• No results found

Toelichting bij de vragenlijst

B. Contact met de huisarts

Een aantal van onderstaande vragen gaat over contacten met de huisarts. Het gaat hierbij om alle bezoeken op het spreekuur, visites van de huisarts bij u thuis, en ook om telefonische consulten. Ook indien u contact heeft gehad met de vervanger van uw eigen huisarts, moet u dit contact meetellen. Verlenging van recepten moet u echter niet meetellen.

3. Heeft u in 2015 voor uzelf contact gehad met de huisarts?  Nee  ga door naar vraag 31 (Onderdeel C)  Ja

De volgende vragen gaan over een aantal aandoeningen waarover u mogelijk voor uzelf in 2015 met de huisarts contact heeft gehad.

Hoesten

4. Heeft u in 2015 voor uzelf contact gehad met de huisarts voor hoesten? Het gaat hierbij om hoestklachten die korter dan drie weken duurden.

 Nee  ga door naar vraag 13  Ja

De volgende vragen gaan over uw contact met de huisarts voor uw hoesten. Wij vragen u om de volgende vragen te beantwoorden over de laatste keer dat u voor uzelf in 2015 hierover contact had met de huisarts.

5. Toen u contact had met de huisarts voor uw hoesten...

helemaal niet eigenlijk niet

eigenlijk wel

helemaal wel

hoopte u dat de huisarts u antibiotica zou voorschrijven    

verwachtte u dat de huisarts u antibiotica zou voorschrijven     hebt u de huisarts gevraagd om antibiotica voor te schrijven    

6. Voor mijn hoesten heeft de huisarts...

ja nee weet ik niet / n.v.t.

uitgelegd dat het vanzelf over kon gaan   

het advies gegeven om regelmatig iets te drinken   

het advies gegeven om te stoppen met roken   

het advies gegeven zo min mogelijk de keel te schrapen    bloed verkregen met vingerprik (test voor longontsteking)   

7. Bij het contact met de huisarts voor mijn hoesten is gesproken over het gebruik van antibiotica.  Nee  ga door naar vraag 9

 Ja

8. Bij het contact met de huisarts voor mijn hoesten werd mij om mijn mening over het gebruik van antibiotica gevraagd.  Helemaal niet  Eigenlijk niet  Eigenlijk wel  Helemaal wel  Weet niet

9. Heeft u voor uw hoesten antibiotica voorgeschreven gekregen van de huisarts?  Nee

 Ja, voor direct gebruik  Ja, voor later gebruik

10. Wie heeft de beslissing genomen om wel of geen antibiotica voor te schrijven voor uw hoesten?  Ik alleen

 Ik meer dan de huisarts  De huisarts en ik even veel  De huisarts meer dan ik  De huisarts alleen

11. In hoeverre was u het er mee eens dat u wel of geen antibiotica voorgeschreven kreeg voor uw hoesten?  Helemaal mee oneens

 Mee oneens

 Niet mee oneens/niet mee eens  Mee eens

 Helemaal mee eens

12. Ik voelde mij gerustgesteld door het contact met de huisarts over mijn hoesten.  Helemaal mee oneens

 Mee oneens

 Niet mee oneens/niet mee eens  Mee eens

 Helemaal mee eens Neus-bijholteontsteking

13. Heeft u in 2015 voor uzelf contact gehad met de huisarts voor neus-bijholteontsteking? U heeft een neus-

bijholteontsteking wanneer u bij een lopende, snotterige of verstopte neus extra klachten heeft, zoals pijn/druk in uw gezicht voelen of minder ruiken.

 Nee  ga door naar vraag 22  Ja

De volgende vragen gaan over uw contact met de huisarts voor uw neus-bijholteontsteking. Wij vragen u om de volgende vragen te beantwoorden over de laatste keer dat u voor uzelf in 2015 hierover contact had met de huisarts.

