• No results found

Constructieve wijzigingen aan de machine

In document Originele handleiding (pagina 14-0)

2.4 Fundamentele veiligheidsaanwijzingen

2.4.6 Constructieve wijzigingen aan de machine

Niet geautoriseerde constructieve wijzigingen en uitbreidingen kunnen afbreuk doen aan de deugdelijke en veilige werking van de machine. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.

Constructieve wijzigingen en uitbreidingen zijn niet toegestaan.

Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4

2.4.7 Extra uitrustingen en reserveonderdelen

Extra uitrustingen en reserveonderdelen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant, kunnen afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken.

„ Om de veilige werking te waarborgen originele of genormeerde onderdelen gebruiken, die voldoen aan de eisen van de fabrikant.

2.4.8 Werkplekken aan de machine

Meerijdende personen

Meerijdende personen kunnen door de machine ernstig gewond worden of van de machine vallen en worden overreden. Weggeslingerde voorwerpen kunnen meerijdende personen treffen en verwonden.

„ Laat nooit personen op de machine meerijden.

2.4.9 Veilige werking: Technisch onberispelijke toestand

Werking alleen na correcte inbedrijfstelling

Zonder correcte inbedrijfstelling volgens deze handleiding is de veilige werking van de machine niet gewaarborgd. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.

„ De machine alleen na correcte inbedrijfstelling gebruiken, zie Pagina 46.

Technisch onberispelijke toestand van de machine

Ondeskundig onderhoud en ondeskundige instelling kan afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.

„ Alle onderhouds- en instelwerkzaamheden uitvoeren volgens de hoofdstukken Onderhoud en Instelling.

„ Voor alle onderhouds- en instelwerkzaamheden de machine stilzetten en beveiligen, zie Pagina 25.

Gevaar door schade aan de machine

Schade aan de machine kan afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en

ongevallen veroorzaken. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.

Voor de veiligheid zijn de volgende onderdelen van de machine van bijzonder belang:

• Veiligheidsinrichtingen

• Verbindingsinrichtingen

• Verlichting

• Hydrauliek

• Tussenas

2.4 Fundamentele veiligheidsaanwijzingen

Bij twijfel aan de bedrijfsveilige toestand van de machine, bijvoorbeeld bij onverwacht veranderd rijgedrag, zichtbare schade of onverwacht veranderd bedrijfsgedrag:

„ De machine stopzetten en beveiligen, zie Pagina 25.

„ Mogelijke oorzaken voor schade onmiddellijk wegnemen, bijvoorbeeld grove vervuilingen verwijderen of losse schroeven vastdraaien.

„ Bij schade die van invloed kan zijn op de veilige werking en volgens deze handleiding niet zelf kan worden verholpen: schade door een gekwalificeerde vakgarage laten verhelpen.

Technische grenswaarden

Wanneer de technische grenswaarden van de machine niet worden opgevolgd, kan de machine worden beschadigd. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en personen ernstig gewond raken of gedood worden. Het is bijzonder belangrijk voor de veiligheid dat de volgende technische grenswaarden in acht worden genomen:

• maximaal toegestane bedrijfsdruk van de hydrauliek

• maximaal toegestane aandrijftoerental

• maximaal toelaatbare aslasten van de trekker

• maximaal toegestane transporthoogte en -breedte

„ Grenswaarden aanhouden, zie Pagina 39.

2.4.10 Gevarenzones

Bij ingeschakelde machine kan rondom de machine een gevarenzone ontstaan.

Om niet in de gevarenzone van de machine te komen moet minstens de veiligheidsafstand worden aangehouden.

Wanneer de veiligheidsafstand niet wordt aangehouen, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.

„ Schakel de aandrijvingen en de motor alleen in wanneer geen personen de veiligheidsafstand hebben onderschreden.

„ Wanneer personen de veiligheidsafstand onderschrijden, schakel dan de aandrijvingen uit.

„ Bij het manoeuvreren en het werken op het veld de machine stoppen.

