0% 0% 0% 100% 0% 26 0% 0% 0% 75% 25% 4

D2.3 De pedagogisch

medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

0% 0% 0% 100% 0% 26 0% 0% 0% 75% 25 4

Wat opvalt in vergelijking met de waarderingen uit 2013 is dat het volgen van kinderen (indicator D1.1) veel kritischer lijkt te zijn gescoord. Daar waar in 2013 19% aangaf dat dit een verbeterpunt was, geeft nu ongeveer 75% (voor- en vroegscholen samen) dat aan. Een interessante score zeker gezien de investeringen die hier onder meer door de SKH zijn gedaan.

Ook de planmatige begeleiding (indicator D1.2) wordt met name door de

voorscholen lager gewaardeerd dan in 2013. Het is interessant voor de gemeente om te achterhalen waar deze lagere waarderingen op gebaseerd zijn.

Want de overige indicatoren (D2.2 en D2.3) waarderen de voor- en vroegscholen namelijk meteen weer heel hoog namelijk als zijnde een voorbeeld voor anderen.

Dus dat er op het aspect zorg ontwikkeling heeft plaatsgevonden lijkt haast evident.

Pagina 30 van 38

Tabel 4.2e. De waardering van de indicatoren: Kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

0% 100% 0% 0% 0% 26 0% 75% 0% 0% 25% 4

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve

0% 0% 0% 96% 4 26 0% 25% 0% 50% 25% 4

E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-verbetermaatregelen

0% 0% 96% 0% 4 26 0% 0% 25% 0% 75% 4

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve-educatie

0% 0% 0% 100% 0% 26 0% 100% 0% 0% 0% 4

E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken

0% 25% 25% 50% 0% 4

Over het algemeen kan gesteld worden dat bij de kwaliteitszorg binnen de voor- en vroegschool een ontwikkeling zichtbaar tussen 2013 en 2016 van verbeterpunten naar voldoende of voorbeeld voor anderen.

De indicator E2 (de voor- resp. de vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig) valt echter in negatieve zin op. Daar waar in 2013 75% aangaf dat dit voldoende was en ‘slechts’22% dit als een verbeterpunt zag, geef nu iedereen (met uitzondering van één vroegschool) aan dat het regelmatig evalueren van vve een verbeterpunt is. De inspectie herkent deze waardering niet terug kijkende naar de uitgevoerde bezoeken.

Tabel 4.2f. De waardering van de indicatoren: Doorgaande lijn Tabel waarderingen

vragenlijsten Haarlemmermeer

Voorschool Vroegschool

1 2 3 4 nvt gw N 1 2 3 4 nvt gw N F1 Er is vve-coördinatie

tussen de voor- en vroegschool

0% 4% 96% 0% 0% 0% 26 0% 25% 75% 0% 0% 0% 4

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

0% 65% 4% 27% 0% 4% 26

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht

0% 0% 19% 81% 0% 0% 26 0% 50% 0% 50% 0% 0% 4

Pagina 31 van 38

F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

0% 31% 23% 15% 31% 0% 26 0% 0% 0% 50% 50% 0% 4

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en

vroegschool is op elkaar afgestemd

0% 4% 4% 8% 31% 53% 26 0% 0% 50% 0% 50% 0% 4

F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd

0% 4% 0% 12% 31% 53% 26 0% 25% 25% 0% 50% 0% 4

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

0% 0% 0% 15% 31% 54% 26 0% 25% 25% 0% 50% 0% 4

Op het aspect doorgaande lijn is een wisselend beeld in de waarderingen te zien.

Ook ten opzichte van 2013. Bij de doorstroom naar de vroegschool lijkt geen ontwikkeling te hebben plaatsgevonden. In 2013 gaf namelijk ook 64% aan dit als een verbeterpunt te ervaren.

De grootste ontwikkeling ligt bij de afstemming van pedagogisch en educatief handelen, ouders en begeleiding en zorg. Dat deze afstemming bij aanbod nog door 31% als verbeterpunt wordt gezien in vergelijking met 3 % in 2013 is bijzonder te noemen. Ook hier zijn dit soort ‘afwijkingen’ wellicht voor de gemeente interessant om verder te onderzoeken.

Het onderdeel resultaten (aspect G) ontbreekt in deze paragraaf. De antwoorden op de resultaatvragen waren namelijk niet betrouwbaar genoeg om een waardering uit te berekenen en zijn komen te vervallen.

Pagina 33 van 38