• No results found

Conclusies / beantwoording van de onderzoeksvragen

 Wat is de opbouw van de ondergrond en is het bodemprofiel intact?

De bodemopbouw bestaat uit kalkarme kleiafzettingen op kalkloze matig siltige kleien. Op ca 1,0 m –mv waren zwak zandige kleien aanwezig, die zich onder de grondwaterspiegel (beneden ca. 1 m –mv) bevinden. Op ca. 2,5 m -mv. zijn zwak siltige kleien aanwezig.

De bodemopbouw laat een hydromorf bodemprofiel zien dat niet de voorkeurspositie heeft voor bewoning tot en met de Vroege-Middeleeuwen.

De bodem is in bij de boringen 1 en 2 intact. Bij boring 3 en 6 was de bodem tot onbekende diepte verstoord. Bij boringen 4 en 5 leek enkel de bovenste 70 cm verstoord. Onder huisnummer 17 is de bodem tot ca. 80 cm -mv verstoord. Onder huisnummer 21 zal de bodemverstoring beperkt zijn vanwege sleuffundering.

 Zijn in het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig?

Bij boringen 1 en 2 zijn baksteenspikkels en houtskoolspikkels aangetroffen in de bouwvoor. Deze indicatoren wijzen mogelijk op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats.

 Wat is te zeggen over de horizontale en verticale verspreiding van de archeologische resten?

De houtskool- en baksteenspikkels bevonden zich in de bouwvoor. Het archeologische sporenniveau wordt in de top van de C-horizont direct onder de bouwvoor verwacht (vanaf 30-40 cm beneden maaiveld). De bouwvoor en de top van de C-horizont is enkel intact bij boringen 1 en 2. Aangezien de verwachte sporen tot diep in de C-horizont kunnen reiken, kunnen zich ook in de rest van het plangebied, waar ondiepe bodemverstoringen zijn aangetroffen, restanten van archeologische sporen bevinden.

 Wat is de vermoedelijke aard en datering van de archeologische resten?

De aanwezigheid van houtskool- en baksteenspikkels in de bouwvoor sluit aan bij de hoge verwachting voor de Late-Middeleeuwen tot en met Nieuwe tijd die gekoppeld is aan de historische kern van Dussen.

 Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?

Op basis van het bureauonderzoek was een hoge archeologische verwachting voor het plangebied opgesteld voor de periode Late-IJzertijd tot en met Nieuwe tijd. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat er in de ondergrond tot 2,5 à 3 meter beneden maaiveld geen stroomgordel aanwezig is, waardoor voor de periode Late-IJzertijd tot de Vroege-Middeleeuwen de verwachting naar laag kan worden bijgesteld. De diepere ondergrond is niet onderzocht (dieper dan 2,5 m), waardoor de verwachting voor de periode Laat-Paleolithicum – Bronstijd op onbekend is gezet. De aanwezigheid van houtskool- en baksteenspikkels geeft reden om de opgestelde hoge verwachting voor de periode Late-Middeleeuwen tot Nieuwe tijd te handhaven.

 In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?

De geplande graafwerkzaamheden gaan tot ca. 1 m –mv, waardoor het archeologisch sporenniveau nog intact kan zijn, aangezien de meeste verstoringen maar tot 70 á 80 cm – mv gaan. Hierdoor kan het archeologisch sporenniveau bedreigd worden.

16 4.3 Advies

Op basis van de resultaten van het booronderzoek is mogelijk een archeologische vindplaats in het plangebied aanwezig. Door de geplande graafwerkzaamheden kunnen eventueel aanwezig

archeologische resten verloren gaan en is vervolgonderzoek noodzakelijk. Ter plaatse van de boringen 1 en 2 is de bodem intact, maar is een boomgaard aanwezig. Ook onder de huidige bebouwing op nummers 17 en 21 zouden nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Door deze aanwezigheid van bebouwing en de boomgaard in de achtertuin is een proefsleuvenonderzoek lastig uitvoerbaar.

