succesfactoren voor adaptieve planning in de praktijk
5.1. Condities voor adaptieve planning
De eerder geïdentificeerde condities voor adaptieve planning, die vallen onder leervermogen,
verscheidenheid en middelen, worden in deze paragraaf tegen het licht van de praktijk gehouden.
Daarnaast blijkt uit de casestudy dat een extra type conditie dusdanig van belang is voor adaptieve planning, dat deze is toegevoegd aan het conceptueel model. Het gaat hier om de conditie
bewustzijn. Leervermogen
Zoals toegelicht in Paragraaf 2.2, kan leren in twee vormen geschieden: single loop leren, waarbij routines worden verbeterd op basis van ervaringen; en double loop leren, waarbij meer fundamentele veranderingen in gewoonten worden aangenomen op basis van geheel nieuwe
inzichten. Single loop leren gebeurt bijvoorbeeld wanneer nieuwe kennis over toekomstige
klimaatverandering wordt doorvertaald naar locatiekeuzes voor nieuwe woningbouw (#6). In de ruimtelijke planning vindt single loop leren onder andere plaats via overleggen met specialistische collega’s (#11). Waarschijnlijk is het zelf meemaken van een adaptief planningsproces de meest effectieve manier om te leren over adaptieve planning (#3).
Aansprekende voorbeelden van hoe iets fundamenteel anders kan, vervullen een belangrijke rol in double loop leren (#3). Zo geeft de Gemeente Dordrecht (#12) aan dat ervaringen uit het programma Ruimte voor de Rivier men heeft laten realiseren dat een niet-traditionele aanpak van waterveiligheidsvraagstukken tot grote maatschappelijke meerwaarde kan leiden. Onder andere excursies kunnen helpen bij het verkrijgen en verspreiden van dit soort inzichten (#11). Daarnaast zijn pilots een veelgebruikt instrument om tot nieuwe inzichten te komen (#11; #12).
39
Tot slot spelen samenwerkingsverbanden een cruciale rol in het vergroten van leervermogen. Ten eerste omdat partijen die geen directe taak hebben in waterveiligheid, zoals gemeenten, niet de middelen hebben om zelf kennis te ontwikkelen over dit thema, waardoor zij voor hun kennis afhankelijk zijn nauwe samenwerking met onderzoeksinstituten, Rijkswaterstaat, de waterschappen en het Deltaprogramma (#12; #13). Ten tweede omdat samenwerkingsverbanden bijdragen aan het genereren van nieuwe inzichten. De Provincie Zuid-Holland (#6) heeft dat in de afgelopen jaren ervaren in een samenwerkingsverband met onder andere bouwbedrijven:
We hebben in de samenwerking die het Convenant Klimaatadaptief Bouwen nu zo’n anderhalf jaar geeft, gemerkt dat je door mensen vanuit verschillende terreinen in één hok te zetten nieuwe inzichten creëert die bij de start niet per se vanzelfsprekend waren. Dat gaat bijvoorbeeld over de zoektocht naar wat reële eisen voor nieuwe ontwikkelingen zijn. Verscheidenheid
In het Deltaprogramma wordt gestreefd naar het betrekken van een verscheidenheid aan actoren,
sectoren en perspectieven bij het maken van adaptatiepaden. Ten eerste omdat verschillende
actoren waardevolle informatie en kennis kunnen inbrengen (#3). Bedrijven in de Rotterdamse haven weten bijvoorbeeld zelf het beste wat wateroverlast voor hen betekent, waardoor het lonend is om hen te betrekken bij de ontwikkeling van een adaptatiestrategie (#15). Ten tweede wordt naar een verscheidenheid van betrokkenen gestreefd, omdat op die manier een breed draagvlak voor adaptieve strategieën kan worden bereikt, waardoor de bereidheid onder een breed publiek om zelf bij te dragen aan de uitvoering van zulke strategieën wordt vergroot (#3). Het bij elkaar brengen van een verscheidenheid aan actoren leidt ertoe dat verschillende oplossingsrichtingen kunnen worden geformuleerd, waardoor oplossingen voorhanden zijn voor verschillende mogelijke problemen. Vanuit het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard is dit als volgt geïllustreerd (#9):
In eerste instantie leek het erop dat de dijken rondom de Hollandsche IJssel alleen zouden worden afgekeurd op stabiliteit. Later werd dit traject ook afgekeurd op hoogte, waardoor het ineens zo’n groot project werd, dat het belangrijk werd om ook naar andere oplossingen te zoeken. Onze samenwerking met Rijkswaterstaat is heel belangrijk geweest in de zoektocht naar een oplossing, die we hebben gevonden in het naar beneden brengen van de faalkans van de Hollandsche IJsselkering.
