• No results found

De datering van de vuursteencollectie van Wim van der Zwaan

In document Vuursteen uit het Hulshorsterzand (pagina 33-36)

Voor de datering van de collectie, zal gebruik gemaakt worden van een seriatietabel. Deze is afgeleid van een typo chronologische tabel uit het verzamelwerk “vuursteen verzameld”.64 In deze tabel is de vertegenwoordiging van het aantal werktuigen/spitsen in een bepaalde periode weergegeven. Dit is gedaan door meerdere vindplaatsen uit verschillende periodes te analyseren. Het gemiddelde daarvan is verwerkt in deze tabel. Met behulp van deze typo chronologische tabel is een seriatietabel gemaakt. Wanneer een bepaalde spits in de verzameling voorkomt, zal het aantal van dit type ingevuld worden in de tabel. De meeste spitsen komen in verschillende periodes voor en worden dus onder meerdere periodes ingevuld. Zo ontstaat er per archeologische periode een bepaalde waarde. Wanneer er sprake is van een hoge waarde, zijn er of meer typologieën vertegenwoordigd binnen deze periode, of

bepaalde types komen in grotere aantallen voor. Door deze methode kan een datering van de collectie statistisch onderbouwd worden. Van deze gegevens is een grafiek gemaakt (zie grafiek 3).

Noordelijke of zuidelijke invloeden?

Waar in het Paleolithicum de verschillen in culturen relatief goed te onderscheiden zijn, lijkt er weinig verschil aanwezig in het Mesolithicum. Toch is op basis van bepaalde typologische kenmerken en de verhoudingen daarvan in een assemblage een onderscheid gemaakt. In België zijn verschillende vroeg-mesolithische groepen onderscheiden zoals de Verrebroek, Neerharen, Chinru en Ourlaine groep. De kenmerken van deze groepen lijken toepasbaar voor verschillende sites in Zuid-Nederland. In Noord-Nederland lijkt er sprake te zijn van verschillende soorten Duvensee groepen die in

Duitsland zijn gedefinieerd.65

In het Midden-Mesolithicum lijkt er sprake te zijn van de Rijn-Maas-Schelde (RMS) cultuur. Deze onderscheid zich door het voorkomen van artefacten met oppervlakteretouche. De artefacten die kenmerkend zijn voor deze groep lijken tot aan Swifterbant voor te komen en verdwijnen uit beeld ten noorden van de stad.66 Hoewel er duidelijke verschillen lijken te zijn in invloedsferen in Noord- en Zuid-Nederland, is deze invloed niet overduidelijk. Een goede definitie is maar deels toepasbaar in bepaalde periodes op bepaalde locaties. Een landelijke of duidelijke regionale chronologie in artefacten is daarom lastig op te stellen omdat de sites verschillen in samenstelling en typochronologie.67

Een zwartwit verdeling is dus niet mogelijk. Het voorkomen van Wommersomkwartsiet is hier een voorbeeld van. Deze steensoort lijkt niet verder verspreid te zijn dan Almere Hogevaart.68 In het Hulshorsterzand is deze steensoort echter afwezig hoewel deze vindplaats zuidelijker ligt. De verspreiding van Wommersomkwartsiet is dus niet lukraak te voorspellen. Het herkennen van invloeden en groepen is daarom complex en kan uitsluitend gedefinieerd worden wanneer een complete assemblage in-situ wordt onderzocht. Aangezien dit niet het geval is bij het

Hulshorsterzand, is het op dit moment niet mogelijk om de site aan een noordelijke of zuidelijk

64 Amkreutz et al. 2016. 65 Peeters et al. 2017, 97.

66 Deeben, J./M. Niekus 2016, 133. 67 Peeters et al. 2017, 103. 68 Deeben, J./M. Niekus 2016, 123.

33

invloedsfeer te koppelen. Daarom is ervoor gekozen om beide globale trends in typochronologie op te nemen in aparte tabellen.

Het resultaat

Het resultaat is te zien in grafiek 3. (Voor de gebruikte tabel zie bijlage 9). Wat hieruit duidelijk wordt, is dat er sprake is van een palimpsest. Het lijkt erop dat het gebied een populaire trekpleister is geweest gedurende het complete Mesolithicum. Daarnaast lijkt het erop dat het Hulshorsterzand ook

GRAFIEK 3:DE VERTEGENWOORDIGING VAN ARTEFACTEN- KENMERKEN VOOR EEN BEPAALDE PERIODE (TYPOLOGISCH EN TECHNOLOGISCH) 271 222 278 27 138 258 235 27 0 50 100 150 200 250 300 aan tal ar te fac te n

Typologie

Zuid-NL Noord-NL 3008 3008 3261 1439 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 Aan tal ar te fac te n

Technologie

Waarde

34

een rol gespeeld heeft voor de neolithische mens. De aanwezigheid van paleolithische culturen lijkt beperkt op basis van deze vuursteencollectie en is daarom niet opgenomen in deze grafiek.