De veiligheidsafstand bedraagt:

Bij machine in rangeermodus en modus werken op het veld

Voor de machine 30 m

Achter de machine 5 m

Aan de zijkant van de machine 3 m

Bij ingeschakelde machine zonder rijbeweging

Voor de machine 3 m

Achter de machine 5 m

Aan de zijkant van de machine 3 m

Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4 De hier genoemde veiligheidsafstanden zijn minimum afstanden in het kader van de

reglementaire toepassing. Deze veiligheidsafstanden moeten afhankelijk van de toepassings-en omgevingsvoorwaardtoepassings-en wordtoepassings-en verhoogd.

„ Voorafgaand aan alle werkzaamheden voor en achter de trekker en in de gevarenzone van de machine: De machine stopzetten en beveiligen, zie Pagina 25. Dit geldt ook voor kortdurende controlewerkzaamheden.

„ Houd rekening met de gegevens in alle desbetreffende handleidingen:

• de handleiding van de trekker

• de handleiding van de machine

• de handleiding van de tussenas

Gevarenzone tussenas

Personen kunnen door de tussenas worden gegrepen, naar binnen worden getrokken en ernstig gewond raken.

„ Neem de handleiding van de tussenas in acht.

„ Houd voldoende overlapping van profielbuis en tussenasbescherming aan.

„ Zorg ervoor dat de tussenasbeschermingen zijn aangebracht en dat deze functioneren.

„ Laat de tussenassluitingen vastklikken. De voorziening ter beveiliging tegen onrechtmatig gebruik van de aftakasvork mag geen plaatsen hebben die kunnen grijpen of omwikkelen (bijv. door ringvormige vormgeving, beschermkraag om de borgpen).

„ Voorkom meelopen van de tussenasbescherming door het vastmaken van de kettingen.

„ Controleer of er niemand in de gevarenzone van de aftakas en de tussenas aanwezig is.

„ Controleren of het gekozen toerental en draairichting van de aftakas van de trekker in overeenstemming zijn met het toegestane toerental en draairichting van de machine.

„ Indien te grote hoeken tussen tussenas en aftakas optreden, de aftakas uitschakelen. De machine kan worden beschadigd. Onderdelen kunnen worden weggeslingerd en personen letsel toebrengen.

Gevarenzone aftakas

Personen kunnen door de aftakas en de aangedreven onderdelen worden gegrepen, naar binnen worden getrokken en ernstig worden verwond.

Voordat de aftakas wordt ingeschakeld:

„ Ervoor zorgen dat alle veiligheidsinrichtingen zijn aangebracht en in de beschermende stand zijn gezet.

„ Controleer of er niemand in de gevarenzone van de aftakas en de tussenas aanwezig is.

„ Indien de aandrijvingen niet nodig zijn, de aandrijvingen uitschakelen.

Gevarenzone tussen trekker en machine

Bij verblijf tussen trekker en machine kunnen personen door wegrollen van de trekker, onachtzaamheid of door machinebewegingen ernstig gewond raken of overlijden:

„ Voor alle werkzaamheden tussen de trekker en de machine: de machine stopzetten en beveiligen, zie Pagina 25. Dit geldt ook voor kortdurende controlewerkzaamheden.

„ Wanneer de krachthefboom moet worden bediend, moeten alle personen op afstand van de krachthefboom blijven.

2.4 Fundamentele veiligheidsaanwijzingen

Gevarenzone wegslingerende voorwerpen

Oogstgoed en vreemde voorwerpen kunnen met grote kracht worden weggeslingerd en personen verwonden of doden.

„ Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine wegsturen.

„ Wanneer zich personen in de gevarenzone van de machine bevinden, de aandrijvingen en dieselmotor onmiddellijk uitschakelen.

Gevarenzone bij ingeschakelde aandrijving

Bij ingeschakelde aandrijving bestaat er levensgevaar door bewegende machinedelen. Er mogen zich geen personen in de gevarenzone van de machine ophouden.

„ Vóór het starten van de machine alle personen uit de gevarenzone van de machine wegsturen.

„ Wanneer er een gevaarlijke situatie ontstaat, de aandrijvingen onmiddellijk uitschakelen en personen uit de gevarenzone sturen.

Gevarenzone door nalopende machinedelen

Wanneer machinedelen nalopen, kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden.

Na het uit schakelen van de aandrijvingen, lopen de volgende machinedelen na:

• Tussenassen

• Maaischijven

• Kneuzer

• Transportinrichtingen

„ De machine stopzetten en beveiligen, zie Pagina 25.

