• No results found

61 consulenten merken dit Als er niets meer wordt georganiseerd, is er weinig initiatief om zelf

iets op te zetten of ergens mee door te gaan. Migranten moeten meer onafhankelijk worden, wat volgens de Stuw ook zal leiden tot een betere integratie. Het gebrek aan eigen initiatief is goed merkbaar bij de Turkse groep migranten in de gemeente. Deze groep is al meer dan 20 jaar in Nederland en een grote groep zit nu op een inburgeringstraject om hun Nederlandse taal te verbeteren. Ze zien het belang goed in van de inburgering en vinden dat ze eerder een inburgeringstraject hadden moeten volgen. Zelf hadden ze niet bedacht om een taalcursus te volgen in de 20 jaar dat ze in Nederland aanwezig zijn. Het gebrek aan eigen initiatief is bij deze groep duidelijk aanwezig.

Wat SVMG als laatste obstakel benoemde is het feit dat er een aantal inburgeraars zijn die 6 of 7 keer gezakt zijn voor hun Toets Gesproken Nederlands (TGN), maar niet duidelijk krijgen op welk onderdeel ze zakken. Het grootste probleem is dat TGN via de computer wordt getoetst, dus dat er verschillende oorzaken kunnen zijn waarom mensen zakken, bijvoorbeeld te zacht in de microfoon praten, of te snel, te langzaam, te laat, etc. Na navraag bij de gemeente, bleek dit een omvangrijker probleem te zijn met veel meer inburgeraars met hetzelfde probleem. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) werkt volgens Vluchtelingenwerk, Capabel Taal en de gemeente niet mee om hierbij te helpen. Verschillende opties zijn

aangedragen, zoals een examinator bij het examen of het vrijgeven van de onderdelen met de daarbij horende scores. Op die manier kan er gerichter worden geoefend met de

inburgeraar om ervoor te zorgen dat het examen wel wordt behaald. Vanuit DUO wordt er naar voren gebracht dat er aan gewerkt wordt om ervoor te zorgen dat iedereen het examen kan halen, ook mensen die het moeilijk vinden of waar het niet bij lukt.

62

7. Conclusie

Om de hoofdvraag van het onderzoek te kunnen beantwoorden, zullen eerst de subvragen kort beantwoord worden aangezien de antwoorden in de voorgaande paragrafen ook te vinden zijn. Vervolgens volgen er aanbevelingen voor de gemeente Overbetuwe. Daarna zal er een discussie volgen, waarbij ook het onderzoek worden gereflecteerd en mogelijkheden voor een vervolgonderzoek worden weergegeven.

In welke mate verschilt het integratiebeleid van het Rijk met dat van de gemeente Overbetuwe?

Het beleid gevormd door de Rijksoverheid, het ministerie van VROM/WWI, geeft een leidraad voor gemeenten om hun integratiebeleid te vorm te geven. Het beleid van het ministerie van VROM is, ten opzichte van het gemeentelijke beleid, algemener en minder praktisch in te vullen. De Integratienota stelt doelen die via het beleid van de gemeenten moet worden bereikt, aangezien de Rijksoverheid niet de mogelijkheden heeft om het praktisch uit te voeren. In de Integratienota wordt een lijn uitgezet over hoe de integratie zou moeten verlopen binnen Nederland en wat daarbij belangrijke punten zijn om dit voor elkaar te krijgen, zoals gezien door het ministerie van VROM. Gemeenten zijn daarbinnen vrij om hun eigen beleid vorm te geven en uit te voeren. Het verschil ligt vooral in de uitvoering van het beleid, het gemeentelijke beleid is makkelijker uitvoerbaar en daardoor ook praktischer ingevuld.

De Integratienota stelt dat participatie belangrijk is, wat in het beleid van de gemeente Overbetuwe ook sterk naar voren komt. Niet alleen migranten, maar alle Nederlanders moeten participeren in de samenleving. De gemeente Overbetuwe stelt daarbij dat men moet participeren naar eigen vermogen. Wat de gemeente Overbetuwe in de verschillende

beleidsterreinen naar voren brengt is dat ze doelgroepgericht werkt, iets wat de

Integratienota niet doet. Door verschillende doelgroepen te definiëren, kan er beter inzicht worden verkregen wie het beleid betreft en hoe die doelgroep het beste kan worden

geholpen. Een doelgroepspecifiek beleid kan daardoor effectiever uitpakken. In de gemeente Overbetuwe is er ook geen integratiebeleid, naar een participatiebeleid en een re-integratie en activeringbeleid.

Naast een integratiebeleid is er ook een inburgeringsbeleid in Nederland, zowel op

gemeentelijk niveau als gevormd door de Rijksoverheid. Het Deltaplan inburgering, gevormd door het ministerie van VROM, heeft als doel om de kwaliteit van de inburgering te

verbeteren. Ook werd er aandacht besteed aan de kwantiteit van de inburgering. Er moesten de afgelopen vier jaar zoveel mogelijk migranten op de inburgeringscursus, wat tot nu toe redelijk is gelukt volgens het Directoraat Wonen, Wijken en Integratie. Voor de verbetering van de kwaliteit van de inburgering waren er proeftuinen in het leven geroepen, waarvan in april 2011 het uiteindelijke resultaat naar buiten komt, wat nu de succesfactoren zijn die het leren van taal bevorderen. De gemeente Overbetuwe heeft hieraan ook een bijdrage geleverd via een proeftuin met hoogopgeleiden. Inburgering binnen de gemeente

Overbetuwe wordt vormgegeven via de Wet inburgering en doelt erop om zoveel mogelijk mensen een inburgeringstraject te kunnen aanbieden, zowel oud- als nieuwkomers.

Op welke wijze geeft de inburgeringscursus de juiste ondersteuning om goed te kunnen integreren?

Zoals in het datahoofdstuk is genoemd, zijn migranten blij dat ze naar school mogen om de taal te leren en kennis op te doen over Nederland. De cursus leert vaardigheden om

zelfstandig te kunnen bewegen in Nederland. Deze basisvaardigheden die in de cursus worden bijgebracht zijn nog redelijk basaal om een volledig zelfstandig bestaan in Nederland te kunnen opbouwen. Zo wordt er weinig tot geen aandacht aan solliciteren gegeven of goede internetvaardigheden. Het stuk dat wel wordt behandeld om bij instanties langs te

63