• No results found

Dankwoord

In document It's all in our game (pagina 37-45)

Voor het feit dat ik hier nu sta en deze rede mag uitspreken, moet ik eigenlijk,volgens goed biografisch gebruik, heel veel mensen bedanken die ik in mijn carrière als onderzoeker, docent en adviseur ben tegengekomen en met wie ik heb samengewerkt. Ik dank dus ook al deze mensen en wil bij een aantal in het bijzonder stilstaan.

Het is alweer lang geleden maar ik dank de collega’s van de vakgroep

Vrijetijdwetenschappen van de Universiteit Tilburg. Daar zette ik niet alleen de eerste schreden op het pad van het wetenschappelijk onderzoek maar ook, na mijn promotie, op dat van het meer praktijkgerichte opdrachtonderzoek. Die brede vorming is toch wel bepalend geweest in mijn werk daarna.

Ik ben ook veel dank verschuldigd aan de collega’s van het Mulier Instituut. We begonnen klein, onder de bezielende leiding van Maarten van Bottenburg en Jan Janssens, maar groeide uit, op de golven van de toenemende maatschappelijke en wetenschappelijke belangstelling voor sport, tot een volwassen onderzoeksinstituut. Ik ben er trots op dat ik daar een bijdrage aan heb kunnen leveren en dat ik tot op de dag van vandaag samenwerk met Mulier. Zo behoort echte samenwerking eruit te zien. Die dag van vandaag wordt voor mij gekenmerkt door een nieuw dienstverband, weer in Tilburg. Dat ik nooit van deze stad afkom, had ik niet gedacht toen ik alweer jaren geleden in Utrecht ging wonen. Maar het is niet erg; dit lectoraat is een regelrechte uitdaging en ik dank het College van Bestuur van Fontys Hogescholen voor het in mij gestelde vertrouwen. Ik dank ook Wim de Vries, directeur van de Fontys Economische Hogeschool Tilburg (FEHT), waar dit lectoraat onder valt. Wim, je bent bij mijn aanstelling niet over één nacht ijs gegaan. Maar na diverse, wat mij betreft, inspirerende gesprekken, dacht je; “dit moet ‘m worden”. Of ik het word, laten we dat na vier jaar vaststellen. Ik doe in ieder geval mijn best en hoop nog veel inspirerende gesprekken met je te kunnen voeren.

Ook wil ik mijn collega’s bij de FEHT bedanken voor collegialiteit, samenwerking en de nodige dynamiek. Ik zal het eerlijk zeggen: het was voor mij een overdonderende ervaring om te gaan werken in onze flex-plek ruimte, waar we met z’n allen werken, praten, lachen en het leven doornemen. Ik begin er steeds meer aan te wennen, maar ik hoop dat jullie het niet erg vinden dat ik een groot deel van deze rede thuis heb geschreven.

Mijn dank gaat ook uit naar mijn familie, mijn ouders, broers en zussen die mij mede hebben gevormd tot wie ik nu ben, hoewel jullie, denk ik, niet hadden gedacht dat ik jullie ooit nog eens zo zou toespreken. Ik ben er ook bijzonder trots op dat ik deze rede voor mijn vader mag uitspreken. Ergens in de jaren zeventig, toen we diep in de nacht samen keken naar de legendarische bokswedstrijden van Mohammed Ali en natuurlijk ook de successen van Ajax, Feijenoord en het Nederlands elftal samen

beleefden, moet toch de kiem zijn gelegd voor het feit dat ik hier nu al die tijd over sport praat.

En dan Annelie, Bram en Noor. Ik denk dat jullie blij zijn dat deze lectorale rede ten einde loopt. Ik denk wel eens, zonder jullie had ik volledig mijn gang kunnen gaan en had ik al veel eerder deze rede uitgesproken. Maar dan had ik nu niet kunnen zeggen, hoeveel het mij waard is dat ik elke dag wordt herinnerd aan nog veel meer zaken dan alleen het werk, namelijk aan het leven zelf.

Literatuur

Benammar, Karim, Marco Snoek, Liz Dale, Nico Juist, Sanne Meeder, Janke Poortinga, Marieke van Schaik, Huib Schwab (2006), Leren met toekomstscenario’s -

scenarioleren voor het hoger onderwijs. Stichting Digitale Universiteit,

www.scenarioleren.nl

Boyle, Raymond en Richard Haynes (2009), Power Play. Sport, the media and popular

culture. Second edition, Edinburgh University Press, Edinburgh.