„ De machine pas benaderen wanneer alle machinedelen volledig tot stilstand zijn gekomen.

2.4.11 Veiligheidsinrichtingen in goed werkende staat houden

Wanneer veiligheidsinrichtingen ontbreken of beschadigd zijn, kunnen bewegende machinedelen personen ernstig verwonden of doden.

„ Beschadigde veiligheidsinrichtingen vervangen.

„ Gedemonteerde veiligheidsinrichtingen en machinedelen vóór de inbedrijfstelling weer monteren en in de beschermende stand zetten.

„ Bij twijfel of alle veiligheidsinrichtingen correct zijn gemonteerd en deugdelijk werken, een vakgarage een controle laten uitvoeren.

Tussenasbescherming operationeel houden

De overlapping van tussenas en beschermpot aan de machine mag niet minder dan 50 mm bedragen. Deze minimale overlapping is ook noodzakelijk voor veiligheidsinrichtingen van groothoek-tussenas en wanneer koppelingen of andere componenten worden gebruikt.

Wanneer de bediener voor het aansluiten van de tussenas tussen de tussenasbescherming en de beschermpot moet grijpen, moet de vrije ruimte in een niveau minstens 50 mm bedragen. In alle niveaus mag de vrije ruimte niet meer dan 150 mm bedragen.

Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4

2.4.12 Persoonlijke beschermingsmiddelen

Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is een belangrijke veiligheidsmaatregel.

Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke beschermingsmiddelen verhogen het risico van gezondheidsschade en letsel van personen.

Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bijvoorbeeld:

• Geschikte veiligheidshandschoenen

• Veiligheidsschoenen

• Nauwsluitende veiligheidskleding

• Gehoorbescherming

• Veiligheidsbril

• Bij stofvorming: geschikte adembescherming

„ Persoonlijke beschermingsmiddelen voor de desbetreffende werkzaamheid vastleggen en ter beschikking stellen.

„ Alleen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, die zich in deugdelijke toestand bevinden en effectieve bescherming bieden.

„ Persoonlijke beschermingsmiddelen aanpassen aan de persoon, bijvoorbeeld zijn lengte.

„ Ongeschikte kleding en sieraden afdoen (bijv. ringen, kettingen) en bij lang haar een haarnetje dragen.

2.4.13 Veiligheidsaanduidingen aan de machine

Veiligheidsstickers aan de machine waarschuwen voor gevaren op gevaarlijke plaatsen en zijn een belangrijk onderdeel van de veiligheidsuitrusting van de machine. Ontbrekende

veiligheidsstickers verhogen het risico van ernstig en dodelijk letsel van personen.

„ Vervuilde veiligheidsstickers reinigen.

„ Veiligheidsstickers na elke reiniging controleren op volledigheid en leesbaarheid.

„ Ontbrekende, beschadigde en onherkenbaar geworden veiligheidsstickers onmiddellijk vervangen.

„ Vervangingsonderdelen voorzien van de voorgeschreven veiligheidsstickers.

Beschrijvingen, toelichtingen en bestelnummers van de veiligheidsstickers, zie Pagina 27.

2.4.14 Verkeersveiligheid

Gevaren bij rijden op de weg

Wanneer de machine de door het nationale recht voorgeschreven maximale afmetingen en gewichten overschrijdt en niet volgens de voorschriften is verlicht, kunnen tijdens het rijden op de weg andere verkeersdeelnemers in gevaar worden gebracht.

„ Zorg er vóór het rijden op de weg voor dat de maximaal toegelaten afmetingen, gewichten, as-, steun- en aanhanglasten niet worden overschreden die volgens de nationale wetgeving gelden voor het rijden op de openbare weg.

„ Voor het rijden op de weg de desbetreffende verlichting inschakelen en de functie ervan controleren.

„ Voor het rijden op de weg alle afsluitkranen voor de hydraulische voorziening van de machine tussen trekker en machine sluiten.

„ Voor eht rijden op de weg de besturingsapparaten van de trekker in neutrale stand brengen en vergrendelen.

