• No results found

Met het CVBB naar een betere waterk walit eit

In document JAARVERSLAG 2019 (pagina 94-99)

De MAP-meetpunten in Vlaams-Brabant en het nieuwe mestactieplan

Via het MAP-meetnet volgt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de waterkwaliteit in landbouwgebied op. Hier worden maandelijks op vaste meetlocaties, de zogenaamde MAP -meetpunten, de nitraat- en fosfaatconcentraties bepaald. De nitraatconcentraties worden afgetoetst aan de Europese norm van 50 mg nitraat per liter, de fosforconcentraties aan een norm tussen 0.07

Tabel 4.2.1 toont de Vlaams-Brabantse MAP-meetpunten die rood kleurden gedurende het winterjaar 2018-2019 en de laatste kolom van de tabel geeft aan hoeveel keer elk van deze meetpunten tijdens deze periode boven de Europese norm van 50 mg nitraat per liter ging.

Tabel 4.2.1: Rode MAP-meetpunten in Vlaams-Brabant van winterjaar 2018-2019.

MAP-meetpunt Gemeente Aantal OV

Vlaams-Brabant eindigde het winterjaar 2018-2019 met 22 rode MAP-meetpunten. Gezien er 109

MAP-meetpunten in Vlaams-Brabant steeg hierdoor ten opzichte van de vorige winterjaren. Figuur 4.2.1 toont de ligging van de deze meetpunten.

Figuur 4.2.1: Rode MAP-meetpunten in Vlaams-Brabant van winterjaar 2018-2019.

Het doel beschreven in het vorige mestactieplan (MAP) was om tegen 2018 te komen tot maximaal 5% rode MAP-meetpunten op Vlaams niveau, maar deze doelstelling is niet gehaald. Het winterjaar 2018-2019 eindigde namelijk op 38% rode MAP-meetpunten.

Midden 2019 werd er een nieuw mestactieplan goedgekeurd en zag MAP 6 het levenslicht. Met MAP 6 worden nog meer gerichte maatregelen genomen om de waterkwaliteit te verbeteren. In dit actieprogramma wordt heel Vlaanderen ingedeeld in afstroomzones. Deze afstroomzones lopen grotendeels gelijk met de vroegere VHA-zones. Elke afstroomzone wordt vervolgens ingedeeld in verschillende gebiedstypes. Deze indeling wordt gemaakt op basis van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater van de voorbije jaren. Deze waterkwaliteit wordt gebaseerd op de offic iële metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij.

In tegenstelling tot MAP 5 wordt er niet gewerkt met overschrijdingen (hoger dan 50 mg nitraat per liter) maar met gemiddelde meetwaarden. Over een bepaalde periode wordt de gemiddelde nitraatconcentratie bepaalt aan een MAP-meetpunt en vervolgens wordt voor diezelfde periode een gemiddelde berekend voor alle MAP-meetpunten binnen een bepaalde afstroomzone. Afhankelijk van dat gemiddelde, wordt de afstroomzone ingedeeld in gebiedstype 0, 1, 2 of 3. In gebiedstype 0 (gemiddelde lager dan 18 mg nitraat per liter) is de oppervlaktewaterkwaliteit voldoende goed en is het doel al bereikt. In gebiedstypes 1, 2 en 3 is de oppervlaktewaterkwaliteit ondermaats (hoger dan 18 mg nitraat per liter) en worden er extra maatregelen opgelegd. In afstroomzones waar ook hogere en stijgende nitraatgehaltes worden gemeten in het grondwater, kan het gebiedstype verhoogd worden.

De indeling van het oppervlakte- en grondwater vormen samen de uiteindelijke indeling in gebiedstypes zoals op Figuur 4.2.2 wordt weergegeven.

Figuur 4.2.2: Opdeling afstroomzones in gebiedstypes van 2019 tot 2020. De zwarte lijnen zijn de gemeentegrenzen. Gebiedstype 0 (=groen), gebiedstype 1 (=geel), gebiedstype 2 (=oranje) en gebiedstype 3 (=rood).

Het CVBB doet al jaren extra nitraatmetingen op verschillende locaties stroomopwaarts van de rode MAP-meetpunten met als doel om de mogelijke oorzaken van nitraatverontreiniging op te sporen.

Figuur 4.2.3 toont de oorzaken van te hoge nitraatconcentraties aan de rode MAP -meetpunten in het winterjaar 2018-2019.

Figuur 4.2.3: Indeling oorzak en rode MAP-meetpunten in Vlaams-Brabant (winterjaar 2018-2019).

Op waterkwaliteitsgroepen (=samenwerkingsverbanden tussen de landbouwers en het CVBB) worden de eigen meetresultaten en de beïnvloedende factoren op de waterkwaliteit in het afstroomgebied besproken.