Archeodienst adviseert om bij de sloop van de ondergrondse resten van de bebouwing en het verwijderen van de bomen een archeologische begeleiding onder protocol opgraven uit te voeren.

Dit betekent dat tijdens de sloop gekeken wordt naar de aanwezigheid van archeologische sporen.

Bij het aantreffen van archeologische sporen wordt het sloopwerk onderbroken of aangepast. Doel van de begeleiding is het constateren van archeologische sporen en bescherming daarvan. Op basis van de begeleiding kan een advies opgesteld worden over de noodzaak van nader archeologisch onderzoek dat kan bestaan uit een proefsleuvenonderzoek of een opgraving. Omdat het terrein op dit moment niet beschikbaar is voor proefsleuvenonderzoek heeft het geen zin om vóór de sloop een proefsleuvenonderzoek te adviseren.

Voordat de uitvoering van een archeologische begeleiding kan plaatsvinden, moet er een

Programma van Eisen (PvE) geschreven worden. Dit PvE moet getoetst worden door de gemeente Werkendam.

Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Met nadruk wijst Archeodienst erop dat dit selectieadvies nog niet betekent dat al bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Werkendam), die vervolgens een selectiebesluit neemt.

Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet met zekerheid gegarandeerd worden. Indien bij graafwerkzaamheden archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister gemeld te worden.

17

Literatuur

Bakker, H. de/J. Schelling, 1989² (1966): Systeem van de bodemclassificatie voor Nederland, Wageningen

Berendsen, H.J.A. /E. Stouthamer, 2001: Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands, Assen.

Bosch, J.H.A., 2008: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode versie 1.1., Op basis van de Standaard Boorbeschrijvingmethode versie 5.2, Utrecht (Deltares-rapport 2008-U-R0881/A)

Centraal College van Deskundigen Archeologie, 2010: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2, Gouda.

Ellenkamp, G.R., 2010: Overvloed: Een erfgoedkaart voor de gemeenten Aalburg en Werkendam, RAAP-rapport 2190, Weesp

Harbers, P., 1990: Bodemkaart van Nederland 1:50.000, Toelichting bij kaartblad 44 Oost Oosterhout, Staring Centrum, Wageningen

Mulder, E.F.J. de/M.C. Geluk/I.L. Ritsma/W.E. Westerhof/T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen.

Kadaster, 2009: Topografische kaart 1: 25.000, Apeldoorn.

NEN (Nederlands Normalisatie Instituut), 1990: NEN-5104:1989 NL, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie Instituut, Delft.

Tol, A.J./J.W.H.P. Verhagen/M. Verbruggen, 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel:

karterend booronderzoek, Gouda (SIKB uitgave).

Websites

http://www.ahn.nl (Actueel Hoogtebestand van Nederland) http://www.watwaswaar.nl (diverse historische kaarten)

http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html (diverse kaarten, waaronder IKAW en AMK) http://www.kich.nl (Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie)

http://www.bodemloket.nl (Bodemloket)

Lijst van afbeeldingen

Fig. 1.1: Het plangebied op de topografische kaart 1:25.000 (bron: kadaster 2009). ... 5 Fig. 1.2: Toekomstige situatie binnen het plangebied geprojecteerd op de luchtfoto (BingMaps). .. 6 Fig. 2.1: Stroomgordelkaart, het plangebied ligt op de gordel van Hank (nr. 57) ... 8 Fig. 2.2: Uitsnede van de hoogtekaart (AHN). ... 8 Fig. 2.3: Uitsnede van de archeologiekaart gemeente Werkendam (Ellenkamp 2010). ... 10 Fig. 2.4: Ligging van het plangebied op de kadastrale minuut uit begin van de 19e eeuw (bron:

www.watwaswaar.nl). ... 11 Fig. 2.5: Ligging van het plangebied op kaart uit 1874, Bonneblad (bron: www.watwaswaar.nl). . 11

Lijst van tabellen

Tab. 2.1: Overzicht van de waarnemingen en onderzoeksmeldingen binnen een straal van 500 m rondom het plangebied. ... 9 Tab. 2.2 Archeologische verwachting per periode voor het plangebied. ... 12