2.4 Fundamentele veiligheidsaanwijzingen

Gevaren bij het rijden op de weg en in het veld

Aangekoppelde en aangebouwde machines veranderen de rijeigenschappen van de trekker. De rijeigenschappen zijn ook afhankelijk van de bedrijfstoestand en van de ondergrond. Wanneer de bestuurder geen rekening houdt met veranderde rijeigenschappen, kan hij ongevallen veroorzaken.

„ Neem de maatregelen voor het rijden op de weg en in het veld in acht, zie Pagina 62.

Gevaren bij niet-correct voorbereide machine voor het rijden op de weg

Wanneer de machine niet correct voor het rijden op de weg wordt voorbereid, kunnen ernstige ongevallen in het wegverkeer hiervan het gevolg zijn.

„ Telkens voor het rijden op de weg de machine hiervoor voorbereiden, zie Pagina 63.

Gevaren bij het rijden door bochten met gemonteerde machine en door de totale breedte

Door het uitzwenken van de machine bij het rijden door bochten en door de totale breedte kunnen ongevallen worden veroorzaakt.

„ De totale breedte van de trekker-machine-combinatie in acht nemen.

„ Rekening houden met het grotere zwenkbereik bij het rijden door bochten.

„ Bij het afbuigen bedacht zijn op personen, tegenliggend verkeer en hindernissen.

Gevaar bij de werking van de machine op een helling.

De machine kan bij de werking op een helling kantelen. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.

„ Alleen op een helling werken en rijden als de bodem van de helling vlak is en wanneer gegarandeerd is dat de banden grip hebben op de bodem.

„ De machine met geringe snelheid omkeren. Een grote bocht rijden bij het omkeren.

„ Dwars op de helling rijden vermijden omdat vooral door de extra lading en het uitvoeren van machinefuncties het zwaartepunt van de machine wordt veranderd.

„ Vermijd rukachtige bewegingen op de helling.

„ De machine niet van de werkstand in de transportstand of van de transportstand in de werkstand brengen zolang de machine dwars op de helling wordt gebruikt.

„ Parkeer de machine niet op een helling.

„ Let op de maatregleen voor de werking van de machine op een helling, zie Pagina 61.

2.4.15 Machine veilig parkeren

Een onvakkundig geparkeerde en onvoldoende beveiligde machine kan een gevaar vormen voor personen, in het bijzonder voor kinderen en kan zich ongecontroleerd in beweging zetten of omkiepen. Personen kunnen ernstig verwond of gedood worden.

„ De machine op een vlakke, horizontale ondergrond met voldoende draagvermogen neerzetten.

„ Vóór instel-, reparatie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden ervoor zorgen dat de machine veilig staat.

„ In het hoofdstuk Rijden en transport de paragraaf "Machine parkeren" in acht nemen, zie Pagina 64.

„ Voor het parkeren: de machine stoppen en beveiligen, zie Pagina 25.

Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4

2.4.16 Bedrijfsstoffen

Ongeschikte bedrijfsstoffen

Bedrijfsstoffen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant, kunnen afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken.

„ Alleen bedrijfsstoffen gebruiken, die aan de eisen van de fabrikant voldoen.

M.b.t. de eisen aan de bedrijfsstoffen, zie Pagina 40.

Milieubescherming en afvalverwijdering

Bedrijfsstoffen als dieselbrandstof, remvloeistof, antivriesmiddel en smeermiddelen (bijv.

tandwielolie, hydraulische olie) kunnen schade toebrengen aan het milieu en de gezondheid van personen.

„ De bedrijfsstoffen niet in het milieu terecht laten komen.

„ De bedrijfsstoffen in een goed afsluitende speciaal hiervoor aangeduide vloeistoftank vullen en volgens de overheidsvoorschriften verwijderen.

„ Eruit gelopen bedrijfsstoffen opnemen met absorberende materiaal in een goed afsluitende, speciaal hiervoor aangeduide vloeistoftank met etiket gieten en volgens de

overheidsvoorschriften verwijderen.

2.4.17 Gevaren door de gebruiksomgeving

Brandgevaar

Door de werking of door dieren, bijvoorbeeld knaagdieren, nestelende vogels of opwervelingen kan zich brandbaar materiaal in de machine verzamelen.