8.2 Toelichting op de typologische datering

Bij de dateringen is ervoor gekozen om de periodes met een minimale waarde weg te laten in de grafiek. Hierdoor is het Paleolithicum en de periodes na het Vroeg-Neolithicum niet meegenomen. De trends van Noord- en Zuid-Nederland zullen voor het Vroeg-Mesolithicum de grootste impact hebben op de datering van de vindplaats. 271 werktuigen zijn tot het Vroeg Mesolithicum te rekenen volgens de Zuidelijke tradities. 138 artefacten zijn tot het Vroeg-Mesolithicum te rekenen volgens Noordelijke tradities. De oorzaak van deze discrepantie is de afwezigheid van A-, C- en D-spitsen en steil

geretoucheerde klingen in Noord-Nederland in deze periode. In het Midden-Mesolithicum wordt er minder verschil waargenomen. Hier heeft de noordelijke traditie een hogere waarde door het

voorkomen van segmenten. Dit artefact zou afwezig zijn in Zuid-Nederland in deze periode en komt veelvuldig voor in de collectie. Artefacten met oppervlakteretouche komen in het Midden-

Mesolithicum voornamelijk in Zuid-Nederland voor. Dit heeft echter nauwelijks invloed op de datering van de collectie omdat deze artefacten relatief slechte vertegenwoordigd zijn in deze collectie. In het Laat-Mesolithicum komen segmenten weer terug in Zuid-Nederland en verdwijnen deze in Noord-Nederland. Dit bijzondere fenomeen is de voornaamste reden van de discrepantie tussen noordelijke en zuidelijke invloeden. Het voorkomen van enkele montbani-klingen is kenmerkend voor het Laat-Mesolithicum in Zuid-Nederland maar heeft weinig effect voor de

datering. Vanaf het Neolithicum komen de grafieken samen omdat de trends landelijker worden. In dit geval wordt de representatie van het Vroeg-Neolithicum vooral in verband gebracht met de

Swifterbant-cultuur. Het lijkt erop dat een verschil in noordelijke of zuidelijke invloeden minder uitmaakt naarmate het Mesolithicum vordert. Daarnaast lijkt de trend aanwezig dat de

representativiteit oploopt tot aan het Laat-Mesolithicum waarna het in het Neolithicum sterk afneemt.

8.3 Toelichting op de technologische datering

Het Laat-Paleolithicum is niet opgenomen in de technologische datering omdat deze periode wordt vertegenwoordigd door één grote kling van 6,7cm lang. De rest van de (micro)klingenindustrie heeft een gemiddelde lengte van 3cm. Dit is kenmerkend voor het Mesolithicum. Een onderscheid tussen Coincy-stijl en Montbani-stijl industrie is niet eenvoudig te maken. Daarnaast betekent een

klingvormige afslag of ongelijke kling niet direct dat het artefact vroeg/midden-mesolithisch is. Daarom is de datering van de klingen- en lamellenassemblage relatief onbepaald binnen het

Mesolithicum. De vertegenwoordiging van het laat-mesolithische component is beter door middel van 147 klingen met rechte randen en ribben die wel op vorm te onderscheiden zijn. Daarnaast zijn de kernpreparatieklingen die in de collectie aanwezig zijn, ook in het Laat-Mesolithicum en Vroeg- Neolithicum gedateerd. Het Neolithicum wordt verder vertegenwoordigd door het aantal afslagen. Deze zijn vermoedelijk niet representatief omdat afslagen ook in de middensteentijd geproduceerd werden. Een afslagenindustrie is echter neolithisch. Daarnaast is een aantal bipolaire en discoïdale kernstenen onderscheiden die in het Laat-Mesolithicum/Vroeg-Neolithicum gedateerd kunnen worden. Tot slot kan gesteld worden dat een laat-mesolithische datering ook binnen het technologische aspect overheerst.

35

9. De documentatie van Wim van der Zwaan.

In document Vuursteen uit het Hulshorsterzand (pagina 33-36)