• No results found

4 CONCLUSIES DERDE RONDE

In document Alternatieve huisvesting leghennen (pagina 53-55)

In alle systemen lag de productie op een redelijk niveau en deden zich gezondheidsproblemen voor. De conclusies per systeem staan hieronder vermeld.

geen

Scharrelsysteem

Beide nesten bleken goed te functioneren. Bij de groepsnesten werden meer tweede eieren en vuilschalige eieren geraapt, maar minder kneus, breuk en overige afwijkingen, Het percentage buitennesteieren was iets hoger bij de individuele nesten. Als minimaal 90% van de buitennesteieren als tweede soort wordt gezien, leverden de groepsnesten meer eerste soort eieren op.

Uit het gedragsonderzoek komen sterke aanwijzingen naar voren, dat het hogere percent- age grondeieren bij de individuele nesten veroorzaakt wordt door de dubbele rij legnesten. Doordat de onderste rij nesten slecht gewaardeerd wordt door de hennen, is de voor de hennen acceptabele nestruimte beperkt. Het is bekend, dat een gebrek aan nestruimte meer grondeieren tot gevolg heeft. Bij de groepsnesten was slechts één laag geïnstalleerd, waardoor de situatie anders is. Uit de video-opnamen kwam naar voren, dat de hennen bijna altijd zonder aarzeling het nest betraden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat er blijkbaar voldoende ruimte in de groepsnesten beschikbaar was.

Bij de vergelijking fosforarm en controlevoer kwamen geen grote verschillen voor. Bij het fosforarme voer werden iets meer tweede soort eieren geraapt, voornamelijk als gevolg van meer overige afwijkingen. Het blijkt dat het goed mogelijk is het totale fosforniveau in het voer met 30% te reduceren zonder nadelige gevolgen voor de productie. Er waren geen verschillen in botsterkte.

De geperforeerde schijnvloer onder de beun resulteerde weliswaar in zeer droge mest, maar de reductie in ammoniakemissie was onvoldoende. Gemiddeld werd een reductie in ammoniakemissie gehaald van 35%.

Aangepaste batterij

De geperforeerde eierbeschermplaat bleek wel een significant verschil in slijtage van de nagels te bewerkstelligen, maar de nagels waren nog steeds te lang. Grotere gaatjes veroorzaakten niet meer gebroken nagels.

De in de lengte geplaatste bleek goed gebruikt te worden, maar leverde een hoger percentage kneus en breuk op. Uit buitenlands onderzoek komen aanwijzingen naar voren, dat dit veroorzaakt wordt doordat hennen vanaf de eieren leggen. Daarom moet gezocht worden naar een type die dit gedrag tegengaat.

De dwars in de kooi geplaatste leek een negatief effect te hebben op de eikwaliteit, maar dit kon niet worden aangetoond. Het gebruik van de was minder dan bij de parallele positie. Over het algemeen lijkt deze positie minder bruikbaar dan de parallele. Het legnestgebruik was hoog wanneer een rubber mat op de bodem van het nest lag.

Daarbij trad echter zoveel vervuiling op, dat dit voor de praktijk niet haalbaar is. Zonder mat was het nestgebruik te laag. De oplossing moet gezocht worden in het afsluitbaar maken van het nest en een niet vervuilende nestbodem.

verholpen te hebben.

De nestopening voorin de kooi leek een hoger percentage nesteieren op te leveren. Hierbij leken iets meer hennen achterin het nest te zitten dan bij de nesten met de opening aan de achterkant. De richting van de kop werd niet door de plaats van de nestopening bei’nvloed.

De eikwaliteit was niet verschillend bij vijf of tien hennen per nest. Wel leek het nestgebruik iets lager bij tien hennen, zodat hier wellicht sprake is van een te hoge nestbezetting. -De aanwezigheid van een in de kooi beïnvloedt het legnestgebruik positief en heeft geen invloed op de posities van de hennen in de nesten.

Uit de resultaten blijkt duidelijk, dat de hennen een voorkeur hebben voor een plaats achterin het nest, waarbij de kop naar achter of opzij is gericht.

Welzijnskooien

De technische resultaten van de hennen in welzijnskooien waren matig.

Er deden zich wel enige problemen met verenpikkerij voor, wat resulteerde in ruim meer uitval.

De eikwaliteit was, ondanks het aanbrengen van een egg-saver, nog steeds slecht. De nestaanpassingen, uitgetest om dit probleem te verhelpen, brachten geen verbetering van de eikwaliteit teweeg. Daarom zal de lay-out van de nesten drastische gewijzigd moeten worden. Het systeem zal alleen een succes kunnen worden, indien de nesten een betere eikwaliteit geven.

Het percentage in de nesten gelegde eieren was hoger bij de kooien met strooiselbak, waarschijnlijk door het lager aantal dieren in deze kooien.

Er werden nauwelijks eieren in de bakken aangetroffen, wellicht omdat de strooiselbakken alleen in het laatste deel van de lichtperiode geopend werden.

Het strooiselmateriaal verdween zo snel uit de bak, dat de hennen bij eenmaal vullen per week, een deel van de week nauwelijks strooiselmateriaal ter beschikking hebben. Het type strooisel maakte hierbij verschil: schelpengrit bleef het beste liggen, maar de kosten waren het laagst bij zaagsel.

Hennen, die middags strooisel ter beschikking kregen, vertoonden ruim driemaal minder stofbadgedrag op het rooster in de periode de bak openging. Dit verschil was vooral duidelijk in de laatste twee uur van deze periode.

De twee uitgeteste zitstokposities leverden geen duidelijke verschillen op, behalve dat de dwarse minder gebruikt werd door de hennen.

In document Alternatieve huisvesting leghennen (pagina 53-55)