• No results found

Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen:

• 'De computersteun aanpassen' op pagina 13

• 'De computer registreren' op pagina 14

• 'Het computervolume instellen' op pagina 14

• 'Een pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows' op pagina 14

• 'Een schijf gebruiken' op pagina 15

• 'Verbinding maken met het netwerk' op pagina 17

• 'De single-touch- of multi-touchfuncties gebruiken' op pagina 18

De computersteun aanpassen

U kunt de computersteun gebruiken om de computer in een voor u comfortabele stand te zetten.

Opmerking: De computersteun is optioneel.

De framesteun aanpassen

Trek eerst de standaard open. Vervolgens kunt u de positie van de computer met een hoek tussen 15° en 40°

naar achteren aanpassen (zie afbeelding).

WAARSCHUWING:

Zorg dat de hoek minimaal 15° is ten opzichte van de verticale positie. Anders staat de computer niet stabiel, waardoor deze kan omvallen.

© Copyright Lenovo 2015, 2018 13

Figuur 6. De framesteun aanpassen

De computer registreren

Als u de computer bij Lenovo registreert, voert u vereiste gegevens in een Lenovo-database in. Aan de hand van deze informatie kan Lenovo contact met u opnemen als een product wordt teruggenomen of als er zich andere ernstige problemen hebben voorgedaan en kan Lenovo sneller service verlenen als u Lenovo belt voor hulp. Ook bieden sommige locaties uitgebreide voordelen en services aan geregistreerde gebruikers.

Om de computer bij Lenovo te registreren, moet de computer met internet zijn verbonden. Ga vervolgens naar http://www.lenovo.com/registeren volg de instructies op het scherm.

Het computervolume instellen

Ga als volgt te werk om het computervolume in te stellen:

1. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het volumepictogram.

Opmerking: Als het volumepictogram niet in het berichtengebied weergegeven wordt, voegt u het volumepictogram aan het berichtengebied toe. Zie 'Een pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows' op pagina 14.

2. Volg de instructies op het scherm om het volume aan te passen. Klik op het luidsprekerpictogram om het geluid te dempen.

Een pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows

Ga als volgt te werk om een pictogram aan het systeemvak van Windows toe te voegen:

1. Klik op de pijl naast het systeemvak om de verborgen pictogrammen weer te geven. Klik vervolgens op het gewenste pictogram en sleep het naar het systeemvak.

2. Als het pictogram niet weergegeven wordt, schakel het pictogram dan in.

a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.

b. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:

• Windows 7: klik op Configuratiescherm. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine

pictogrammen en klik vervolgens op Systeemvakpictogrammen ➙ Systeempictogrammen in- of uitschakelen.

• Windows 10: klik op Instellingen ➙ Persoonlijke instellingen ➙ Taakbalk ➙ Systeempictogrammen in- of uitschakelen.

c. Schakel het gewenste pictogram in.

3. Als het pictogram nog steeds niet in het systeemvak van Windows weergegeven wordt, herhaalt u stap 1.

Een schijf gebruiken

In dit gedeelte vindt u informatie over het gebruik van een schijf en het optische station.

Richtlijnen over het gebruik van het optische station

Neem de volgende richtlijnen in acht bij het gebruik van het optische station:

• Zet de computer niet op een plaats waar het station wordt blootgesteld aan een van de volgende omstandigheden:

– Een hoge temperatuur – Hoge luchtvochtigheid

– Een overmatige hoeveelheid stof – Sterke trillingen of plotselinge schokken – Een hellend oppervlak

– Direct zonlicht

• Plaats nooit andere voorwerpen dan schijven in het station.

• Plaats geen beschadigde schijven in het station. Door kromgetrokken, gebroken, bekraste of vuile schijven kan het station ernstig beschadigd raken.

• Verwijder de schijf uit het station als u de computer gaat verplaatsen.

Behandeling en opslag van een schijf

Houd u bij het omgaan met schijven aan de volgende richtlijnen:

• Houd de schijf aan de rand vast. Raak het oppervlak van de kant zonder opdruk niet aan.

• Voor het verwijderen van stof en vingerafdrukken veegt u de schijf met een schone zachte doek vanuit het midden naar de rand schoon. Als u de schijf met draaiende bewegingen schoonveegt, kunnen er

gegevens verloren gaan.

• Schrijf niet op de schijf en plak er niets op.

• Maak geen krassen op de schijf en breng er geen markeringen op aan.

• Bewaar de schijf niet op een plek waar hij wordt blootgesteld aan direct zonlicht.

• Gebruik geen wasbenzine, verdunners of andere schoonmaakmiddelen om de schijf schoon te maken.

• Laat de schijf niet vallen en buig hem niet.

Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 15

Een schijf afspelen of verwijderen

Om een schijf af te spelen, doet u het volgende:

1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade schuift uit het station.

2. Plaats een schijf in de lade. Sommige optische stations hebben een opstaande as in het midden van de lade. Als uw station een openstaande as heeft, ondersteunt u met een hand de lade, terwijl u met de andere hand op het midden van de schijf drukt om deze op zijn plaats vast te klikken.

3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te schuiven. Het afspeelprogramma van de schijf wordt automatisch gestart. Meer informatie vindt u in het Help-systeem van het afspeelprogramma van de schijf.

Ga als volgt te werk om een schijf uit het optische station te verwijderen:

1. Als de computer aan staat, drukt u op de uitwerpknop aan de voorkant van het optische station. De lade schuift uit het station.

