• No results found

Conclusies en aanbevelingen

In document Geulopdringing Zuidwest Walcheren (pagina 77-82)

Dit hoofdstuk beschrijft de conclusies en aanbevelingen van deze studie. Hierbij worden ondermeer de onderzoekvragen herhaald en beantwoord. Voor dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van de discussie zoals gevoerd binnen het werkatelier van 20 februari 2014 te Goes.

5.1 Conclusies

In deze studie is de invloed van zeespiegelstijging (ZSS) en morfologische ingrepen op het gedrag van het Oostgat onderzocht op basis van analyse en doorvertaling van hydrodynamische modelberekeningen. Tevens is de invloed van zeespiegelstijging en veranderend wind- en golfklimaat op de veiligheid, de momentane kustligging en strandbreedte bepaald middels data-analyse en duinafslagberekeningen.

De waterbeweging en zandtransporten zoals berekend met het Delft3D-NEVLA model komen overeen met het heersende beeld van de werking van het fysische systeem van de Westerscheldemonding. Dit betreft in het bijzonder de residuele snelheden en het netto zandtransportpatroon in en rondom het Oostgat. Dit betekent dat het model met vertrouwen kan worden toegepast om het effect van ZSS en morfologische ingrepen op de waterbeweging en netto zandtransporten te bepalen.

5.1.1 Onderzoeksvragen

Wat is het autonome gedrag van de getijdegeul? En wat is het effect van dit autonoom gedrag op de veiligheid op lange termijn (2050 en 2100)?

De afgelopen tientallen jaren is het Oostgat dieper en breder geworden. Ondanks de aanwezigheid van moeilijk erodeerbare lagen en harde constructies resulteert dit in het landwaarts oprukken van de geul met name tussen Westkapelle en Zoutelande. Dit autonome gedrag zet zich naar verwachting de komende jaren door.

Wordt veranderd gedrag van de getijdegeul verwacht door zeespiegelstijging en veranderend wind- en golfklimaat?

De invloed van veranderd wind- en golfklimaat op het gedrag van de getijgeul wordt beperkt verondersteld en is niet meegenomen in de hydrodynamische berekeningen.

Het grootschalige stroombeeld en de getijgemiddelde zandtransportenpatronen veranderen niet wezenlijk door de ZSS en geulgemiddeld worden de snelheden in het Oostgat nauwelijks beïnvloed door de ZSS. Dit is een indicatie dat het geulgedrag niet wezenlijk zal veranderen.

Wat is het effect van zeespiegelstijging en veranderend golfklimaat op de binnendijkse veiligheid, de momentane kustlijn (MKL) in relatie tot de basiskustlijn en de strandbreedte?

De invloed van veranderd wind- en golfklimaat op de MKL ligging wordt beperkt verondersteld en is niet meegenomen. Het effect van het veranderend golfklimaat op de binnendijkse veiligheid (afslagpunt) is wel beschouwd.

1208921-000-ZKS-0005, 17 maart 2014, definitief

Door de zeespiegelstijging verschuift de MKL posities enkele meters landwaarts, wat beperkt is in vergelijking met de huidige trend. De huidige strategie voorkomt dit landwaarts opschuiven met ZSS. Ook het duinafslagpunt verschuift enkele meters landwaarts door de ZSS en het veronderstelde veranderende golfklimaat.

Is het, gezien bovenstaande beschouwde effecten, mogelijk om de huidige veiligheidsstrategie (geulwandsuppleties, handhaven BKL en duinversterking) voort te zetten? En is er een alternatieve strategie mogelijk met morfologische ingrepen? De huidige strategie behelst het handhaven van de basiskustlijn middels strand-en geulwandsuppleties. Vanaf 1990 is hier de kust structureel op zijn plek gehouden door middel van strandsuppleties. In 2005 en 2009 heeft men hier grote geulwandsuppleties uitgevoerd. De geulwandsuppleties eroderen over het algemeen langzaam (1-2% per jaar) en het blijkt dat deze suppleties fungeren als erosiebuffer, wat ten goede komt aan de kustontwikkeling. Gemiddeld is er sinds 1990 jaarlijks 0.9 miljoen m3 gesuppleerd, in de vorm van zowel strandsuppleties als geulwandsuppleties.