Bijlage 1: Periodentabel

Bijlage 2: Afkortingenlijst

a f k o rt ing be t e k e nis a f k o rt ing be t e k e nis a f k o rt ing be t e k e nis

…g1 zwak grindig Kz1 zwak zandige klei TUF Tufsteen

…g2 matig grindig Kz2 matig zandige klei v vo ndst

…g3 sterk grindig Kz3 sterk zandige klei VKL Huttenleem/verbrande leem

…h1 zwak humeus L leem VKT Vierkant

…h2 matig humeus l licht VM E Vro ege-M iddeleeuwen

…h3 sterk humeus LB K Lineaire bandkeramiek VM EA Vro ege-M iddeleeuwen A

-1L 1-ledig LEE Leer VM EB Vro ege-M iddeleeuwen B

-2L 2-ledig LIN Lineair VM EC Vro ege-M iddeleeuwen C

-3L 3-ledig LM E Late-M iddeleeuwen VM ED Vro ege-M iddeleeuwen D

-4L 4-ledig LM EA Late-M iddeleeuwen A vnr vo ndstnummer

-5L 5-ledig LM EB Late-M iddeleeuwen B VST Vuursteen

-6L 6-ledig Lz1 zwak zandige leem W west

A D A nno Do mini (datering na Christus) Lz2 sterk zandige leem WA B O Wet A lgemene B epalingen Omgevingsrecht

afb. afbeelding m meter WI Wit

A HN A ctueel Ho o gtebestand Nederland vierkante meter WITB A K witbakkend

A M K A rcheo lo gische M o numenten Kaart M A M aster o f A rts WRO Wet Ruimtelijke Ordening

A M S versnelde C14-metho de M A G zilver X M E M iddeleeuwen

A M Z A rcheo lo gische M o numenten Zo rg M A U go ud XXX o nbekend

A RCHIS A rcheo lo gisch Info rmatie Systeem M B R bro ns Z zand

art. artikel M C14 M o nster vo o r C14-datering Z zuid

A SB A rcheo lo gische Standaard B o o rbeschrijving M CU ko per Zkx kleiig zand

A W A ardewerK (o ndetermineerbaar) M ESO M eso lithicum ZND Zand

A WC A ardewerkco ncentratie M ESOL Laat-M eso lithicum Zs1 zwak silitig zand

A WG gedraaid M ESOM M idden-M eso lithicum Zs2 matig siltig zand

A WH handgevo rmd M ESOV Vro eg-M eso lithicum Zs3 sterk siltig zand

B C B efo re Christ (datering vo o r Christus) M FE ijzer Zs4 uiterst ziltig zand

B E B eige M FOS Fo sfaatmo nster ZW Zwart

bijv. bijvo o rbeeld M HK ho utsko o lmo nster

B L B lauw M HT Ho utmo nster

blz bladzijde M ICRO micro mo rfo lo gisch o nderzo ek

B OT B o t M LIT Litho genetisch mo nster

B P B efo re P resent (datering t.o .v. 'heden', zijnde 1950) mm millimeter

B R B ro ns M M E messing

B R B ruin M N M angaan

B RONS B ro nstijd M P P o llenmo nster

B RONSL Late-B ro nstijd mp meetpunt

B RONSM M idden-B ro nstijd M P B lo o d

B RONSM A M idden-B ro nstijd A M P F B o tanisch mo nster

B RONSM B M idden-B ro nstijd B M sc M aster o f Science

B RONSV Vro ege-B ro nstijd M SN tin

B S B aksteen M TL M etaal

B TO Onverbrand bo t mv maaiveld (het lando ppervlak)