Middelen
Aangezien adaptief ontwerpen vaak meer werk en kosten met zich meebrengt dan traditioneel ontwerpen, is een bepaalde hoeveelheid menskracht en financiële middelen nodig om adaptieve planning in de praktijk te realiseren. Mandaat in de vorm van bestuurlijk draagvlak is hiervoor van doorslaggevend belang. Alleen wanneer er bestuurlijk draagvlak is, kunnen duidelijke eisen aan nieuwe ontwikkelingen worden gesteld en is er mandaat om menskracht en financiële middelen te reserveren voor adaptieve oplossingen (FGD5). Het aanbrengen van adaptiviteit in de fysieke ruimte, bijvoorbeeld via ruimtereserveringen of uitbreidbare civiele kunstwerken, brengt namelijk vaak hogere initiële kosten met zich mee (#9).
40
Bewustzijn
Naast leervermogen, verscheidenheid en de beschikbaarheid van middelen, komt uit de interviews en focusgroep ook bewustzijn naar voren als conditie die van belang is voor de totstandkoming van adaptieve plannen. Het gaat daarbij om bewustzijn van onzekerheden en bewustzijn van adaptieve
oplossingen. Planning voor een onzekere snelheid en mate van zeespiegelstijging vergt namelijk
vaak onconventionele oplossingen, zoals het aanleggen van sluisdeuren die op een later moment kunnen worden uitgebreid (#3) of het bouwen van verplaatsbare woningen (#12; FGD2). Dit bewustzijn moet zowel bij bestuurders als bij ontwerpers aanwezig zijn (#3).
Hoewel alleen bewustzijn niet genoeg is voor de daadwerkelijke realisatie van adaptieve oplossingen (FGD2), is het wel de eerste stap daar naartoe (#3). Als dat bewustzijn er eenmaal is, vergt het nog wel inspanningen binnen een bestuurlijke organisatie om waterveiligheid op de agenda te houden (#10). Het stimuleren van bewustzijn gaat niet alleen via formele, maar ook via informele interacties. Bestuurders en inhoudelijk experts spreken andere bestuurders steeds vaker aan wanneer zij op een traditionele manier willen blijven bouwen in gebieden die kwetsbaar zijn voor overstromingen. Daarmee oefenen bestuurders en experts op een informele manier invloed uit op anderen, waardoor bewustzijn over toekomstige zeespiegelstijging zich verspreidt (#4). Voor het stimuleren van bewustzijn onder ontwerpers is het cruciaal om hen voorbeelden te bieden, waaruit blijkt hoe zij om zouden kunnen gaan met toekomstige onzekerheden in hun ontwerp (#3). Daarnaast kan bewustzijn onder ontwerpers worden gestimuleerd door hen expliciet te vragen en uit te dagen om adaptieve ontwerpen te maken, aangezien zij dit uit zichzelf niet snel zouden doen (#4).
Resumé condities
In Figuur 10 zijn de condities voor adaptieve planning en de dimensies waaruit deze bestaan weergegeven. Hierbij is in een grijs vak bewustzijn toegevoegd aan de condities die reeds in het conceptueel model waren opgenomen en onveranderd zijn gebleven.
41