• No results found

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Met de in hoofdstuk 2 beschreven methodiekontwikkeling kunnen bladzijden voor een Schelde atlas gemaakt worden, waarbij de toestand en ontwikkeling van de Westerschelde voor het onderdeel waterkwaliteit weergegeven wordt. Het voor­

deel van de gekozen opzet volgens de St. Lawrence rivier is dat op één bla d­

zijde veel Informatie staat. Het nadeel is de onoverzichtelijkheid van de in­

formatie door de vele figuren en grafieken. Bij de methodiekontwikkeling is daarom gekozen voor een indeling in: algemene informatie, processen en balans, situatie op de Belgisch-Nederlandse grens en situatie in de Westerschelde.

Deze indeling komt in principe op iedere bladzijde terug.

Voor het onderdeel processen en balans zijn de belangrijkste processen met vermelding van procentuele bijdrage in een balans weergegeven.

De situatie op de Belgisch-Nederlandse grens is weergegeven door jaargemiddel­

de concentraties van het meetpunt Schaar van Ouden Doei,

De situatie in de Westerschelde is weergegeven door seizoenvariaties van de meetpunten Vlissingen en Schaar van Ouden Doei en door het verloop van zomer­

en wintergemiddelden tegen de saliniteit uit te zetten.

De situatie met betrekking tot het gevoerde en uit te voeren beleid wordt weergegeven in grafieken die de situatie van 1985 vergelijken met 1992 en in

grafieken die de situatie met betrekking tot een eventuele norm weergeven.

De parameters zuurstof, stikstof, fosfor en silicium zijn ais voorbeeld uitge­

werkt. Voor een totale weergave van de waterkwaliteit zullen ook parameters uit andere stofgroepen op dergelijke atlasbladzijden weergegeven moeten wor ­ den. Omdat niet alle parameters In een Schelde atlas opgenomen kunnen worden zal een keuze gemaakt moeten worden. Parameters die belangrijk zijn voor de Westerschelde, een probleem vormen of representatief zijn voor meerdere par a­

meters hebben voorkeur.

Deze methodiekontwikkeling om waterkwaliteitgegevens van de Westerschelde te presenteren is beperkt tot het gebied tussen de lijn Vlissingen-Breskens tot Schaar van Ouden Doei. De kwaliteit van de Westerschelde wordt echter bepaald door het hele stroomgebied van de Schelde. Veel processen blijken zich ook stroomopwaarts van Schaar van Ouden Doei af te spelen. Hieruit blijkt dat voor de Westerschelde een internationaal beleid noodzakelijk is. Om de toestand en ontwikkeling van de Westerschelde ais gevolg van het internationale beleid in beeld te brengen is het zinvol de waterkwaliteit van het Belgische deel van de

Schelde te koppelen aan het Nederlandse deel.

De analysemethode van veel stoffen is in de loop der jaren veranderd. Dit le­

vert vaak moeilijkheden op bij het weergeven van de kwaliteit over een langere periode of bij het vergelijken van verschillende jaren met elkaar. Onderzoek naar de plaatsgevonden veranderingen geeft inzicht in de (on)mogelijkheden die weergave van de desbetreffende parameters hebben. Sommige fracties kunnen, ook al worden ze niet gemeten, berekend worden. Vaak zijn dergelijke berekeningen een oplossing om toch een gegevensreeks over een langere periode te verkrij - gen.

Voordat gegevens bewerkt kunnen worden moeten de meet- en analyseresultaten gecontroleerd worden op dubbele waarden. Door het verschil in zomer- en w i n ­ tertijd zijn van een aantal jaren in de zomerperiode de meetresultaten met een zomer- en een wintertijd ingevoerd. Wanneer deze dubbele waarden meegenomen zouden worden Is de zomerperiode oververtegenwoordigd.

In de grafieken zijn alle meet- en analyseresultaten meegenomen. Sommige van de gepresenteerde grafieken bevatten gegevens die afwijken van het verwachte patroon (zie figuur 5 en 14). Dit kan door uitbijters zijn veroorzaakt die op

VERWERKTE LITERATUUR

Lit 1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat. (1991). Beleids­

plan Westerschelde.

Lit 2 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewa- teren/Rijksinstituut voor Kust en Zee, Rijksinstituut voor Zuivering Afvalwater. (1993). Jaarboek Monitoring Rijkswateren (Presentatie van Fysische, Chemische en Biologische kenmerken).