B TV Verbrand bo t M XX metaal

B UIK tussen bo dem en scho uder o f rand M ZF Zo ö lo gisch mo nster, 0.25mm

B UITEN buitenkant N nee

B V B o uwvo o r N no o rd

bv. bijvo o rbeeld NA P No rmaal A msterdams P eil

C 14 Ko o lsto fdatering NEN Nederlandse No rm

CA kalk NEO Neo lithicum

ca. circa NEOL Laat-Neo lithicum

CA A Centraal A rcheo lo gisch A rchief NEOLA Laat-Neo lithicum A

CA D Co mputer-aided Drafting (o f Design) NEOLB Laat-Neo lithicum B

CCvD Centraal Co llege van Deskundigen NEOM M idden-Neo lithicum

CHA L Chalcedo o n NEOM A M idden-Neo lithicum A

Chr. Christus NEOM B M idden-Neo lithicum B

CHW Cultuur-Histo rische Waardenkaart NEOV Vro eg-Neo lithicum

CIS Centraal Info rmatie Systeem NEOVA Vro eg-Neo lithicum A

cm centimeter NEOVB Vro eg-Neo lithicum B

CM A Centraal M o numenten A rchief nr. nummer

CRI Crino iden kalk NT Nieuwe tijd

D do nker NTA Nieuwe tijd A

DA O Defintief A rcheo lo gisch Onderzo ek NTB Nieuwe tijd B

DIORIET Dio riet NTC Nieuwe tijd C

DIST Distaal (verst weg van bewerking) NV Natuurlijke versto ring

DOLERIET Do leriet O o o st

drs. do cto randus o .a. o nder andere

e .d. en dergelijke OD o uder dan

e.v. en verder ODB bo t, dierlijk

ECO eco lo gische mo nsters ODS schelp

et al. et alii (en anderen) OM B bo t, menselijk

etc. etcetera ONR Onregelmatig

F E Ijzer/o er OR Oranje

FeO2 ro est (ijzero xide) ORG Organisch

FF Fo sfaat OTE textiel

FG Fysisch Geo graaf/ Fysische Geo grafie OVL Ovaal

Fig. Figuur OXB bo t, o nbekend

G A N G Gangkwarts OXX o rganisch

GE Geel p. pagina

gem. gemiddeld P A P aars

gew. gewicht pag. pagina

GIS Geo grafisch Info rmatie Systeem P A LEO P aleo lithicum

GLD Glad(wandig) P A LEOL Laat-P aleo lithicum

GLS Glas P A LEOLA Laat-P aleo lithicum A

GN Gro en P A LEOLB Laat-P aleo lithicum B

GP S Glo bal P o sitio ning System P A LEOM M idden-P aleo lithicum

GR Grijs P A LEOV Vro eg-P aleo lithicum

ha . hectare P HK Ho utsko o l

HK Ho utsko o l P HT Ho ut

HL Hutteleem P STG pro to -steengo ed

HT Ho ut P vE P ro gramma van Eisen

HU Humus R D Rijksdrieho ek systeem

id identiek aan (landelijk co ö rdinatensysteem)

IJZ IJzertijd REC Recente versto ring

IJZL Late-IJzertijd RHK Rechtho ekig

IJZM M idden-IJzertijd RND Ro nd

IJZV Vro ege-IJzertijd RO Ro o d

IKA W Indicatieve Kaart van A rcheo lo gische Waarden ROM Ro meinse tijd

INDET Ondetermineerbaar ROM L Laat-Ro meins tijd

ing ingenieur ROM LA Laat-Ro meins tijd A

IVO Inventariserend Veldo nderzo ek ROM LB Laat-Ro meins tijd B

IVO-O Inventariserend Veldo nderzo ek Overig ROM M M idden-Ro meinse tijd IVO-P Inventariserend Veldo nderzo ek P ro efsleuven ROM M A M idden-Ro meinse tijd A

Bijlage 3: Verklarende woordenlijst

A llerød tijd Ko rte, relatief warme perio de uit het Laat-Glaciaal (Weichselien), ca. 11.800-11.000 jaar geleden.

antro po geen Ten gevo lge van menselijk handelen (do o r mensen vero o rzaakt/gemaakt).

