• No results found

DEEL II INSTELLINGSTOETS KWALITEITSZORG

18 Conclusies en aanbevelingen ITK

In dit tweede deel van onze eindrapportage over het functioneren van het

Nederlandse accreditatiestelsel stond de instellingstoets kwaliteitszorg centraal. Wat is de kwaliteit van de ITK in de tweede ronde bij de zes instellingen die deze ronde inmiddels hebben doorlopen? In hoeverre voldoen de beoordelingen aan de

standaarden van het toezichtkader van de inspectie? We starten met onze eerste, voorzichtige conclusies (18.1) en presenteren daarna onze overkoepelende aanbevelingen (18.2).

18.1 Conclusies en aanbevelingen

De ervaringen met de eerste zes ITK’s in de tweede ronde zijn positief. De ITK wordt als zeer stimulerend ervaren, ook voor de kwaliteitscultuur. De tweede ronde lijkt een stap vooruit ten opzichte van de eerste ronde, is onze voorzichtige conclusie. In het bijzonder de open houding en de deskundigheid van de panelleden worden gewaardeerd. De lasten zijn hoog maar alleszins acceptabel: instellingen hebben veel over voor een goede kwaliteitszorg. De belangrijkste aandachtspunten betreffen de inspanning van alle betrokkenen om de openheid tijdens de gesprekken te

stimuleren, en de kennisdeling tussen instellingen.

De validiteit en betrouwbaarheid van de ITK vragen een goede balans tussen ruimte/openheid en regulering. Regulering is nodig om te zorgen panels met dezelfde attitude naar de standaarden kijken en de lat even hoog leggen. Maar tegelijkertijd is voldoende ruimte en een open dialoog van belang voor de validiteit en betrouwbaarheid. Het panel kan de ruimte in het kader benutten om aan te sluiten bij de vragen van de instelling, en een programma te maken dat ook volgens de instelling voldoende ruimte biedt om zich te presenteren. Een open

gesprekshouding van zowel het panel als de instelling en een voorbereiding van de instelling die deze open houding ondersteunt, komen de validiteit ten goede.

De onafhankelijkheid van de panelleden bij de zes ITK’s staat niet ter discussie;

instellingen vonden dat de panels onafhankelijk opereerden. De NVAO heeft hen ook onafhankelijkheidsverklaringen laten tekenen.

Ten opzichte van de eerste ronde van de ITK is ook de deskundigheid van de panels versterkt. Alle zes instellingen zijn positief over de deskundigheid en de communicatieve vaardigheden van de panelleden. Deze instellingen ervaren de panelleden in het algemeen ook niet als vooringenomen.

De informatievoorziening is verbeterd ten opzichte van de eerste ronde. De afstemming tijdens het voortraject met de procescoördinator en de

informatiebijeenkomsten van de NVAO hebben hier een positieve bijdrage aan geleverd. De standaarden uit het beoordelingskader zijn in theorie helder, maar blijken in de praktijk lastig te onderscheiden.

De nieuwe aanpak in de tweede ronde van de ITK wordt als stimulerend ervaren.

De stimulerende werking van de ITK komt in de eerste plaats tot uitdrukking tijdens de interne voorbereiding, maar ook de open gesprekken met het panel worden als stimulerend ervaren. De ITK dwingt instellingen tot meer reflectie, versterkt de

kwaliteitscultuur, leidt tot meer betrokkenheid en draagvlak en houdt instellingen een spiegel voor. De nadruk op de kwaliteitscultuur voelt voor de zes instellingen als passend bij de eigen ontwikkeling van de instellingen. Een aandachtspunt is de spanning rondom de ITK: als die te groot wordt, kan dat de stimulerende werking verminderen.

De ITK is nog steeds een intensief proces, en de lasten lijken in de tweede ronde vergelijkbaar met die van de eerste ronde. De combinatie ITK-BOB blijft meer belastend dan alleen een UOB. Desondanks zijn de lasten van de ITK voor verschillende instellingen geen issue: de aandacht voor de kwaliteitszorg staat voorop. De baten wegen dan ook ruimschoots op tegen de lasten. Kennisdeling over de voorbereiding van een ITK en de mogelijkheid tot maatwerk bij kleine en

middelgrote instellingen, zouden de lasten nog iets kunnen beperken.

18.2 Overkoepelende aanbevelingen

Op basis van onze conclusies over de ITK doen we de volgende overkoepelende aanbevelingen:

OCW en NVAO

• Overweeg een aangepaste opzet van de ITK voor instellingen met maximaal tien opleidingen.

De ITK zou dan ook voor deze instellingen minder dagen beslaan.

NVAO

• Probeer de juiste balans te vinden tussen regulering en ruimte bieden, waarbij wordt aangesloten bij de inhoudelijke accenten en de programmawensen van de instelling.

Eigenaarschap versterkt de validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten.

Geef voorbeelden van bezoekprogramma’s om instellingen hierbij te helpen.

Zorg voor een intensief contact tussen de kwaliteitszorgafdeling van de instelling en de procescoördinator.

• Evalueer de ITK’s per instelling en instellingsoverstijgend.

Deel met de afzonderlijke instellingen de ervaringen van wat wel en niet werkte bij de voorbereiding en het bezoek. Organiseer een bijeenkomst over deze evaluaties, publiceer de resultaten en stel zo nodig de werkwijze bij.

Bied zo de ruimte om instellingsoverstijgend te leren en de kwaliteitsborging van het stelsel als geheel te versterken.

Instellingen

• Wees expliciet in je wensen over de ITK en neem de ruimte voor eigen inbreng.

Overleg daarbij intensief met panel en procescoördinator.

• Deel ervaringen over de voorbereiding van de ITK met elkaar.

Mogelijk kunnen de koepels hierin ook een rol spelen.

• Deel ervaringen met het schrijven van de zelfevaluatie en het voorbereiden van trails.

Zelfevaluaties zijn nu niet openbaar, maar instellingen zouden ze (meer) met elkaar kunnen én willen delen. Zo wordt duidelijk welke opzet in de praktijk goed werkt.

Pagina 84 van 102

• Maak de ITK een onderdeel van de normale kwaliteitszorgcyclus.

Daarmee raken de positieve effecten van de ITK ingebed in de organisatie.

Het zorgt er ook voor dat de ITK als minder spannend wordt ervaren, en de stimulerende werking optimaal is.

Vereniging Hogescholen en VSNU

• Stimuleer kennisdeling over handige werkwijzen van instellingen.

Instellingen kunnen elkaar tips geven om de lasten te beperken,

bijvoorbeeld: zet de zelfevaluatie naar inhoud op (en niet geordend naar standaarden), of zoek een aanpak die het open gesprek opzoekt en gebruik het kader om het bewijs te vinden.

DEEL III OPLEIDINGSACCREDITATIES

Pagina 86 van 102

19 De opleidingsaccreditatie in het hoger onderwijs: een