Bottenburg, Maarten van (2005), There is no business like sportbusiness. Oratie Fontys Economische Hogeschool Tilburg, Fontys Hogescholen, Tilburg.

Bottenburg, Maarten van (2006), Het kapitaal van de sport. Inaugurele rede, Universiteit Utrecht.

Bottenburg, Maarten van, Lotte Salome (2010), The indoorisation of outdoor sports. An exploration of the rise of lifestyle sports in artificial settings. In: Leisure Studies 29:2, 143-160.

Breitbarth, Tim en Phil Harris (2008), The Role of Corporate Social Responsibility in the Football Business: Towards the Development of a Conceptual Model, European

Sport Management Quarterly, 8 (2), 2008, 179-206

Dienst Ruimelijke Ordening Amsterdam (2009). Bloed, zweet en tranen. Sport in

Amsterdam. Dienst Ruimtelijke Ordening, gemeente Amsterdam.

Eekeren, Frank van (2011), Rendement van Maatschappelijk Verantwoord

Ondernemen door bvo’s, seizoen 2009-2010. USBO, Universiteit Utrecht.

General Court of the European Union (2011), Press release nr. 9/11. Luxembourg 17 februari 2011.

Hagoort, Giep (2007), Cultureel ondernemerschap. Over het onderzoek naar de

vrijheid van kunst maken en de vrijheid van ondernemen. HKU/UU.

Heuvel, Mark van den, Hugo van der Poel(1999), Sport in Nederland. Een

beleidsgerichte toekomstverkenning. Tilburg University Press.

Heuvel,Mark van den, Remco Hoekman en Hugo van der Poel (2011), Sport in de

stad. Over de maatschappelijke, ruimtelijke en economische rol van sport in de stedelijke context. Arko Sports Media, Nieuwegein.

Heuvel, Mark van den (2000), Fascinerende beelden. De ontwikkeling van

televisiesport in Nederland. Diopter –Janssens & Van Bottenburg bv:

’s-Hertogenbosch.

Hilvoorde, Ivo van (2011), Bewegingsrijkdom. Onderzoek naar professionalisering van

onze sport- en bewegingscultuur. Windesheim, Zwolle.

Hamil, Sean, Geoff Walters & Lee Watson (2011), The model of governance at FC Barcelona: balancing member democracy, commercial strategy, corporate social responsibility and sporting performance. In: Soccer & Society, 11:4, 475-504.

Holt, Rutherford, Clohessy (2007), Corporate entrepeneurship; an empirical look at individual characteristics, context and process. In: Journal of leadership &

Organizational studies, 13, 4, pp. 40-54.

Hover, Paul, David Romijn (2011), Evenementenlopers winnen terrein: onderzoek

naar de succesfactoren van middelgrote loopevenementen op grond van de motivatie, beleving en waardering van de deelnemers. Mulier Instituut, Utrecht.

Kemmeren, Thijs (2011), Over koffiehuizen, herbergen en handboogschieten. De geschiedenis van handboogschieten in de tweede helft van de negentiende eeuw in Tilburg. In: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jrg. 29, nr. 1 pp. 15-23.

Koning, Ruud (2010), Voetbal als bedrijfstak. In: Justitiële Verkenningen.

Themanummer voetbal, jrg. 36, maart, pp. 28-41.

Lakerveld, Erik van (2009), A question of class. The amateur ideal in cycle racing and

speed skating in the Netherlands, 1880-1914. Master thesis, Utrecht University.

Lucassen, Jo, Ruud Stokvis, Ivo van Hilvoorde (2008), Fitness als industrie: de

ontwikkeling van een snel groeiende bedrijfstak. In: Rapportage Sport 2008. SCP, Den Haag.

MeerWaarde Sport en Economie, Sport 2B, Hogeschool van Amsterdam (2010), Giro

d’Italia in Amsterdam. Economische impact en beleving. Hoofddorp.

Michael, Sam en John Hughson (2011), Sport in the city. Cultural Connections. Routledge, London.

Moll, M. (1996), Jaap Eden, wereldkampioen op de schaats, wereldkampioen op de

fiets. Thomas Rap, Amsterdam.

Mommaas, Hans (2003), Vrijetijd in een tijdperk van overvloed. Inaugurele rede, Vrijetijdwetenschappen, Universiteit Tilburg.