A RCHIS-melding Elke melding bij het centraal info rmatiesysteem (A RCHIS).

artefact A lle do o r de mens vervaardigde o f gebruikte vo o rwerpen.

bio turbatie Versto ring van de o o rspro nkelijke bo demstructuur en/o f transpo rt van materiaal do o r plantengro ei en dierenactiviteiten.

B ølling tijd Ko rte, relatief warme perio de uit het Laat-Glaciaal (Weichselien), ca. 13.500-12.000 jaar geleden.

B o reaal Tijdvak, o nderafdeling van het Ho lo ceen, gekarakteriseerd do o r een gematigd en co ntinentaal klimaat en een bebo st landschap gedo mineerd do o r lo o fbo men (datering ca. 6800-5500 vo o r Chr.).

B uitendijks Gro nden die aan de rivierzijde van een dijk liggen. In het buitendijkse gebied liggen de uiterwaarden.

14C-datering

(o o k wel C14- o f C14-datering) B epaling van gehalte aan radio -actieve ko o lsto f 14C van o rganisch materiaal (ho ut, ho utsko o l, veen, schelpen e.d.) waaruit de 14C-o uderd14C-o m kan w14C-o rden afgeleid. Deze 14C-o uderd14C-o m w14C-o rdt 14C-o pgegeven in jaren vó ó r 1950 na Chr. (jaren B P ) met daaraan t14C-o egev14C-o egd de aan de meting verb14C-o nden mo gelijke afwijking (standaarddeviatie).

castellum Ro meins legerkamp.

castra Ro meins legerkamp vo o r legio enen

co nservering M ate waarin gro ndspo ren, ano rganische en o rganische archeo lo gische resten bewaard zijn.

co uperen Het maken van één o f meer verticale do o rsneden do o r een spo o r o f laag o m de aard, diepte, vullingen, vo rm en relaties met andere feno menen vast te stellen.

crematie B egraving met gecremeerd menselijk bo t.

crevasse Do o rbraakgeul do o r een o everwal.

cultuurdek 30 to t 50 cm dikke cultuurlaag, so ms o pgebracht (vergelijkbaar met een es, maar minder dik), so ms o ntstaan do o r diepplo egen.

dagzo men A an de o ppervlakte ko men, zichtbaar wo rden van gesteenten (met inbegrip van zand, klei, etc.).

debiet Het aantal m3 water dat o p een bepaald punt in een rivier per seco nde passeert.

dekzand Fijnzandige afzettingen die o nder periglaciale o mstandigheden vo o rnamelijk do o r windwerking o ntstaan zijn; de dekzanden van het Weichselien vo rmen in gro te delen van Nederland een 'dek' (Saalien: Fo rmatie van Eindho ven; Weichselien: Fo rmatie van Twente).

Dryas Laatste gedeelte van het Laat-Weichselien, ca. 20.000-10.000 jaar geleden.

Eemien Interglaciaal tussen Saalien en Weichselien (resp. vo o rlaatste en laatste glaciaal), ca. 130.000-120.000 jaar geleden.

enkeerdgro nden Dikke eerdgro nd (=laag met do nkere, min o f meer rulle gro nd, met o rganische en ano rganische bestanddelen) o ntwikkeld o p zandgro nd o nder invlo ed van de mens; wo rden o o k wel essen geno emd.

Edelmanbo o r Een handbo o r vo o r bo demo nderzo ek.

eo lisch Do o r de wind gevo rmd, afgezet.

ex situ A chtergebleven o p andere plaats dan waar de laatste gebruiker het heeft gedepo neerd, weggego o id o f verlo ren.

esdek Dikke humeuze laag o ntstaan do o r eeuwenlange bemesting; beschermt de o o rspro nkelijke bo dem tegen plo egen en andere versto ringen

fibula mantelspeld

fluviatiel Do o r rivieren gevo rmd, afgezet.

fluvio glaciaal Do o r smeltwater (afko mstig van gletsjers) afgezet.

fluvio periglaciaal Do o r stro mend water o nder periglaciale o mstandigheden afgezet.

gaafheid M ate van (fysieke) versto ring van de bo dem, zo wel in verticale zin (diepte) als in ho rizo ntale zin (o mvang).

genese Wo rding, o ntstaan.

gro ndmo rene Het do o r het landijs aangevo erde en na afsmelten achtergebleven mengsel van leem, zand en stenen. De afzetting wo rdt vaak aangeduid als keileem.

havezate Ridderlijk go ed o f kasteel in de o o stelijke pro vincies.

