• No results found

Conclusies pm’ers van andere ziekenhuizen

In document De profilering van pm ers (pagina 65-68)

5. Opzetten van een pedagogisch spreekuur:

6.3 Conclusies pm’ers van andere ziekenhuizen

We hebben naar vier verschillende ziekenhuizen (kinder- en tiener afdeling) enquêtes verstuurd.

De vier ziekenhuizen:

- Het Deventer Ziekenhuis

- Het Wilelmina Ziekenhuis te Assen - Het Diaconessenhuis te Meppel - Het IJsselmeerziekenhuis te Lelystad

We hadden een enquête voor een verpleegkundige, een pm’er en een afdelingshoofd opgesteld, met de vraag of ze de vragenlijst naar ons ingevuld wilde terugsturen.

De onderwerpen in de enquetes waren onder andere: profilering van pm’ers, samenwerking tussen de pm’ers onderling, samenwerking tussen de pm’ers het afdelingshoofd, samenwerking tussen de verpleegkundige en de pm’er en de beeldvorming van de verpleging naar pm’ers toe.

Van drie ziekenhuizen (behalve het IJsselmeerziekenhuis) hebben we de enquêtes ingevuld terug gekregen.

We hebben enquêtes verspreid onder vier vergelijkbare algemene ziekenhuizen.

Van het Deventer ziekenhuis en het Wilelmina Ziekenhuis hebben we de enquête (ingevuld door de pm’er) teruggestuurd gekregen.

Met de pm’er in het Diaconessenhuis te Meppel hebben we een gesprek gehad.

De pm’er in het ziekenhuis te Assen vindt de onderlinge samenwerking tussen de pm’ers goed.

De pm’er in het ziekenhuis te Deventer vindt de samenwerking redelijk (bepaalde afspraken lopen soms langs elkaar heen, er wordt dan onvoldoende overlegd en overgedragen).

De helft van de pm’ers (50%) is tevreden over de samenwerking en de andere 50% vindt de samenwerking redelijk.

Het team van pm’ers in het Deventer Ziekenhuis bestaat uit drie pm’ers.

Het team van pm’ers in het Wilhelmina Ziekenhuis te Assen bestaat uit twee pm’ers en een jaarstagiaire.

Beide ziekenhuizen (100%) vinden hun samenwerking met de verpleegkundigen redelijk tot goed Het Deventer Ziekenhuis geeft het volgende aan: het is verschillend per verpleegkundige, in hoeverre er bereidheid is om de zorg naar ouder en kind goed te verdelen en in te schakelen met elkaars expertise.

De pm’ers in het Deventer Ziekenhuis lopen tegen de volgende dingen aan:

“Ja, we worden onvoldoende betrokken bij medische handelingen”.

Als aanvulling gaf zij het volgende antwoord;

“Het blijft zaak om jezelf als pm’er steeds te profileren en goed op te komen voor de patiënt. Ook is er wel eens onvrede t.a.v. het poliklinische werk, wat ten koste zou gaan van de afdeling”.

De pm’ers in het Wilhelmina Ziekenhuis lopen tegen de volgende dingen aan:

“Ja, de overdracht van patiënten tussen de pm’er en verpleegkundige is onvoldoende”.

De ene pm’er (50%) loopt dus tegen andere dingen aan dan de andere pm’er.

De pm’er (50%) in het Deventer Ziekenhuis vindt de samenwerking met overige disciplines goed. Aanvullend gaf zij het volgende antwoord:

“Wel is met name de samenwerking tussen de kinderartsen binnen het pso niet altijd van uit een gelijkwaardigheid bepaald”. “De samenwerking met de overige disciplines is goed”.

De pm’er (50%) in het Wilhelmina Ziekenhuis vindt de samenwerking met de overige disciplines redelijk.

De helft van de pm’ers vindt de samenwerking goed en de andere helft vindt de samenwerking redelijk.

De pm’ers (50%) in het Deventer Ziekenhuis hebben zich op de volgende gebieden ontwikkeld:

*Pedagogisch spreekuur.

*VIB-uitbreiding

*Medewerking poeppoli

De pm’ers (50%) in het Wilhelmina ziekenhuis hebben zich op de volgende gebieden ontwikkeld:

Preoperatief spreekuur: kinderen die op de wachtlijst staan en kinderen die komen voor functieonderzoek kunnen vooraf worden voorbereid.

