• No results found

Conclusies en advies 1 Conclusies

In document Systeemanalyse Hollandsche IJssel (pagina 42-45)

SOBEK en Hydra-NL Om aan de uitgangspunten te voldoen zoals in het vorige hoofdstuk

6 Conclusies en advies 1 Conclusies

In de uitgevoerde analyses is gekeken naar de invloed van het updaten van de uitgangspunten van de modellen naar het BOI, de invloed van de faalkans van de Hollandsche IJsselkering, de invloed van klimaat en de invloed van het waterbezwaar vanuit het regionale systeem. Hieruit kan geconcludeerd worden dat:

 Met name het verkleinen van de faalkans van de HIJK leidt tot een reductie in normwaterstanden en bijbehorende HBN’s (langs traject 15-3) op de Hollandsche IJssel. Deze reductie ligt in de orde van 20 tot 40 centimeter, afhankelijk van de faalkans van de HIJK.

 Het updaten naar de WBI2017 uitgangspunten met name een positieve invloed heeft op de waterstanden en HBN’s die meer bovenstrooms liggen (nabij Gouda).

 Uit de resultaten blijkt dat voor het huidige zichtjaar de open situatie vrijwel altijd maatgevend is voor de waterstanden en de HBN’s bij een faalkans van 1/200 en 1/1.000 voor de HIJK. Deze open situaties worden gekenmerkt door een storm die enkele keren per jaar kan voorkomen in combinatie met een falende HIJK. Bij een faalkans van 1/5.000 voor de HIJK neemt de invloed van de gesloten situatie in combinatie met waterbezwaar toe.

 Waterbezwaar heeft alleen effect wanneer de gesloten situatie bijdraagt aan het bepalen van de beoordelings- en ontwerpwaterstanden, dit is het geval bij een zeer kleine faalkans van de HIJK. Hierin is de

kenteringsluiting en de daarbij horende sluitwaterstand erg belangrijk voor de maatgevende waterstanden.

 Een maalstop komt zeer zelden voor (1/20.000 per jaar). Bij klimaatverandering neemt de frequentie toe tot 1/3.000 per jaar bij 2050W+ en 1/600 per jaar bij 2100W+, maar de kans blijft relatief klein.

Hierin is het effect van modelonzekerheden niet meegenomen.

 Voor het zichtjaar 2050 nemen de waterstanden en HBN’s door

zeespiegelstijging toe. Door zeespiegelstijging worden de open situaties nog bepalender bij de norm. In de gesloten situatie worden de

waterstand speelt de dichte situatie geen rol meer. Het effect van het verkleinen van de faalkans wordt kleiner, omdat de decimeringshoogte afneemt boven de 3,0 m+NAP. De Europoortkering moet dan namelijk ook falen om de ‘open’ waterstand binnen te krijgen. Voor het HBN speelt de gesloten situatie met waterbezwaar nog steeds een rol, omdat ook niet- maatgevende waterstanden bijdragen.

 De resultaten zijn gevoelig voor de modelonzekerheid van de waterstand. Lopend onderzoek laat zien dat de momenteel gebruikte onzekerheden verkleind kunnen worden. Dit kan voor de berekeningen met

onzekerheden tot enkele decimeters in waterstanden en HBN’s schelen.

6.2

Aanbevelingen

In deze studie is aangetoond dat een uitwerking van de systeemmaatregelen volgens BOI-uitgangspunten een aanzienlijke verlaging van de waterstand en het HBN geeft. De meest effectieve maatregel is het verkleinen van de faalkans van de Hollandsche IJsselkering, nu en in de toekomst bij klimaatverandering. Uit verder onderzoek zal moeten blijken of een

verbetering van de faalkans naar 1/1.000 of 1/5.000 per sluitvraag mogelijk is. Deze studie biedt echter een aantal handvatten om het effect van

verschillende faalmodi te beschouwen. Zo kan na een mislukte

kenteringsluiting de kering wellicht nog op peil sluiten. Een nadere uitwerking van het effect van dit soort faalmodi kan bijdragen aan een betere

inschatting van de faalkans. Niet alleen vanwege de faalkans van de kering, maar ook omdat de uitvoering van de sluiting (de sluitwaterstand) belangrijk is.