Ho lo ceen Jo ngste geo lo gisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: ca. 8800 jaar vo o r Chr. to t heden).

ho rizo nt Kenmerkende laag binnen de bo demvo rming.

humeus Organische sto ffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bo dem.

ijzero er IJzero xidehydraat, een ijzererts dat vo o ral in vlakke landstreken, in dalen en mo erassige gebieden o p geringe diepte vo o rko mt.

inhumatie B egraving met niet gecremeerd menselijk bo t

in situ A chtergebleven o p exact de plaats waar de laatste gebruiker het heeft gedepo neerd, weggego o id o f verlo ren.

interstadiaal Een warmere perio de tijdens een glaciaal.

ko m Laag gebied waar na o verstro ming van een rivier vaak water blijft staan en klei kan bezinken.

kro nkelwaard Deel van een stro o mgebied o mgeven - en gro tendeels o pgebo uwd - do o r een meander.

kwel Do o r hydro statische druk aan het o ppervlakte treden van gro ndwater

laag Een vervo lgbare gro ndeenheid die o p archeo lo gische o f geo lo gische gro nden als eenheid wo rdt o nderscheiden.

leem Samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan 25% klei limes Grens (meer in het bijzo nder de no o rdgrens van het Ro meinse rijk).

litho lo gie Wetenschap die zich bezigho udt met de beschrijving en het o ntstaan van de sedimentaire gesteenten.

lö ss Eo lisch (=wind-)a afzetting van zeer fijnko rrelig materiaal waarvan het o vergro te deel van de ko rrels (60-85%) kleiner is dan 63 Fm.

lutum Kleideeltjes kleiner dan 0,002 mm

meander M in o f meer regelmatige lusvo rmige rivierbo cht (geno emd naar de M eander in Klein A zië, thans M enderes).

meanderen (van rivieren o f beken) Zich bo chtig do o r het landschap slingeren.

mo tte Type laat-middeleeuws kasteel (vaak een ro nde burcht met to ren) waarvo o r het kenmerkend is dat het is geplaatst o p een meestal kleine, kunstmatige verho ging.

o everafzetting Rug langs een rivier, bestaande uit o verwegend kleiafzettingen.

o everwal Langgerekte rug langs een rivier o f kreek, o ntstaan do o rdat bij het buiten de o evers treden van de stro o m het gro vere materiaal het eerst bezinkt.

o xidatie Reactie met zuursto f (ro esten/co rro sie bij metalen; 'verbranding' bij veen).

palyno lo gie Zie po llenanalyse.

plaggendek Oud verho o gd bo uwland, o ntstaan do o r o pho ging ten gevo lge van bemesting. Vo o r de bemesting werden plaggen o f met zand vermengde po tstalmest o pgebracht.

plangebied Gebied waarbinnen de realisering van de planvo rming het bo demarchief kan bedreigen

P leisto ceen Geo lo gisch tijdperk dat ca. 2,3 miljo en jaar geleden bego n. Gedurende deze perio de waren er sterke klimaatswisselingen van gematigd warm to t zeer ko ud (de vier bekende IJstijden). Na de laatste IJstijd begint het Ho lo ceen (ca. 8800 vo o r Chr.).

P leniglaciaal Ko udste perio de van de laatste IJstijd, het Weichselien, ca. 20.000-13.000 jaar geleden.

po dzo l B o dem met een uitspo elingslaag (Eho rizo nt) en een inspo elingslaag (B ho rizo nt). Het pro ces van het uitlo gen van de Eho rizo nt en de vo rming van een B -ho rizo nt do o r inspo eling van amo rfe humus en ijzer wo rdt po dzo lering geno emd.

po llenanalyse De bestudering van fo ssiele stuifmeelko rrels en spo ren waardo o r een beeld van de vegetatiegeschiedenis gevo rmd kan wo rden. Uit de vegetatiegeschiedenis kan het klimaat wo rden gereco nstrueerd.

po tstal Uitgediepte veestal.