Opnames van droogbedtrainingen.

Beide ziekenhuizen hebben zich dus op andere en verschillende gebieden ontwikkeld.

Vraag zeven was niet van toepassing in het Deventer Ziekenhuis.

In het Wilhelmina Ziekenhuis waren de volgende zaken niet haalbaar binnen het ziekenhuis:

Bijhouden van POP kinderen (hoeveel kinderen op jaarbasis).

De pm’ers (50%) in het Deventer Ziekenhuis hebben hun ontwikkelpunten beschreven in een plan. De pm’ers (50%) in het Wilhelmina Ziekenhuis hebben dit niet gedaan.

De helft van de pm’ers heeft een plan waarin hun ontwikkelingen beschreven staan. De andere helft van de pm’ers heeft dit niet.

In het Deventer Ziekenhuis (50%) hebben ze de ontwikkelingen gedeeltelijk bereikt, die ze voor ogen hadden (het plan is nog maar net weer opgestart na een periode van pauze).

In het Wilhelmina Ziekenhuis (50%) hebben ze de ontwikkelingen bereikt die ze voor ogen hadden.

De helft van de pm’ ers heeft de ontwikkelingen die ze voor ogen hadden, deels bereikt. De andere helft van de pm’ers heeft de ontwikkelingen bereikt.

Volgens de pm’er (50%) in het Deventer Ziekenhuis draagt de volgende manier van profilering bij aan goede samenwerking tussen de pm’er en verpleegkundige.

“Elke keer weer opnieuw zaken verduidelijken, naast duidelijke informatieverstrekking werkt goed in de praktijk”.

Volgens de pm’er (50%) in het Wilhelmina Ziekenhuis draagt de volgende manier van profilering bij aan een goede samenwerking tussen de pm’er en verpleegkundige.

- “Het opstellen van een beleidsplan”

- “Het opstellen van een duidelijke taakomschrijving”

Beide ziekenhuizen vinden andere manieren van profilering belangrijk.

In het Deventer Ziekenhuis (50%) is de samenwerking tussen de pm’er en het afdelingshoofd goed en in het Wilhelmina Ziekenhuis (50%) voldoende.

Van beide teams wordt verwacht, zelfstandig te werken (100%).

De pm’er (50%) in het Deventer Ziekenhuis ervaart deze manier van sturing als redelijk (“Het is soms ook goed om duidelijke leiding te krijgen, maar positief om veel vrijheid te hebben”).

De pm’er (50%) in het Deventer Ziekenhuis ervaart deze manier van sturing als voldoende.

De helft van de pm’ers vindt de sturing voldoende en de andere helft ervaart deze sturing als redelijk.

Volgens de pm’er (50%) in het Deventer Ziekenhuis functioneren andere disciplines goed, maar binnen het team van de kinderafdeling, zijn er veel communicatieproblemen en dus niet altijd heldere beleidsafspraken. Volgens de pm’er (50%) in het Wilhelmina Ziekenhuis functioneren andere disciplines matig.

De helft van de pm’ers functioneert goed, de andere helft functioneert matig.

De pm’er (50%) in het Deventer Ziekenhuis vindt dat de pm’ers matig gewaardeerd worden door de overige teamleden, ze worden niet altijd op waarde geschat.

De pm’er (50%) in het Wilhelmina Ziekenhuis vindt dat de pm’ers redelijk gewaardeerd worden (afhankelijk van de persoon).

De ene helft van de pm’ers ervaart hun waardering door andere disciplines als matig, de andere helft als redelijk.

De pm’ers (50%) in het Deventer Ziekenhuis werken met een beleidsplan.

Het beleidsplan is onderdeel van het plan van de totale kinderafdeling, waarin initiatieven die genomen worden, staan beschreven. Soms zijn er nieuwe onvoorziene ontwikkelingen, zodat bijsturing nodig is.

De pm’ers (50%) in het Wilhelmina Ziekenhuis werken niet met een beleidsplan.

De helft van de pm’ers werkt met een beleidsplan en de andere helft niet.

In document De profilering van pm ers (pagina 65-68)