Lit 3 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewa- teren. (1989). Wadatlas.

Lit 4 Environmental Canada, St. Lawrence Centre. (1993). St. Lawrence Update.

The river at a Glance.

Lit 5 Jonkers, D,A. en Everts, J.W. (1992). Zeewaardig. Afleiding van risico­

niveaus voor microverontreinigingen in Noordzee en Waddenzee. Publika- tiereeks nr.2. Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en milieubeheer.

Lit 6 Zwolsman, G. (1986). Nutriënt biogeochemistry in Estuaries, with an emp­

hasis on the Scheldt estuary.

Lit 7 Holland, A.M.B. en Al, J.P. (1977). Zuurstofopname door bodem en bodem- dieren bij ontzilting van het Zoommeer. Notitie DDMI-77.304. Ministerie van verkeer en waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst getijdewateren.

Lit 8 Meel, L. van. (1958). L'Escaut à Liefkenshoek (Doei). Etudes hydrobiolo- gical des eaux saumetres de Belgique. Bull.K.Belg.Inst.Nat.Wet. 34:1-60.

Lit 9 Eck, G.T.M. van, et al. (1991). Emissies, gehalten, gedrag en effecten van (micro)-verontreinigingen in het stroomgebied van de Schelde en Schelde-estuarium. Water nr 60, september/oktober. Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren.

Lit 10 Wattel, G. (1993). Zuurstofgehalten bij Schaar van Ouden Doei en nutri ëntengehalten bij Rupelmonde, Werkdocument GWWS-93.826x. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren.

Lit 11 Ministerie van Verkeer en Waterstaat. (1989). Derde Nota waterhuishou ding. Water voor Nu en Later,

GEBRUIKTE LITERATUUR

Grasshoff, K. et al. (1983). Methods of Seawater Analysis. Verlag Chemie.

Holland, A.M.B. et al. (1991). De belasting van het Schelde-estuarium (1980- 1988). Ministerie van Verkeer en waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijde- wateren. Nota GWWS-91.082.

Holland, A.M.B., en K. Kramer, (1991). Zuurstofgehalten 1989 bij Schaar van Ouden Doei. Nota GWWS-91,085. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswa­

terstaat, Dienst Getijdewateren.

McNeely, R.N ., et al. (1979). Nitrogen. In Water Quality Sourcebook, A Guide to Water Quality Parameters. Water Quality Branch, Inland Waters Directorate, Environment Canada.

MILBOWA. (1992), Beleidsstandpunt over de notitie 'Milieukwaliteitsdoelstel- lingen bodem en water'. Kamerstukken II, 1990-1991,21 990 nr 1.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat. (1993). Beheersplan voor de Rijkswateren 1992-1996.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst getijdewateren.

(1992). Ontwikkeling in de belasting en de waterkwaliteit van het Schelde- estuarium in de periode 1980-1991, DGW 92-042.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst getijdewateren.

(1991), Trends en toestand zoute wateren 1980-1990. Een goede start voor b e ­ heer en verkenning.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Zeeland.

(1992). Regionota Zeeuwse Rijkswateren, 1993-1996.

Provincie Zuid-Holland, Dienst Ruimte en Groen, Instituut voor Bos- en natuur­

onderzoek, DHV Milieu en Infrastructuur. (1993). Natuurkentallen Zuid-Holland, 1992.

Provincie Zuid-Holland, Dienst Water en Milieu. (1993). Waterkentallen.

Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren. Waterkwaliteitgegevens Deltagebied, jaarboek 1987 t/m 1992.

Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Zuivering Afvalwater. Kwaliteitsonderzoek in de Rijkswateren. Kwartaalverslagen 1972 t/m 1986.

Swertz, O.C, (1993). Berekening 90-percentiel WSV. Werkdocument GWIO-93.210x.

Ministerie van Verkeer en waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Getijdewateren.

Water. (1988). De Schelde Toegang tot Antwerpen, Nr 43/1 en Nr 43/2, Novem­

ber/december 1988, referatenboek 1 en 2.

EMISSIEDOELSTELLINGEN

Bijlage A

De emissiedoelstellingen vóór 1995 voor de verontreinigende stoffen en nutri­

ënten zijn in de ..derde Nota Waterhuishouding", in het Rijn-, en het Noordzee Actie Plan en in het Watersysteemplan Noordzee in het maatregelenpakket gefor­

muleerd. Dit maatregelenpakket is in het Beheersplan Rijkswateren 1991 verder uitgewerkt.

