• No results found

Als promoveren niet alleen over onderzoek gaat, maar ook over persoonlijke ontwikkeling is wat mij betreft mijn promotieproject geslaagd. Het was een moeilijke periode en juist dan leer je veel over jezelf en over anderen. Ik wil alle mensen die me in deze periode gesteund hebben in het doorzetten en afronden van mijn promotieproject heel hartelijk bedanken.

Op de eerste plaats wil ik mijn mentor Henk Trum (TU/e) heel hartelijk bedanken voor de continue steun, speciaal in de periode dat mijn project bijna nergens meer naar toe leek te gaan en ik er bijna mee wilde stoppen. Voor zijn hartelijkheid. Voor de discussies over het lichtvak, voor zijn commentaar op mijn teksten en voor zijn suggesties. En vooral bij de hulp om het licht in de tunnel te vinden.

Mijn promotor Martin de Wit dank ik voor zijn geloof en wetenschappelijk vertouwen in mij en voor zijn hulp om opnieuw de draad van de promotie op te pakken door mijn promotor te worden en voor zijn hulp om door alle ingewikkelde situaties heen te komen. En ook voor zijn waardevolle commentaren op mijn teksten.

Alle leden van de kerncommissie voor hun goede inspanningen om mij te helpen: Mijn tweede promotor Gerard Kerkhof (UvA) voor zijn waardevolle suggesties over het manuscript en zijn nuttige en vooral kritische en uitdagende vragen over het onderzoek en de analyses. Domien Beersma (RUG) voor zijn grote hulp in een moeilijke fase van de promotie, voor zijn waardevolle commentaar en discussie. Ook voor zijn deskundige hulp in de vroegere fasen van mijn promotieonderzoek. Cees Midden (TU/e) voor zijn waardevolle opmerkingen en voorstellen voor verbetering van teksten, en voor nuttige vragen om na te denken over de methodologie van het onderzoek. En tenslotte Ton Coenen, mijn afstudeerhoogleraar van de RU, voor zijn steun in de moeilijke fase van mijn promotie, voor het meedenken over de goede weg en voor het becommentariëren van het manuscript.

Ook wil ik alle proefpersonen heel hartelijk bedanken voor het meewerken in lange experimentele dagen, die vermoeiend en monotoon konden zijn.

Collega’s van het Epilepsie- en Slaap- en Waak Centrum Kempenhaeghe:

Johan Arends, omdat hij zo open stond voor de niet gebruikelijke samenwerking tussen de afdeling Klinische Neurofysiologie van Kempenhaeghe en de unit Building Physics and Systems van de faculteit Bouwkunde van de TU/e. Pauly Ossenblok voor het coördineren van de hulp bij fysiologische metingen in mijn promotie-experimenten, vanuit Kempenhaeghe. Loan Kho en Nanny Duis en alle laboranten voor hun hulp bij het leren en het interpreteren van de EEG-metingen, in het organiseren van de EEG benodigdheden en voor hulp in de analyse van de EEG metingen uit de experimentele sessies. Peter Bijkerk voor zijn hulp bij de installatie van de hardware en software van de EEG-metingen op de TU/e locatie en voor zijn ondersteuning bij technische problemen. Roy Krijn voor het programmeren van de software voor de EEG assessment. Guus Declerck voor zijn hulp bij het interpreteren van de EEG resultaten en voor zijn uitleg over de belangrijke aspecten van de analyse van alertheid in een EEG.

Mijn lichtcollega’s van TNO, TU/e en SOLG:

Laurens Zonneveldt voor zijn goede zorgen in de beginfase van het project en zijn vriendelijke hulp om me snel thuis te kunnen voelen in de nieuwe omgeving. Ook heel veel dank voor zijn hulp op het gebied van het licht design in de experimentele ruimte. Altijd inspirerend in creatieve ideeën en daglicht promotor. Ellie de Groot, Mariëlle Aarts, Toine Schoutens voor hun collegialiteit en voor het uitwisselen van kennis en ervaringen over licht, werken en meer.

Van Philips Lighting:

Gerrit van den Beld voor het initiëren van het project met blauw licht, zijn hulp bij mijn berekeningen van ’gekleurde‘ lichtcondities en voor goede ideeën en creatieve suggesties in de eerste fase van het schrijven van mijn manuscript. Peter van der Burgt voor hulp bij de berekeningen van ‘blue light hazards’ en lichtcondities, en voor het organiseren van de experimentele verlichting. Ariadne Tenner voor haar redactionele hulp bij het schrijven van mijn allereerste conceptteksten en voor haar hulp bij het opstellen van de lichtcondities in de experimentele ruimte.

