In Hoofdstuk 9 wordt de prognostische waarde van rechter ventrikel dysfunctie beschreven. Zeven studies die gebruik hebben gemaakt van echocardiografie om rechter ventrikel dysfunctie te diagnosticeren werden beoordeeld en zij tonen dat er een associatie is tussen rechter ventrikel dysfunctie en de prognose van longembolie in normotensieve patiënten. Of deze bevindingen ook tot nut zijn in de kliniek voor het toepassen van agressievere behandelingen, moet nog worden vastgesteld. Tot nu toe zijn de resultaten van de studies die spiraal CT‐scan hebben gebruikt voor het beoordelen van rechter ventrikel dysfunctie te beperkt om daar definitieve conclusies uit te trekken voor de normotensieve patiënten groep.
Wat betreft chronische tromboembolische pulmonale hypertensie, steunen onze bevindingen uit Hoofdstuk 10 geen actieve en systematische screening voor deze ziekte in patiënten met een recente episode van longembolie in de voorgeschiedenis. Slechts een patiënt van de 110 patiënten (0,9%; 95% CI 0,02‐4,96%) uit deze patiënten groep was bekend met CTPH, en deze patiënt was reeds gediagnosticeerd voor aanvang van ons onderzoek. Echter, laagdrempelig handelen in patiënten die klachten van inspannings gebonden kortademigheid hebben ontwikkeld na een longembolie wordt aanbevolen. Hoofdstuk 11 beschrijft hoe patiënten met een longembolie worden behandeld in Nederland in 2006. In totaal wordt 94% van alle 140 patiënten met een longembolie opgenomen met een gemiddelde opnameduur van 8,2 dagen (range 1‐52 dagen). Het was niet duidelijk wat de overwegingen waren van de artsen om patiënten te behandelen in het ziekenhuis voor een bepaalde periode, maar het zou een routinematig beleid voor patiënten met een longembolie kunnen zijn, meer dan klinische overwegingen. De behandelingsduur van secundaire profylaxe met vitamine K antagonisten was meestal 6 tot 12 maanden en de behandelingsduur werd voornamelijk bepaald door de bekende risicofactoren, zoals de aanwezigheid van een maligniteit of een veneuze trombo‐embolie in de voorgeschiedenis.
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
Dankwoord
172
DANKWOORD
Bachs Goldberg variaties zijn geschreven voor een Russische ambassadeur, graaf Hermann Carl von Keyserlingk. Wanneer de graaf last had van slapeloosheid, liet hij zijn klavecinist Johann Gottlieb Goldberg een paar van de variaties spelen. Zijn dank voor de kwaliteit van de compositie was zo groot dat hij Bach een gouden beker schonk, gevuld met honderd gouden penningen.
Ook ik ben mijn promotor Harry Büller zeer veel dank verschuldigd, voor het mij wegwijs maken in de wereld van de wetenschap. Mijn bewondering voor de unieke verzameling van kwaliteiten gebundeld in deze persoon is grenzeloos en ik ben vereerd dat mij de mogelijkheid is geboden te promoveren bij de professor die is benoemd tot akademie hoogleraar van het jaar 2008.
Mijn beide copromotores zijn ook onmisbaar geweest bij het tot stand komen van dit proefschrift. Victor Gerdes heeft mij gedurende mijn promotietraject voortdurend weten te motiveren door zijn oneindige geduld, rust en doordachtzaamheid. Met zijn onafhankelijke geest heeft hij de essentie van wetenschappelijk onderzoek voor mij helder gemaakt. De vurige en ambitieuze houding van Maaike Söhne heeft mij gestimuleerd in het streven naar de hoogste kwaliteit. Ook haar eerlijkheid en oprechtheid heb ik ontzettend gewaardeerd.
Mede door zijn liefde voor de muziek, maar meer nog door zijn bevlogenheid en overtuigingskracht heeft Dees Brandjes mij het nut van wetenschappelijke vorming doen inzien, waarvoor ik hem zeer dankbaar ben. Ook veel dank aan de overige leden van de promotiecommissie, professoren Marcel Levi, Mark Kramer, Patrick Bossuyt en Liesbeth Bel, voor het kritisch beoordelen van dit proefschrift en hun bereidheid om zitting te nemen in de promotiecommissie.
Daarnaast wil ik graag alle collega promovendi bedanken voor de fantastische tijd die we hebben gehad. In het bijzonder denk ik daarbij aan Frederiek van Doormaal, Michiel Coppens, Hans Avis, Renée Douma, Ward van Beers, Roeland Huijgen, Danny Cohn, Olav de Peuter, Anouk van der Graaf, Marijn Meuwese, Fatima Akdim, Nanne Frenkel, Geerte van Sluis, Ester Löwenberg en Bas van den Bogaard.
173 D ANKWO O R D
Mijn dank gaat ook uit naar Menno Huisman, Ton Lensing, Harriët Heijboer, Paolo Prandoni, Edwin van Beek, Dees Brandjes, Rianne Koopman, Philomeen Kuijer, Franktien Turkstra, Roderik Kraaijenhagen, Bernd‐Jan Sanson, Marco de Groot, Melvin Mac Gillavry, Marije ten Wolde, Enrico Bernardi, Maaike Söhne, Marnix Hoppener, Dalia El Kheir en Marieke Kruip, wiens proefschriften mijn omslag sieren. Deze indrukwekkende namenrij is mij voorgegaan in het optimaliseren van het thema ‘diagnostiek en prognose van veneuze trombo‐embolie’, en ik weet zeker dat Renée Douma hieraan een prachtig vervolg zal geven!
Daarnaast zijn er vele anderen bij dit proefschrift betrokken geweest, die ik graag wil bedanken. Op het trialbureau Belia Rekké, Liesbeth Huizen en Trees Groeneveld en op het vaatcentrum Marja Pannekoek en Aart Terpstra. Bij Erik‐Jan van den Dool en Joost Meijers kon ik altijd terecht voor al mijn laboratorium vragen en zonder de secretariële ondersteuning van Marianna Veendorp, Joyce Jansen en Debbie Visser was ik nergens geweest. Ook Elizabeth Antwi verdient lof voor haar positieve levensinstelling en de zorg voor onze ruimtes. De studenten Lishia Oei, Daphne Boom en Floor van Dijk, hebben mij buitengewoon goed geholpen door het soms saaie maar zeer nuttige werk dat ze hebben verricht.
Op 8 oktober zullen Christian Gibson en John Reyn mij terzijde staan. Ik ben verschrikkelijk trots dat zij naast de (groot)vaderrol nu ook de taak van paranimf op zich willen nemen. Tot slot wil ik mijn ouders, broertjes en zussen bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun. Lieve Jan‐Joost, het leven met jou was al prachtig, maar de komst van Jasmijn en Abel in ons gezin heeft de afgelopen tijd extra bijzonder gemaakt. Nadine Gibson Marigny‐Marmande, 8 augustus 2008