Doelen zijn:

Nutriënten

vermindering van de fosfaatemissies en de stikstofemissies met tenminste 50% ten opzichte van 1985 vanuit de diverse bronnen.

Zware metalen

vermindering van de belasting van de oppervlaktewateren met tenminste 50 procent ten opzichte van de situatie in 1985. Voor kwik, cadmium en lood geldt een reductiepercentage van 70 procent.

Organische microverontreinigingen

reductie van tenminste 50 procent ten opzichte van 1985.

Voor dioxines geldt een reductie van 70 procent.

Voor PCB moet een verbanning in 1995 worden nagestreefd (emissiereductie 100 procent).

Calamiteiten

reductie van de uitworp ais gevolg van calamiteiten bij vervoer te water met 75 procent ten opzichte van het gemiddelde van de periode 1984-1988.

CONSUMPTIENORMEN VIS EN VISPRODUCTEN (mg/kg nat product)

cadmium lood kwik PCB

28 52 101 118 138 153 180

schaaldieren 0,3 0,5 1,0 schelpdieren 1,0 2,0 1,0

vislever 1,5 0,6 1,2 1,2 1,5 1,5 2,0

makreel/

haring-achtigen 0,05 2,0 1,0 0,3 0,12 0,24 0,24 0,30 0,30 0,36

paling 0,5 0,2 0,4 0,4 0,5 0,5 0,6

overige

vissoorten 0,05 0,5 1,0 0,1 0,04 0,08 0,08 0,1 0,1 0,12

Bijlage B

EG NOEMEN S CHELPDIERWATERKWALITEIT Schelpdierwater

Zuurgraad Temperatuur

Kleurintens iteit

Gesuspendeerde stoffen

Saliniteit

Olie

Geur

Smaak

Thermotolerante bacteriën van de coli groep

Zuurstof opgelost

Gehalogeneerde organische stoffen en de metalen arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel, zilver, zink

Norm

7,5<pH<9,0

De verhoging van de gemeten waarde ten opzichte van de natuurlijke waarden mag niet meer zijn dan 2°C Het verschil tussen de gemeten waa r­

de en de natuurlijke waarde mag niet meer zijn dan 10 mg Pt/1

De verhoging van de gemeten waarde ten opzichte van de natuurlijke waarde mag niet meer zijn dan 30%

van de natuurlijke waarde (mg/1)

<40 g/kg

Het verschil tussen de gemeten waar ­ de en de natuurlijke waarde mag niet meer zijn dan 10% van de natuurlijke waarde

Geen zichtbare film op het waterop­

pervlak. Geen afzettingen op de schelpdieren

De schelpdieren mogen niet worden gekenmerkt door een onnatuurlijke geur

De schelpdieren mogen niet worden gekenmerkt door een onnatuurlijke smaak

<3 aantal/ml in het schelpdiervlees en de vloeistof binnen de schelp van het schelpdier

£7 mg/1 02

De concentraties van deze stoffen in het schelpdierwater of in schelp­

diervlees mogen geen schadelijke effecten veroorzaken op de schelp­

dieren en hun larven

Bijlage C

ZWEMWATERNORMEN Zwemwater

Zuurgraad Doorzicht

Thermotolerante bacteriën van de coli groep

Kleur

Geur

Schuim

Olie

Vuil

Norm

6,5<pH<9,0

>1,0 meter aantal/ml <3

Een niet anders dan door natuurlijke omstandigheden veroorzaakte kleur Afwezigheid van rottingsgeuren of andere geuren die algemeen ais h i n ­ derlijk worden ervaren, in het b i j ­ zonder de geur van fenolen