Op basis van het autonome gedrag van de getijdegeul en de invloed van zeespiegelstijging op dit gedrag en op de veiligheid op lange termijn (2050 en 2100) concluderen we dat de huidige veiligheidsstrategie kan worden voortgezet.

In aanvulling op het vasthouden van de basiskustlijn middels de huidige veiligheidsstrategie zijn twee grootschalige morfologische ingrepen beschouwd. Deze ingrepen zijn in samenspraak met de opdrachtgever (Marian Lazar) uitgewerkt. De eerste betreft het 100 m verleggen van het Oostgat tussen Westkapelle en net ten zuiden van Dishoek. In het tweede wordt hier een nieuwe vaargeul ter plekke van de Geul van de Walvischstaart-Deurloo-West aan toe gevoegd.

De invloed van de beschouwde morfologische ingrepen is vrij lokaal, met uitzondering van het gebied direct ten noorden van de zeewaartse versterking. De eerste ingreep geeft een lichte afname van de getijdebieten door het Oostgat en een hieraan gekoppelde lichte toename in het geulsysteem Deurloo-Oost-Geul van de Rassen. De aanleg van een nieuwe vaargeul zorgt lokaal voor een iets groter debiet ten koste van het debiet door de Wielingen. Het grootschalige stroombeeld en de netto zandtransportpatronen in het Oostgat veranderen niet wezenlijk door de morfologische ingrepen. Het betreft met name een lokale verplaatsing van de patronen. Ter plekke van de nieuwe geul nemen de maximale stroomsnelheden en de netto transporten toe. Deze verdieping heeft nauwelijks invloed op de zandtransporten in het Oostgat.

Op basis van deze resultaten verwachten we niet dat zeewaartse versterking in combinatie met morfologisch baggeren leidt tot extra erosieproblematiek in het Oostgat en verwachten we ook niet dat een nieuwe vaargeul door de Walvischstaart het Oostgat ontlast en tot minder kusterosie leidt.

Wat is de impact van de huidige en alternatieve veiligheidstrategie op de ruimtelijke aspecten?

In het door het Deltaprogramma georganiseerde werkatelier van 20 februari 2014 te Goes is de impact van de beschouwde veiligheidsoplossingen op de ruimtelijke aspecten niet besproken.

1208921-000-ZKS-0005, 17 maart 2014, definitief

In het werkatelier is geconcludeerd dat de kustveiligheid van Walcheren op een hoog peil ligt en op peil zal blijven wanneer kustlijnzorg gecontinueerd wordt. Vanuit het Deltaprogramma (lange termijn veiligheid en de nieuwe normeringssystematiek voor waterveiligheid) is geen extra opgave te verwachten. Vanuit het Vlaams belang is er ruime aandacht voor het verbeteren van de toegankelijkheid van Antwerpen via (nieuwe) vaarroutes in de Westerschelde om vaartijd te verkorten, de beloodsing te vergemakkelijken en de externe veiligheid van het transport van gevaarlijke stoffen te vergroten. Dit laatste punt is ook een Nederlands belang m.b.t. het transport van gevaarlijke stoffen van en naar Rotterdam. Een andere agenda is die van gebiedsontwikkelingen zoals in de kustzone van ZW Walcheren of de Vlaamse baaien. Voor de duinenkust tussen Vlissingen en Westkapelle zijn er vooralsnog geen serieuze plannen voor verdere (toeristische) ontwikkelingen vanuit de gemeente of provincie. In België wordt wel gestudeerd op de Vlaamse baaien, Nederlandse overheden zijn daar bij betrokken. Over de concreetheid van de plannen is nog niet veel bekend.