Van de RUG:

Marijke Gordijn, omdat zij altijd behulpzaam en aardig was bij alle vragen vanuit het vak. Heel veel dank voor haar hulp in de voorbereidende fase van het onderzoek, in de periode van de analyses en in de afronding van het werk. Ook voor de uitnodigingen naar Haren en heel hartelijk dank voor alle steun in de moeilijke fase van de promotie.

Melanie Rüger (nu in Boston) voor de ’peers‘ steun en voor haar goede hulp bij de opmaak van het proefschrift.

Gilles van Luijtelaar, mijn oude docent van de Radboud Universiteit, voor zijn vriendelijke woorden en mee te denken in de moeilijke fase van mijn promotie.

Jan Engel (CQM) voor zijn wetenschappelijke en vooral daadwerkelijke praktische hulp over de mogelijke keuzes in de statistische analyses.

Peter Boyce for his kindness to review a draft version of my thesis and for his suggestions for improvement.

Aag Jennekens-Schinkel en de collega’s van de Sector Neuropsychologie van WKZ voor hun steun en goede adviezen.

Van de TU/e:

Al mijn collega’s van BPS voor de leuke werksfeer en voor hun persoonlijke en vriendschappelijke steun. Ik ben blij dat ik deze werkervaring als psycholoog in deze Technische Universiteit mocht meemaken. Het heeft mij een ander in- en uitzicht gegeven op werk en onderzoek, vanuit de technisch-wetenschappelijke benadering. Ton Begemann wil ik bedanken dat hij mij heeft aangenomen voor dit PhD project. Paul Rutten en Ferry Bakker voor hun hulp bij het zoeken naar de oplossingen in de laatste fase van mijn onderzoek. Ik wil ook speciaal Jan Diepens bedanken voor het coördineren van de technische help voor het onderzoek. Harrie Smulders voor het programmeren van een fantastische software met de testbatterij. Zonder deze software zou het assessment van de lange testsessies veel moeilijker geweest zijn. Wout van Bommel voor ondersteuning in de experimentele hardware onderdelen en creëren van beveiliging voor de fysiologische metingen. Guus Theuws voor construeren van super oplossingen voor accessoires in de experimentele ruimte.

Alle collega-AIO’s voor de filosofische gesprekken en het samen lachen. De sfeer op het werk en bij de koffietafel was internationaal, omdat we uit verschillende achtergronden kwamen en daarom was het extra leuk. Iedereen bracht daar een eigen culturele bagage mee of een eigen “piece of cake” of iets anders lekkers bij de koffie: Mijn eerste kamergenoten Shauna Mallory-Hill (Canada) en Fayez Al Hassan (in de TU/e Cursor “de romantische Syriër” genoemd); Gerben van de Wel, Fabien van Mook, Emile Goossens, Michel van der Pal, Maxim Ivashkov (WitRusland), Gebhard Friedl (Oostenrijk), Chunxiang Li (China), Mônica Melhado (Brazilië), Dionne

Limpens-Neilen, Marija Trcka (Servië), Myriam Ariës, Ery Djunaedy (Indonesië), Stefan Schoenwald (Duitsland), Afshin Aghaei (Iran) en Azzedine Yahiaoui (Algerije)(speciaal voor zijn herhaalde “sha va?” elke 20 min ).

Monika Machała en Dorota Roszkowska, voor het ontwerp van de buitenkant van mijn proefschrift en de suggestie voor een compactere titel.

Bartek Pogoda for permission to use his beautiful photos in my presentations and posters. And for the inspirations from his exploration of the outside world (almost the whole world) when I was busy with studying the indoor environment.

My colleagues sport-psychologists, Beata Mieńkowska, Aleksander Grickiewicz, Darek Parzelski, Dana Jacoń, Paweł Habrat, Ada Zagórska and all the other people from the sport psychology courses in Poronin, Poland, for friendship, good new experiences, new knowledge and for the enormous, wonder-like energy boost in the period when my psychical and physical energy resources were almost none, after my struggling to go forward with my work.

Emilia en Marinus Groen voor vriendschip en bijna alledaagse stand by. Samen zoeken naar de mogelijkheden als het weer fout ging en ook als het goed ging :) En ook voor heel veel hulp, samen met Alex, in de Engelse teksten van het manuscript.

Moim Rodzicom, zawsze skromnym, za wiare i za wieczna troske nad swoim dzieckiem. Voor mijn Ouders, vooral voor hun steun en in de stille achtergrond altijd waken over hun kind.

Tenslotte, Johan van Kemenade, mijn man, voor alle discussies met hem over licht en onderzoek, voor al zijn commentaar op mijn teksten, voor het schrijven van handige software programma’s voor het inlezen van de experimentele data, voor al zijn steun en optimisme in deze zware periode en voor al het goede van zijn hart.

Ring the bells that still can ring Forget your perfect offering There is a crack, a crack in everything

That's how the light gets in. (from Anthem, Leonard Cohen)