NOC*NSF (2009), Olympisch Plan 2028. Heel Nederland naar Olympisch niveau. Plan

van aanpak op hoofdlijnen. NOC*NSF, Arnhem.

NOC*NSF (2011), Fundament onder de olympische ambities. Sectorplan

sportonderzoek en –onderwijs, 2011-2016. NOC*NSF Arnhem.

Ratten, Vanessa (2010), Sport-based entrepeneurship and sport management. In:

International entrepeneurship and management journal. Springer, Boston.

Richards, Greg (2010), Leisure in the network society. From pseudo events to

hyperfestivity. Inaugural address, Tilburg University.

Rowe, David (2004), Sport, culture and the media. The unruly trinity. Second edition, Open University Press, Berkshire, England.

Schotanus, Friso (2011). Pakketten op maat voor partners in sport. De commerciële activiteiten van NOC*NSF. In: Sport & Strategie, september 2011.

Slack, Trevor red. (2004), The commercialisation of sport. Routledge, Oxon. Sociaal en Cultureel Planbureau (2008), Rapportage sport. SCP, Den Haag

Spaaij, Ramón en Hans Westerbeek (2010), Sport business and social capital; a contradiction in terms? In: Sport in society, 13;9, pp. 1356-1373.

Stokvis, Ruud (2003), Sport, publiek en de media. Aksant, Amsterdam.

Tns nipo (2011), Slechts kwart Nederlandse bevolking loopt warm voor organisatie Olympische Spelen 2028. In: Sport & Strategie, oktober 2011.

Trommel, Willem (2009). Gulzig bestuur. Oratie Beleids- en bestuurswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam.

Twynstra Gudde, Nieuwe Gracht (2008). Schetsboek voor Olympische plannen. Bureau Nieuwe Gracht, Utrecht.

Van Es Marketing services (2010), Marketingrapport fitnessbranche 2010. Verhoef, P.C. & P. Leeflang (2009), Understanding the marketing department’s

influence within the firm. In: Journal of Marketing, 73 (2), 14-37.

Vogelaar, D. (2010). Economische impact Le Grand Départ du Tour de France

2010. Eindscriptie Hogeschool Rotterdam, opleiding Commerciële economie,

Rotterdam.

Westerbeek, Hans, M. Nicholson, A. Smith, B Stewart & R. Hoye (2006),

Sportmanagement: grondbeginselen en toepassingen. Arko Sports Media:

Nieuwegein.

Westerbeek, Hans (2010), Commercial sport and local communities: a market niche for social sport business? In: Sport in society, 13;9, pp. 1411-1415.

Geraadpleegde websites www.adformatie.nl www.csr-insport.com www.crrconference.org www.london2012.com www.nikebiz.com www.respons.nl www.sportandsocialresponsibility.com www.sport.infonu.nl www.CBSstatline.nl

Curriculum Vitae

Mark van den Heuvel (1959) studeerde psychologie aan de Universiteit Utrecht. Na zijn studie kreeg hij een promotieplaats bij de toen net opgerichte vakgroep Vrijetijdwetenschappen van de Universiteit Tilburg. In 1993 promoveerde hij op een proefschrift over de ontwikkeling van de naoorlogse jeugdcultuur in moderniserend Nederland, met als case-study de stad Tilburg. Na zijn promotie bleef hij verbonden aan de vakgroep als docent en onderzoeker. Hij was verantwoordelijk voor het opzetten en uitvoeren van derdegeldstroom onderzoek, dat in opdracht van externe partijen, zoals gemeenten, ministeries, maatschappelijke organisaties, werd verricht. In 1999 maakte hij de overstap naar Diopter Janssens & Van Bottenburg bv, een onderzoeksbureau gespecialiseerd in sport.

Dit bureau ging in 2002 op in het Mulier Instituut, een landelijk opererend sociaal wetenschappelijk sportonderzoek instituut. Van den Heuvel bleef tot 2008 hieraan verbonden. Bij het Mulier instituut verrichte hij (beleids) onderzoek en adviseerde hij op een groot aantal terreinen binnen de sport; sport en media, doping in de sport, economische en sociale impact van sportevenementen, stedelijke ontwikkeling en sport enzovoort. In 2008 verliet hij het Mulier Instituut en startte een eigen bureau: Remarkable Research, sport en leisure consultancy. Het lectorschap bij Fontys combineert hij met dit bureau.

In document It's all in our game (pagina 37-45)