Naast het onderzoeken van de faalkans, is het met het oog op ontwerpen richting 2100 ook nuttig om na te denken over het functioneren van de Hollandsche IJsselkering bij flinke zeespiegelstijging. Het dagelijks hoogwater komt in klimaatscenario 2100W+ in de buurt van het sluitpeil van de

Hollandsche IJsselkering. De kering gaat dan dusdanig vaak dicht dat het de vraag is of de huidige kering met het huidige sluitregime nog houdbaar is. Dit punt is ook van belang bij het gebruik van de opgeleverde 2100W+-databases

voor het ontwerpen van waterkeringen.

Een tweede invloedrijk effect is de modelonzekerheid in de waterstand. In deze studie zijn stappen gemaakt om deze beter toe te passen, maar de exacte waarden zullen uit een vervolgstudie moeten blijken. Een klein verschil in standaardafwijking van 5 cm kan tot een 10 cm hogere of lagere maatgevende waterstand leiden. Het is dus de moeite waard om een nauwkeurige, maar realistische inschatting van de modelonzekerheid op de Hollandsche IJssel te maken.

De belastingcombinaties die tot een kritiek overslagdebiet leiden, hebben veelal een windsnelheid rond de 30 m/s. Boven de 30 m/s kan het effect van winddragafkapping meegenomen worden bij het bepalen van golfcondities.

Ook de keuze voor het kritieke overslagdebiet speelt hierin mee, en is zelf een keuze die veel invloed kan hebben op het eindresultaat. Deze twee punten (winddragafkapping en kritiek overslagdebiet) moeten in het

achterhoofd gehouden worden bij de beoordeling en het ontwerp van dijken. Hiermee kan eventueel een te conservatief ontwerp of een onterechte afkeuring voorkomen worden.

7

Referenties

7.1

Referenties

Achtersloot R en A. Paarlberg, 2016.

WAQUA Productieberekeningen Rijn-Maasmonding – Wettelijk

beoordelingsinstrumentarium 2017. Deltares 1220082-001, november 2016. In opdracht van RWS-WVL.

Baart F., G. Rongen, M. Hijma, H. Kooi, R. de Winter, R. Nicolai, 2019.

Zeespiegelmonitor 2018 - De stand van zaken rond de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. Deltares 11202193-000, maart 2019. In opdracht van RWS-WVL.

Duits M, 2019.

Memo verwachte windsnelheid gegeven zeewaterstand. HKV Lijn in water PR3925.10, februari 2019.

Gelder, A. de, 2019.

Modellering van uitmalen en maalstop in de Hollandsche IJssel.

Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard, memo 2019.01570, maart 2019.

KNMI, 2006.

Klimaat in de 21ste eeuw – vier scenario’s voor Nederland. KNMI, mei

2006.

Kuijper, B. en N. Slootjes, 2008.

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen –

Achtergrondrapportage Hollandsche IJssel (dijkring 14 en 15). HKV lijn in water, PR1322, november 2008. In opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Rijkswaterstaat, 2017.

Handreiking ontwerpen met overstromingskansen - Veiligheidsfactoren en belastingen bij nieuwe overstromingskans-normen. Rijkswaterstaat, februari 2017. In opdracht van Ministerie van infrastructuur en milieu.

Rongen G.W.F. en T. Botterhuis, 2018.

Mini-systeemanalyse Hollandsche IJssel. HKV lijn in water PR3757.10, juli 2018. In opdracht van RWS-WVL.

Rongen G.W.F. en C. Geerse, 2016.

Invloed onzekerheid op bepalen van waterstandsverlopen - Verandering percentielen van afvoer en meerpeil bij meenemen statistische en modelonzekerheid waterstand. HKV lijn in water PR3280.20, oktober 2016. In opdracht van RWS-WVL.

In document Systeemanalyse Hollandsche IJssel (pagina 42-45)