• No results found

De dagelijkse zorg voor kinderen

In document Pedagogisch werkplan bso Kasteel (pagina 32-35)

De stamgroep

Voorop staat dat we opvang aanbieden in kleine groepen. Dit vanwege het borgen van de sociaal emotionele veiligheid, maar ook om het risico op besmetting te verminderen. Op elke vestiging voor dagopvang (kdv) die de noodopvang aanbiedt worden in eerste instantie twee groepen geopend, in twee groepsruimten. Bij voorkeur naast elkaar. Mits uit de aanmeldingen blijkt dat er meerdere groepsruimten opengesteld moeten worden. Voor buitenschoolse opvang (bso) worden altijd meerdere ruimtes gebruikt, ook passend bij de aangeboden activiteiten.

Bij het indelen van de groepen kijken we naar het aantal aanmeldingen en de leeftijden van de kinderen. Daarnaast nemen we de volgende aspecten mee bij het indelen van de groepen. Door hierover na te denken laten we zien dat we het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen voorop stellen:

Kinderen uit één gezin worden indien gewenst zoveel mogelijk opgevangen op dezelfde groep.

Kinderen die komen vanuit één vestiging, waar zij regulier worden opgevangen zoveel mogelijk opvangen in één groep.

In Mijn Bink krijgen de kinderen tijdelijk een andere groep en groepsnaam.

We streven ernaar om niet al te grote groepen te maken. We kiezen dus liever voor 2 groepen met 6 kinderen en 2 pm’ers dan voor 1 groep met 12 kinderen en 2 pm’ers.

Als richtlijn kun je ongeveer de helft van de normale beroepskracht-kindratio (bkr) aanhouden. Dus een peutergroep met maximaal 8 kinderen en 2 pm’ers of een babygroep met maximaal 6 kinderen met 2 pm’ers. 1

Ook op de bso houden we er goed rekening mee dat we geen volle groepen van 20 kinderen maken. Ook hier kiezen we ervoor dat we de kinderen liever verdelen over meerdere pm’ers en meerdere ruimtes. En dan liever 6 kinderen met 1 pm'er dan 14 kinderen met 2 pm’ers in een ruimte.

1We nemen de berekening van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en de maximale groepsgrootte bij groepen in de dagopvang zoals gesteld in het besluit kwaliteit kinderopvang als richtlijn.

Wennen

Deze noodopvang, op soms een andere vestiging en in andere groepssamenstellingen, kan voor kinderen wennen zijn. We kiezen er heel bewust voor te werken in kleine groepen, dit betekent dat kinderen ook sneller vertrouwd raken met elkaar en de pedagogisch medewerker(s). Ook

onderstaande afspraken dragen bij aan het waarborgen van de emotionele veiligheid van de kinderen:

We dragen er, waar mogelijk, zorg voor dat op de noodopvangvestiging voor dagopvang (kdv) de persoonlijke spulletjes van de aanwezige kinderen aanwezig zijn. Denk hierbij aan flessen en spenen en knuffels. Indien het niet mogelijk is om deze spullen op de noodopvang aanwezig te hebben dan vragen we ouders om deze spullen van thuis mee te brengen.

Zowel bij het brengen als het halen van de kinderen is er aandacht en tijd voor de overdracht

ondanks dat de overdracht nu buiten plaatsvindt. Het welbevinden van de kinderen staat centraal bij de overdracht.

De mentor van de aanwezige kinderen zorgt dat zij een korte digitale overdracht maakt van de kinderen die opgevangen worden op de vestiging waar de noodopvang geboden wordt. De mentor checkt extra of alle informatie in Mijn Bink staat, denk aan eventuele allergieën of diëten. De pedagogisch medewerkers die op groep werken zijn verantwoordelijk om deze informatie tot zich te nemen.

We houden de bestaande mentorindeling aan maar er worden geen observaties gedaan tijdens de noodopvang. Het welbevinden van de kinderen staat centraal, daarom vragen we de pm’er om dagelijks goed af te stemmen met ouders. Als er vragen of bijzonderheden zijn deel dit dan ook in de Mijn Bink app.

Nieuw geplaatste kinderen komen in overleg met ouders wennen op de noodlocatie, indien noodopvang echt noodzakelijk is in deze periode. Dit gaat in afstemming met ouders.

Samen groeien

Veel kinderen zijn even hun vaste groep, vaste pedagogisch medewerkers en hun eigen

speelomgeving kwijt. In deze tijdelijke situatie is het belangrijk kinderen zoveel mogelijk gerust te stellen en tijd te nemen voor al deze veranderingen.