Stof, verontreinigingen en oogstresten onder droge werkomstandigheden kunnen zich aan hete delen ontsteken en personen door brand ernstig verwonden of doden.

„ De machine dagelijks voor het eerste gebruik controleren en reinigen.

„ De machine tijdens de werkdag regelmatig controleren en reinigen.

Levensgevaarlijke elektrische schokken door elektrische bovenleiding

De machine kan bij het in- en uitklappen de hoogte van elektrische bovenleidingen bereiken.

Daardoor kan spanning op de machine overslaan en dodelijke elektrische schokken of brand veroorzaken.

„ Houd voldoende afstand tot elektrische bovenleidingen bij het in- en uitklappen.

„ De maaiwerken nooit in de nabijheid van stroommasten en elektrische bovenleidingen in- of uitklappen.

„ Houd voldoende afstand tot elektrische bovenleidingen bij ingeklapte maaiwerken.

„ Om eventueel gevaar voor elektrische schokken door spanningsoverslag te voorkomen, nooit in of uit de trekker stappen onder elektrische bovenleidingen.

Hoe te handelen bij spanningsoverslag van elektrische bovenleidingen

Elektrisch geleidende delen van de machine kunnen door een spanningsoverslag onder hoge elektrische spanning worden gezet. Op de bodem rond de machine ontstaat bij

spanningsoverslag een spanningstrechter waarin grote spanningsverschillen werken. Op grond

2.4 Fundamentele veiligheidsaanwijzingen

van de grote spanningsverschillen in de bodem kunnen dodelijke elektrische schokken ontstaan door het nemen van grote stappen, het gaan liggen op de bodem of het steunen met de

handen.

„ De cabine niet verlaten.

„ Geen metalen delen aanraken.

„ Geen geleidende verbinding met de grond maken.

„ Personen waarschuwen om niet bij de machine te komen. Elektrische spanningsverschillen op de grond kunnen tot ernstige elektrische schokken leiden.

„ Op hulp door professionele reddingsdiensten wachten. De elektrische bovenleiding moet worden uitgeschakeld.

Wanneer personen de cabine ondanks spanningsoverslag moeten verlaten, bijvoorbeeld omdat onmiddellijk levensgevaar door brand dreigt:

„ gelijktijdig contact met de machine en de bodem voorkomen.

„ Van de machine vandaan springen. Daarbij zo springen dat u rechtop kunt blijven staan.

Machine niet van buiten aanraken.

„ In zeer kleine stappen van de machine weglopen en daarbij de voeten dicht bij elkaar houden.

2.4.18 Gevarenbronnen aan de machine

Lawaai kan gezondheidsschade veroorzaken

Door de geluidshinder van de machine tijdens de werking kan gezondheidsschade worden veroorzaakt zoals hardhorendheid, doofheid of tinnitus. Bij het gebruik van de machine met hoog toerental wordt bovendien het geluidsniveau verhoogd. De hoogte van het

geluiddrukniveau is hoofdzakelijk afhankelijk van de gebruikte trekker. De emissiewaarde werd bij gesloten cabine onder de condities conform DIN EN ISO 4254-1, bijlage B gemeten, zie Pagina 39.

„ Vóór inbedrijfstelling van de machine het gevaar door lawaai beoordelen.

„ Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden, werktijden en werk- en

gebruiksomstandigheden van de machine een geschikte gehoorbescherming vastleggen en gebruiken.

„ Regels voor het gebruik van de gehoorbescherming en voor de arbeidsduur vastleggen.

„ Tijdens het gebruik ramen en deuren van de cabine gesloten houden.

„ Bij rijden op de weg gehoorbescherming afdoen.

Vloeistoffen onder hoge druk

De volgende vloeistoffen staan onder hoge druk:

• Hydraulische olie

Fundamentele veiligheidsaanwijzingen 2.4 Onder hoge druk uittredende vloeistoffen kunnen door de huid het lichaam binnendringen en personen ernstig verwonden.

„ Bij verdacht op een beschadigd hydraulisch systeem onmiddellijk de machine stopzetten en beveiligen en contact opnemen met een gekwalificeerde vakwerkplaats.