Een niet anders dan door natuurlijke omstandigheden veroorzaakte hoeveel­

heid schuim

Geen zichtbare hoeveelheid olie op het wateroppervlak

Afwezigheid in en op het water en op de bodem van afvalstoffen en dode organische materie in aanmerkelijke hoeveelheid

aantal/ml <3

niet aantoonbaar in 100 ml niet aantoonbaar in 1 liter ug/1 £10

ug/1 <200 ug/1 <200 Faecale Streptococcen

Salmonellae Entero-virussen

Met waterdamp vluchtige fenolen Minerale olie

Oppervlakte-actieve stoffen die rea­

geren met methyleen-blauw Zuurstof opgelost

Organochloor- en fosforpesticiden Metalen en cyanyde

mg/1 02 >:5

alleen onderzoek bij verdenking alleen onderzoek bij verdenking

ZUURSTOF

Zuurstof (O,) wordt ais opgelost zuurstof in mg/1 gemeten volgens NEK 6490 met een aantoonbaarheids- grens van 0,1 mg/1. De oplosbaarheid in water va­

rieert met de temperatuur en het zoutgehalte. In

De belangrijkste zuurstof producerende en consume­

rende processen zijn tezamen met de zuurstofbalans voor het estuarium weergegeven.

Produkt le ros Nitrlflcatle 20S6 Beide 503!

Bijlage D b l a d 1 SITUATIE WESTERSCHELDE

De gemeten zuurstof concentraties in 1985 en 1992 op verschillende plaatsen in de Westerschelde zijn in vier klassen verdeeld. Het relatieve voorkomen in klassen is weergegeven. Tevens is voor beide

De 0, concentratie neemt toe naar Vlissingen. Van­

af Lamswaarde komen geen waarden onder de norm meer voor. In de helB Westerschelde was de toe­

stand in 1992 slechter dan in 1985.

Reäeratie (70%) en primaire productie (20%) zorgen voor de zuurstof aanvoer, BZV en CZV (50%) en ni- trlficatie (50%) voor het zuurstof verbruik. (100%

" 400 kton), De sanering van 100,000 i.e. verhoogt

Voor de Westerechelde is ais illustrâtie van over­

matige algengroei het gemiddelde van zuurstofver- zadiging boven 100% en plaats van maximum Qj-ver- zadiging weergegeven.

0 2 c?o

Overmatige algengroei speelt geen grote rol in de WesterschBlde. Maxima treden vooral op ais een al~

genbloei vanuit de Noordzee de Westerschelde bin­

nen stroomt.

De situatie in de 50-er Jaren is goed, wordt slecht in de 60-er jaren en is slecht gebleven in de 70-er jaren. Verbetering trad op in de 80-er jaren. De huidige situatiB is onstabiel.

Het percentage metingen bij Schaar van Ouden Doei onder 5 mg/1 is weergegeven vanaf 1985.

% o n d e r 5 mo? I

es OS 67 6 6 69 60 91 S3 9 3 64 SS

In 60 tot 80% van de metingen is de zuurs tof con­

centratie lager dan 5 mg/1«

Seizoenvariatie voor Vlissingen en Schaar van Ou- den Doei voor de jaren 1985-1992»

02 Cmo/ I D Vlissingen in de winter en het voorjaar hoger dan in de zomer. Het hele jaar ligt het verschil tus­

sen Schaar en Vlissingen rond de 6 mg/1.

STIKSTOF

Da belangrijkste stikstofspeoies zijn N-totaal (100%), nitraat (NOi, 70%), ammonium (NH4+, 10%), particulair stikstof, nitriet (NO,‘, 2%) en opge­

lost organisch stikstof (DON). Deze worden bepaald volgens Methods of Seawater Analysis by Grasshoff (1983). De deteotielimiet van N-species is 0,01 mg/1 of lager.

PROCESSEN EN BALANS

De belangrijkste stikstof processen zijn: nitrifi- catie, denitrificans en opname door algen. De Noordzee. Door denitrificatie (20%) verdwijnt stikstof uit het estuarium. (100% , 70 kton).

SITUATIE BELGISCH-NEDERLAHDSE GRENS

Jaargemiddelde concentratie N-totaal op de grens vanaf 197Z.

N - t o t C m g N / 1 3

as 9 0

75 35

Bijlage D blad 2 Seizoenvariatie van nitraat voor Vlissingen en Schaar van Ouden Doei van maandgemiddelden van in de winter maximaal. De concentraties bij Schaar liggen ca. 3 mg N/l hoger dan bij Vlissingen. Deze variatie is het gevolg van de seizoenvariatie van het zoutgehalte.

Seizoenvariatie van ammonium voor Vlissingen en Schaar van Ouden Doei van maandgemiddelden van 1985-1992,

N H 4 C mg N/ I }

Ammonium-opname door algen veroorzaakt lage con­

centraties in de zomer bij Schaar van Ouden Doei.

Bij Vlissingen is de concentratie het hele jaar laag door opname door algen en door omzetting in nitraat.