14. Toen u contact had met de huisarts voor uw neus-bijholteontsteking... helemaal niet eigenlijk niet eigenlijk wel helemaal wel

hoopte u dat de huisarts u antibiotica zou voorschrijven    

verwachtte u dat de huisarts u antibiotica zou voorschrijven     hebt u de huisarts gevraagd om antibiotica voor te schrijven    

15. Voor mijn neus-bijholteontsteking heeft de huisarts...

ja nee weet ik niet / n.v.t.

uitgelegd dat het vanzelf over kon gaan   

het advies gegeven om een zoutoplossing te gebruiken   

het advies gegeven om twee of drie keer per dag te stomen   

het advies gegeven om neusdruppels of neusspray te gebruiken    het advies gegeven om een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) te gebruiken   

16. Bij het contact met de huisarts voor mijn neus-bijholteontsteking is gesproken over het gebruik van antibiotica.  Nee  ga door naar vraag 18

 Ja

17. Bij het contact met de huisarts voor mijn neus-bijholteontsteking werd mij om mijn mening over het gebruik van antibiotica gevraagd.  Helemaal niet  Eigenlijk niet  Eigenlijk wel  Helemaal wel  Weet niet

18. Heeft u voor uw neus-bijholteontsteking antibiotica voorgeschreven gekregen van de huisarts?  Nee

 Ja, voor direct gebruik  Ja, voor later gebruik

19. Wie heeft de beslissing genomen om wel of geen antibiotica voor te schrijven voor uw neus-bijholteontsteking?  Ik alleen

 Ik meer dan de huisarts  De huisarts en ik even veel  De huisarts meer dan ik  De huisarts alleen

20. In hoeverre was u het er mee eens dat u wel of geen antibiotica voorgeschreven kreeg voor uw neus- bijholteontsteking?

 Helemaal mee oneens  Mee oneens

 Niet mee oneens/niet mee eens  Mee eens

21. Ik voelde mij gerustgesteld door het contact met de huisarts over mijn neus-bijholteontsteking.  Helemaal mee oneens

 Mee oneens

 Niet mee oneens/niet mee eens  Mee eens

 Helemaal mee eens

Blaasontsteking

22. Heeft u in 2015 voor uzelf contact gehad met de huisarts voor blaasontsteking? Verschijnselen van

blaasontsteking zijn: pijn bij het plassen, vaker kleine beetjes plassen, pijn in uw rug of onderbuik.

 Nee  ga door naar vraag 31 (Onderdeel C)  Ja

De volgende vragen gaan over uw contact met de huisarts voor uw blaasontsteking. Wij vragen u om de volgende vragen te beantwoorden over de laatste keer dat u voor uzelf in 2015 hierover contact had met de huisarts.

23. Toen u contact had met de huisarts voor uw blaasontsteking...

helemaal niet eigenlijk niet

eigenlijk wel

helemaal wel

hoopte u dat de huisarts u antibiotica zou voorschrijven    

verwachtte u dat de huisarts u antibiotica zou voorschrijven     hebt u de huisarts gevraagd om antibiotica voor te schrijven    

24. Voor mijn blaasontsteking heeft de huisarts...

ja nee weet ik niet / n.v.t.

uitgelegd dat het vanzelf over kon gaan   

het advies gegeven veel te drinken   

het advies gegeven om eventueel een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol)    te gebruiken

25. Bij het contact met de huisarts voor mijn blaasontsteking is gesproken over het gebruik van antibiotica.  Nee  ga door naar vraag 27

 Ja

26. Bij het contact met de huisarts voor mijn blaasontsteking werd mij om mijn mening over het gebruik van antibiotica gevraagd.  Helemaal niet  Eigenlijk niet  Eigenlijk wel  Helemaal wel  Weet niet

27. Heeft u voor uw blaasontsteking antibiotica voorgeschreven gekregen van de huisarts?  Nee

 Ja, voor direct gebruik  Ja, voor later gebruik

28. Wie heeft de beslissing genomen om wel of geen antibiotica voor te schrijven voor uw blaasontsteking?  Ik alleen

 Ik meer dan de huisarts  De huisarts en ik even veel  De huisarts meer dan ik  De huisarts alleen

29. In hoeverre was u het er mee eens dat u wel of geen antibiotica voorgeschreven kreeg voor uw blaasontsteking?  Helemaal mee oneens

 Mee oneens

 Niet mee oneens/niet mee eens  Mee eens

 Helemaal mee eens

30. Ik voelde mij gerustgesteld door het contact met de huisarts over mijn blaasontsteking.  Helemaal mee oneens

 Mee oneens

 Niet mee oneens/niet mee eens  Mee eens

 Helemaal mee eens