Met MAP 6 zijn de kaarten opnieuw geschud. Waar rond rode MAP-meetpunten al veel informatie werd verzamelend, zijn er ook enkele meetpunten, die voordien altijd groen waren, nu wel belangrijk geworden zijn omdat ze de gemiddelde waarde in de afstroomzone omhoog trekk en. Ook deze

‘nieuwe’ meetpunten zijn dus via extra metingen verkend om een beeld te verkrijgen van de lokale situatie.

50%

23%

23%

4% Landbouwpraktijk

via drainage Bronnen

Landbouwpraktijk natuurlijk

Onbekend

Naast de nitraatconcentratie wordt ook de fosfaatconcentratie aan de MAP -meetpunten bepaald. In winterjaar 2018-2019 liet 60% van de MAP-meetpunten meetresultaten boven de norm optekenen. Als testcase worden door het CVBB sinds 2017 enkele locaties stroomopwaarts van MAP -meetpunten bemonsterd naar orthofosfaatconcentratie. Deze locaties verschillen van jaar tot jaar. Tabel 4.2.2 geeft de MAP-meetpunten weer die in 2019 werden opgevolgd. Algemeen worden hogere fosfaatwaarden meestal stroomopwaarts van de MAP-meetpunten gemeten, vooral waar huishoudelijk afvalwater in de waterloop terechtkomt, al is dit niet eenduidig voor alle MAP-meetpunten.

Tabel 4.2.2: Opgevolgde MAP-meetpunten voor orthofosfaatconcentratie door het CVBB in 2019.

MAP-meetpunt Gemeente

Nabij het MAP-meetpunt 426605 in Kortenaken werden in 2018 drie peilbuizen geplaatst waarmee ondiep grondwater kan opgepompt worden. Als aanvulling op de metingen van de nitraatconcentratie in de waterloop kan het ook nuttig zijn om een beeld te krijgen van de nitraatconcentratie van het ondiepe grondwater in het afstroomgebied van het MAP-meetpunt. Deze peilbuizen werden in 2019 samen met het oppervlaktewater maandelijks opgevolgd.

Intensieve aanpak

Rond enkele minder goed scorende MAP-meetpunten wordt de bemesting van de omliggende landbouwpercelen opgevolgd. Binnen het CVBB wordt dit de intensieve aanpak genoemd. Op deze percelen worden in het voorjaar bodemstalen genomen. De landbouwer ontvangt dan een bemestingsadvies dat is afgestemd op de geplande teelt. Tijdens het groeiseizoen kan eventueel nog een tussenstaal genomen worden om te bekijken of bijbemesting nodig is. De bedoeling is dat de MAP-meetpunt en ervaringen van de vorige jaren.

Individuele bedrijfsbegeleiding

Vlaamse land- en tuinbouwers kunnen bij het CVBB begeleiding aanvragen om perceelsspecifiek de bemesting te optimaliseren. De begeleiding bestaat uit een pakket ter waarde van 350 euro, waarvan het CVBB 300 euro subsidieert. Als land- en tuinbouwer betaal je slechts 50 euro en de btw (6%) op het totale bedrag. De begeleiding gebeurt vanuit de praktijkcentra land- en tuinbouw en hun meewerkende partners. Het pakket bestaat uit één of meerdere bedrijfsbezoeken, waarbij de bemestingsstrategie kan besproken worden. De rest van het pakket kan aangevuld worden met relevante (niet-verplichte) bodem- of mestanalyses. De landbouwer kan zelf kiezen door welk proefcentrum hij begeleid wil worden. In de witloofteelt zijn er echter over het algemeen weinig problemen met het nitraatresidu dus kreeg de Nationale Proeftuin voor Witloof in 2019 geen aanvragen.

Communicatie

Communicatie over duurzame bemesting en sensibilisering zijn uiteraard belangrijk voor onze werking. Ook in 2019 werkte het CVBB Vlaams -Brabant mee aan verschillende artikels. Om de aanpak en werking van het CVBB te verduidelijken werden ook voordrachten op infoavonden van derden gegeven. Vaak werd dan ook ingegaan op de situatie van de MAP -meetpunten in de betreffende regio. Een overzicht van de artikels en voorlichting is te vinden in het hoofdstuk

‘Activiteiten en voorlichting’.

Op de website van het CVBB (www.cvbb.be) zijn naast nuttige informatie over de werking van het CVBB ook alle nieuwsberichten, rapporten en artikels van het CVBB terug te vinden. Daarnaast kan de landbouwer via de website op een eenvoudige manier bedrijfsbegeleiding bemesting aanvragen bij een begeleidende instantie naar keuze. Via de website blijf je ook op de hoogte van nieuwsberichten over duurzame bemesting van onze partners en het verschijnen van artikels en filmpjes.

Financiering: CVBB

Activiteiten en

voorlichting

In document JAARVERSLAG 2019 (pagina 94-99)