In de 70-er jaren daalde de concentratie N-totaal.

Eind 70-er Jaren steeg de concentratie, waarna tot de huidige situatie de concentratie opnieuw daal­

de .

SITUATIE WESTERSCHELDE

De jaargemiddelde concentraties N-totaal in 1985 en 1992 zijn voor verschillende plaatsen in de

Ds concentratie N-totaaL neemt af richting Vlis­

singen, In de hele Westerschelde zijn in 1992 de jaargemiddelde concentraties afgenomen t.o.v.

1985.

Verloop van de concentratie nitraat+nitriet, ammo­

nium en totaal stikstof van jaargemiddelde concen­

traties 1991-1992. NO,' worden door (de)nitrificatie omgezet.

-V-FOSFOR en SILICIUM

Bijlage D bl a d 3 Seizoenvariatie voor Vlissingen en Schaar van Ou­

den Doei van maandgemiddelden van 1985-1992.

Fosfor wordt ais totaal fosfaat (P-tot, 100%) en orthofosfaat (POit 50%) gemeten in mg P/l en ais particulair fosfaat (PP) in ppm. Silicium wordt ais opgelost reactief silicaat (H4Si04) gemeten in mg Si/L. De bepalingen zijn volgens Methods of Seawater Analysis by Grasshoff (1963). De detec- tielimiet van P“tot en H4Si04 is 0,01 mg/1.

PROCESSEN

De fosfaatconcentraties zijn gerelateerd aan de zuurstofconcentraties en algengroei. Bij zuur­

stofrijk water is orthofosfaat neergeslagen. De gemiddelde fosfaat concentratie in de bodem vari­

eert van 250-1500 mg/kg.

SITUATIE BELGISCH-NEDERLAHDSE GRENS

Jaargemiddelde concentratie P04 op de grens vanaf 1972.

fq4 c mg p/ 13

75 SD 85

In de 70-er jaren stijgt de concentratie P04. Van­

af 1980 daalt de concentratie.

SITUATIE WESTERSCHELDE

De jaargemiddelde concentraties P04 in 1985 en 1992 zijn voor verschillende plaatsen in de Wes­

terschelde weergegeven.

P04 c mg p/ o

De P04 concentratie neemt af richting Vlissingen.

In de hele Westerschelde zijn in 1992 de percenta­

ges in lagere klassen toBgenomen t.o.v. 1985.

Seizoenvariatie particulair fosfaat voor Vlissin­

gen en Schaar van Ouden Doei van maandgemiddelden van 1991-1992.

SCHAAR VAN OUDEN QOEL ,4

VLISSINGEN

0J F M A M J J A S O N D Algengroei in voorjaar en zomer veroorzaken de lage P04 concentraties bij Vlissingen. Het sei- zoenpatroon bij Schaar wordt vermoedelijk veroor­

zaakt door de mobilisatie van P in het zuurstoflo­

ze estuarium stroomopwaarts.

Verloop van concentratie P04 in de Westerschelde van zomer- en wintergemlddelden van 1991-1992.

P04 C m g P/ 13

O 5 10 15 20 25 30 35 Sa ï inltftlt

De concentratie neemt af bij hogere saliniteit. In de winter zijn de concentraties lager dan in de van zomer- en wintergemiddelden van 1991-1992.

H 2 S I 04 C m g S I/ Ij toenemende saliniteit door menging met zeewater.

In de zomer is de concentratie veel lager door opname door kiezelalgen (diatomeeën). Rivierwater is de enige aanvoerbron, ook daarom zijn de win- terconcentraties hoger dan in de zomer.

Het seizoenpatroon van particulair fosfaat is om­

TABELLEN ZUURSTOF

Bijlage E blad 1

Referentietoestand 1985

zuurstof verdeling (%) en jaargem. (mg/1)

plaats >7,5 5,0-7,5 2,5-5,0 <2,5 jaargem. aantal

Vlissingen 100,0 0 0 0 9,4 12

Borssele 92,3 7,7 0 0 9,1 13

Hoofdplaat 92,3 7,7 0 0 9,3 13

Terneuzen 75,0 25,0 0 0 9,2 12

Hansweert 58,8 41,2 0 0 8,4 17

Zuidergat 61,5 30,8 7,7 0 8,1 13

Lamswaarde 30,8 61,5 7,7 0 7,0 13

Boei 71 15,4 38,5 38,5 7,7 5,4 13

S V Doei 4,0 36,0 36,0 24,0 4,2 25

Toestand 1992

zuurstof verdeling (%) en jaargem. (mg/1)