Laat kinderen de groep zien en de spelmaterialen, de verschoon-en toiletruimte en de slaapkamers (voor kdv).

Noem steeds weer de namen van iedereen op de groep, kinderen en collega’s zodat kinderen ook snel de namen leren kennen.

Stimuleer samenspel en begeleid kinderen hierbij zodat ze elkaar leren kennen. Interactie tussen kinderen is belangrijk. Door een duidelijk dagritme met rituelen zoals samen lezen en muziek maken ontstaat duidelijkheid en veiligheid. Zorg voor duidelijke afspraken bij eet-en

drinkmomenten, probeer hier de hele groep bij te betrekken.

Blijf kinderen stimuleren zelfstandig te doen wat ze kunnen doen, neem hier de tijd voor.

Er wordt in deze weken op de kinderdagverblijven niet gewerkt met het programma Spelend Ontwikkelen zoals we gewend zijn. Het werken in thema’s verdwijnt naar de achtergrond. Toch kunnen de pedagogisch medewerkers nog steeds gebruik maken van de voorbereide activiteiten en de materialen zoals memory die de peutergroepen allemaal hebben gekregen. Door structureel activiteiten aan te bieden blijf je in het ritme dat kinderen gewend zijn, dat draagt bij aan rust en veiligheid. Buiten spelen en lekker veel bewegen is en blijft belangrijk. Voor veel kinderen is de buitenspeelruimte onbekend. Neem de tijd om kinderen de ruimte buiten en de speelmaterialen te laten zien. Wil je de kinderen als klein groepje juist een beetje bij elkaar houden zorg dan voor klein materiaal zoals bellenblaas en stoepkrijt, doe groepsspelletjes met een bal en maak een parcours door de tuin.

Dagindeling

Alle pedagogisch medewerkers werken volgens het algemeen pedagogisch beleid van Bink en streven ernaar zo veel mogelijk te werken volgens het pedagogisch werkplan van de vestiging waar de noodopvang plaatsvindt. Het dagritme is grotendeels hetzelfde als tijdens de reguliere opvang.

De kinderen beginnen hun dag met het afscheid nemen van hun ouders en het begroeten van de pedagogisch medewerkers en de andere kinderen. Het afscheid nemen van hun ouders gebeurt buiten en tussen ouders en pedagogisch medewerkers is een afstand van minimaal 1,5 meter. Dit is een andere situatie dan tijdens de reguliere opvang. Het is vooral van belang dat de pedagogisch medewerkers aandacht hebben voor de kinderen en zij een gevoel van een warm ontvangst krijgen.

Hierbij kan het benoemen van emoties, gevoelens en de situatie kinderen helpen. Het is goed dat je als pedagogisch medewerkers hiervan bewust bent. Zelf rustig zijn is tevens helpend voor het kind om goed met deze overgangssituatie om te gaan. Uiteraard is er gelegenheid voor de ouders om belangrijke zaken voor de overdracht met de pedagogisch medewerker te bespreken.

Samen met de pedagogisch medewerker gaan de kinderen mee naar de groepsruimte. De ruimte is door de pedagogisch medewerker zo voorbereid dat kinderen uitgenodigd worden om te gaan spelen. De pedagogisch medewerker is er voor de kinderen en toont nabijheid en betrokkenheid.

De maaltijd

Tijdens de noodopvang worden er geen warme maaltijden aangeboden. Uiteraard krijgen de baby’s wel opgewarmd eten, dat ouders meegeven vanuit huis.

Activiteiten buiten de stamgroep

Tijdens de noodopvang is het uitgangspunt dat er geen grote groepen kinderen en volwassenen in één ruimte samen zijn. Het is dus niet de bedoeling dat er gezamenlijk in de hal gespeeld wordt.

Uiteraard kunnen pedagogisch medewerkers met elkaar afstemmen wie van welke ruimtes buiten de stamgroep gebruik wil maken en afspraken hierover maken.

Buiten spelen en Activiteiten buitenhuis (uitstapjes) (toevoeging)

Samen met kinderen de natuur op zoeken is fijn en ook in deze tijd mogelijk. Samen met de kinderen naar de bso of de hei mag. Houd je hierbij wel aan een verruimde bkr en ga op het kdv nooit alleen met kinderen op uitstap. Ga in kleine groepjes en zoek de rustige plaatsen op. Ga niet naar drukke speeltuinen of natuurgebieden en ga niet naar plaatsen (winkels, supermarkt) waar veel mensen bij elkaar komen. In de tuin spelen kan natuurlijk altijd.

In document Pedagogisch werkplan bso Kasteel (pagina 32-35)