Kortom: de scheepvaart en gebiedsontwikkeling kunnen de motor zijn voor een andere inrichting en beheer van de Westerschelde monding. Hiermee komen andere (morfologische) scenario’s in beeld. Het ligt voor de hand om hier een integrale aanpak voor te kiezen, waarbij andere aspecten in de afwegingen worden meegenomen.

5.2 Aanbevelingen

• Het wordt aanbevolen om te anticiperen op gebiedsontwikkelingen in de Scheldemonding zoals Vlaamse baaien en Voordelta met visie-ondersteunend onderzoek.

• Het wordt aanbevolen om voor de Westerschelde monding nieuwe morfologische scenario’s te ontwikkelen vanuit het belang voor de scheepvaart naar Antwerpen en Rotterdam en mogelijk ook vanuit het belang van gebiedsontwikkeling in de kustzone van ZW Walcheren.

• Het wordt aanbevolen de effecten van veranderend wind- en golfklimaat op het gedrag van het Oostgat en de kusterosie langs Zuidwest Walcheren te onderzoeken en de mogelijkheden van een kleinschalige pilot geulverlegging bij ‘De Banaan’ bij Westkapelle na te gaan.

1208921-000-ZKS-0005, 17 maart 2014, definitief

Referenties

Elias, E.P.L., Walstra, D.J.R., 2006. SMB ZW Walcheren - Modellering effectiviteit zeewaartse kustbeschermingsalternatieven. Rapport z4052, WL|Delft Hydraulics, Delft. Erkens, G., 2003. Analyse Multibeam data Oostgat, geomorfologische analyse op basis van

multibeam data uit 2002. Werkdocument van Directoraat- Generaal Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ (RIKZ/OS/2003.168x).

Groot, de, A.V., 2002. Kustlijnhandhaving Onrustpolder. Evaluatie van de effecten van morfologisch baggeren en strandsuppleties.

Maldegem, van, D. (2012), Vaarwegverlegging Oostgat; Probleemschets, kennisinventarisatie en vóórverkenning van alternatieve route via de geul van de Walvischstaart, RWS Zeeland, Eindconcept Januari 2012

Maranus, J.W., Roelse, P., de Ruig J.H.M., 1990. Mogelijkheden voor zeewaartse kustverdediging in Zeeland. DGW/Dir. Zeeland, Discussie-Notitie NXL 89-47.

Maranus, J.W., 2005. Onderwatersuppleties Zuidwest Walcheren 2005, 2006 en 2007. DGW/Dir. Zeeland, Memo AXA-2005JM59.

Nolte, A.J., 2011. Natuurherstel in de Westerschelde: De mogelijkheden nader verkend, Hoofdrapport. Rapport 1204087-000, Deltares.

Pawlowicz, R., Beardsley, B., Lentz, S., 2002. Classical Tidal Harmonic Analysis Including Error Estimates in MATLAB using t_tide. Computers and Geosciences, 28, 929-937. Steijn, R., Van der Spek, A., 2005. Mogelijkheden voor geulwandversterking of verlegging

Oostgat/Sardijngeul, Verslag van bureaustudie. Rapport A1431, Alkyon.

Van der Werf, J.J., 2012. Advies geulwandsuppletie Onrustpolder. Rapport 1206171-004- ZKS-0003, Deltares.

Van der Werf, J.J., Brière, C.B., 2013. The influence of morphology on tidal dynamics and sand transport in the Scheldt estuary, Report I/RA/11387/13.082/GVH, Deltares.

Van der Werf, J.J., Giardino, A., Santinelli, G., 2011. Aanzanding en onderhoudsbaggerwerkzaamheden in de Sardijngeul. Rapport 1204421-004, Deltares. Vermaas, T., Bruens, A., 2013. Beheerbibliotheek Walcheren. Rapport 1207724-04, Deltares.

1208921-000-ZKS-0005, 17 maart 2014, definitief

A Effect 0.28 m ZSS op waterbeweging

In document Geulopdringing Zuidwest Walcheren (pagina 77-82)