• No results found

Conclusies verkenning

In document Benutting ecosysteemdiensten (pagina 66-69)

N Gemiddelde perceptie geschiktheid (categorie) 230 (9.858) 566 317

4.6 Verkenning kansrijke opties

4.6.6 Conclusies verkenning

De verkenning heeft aangetoond dat aan de aanbodkant de veronderstelde samenhang tussen de omvang van de productiecapaciteit en de situatie van de kritische factoren inderdaad opgaat. Dit betreft de waarnemingen voor de ecosysteemdienst ‘bieden van mogelijkheden voor recreatieve activiteiten’. De toets is uitgevoerd voor de kwaliteiten uit het Vitamine-G project, die gezamenlijk meer dan de helft van de variantie in de productiecapaciteit verklaren. De eigen bijdrage van de kwaliteiten kan niet worden vastgesteld vanwege de sterke onderlinge samenhang (multicollineariteit). Uit de uitgevoerde bivariate correlatieanalyse blijkt dat de relatie met de productiecapaciteit het sterkst is bij de kwaliteit gevarieerd, gevolgd door de kwaliteiten onderhoud, natuurlijk, toegankelijk, kleurrijk en rommel. Bij de kwaliteiten veilig, overzichtelijk en besloten is de relatie zwak tot afwezig.

Ploossche Plas afwijkingen onderhoud score waarmeming: 3 0.00 0.05 0.10 0.15 0.20 0.25 0.30 0.35 0.40 0.45 fr ac ti e alle 0.00 0.07 0.10 0.40 0.30 0.13 0.00 gebruikers 0.00 0.05 0.11 0.42 0.32 0.11 0.00 niet-gebruikers 0.00 0.09 0.09 0.36 0.27 0.18 0.00 -3 -2 -1 0 1 2 3

Ploossche Plas afwijkingen gevarieerd score waarmeming: 4 0.00 0.10 0.20 0.30 0.40 0.50 0.60 fr ac ti e alle 0.03 0.14 0.38 0.38 0.07 0.00 0.00 gebruikers 0.00 0.16 0.32 0.47 0.05 0.00 0.00 niet-gebruikers 0.10 0.10 0.50 0.20 0.10 0.00 0.00 -3 -2 -1 0 1 2 3

Naast de kwaliteiten is de omvang van het groengebied geïdentificeerd als kritische factor. De omvang is vooral gebruikt in gevoeligheidsanalyses omdat de mogelijkheden voor gebruik en daarmee de omvang van de productiecapaciteit sterk samenhangen met de omvang van het groen- gebied.

Aan de vraagkant (bewoners) is de relatie getoetst tussen de percepties van de productiecapaciteit en de kwaliteiten. Ook hier verklaart de variantie in de percepties van de kwaliteiten meer dan de helft van de variantie in de perceptie van de productiecapaciteit. Bivariate correlatieanalyse geeft aan dat bij alle kwaliteiten sprake is van een statistisch significante relatie met de perceptie van de productiecapaciteit. De relatie met de kwaliteit gevarieerd is het sterkst.

Dat zowel bij de perceptie als de feitelijke situatie sprake is van een positieve correlatie tussen de omvang van het gebruik en de productiecapaciteit, impliceert dat bij toename van de productiecapa- citeit ook de kans op gebruik toeneemt. Vergroten van de productiecapaciteit is dus een kansrijke optie om het gebruik van een groengebied te verbeteren. Dat daarbij primair de focus wordt gelegd op verbetering van de perceptie van de productiecapaciteit, vloeit voort uit het niet kunnen verwerpen van de hypothese dat het gebruik sterker door de perceptie van de productiecapaciteit wordt beïnvloed dan door de feitelijke situatie daarvan.

Een andere getoetste hypothese is dat het beeld dat individuen van een groengebied (perceptie) hebben vaak afwijkt van de feitelijke situatie. Ook deze hypothese kan niet worden verworpen, zodat mag worden aangenomen dat het beeld dat bewoners van een groengebied hebben (perceptie) afwijkt van de feitelijke situatie. Om (de kans op) gebruik van een groengebied te verbeteren moet worden nagegaan hoe de perceptie kan verbeteren. Dit vereist inzicht in de richting waarin de perceptie afwijkt van de feitelijke situatie en in de oorzaak van de afwijking. De mogelijkheden voor beïnvloeding zijn (1) directe beïnvloeding van de perceptie van de productiecapaciteit, (2) indirecte beïnvloeding van de perceptie van de productiecapaciteit via beïnvloeding van de perceptie van de kwaliteiten en (3) verbeteren van de feitelijke productiecapaciteit. Beïnvloeding van de spelregels is buiten beschouwing gelaten.

Beïnvloeding van de perceptie is alleen aan de orde als ze negatiever is dan de feitelijke situatie, zo- dat een meer adequaat beeld van de productiecapaciteit kan bijdragen aan de gewenste verbetering. Uit de analyses blijkt dat dit een negatieve afwijking vaker voorkomt bij niet-gebruikers dan bij gebrui- kers van een groengebied. Bovendien is een eventuele negatieve afwijking bij niet-gebruikers vaak groter (meer negatief) dan bij gebruikers. Mogelijkheden om de perceptie van de productiecapaciteit te verbeteren zijn communicatie over het groengebied en het organiseren van activiteiten in het groengebied. Naast de directe beïnvloeding kan worden geprobeerd de perceptie van specifieke kwaliteiten van het groengebied te verbeteren. Dit is aan de orde als voor een of enkele kwaliteiten de perceptie sterk negatief afwijkt. Als de perceptie van deze kwaliteiten verbetert, werkt dit door in de perceptie van de productiecapaciteit en daarmee in de kans op gebruik. Dit geldt vooral voor kwaliteiten waarvan de perceptie een grote positieve bijdrage levert aan de perceptie van de productiecapaciteit. Uit de verkenning blijkt dat de kwaliteit gevarieerd hierbij het meest kansrijk is. Van de kwaliteiten beslotenheid en overzichtelijkheid wordt op basis van de gevoeligheidsanalyse voor de gemiddelde perceptie per groengebied nauwelijks iets verwacht.

De laatste mogelijkheid (3) is het verbeteren feitelijke productiecapaciteit, die niet is verkend. Echter gezien de in de verkenning geconstateerde invloed van de perceptie van de kwaliteiten op de per- ceptie van de productiecapaciteit is de logische volgorde om eerst te kijken naar aanpas- singsmogelijkheden voor de kwaliteit gevarieerd, gevolgd door de kwaliteiten onderhoud, natuurlijk, toegankelijk, kleurrijk en rommel. Als deze kwaliteiten voor een specifiek groengebied een lage score hebben, kan verbetering via bijvoorbeeld fysieke ingrepen leiden tot een toename van de perceptie van de productiecapaciteit en daarmee van de kans op gebruik. Omdat de beschreven fysieke

kenmerken van de groengebieden weinig onderscheidend zijn, zijn hier geen algemene aanwijzingen aan te ontlenen.

Tot slot is vastgesteld dat de omvang van een groengebied een belangrijke kritische factor is. Bij bestaande groengebieden is de omvang vaak gegeven, maar als er mogelijkheden tot uitbreiding zijn, dan lijkt dat een kansrijke optie voor de verbetering van het gebruik.

In document Benutting ecosysteemdiensten (pagina 66-69)