P rehisto rie Dat deel van de geschiedenis waarvan geen geschreven bro nnen bewaard zijn gebleven.

redo ute Kleine veldschans (die alleen uitspringende en geen inspringende ho eken heeft).

rivierduin Do o r uitstuiving uit een riviervlakte hierlangs o ntstaan duin (in Nederland meestal Weichselien o f Vro eg Ho lo ceen van o uderdo m).

Saalien Vo o rlaatste glaciaal, waarin het landijs to t in Nederland do o rdro ng (vo rming stuwwallen), ca. 200.00-130.000 jaar geleden.

silt Zeer fijn sediment met gro o tte 0,002-0,063 mm

site P laats waar in het verleden menselijke activiteit heeft plaatsgevo nden.

slak Steenachtig afval van metaal- o f glaspro ductie

so lifluctie Het hellingafwaarts bewegen van met water verzadigd verweringsmateriaal, o .a. bij permafro st (een permanent bevro ren o ndergro nd).

spieker Op palen geplaatst o pslaghuisje vo o r granen.

strang M et water gevulde, van de ho o fdstro o m afgesneden-'do de'- meander.

stratigrafie Opeenvo lging van lagen in de bo dem.

stratigrafisch De ligging der lagen betreffend.

stro o mgo rdel Het geheel van riviero everwal-, rivierbedding- en kro nkelwaard-afzettingen, al dan niet met restgeul(en).

stro o mrug Oude riviergeul die zo danig is o pgeho o gd met zandige afzettingen dat de rivier een nieuwe lo o p heeft gekregen; blijven do o r inklinking van de ko mgebieden als een rij in het landschap liggen.

stuwwal Do o r de druk van het landijs in het Saalien o pgedrukte rug van scheefgestelde preglaciale sedimenten.

terras (rivier-) Do o r een rivier verlaten en daarna versneden dalbo dem.

structuur M eerdere met elkaar in ruimte, tijd en functio neel o pzicht samenhangende spo ren.

vaaggro nden M inerale gro nden zo nder duidelijke po dzo l-B -ho rizo nt, zo nder briklaag en zo nder minerale eerdlaag.

verbruining P ro ces van bo demvo rming waarbij de bo dem egaal (ro est)bruin van kleur wo rdt.

vicus Een burgelijke nederzetting uit de Ro meinse tijd met een stedelijk karakter maar zo nder stadsrechten.

vindplaats Ruimtelijk begrensd gebied waarbinnen zich archeo lo gische info rmatie bevindt.

Weichselien Geo lo gische perio de (laatste ijstijd, waarin het landijs Nederland niet bereikte), ca. 120.000-10.000 jaar geleden.

zavel Gro ndso o rt die tussen 8 en 25% lutum (kleideeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat.

zeldzaamheid M ate waarin een bepaald type mo nument schaars is (o f is gewo rden) vo o r een perio de o f in een gebied.

Bijlage 4: Geomorfologische kaart

126926 / 416516

Bijlage 5: Bodemkaart

126926 / 416516

Bijlage 6: Archeologische informatie

:::

Zeer hoge archeologische waarde, beschermd

IKAW

Bronnen: © TOP10NL november 2011, © ArchisII februari 2012

±

0

1:10000

50 100 200m

Bijlage 7: Boorpuntenkaart

. . . . .

.

15

17

25

156 33

27 21

6

5 4

3 2

1

125700

125700

125750

125750

125800

125800

415700 415700

415750 415750

415800 415800

415850 415850

Legenda

.

Boorpunten

Opgehoogd Plangebied

±

0 10 20 40m

52936-Dussen-Molenkade_BO+IVO-K Achtergrond: Luchtfoto © BingMaps