2. Haal de schijf voorzichtig uit de lade.

3. Sluit de lade door opnieuw op de uitwerpknop te drukken of door de lade voorzichtig naar binnen te schuiven.

Opmerking: Als de lade niet opengaat als u op de uitwerpknop drukt, schakelt u de computer uit.

Vervolgens plaatst u een rechtgebogen paperclip in het kleine daarvoor bestemde gaatje naast de uitwerpknop. Gebruik deze noodoplossing alleen in geval van nood.

Een schijf opnemen

Als het optische station opnemen ondersteunt, kunt u een schijf opnemen.

Een schijf opnemen met Windows-hulpmiddelen

Ga als volgt te werk om een schijf met Windows-hulpmiddelen op te nemen:

• Brand een schijf via het venster Automatisch afspelen.

1. Controleer of de schijf automatisch wordt afgespeeld.

a. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.

b. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:

– Windows 7: klik op Configuratiescherm. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik vervolgens op Automatisch afspelen.

– Windows 10: klik op Instellingen ➙ Apparaten ➙ Automatisch afspelen.

c. Selecteer Automatisch afspelen gebruiken voor alle media en apparaten of schakel deze functie in.

2. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt. Het venster Automatisch afspelen wordt geopend.

3. Volg de aanwijzingen op het scherm.

• Brand een schijf met Windows Media® Player.

1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.

2. Open Windows Media Player. Zie 'Een programma op de computer openen' op pagina 10.

3. Volg de aanwijzingen op het scherm.

• Brand een schijf van een ISO-bestand.

1. Plaats een opneembare schijf in het optische station dat opnemen ondersteunt.

2. Dubbelklik op het ISO-bestand.

3. Volg de aanwijzingen op het scherm.

Verbinding maken met het netwerk

In dit gedeelte vindt u informatie over het verbinding maken met een netwerk. Als u de computer niet met een netwerk kunt verbinden, raadpleegt u 'Netwerkproblemen' op pagina 42.

Verbinding maken met een Ethernet LAN

U kunt de computer met een Ethernet LAN verbinden door een Ethernet-kabel op de Ethernet-poort aan te sluiten.

GEVAAR

Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op de Ethernet-aansluiting.

Verbinding maken met een draadloos LAN

U kunt de computer verbinden met een draadloos LAN-netwerk via radiogolven, dus zonder gebruik te maken van een Ethernet-kabel.

Opmerking: De functie voor draadloos LAN is optioneel.

U kunt als volgt een draadloos-LAN-verbinding tot stand brengen:

1. Controleer of er een draadloos LAN-netwerk beschikbaar is en of de draadloos LAN-functie op de computer werkt.

2. Klik op het statuspictogram voor de draadloze netwerkverbinding in het systeemvak van Windows om de beschikbare draadloze netwerken weer te geven.

Opmerking: Als het statuspictogram niet in het systeemvak van Windows weergegeven wordt, voegt u het pictogram toe aan het systeemvak. Zie 'Een pictogram toevoegen aan het systeemvak van

Windows' op pagina 14.

3. Klik op een draadloos LAN-netwerk en vervolgens op Verbinden om de computer met dit netwerk te verbinden. Verstrek indien nodig de vereiste informatie.

Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat

Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met kort bereik. Gebruik Bluetooth om een draadloze verbinding tussen de computer en andere Bluetooth-apparaten binnen een straal van ongeveer 10 meter tot stand te brengen.

Opmerking: De Bluetooth-functie is optioneel.

U kunt als volgt verbinding maken met een Bluetooth-apparaat:

1. Controleer of de Bluetooth-functie op de computer werkt en of het Bluetooth-apparaat zich op een afstand van ongeveer 10 meter van de computer bevindt.

2. Klik in het berichtengebied van de taakbalk van Windows op het Bluetooth-pictogram.

Opmerking: Als het Bluetooth-pictogram niet in het berichtengebied weergegeven wordt, voegt u het Bluetooth-pictogram aan het berichtengebied toe. Zie 'Een pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows' op pagina 14.

3. Afhankelijk van uw Windows-versie doet u één van de volgende dingen:

Hoofdstuk 2. De computer gebruiken 17

• Windows 7: klik op Een apparaat toevoegen en volg de instructies op het scherm.

• Windows 10: klik op Een Bluetooth-apparaat toevoegen en volg de instructies op het scherm.

De single-touch- of multi-touchfuncties gebruiken

Afhankelijk van het computermodel is de single-touchfunctie of de multi-touchfunctie beschikbaar. Met de single-touchfunctie kunt u de computer met één vinger bedienen. Met de multi-touchfunctie kunt u de computer met een of twee vingers bedienen.

Opmerking: De functies single-touch en multi-touch zijn optioneel.

Om de functie single-touch of multi-touch te gebruiken, doet u het volgende:

• Om één keer te klikken tikt u één keer met uw vinger op het aanraakscherm.

• Wilt u dubbelklikken, tik dan twee keer snel na elkaar.

• Om rechts te klikken, tikt u eenmaal op het aanraakscherm en laat u uw vinger daar rusten tot een cirkel wordt weergegeven. Vervolgens haalt u uw vinger van het aanraakscherm zodat een contextmenu wordt weergegeven. U kunt uw keuze in het menu maken.

• Om het lezen of bewerken van een document te vergemakkelijken, kunt u met twee vingers op het aanraakscherm inzoomen, uitzoomen, bladeren of het scherm roteren.

In document Lenovo S200z Gebruikershandleiding (pagina 23-29)