„ Lekkage nooit met blote handen opsporen. Een gat ter grootte van een speldenknop kan al ernstig letsel veroorzaken.

„ Bij het zoeken naar lekkage vanwege het gevaar voor letsel daarvoor geschikte hulpmiddelen gebruiken, zoals bijv. een stuk karton.

„ Lichaam en gezicht op afstand van lekkage houden.

„ Wanneer er vloeistof in het lichaam binnengedrongen is, onmiddellijk een arts consulteren.

De vloeistof moet zo snel mogelijk uit het lichaam worden verwijderd.

Hete vloeistoffen

Wanneer hete vloeistoffen worden afgetapt kunnen personen zich verbranden.

„ Bij het aftappen van hete bedrijfsstoffen persoonlijke veiligheidsuitrusting dragen.

„ Vloeistoffen en machinedelen zo nodig laten afkoelen voordat reparatie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd.

Beschadigde hydraulische slangen

Beschadigde hydraulische slangen kunnen losscheuren, knappen of oliedoorlatingen

veroorzaken. Daardoor kan de machine beschadigd raken en kunnen personen ernstig letsel oplopen.

„ De machine stoppen en beveiligen, zie Pagina 25.

„ Bij vermoeden dat de hydraulische slangen beschadigd zijn, direct contact opnemen met een vakwerkplaats, zie Pagina 86.

Hete oppervlakken

De volgende componenten kunnen tijdens de werking heet worden waardoor personen zich eraan kunnen verbranden:

• Aandrijving

• Maaibalk

„ Voldoende afstand houden van hete oppervlakken en aangrenzende componenten.

„ Machinedelen laten afkoelen en veiligheidshandschoenen dragen.

2.4.19 Gevaren bij bepaalde werkzaamheden: Werkzaamheden aan de machine

Werkzaamheden aan de stopgezette machine

Wanneer de machine niet is stopgezet en beveiligd, kunnen delen onbedoeld bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.

„ Voor alle reparatie-, onderhouds-, instel- en reinigingswerkzaamheden aan de machine de machine stilzetten en beveiligen, zie Pagina 25.

2.4 Fundamentele veiligheidsaanwijzingen

Instandhoudings- en reparatiewerkzaamheden

Ondeskundige instandhoudings- en reparatiewerkzaamheden brengen de veilige werking in gevaar. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.

„ Uitsluitend werkzaamheden uitvoeren die in deze handleiding staan beschreven. Voor alle werkzaamheden de machine stilzetten en beveiligen, zie Pagina 25.

„ Alle overige instandhoudings- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door een gekwalificeerde vakgarage laten uitvoeren.

Bij werkzaamheden aan of op hoog gelegen gebieden van de machine

Bij werkzaamheden aan of op hoog gelegen gebieden van de machine bestaat gevaar om te vallen. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en personen ernstig gewond raken of gedood worden.

„ Voor alle werkzaamheden de machine stopzetten en beveiligen, zie Pagina 25.

„ Let op een stabiele stand.

„ Een geschikte valbeveiliging gebruiken.

„ Het gebied onder de montageplaats tegen vallende voorwerpen beschermen.

Omhooggeheven machine en machinedelen

De opgetilde machine en opgetilde machinedelen kunnen ongewenst naar beneden zakken of kantelen. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.

„ Niet onder de omhoog geheven machine of machinedelen, die niet werden ondersteund, gaan staan, zie Pagina 26.

„ Altijd vóór werkzaamheden aan opgetilde machines of machinedelen eerst de machine of machinedelen neerlaten.

„ Altijd vóór werkzaamheden onder opgetilde machines of machinedelen eerst de machine of machinedelen met starre veiigheidsondersteuning of met hydraulische afsluitinrichting en door ondersteunen tegen neerlaten beveiligen.

Veiligheidsroutines 2.5 Gevaar door laswerkzaamheden

Ondeskundige laswerkzaamheden brengen de veilige werking van de machine in gevaar.

Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en personen ernstig gewond raken of gedood worden.

„ Nooit aan de volgende delen lassen:

• Aandrijving

• Componenten van de hydrauliek

• Componenten van de elektronica

• Frames of dragende bouwgroepen

• Onderstel

• Onderstel

In document Originele handleiding (pagina 14-0)