plaats >7,5 5,0-7,5 2,5-5,0 <2,5 jaargem. aantal

Vlissingen 90,9 9,1 0 0 8,7 22

Borssele 76,9 23,1 0 0 8,8 13

Hoofdplaat 76,9 23,1 0 0 8,8 13

Terneuzen 84,6 15,4 0 0 8,6 13

Hoodökenskerke 76,9 23,1 0 0 8,6 13

Hansweert 82,4 17,6 0 0 8,3 17

Zuidergat 66,7 33,3 0 0 7,8 12

Lamswaarde 25,0 75,0 0 0 6,7 12

Boei 71 0 41,7 58,3 0 5,0 12

S V Doei 0 20,8 45,8 33,4 3,2 24

seizoenvariatie van zuurstof (mg/1)

maandgemiddelde 1985-1992

maand Schaar van Ouden Doei Vlissingen

gem. min. max. aantal gem. min. max. aantal

Jan 5,0 1,3 10,1 19 10,1 9,4 U , 4 9

Feb 5,2 1,9 9,3 16 10,3 9,1 11,7 9

Mrt 4,1 0,5 9,2 17 9,7 7,2 11,8 8

Apr 3,0 0,5 5,3 18 10,4 9,2 14,8 10

Mei 2,5 1,1 5,2 17 9,4 8,6 11,0 9

Jun 3,8 1,2 11,9 17 7,9 7,0 9,4 11

Jul 2,5 1,1 3,9 16 7,1 7,0 8,4 11

Aug 3,3 1,0 6,6 18 7,7 7,0 8,9 11

Sep 3,5 0,9 5,7 16 7,3 6,5 8,1 8

Okt 3,6 0,6 7,4 18 7,7 6,7 9,0 10

Nov 2,7 0,8 6,1 17 8,6 8,0 9,9 10

Dec 4,3 1,4 7,4 12 9,5 8,8 10,0 9

-VII-Bijlage E blad 2

Perc. metingen onder norm bij Schaar van Ouden Doei zuurstof (%)

jaar p e r c . onder norm aantal metingen

1985 60,0 25

1986 65,2 23

1987 60,9 23

1988 80,0 25

1989 100,0 23

1990 79,2 24

1991 80,8 26

1992 79,2 24

Maximum zuurstof verz zuurstof (%)

adiging

jaar grensw. streefw. g e m . Oz% adsolute plaats aantal

(%) (%) £100% maximum maximum

1985 200 100 105,3 lii ïïoedekenskerke 139

1986 200 100 - - 24

1987 200 100 116,9 154 Vlissingen 129

1988 200 100 101,5 103 Vlissingen 108

1989 200 100 100,0 100 Vlissingen 130

1990 200 100 108,8 123 Hoedekenskerke

140

1991 200 loo 110,8 120 Vlissingen

157

1992 200 100 104,7 lii Hansweert

144

TABELLEN STIKSTOF

Bijlage F blad 1

Referentietoestand Stikstof verdeling

1985

(%) en jaargemiddelden (mg N/l) van Kjeldahl-N+N03+N02

plaats STAAT NIET OP DE ATLASBLADZIJDE jaar­

gem.

0-1,1 1,1-2,2 2,2-3,3 3,3-6,6 >6,6 aantal

Vlissingen 7,7 53,8 30,8 7,7 0 13 1,95

Terneuzen 0 0 53,8 46,2 0 13 3,48

Hansweert 0 0 7,7 61,5 30,8 13 5,17

Lamswaarde 0 0 0 53,8 46,2 13 6,18

S V Doei 0 0 0 38,5 61,5 26 8,15

Toestand 1992

Stikstof verdeling (%) en jaargemiddelden ( mg N/l) van N-totaal

plaats STAAT NIET OP DE ATLASBLADZIJDE jaar­

0-1,1 1,1-2,2 2,2-3,3 3,3-6,6 >6,6 aantal

gem.

Vlissingen 48,1 48,1 3,8 0 0 27 1,14

Borssele 23,1 69,2 7,7 0 0 13 1,56

Hoofdplaat 16,7 58,3 25,0 0 0 12 1,66

Terneuzen 0 38,5 38,5 23,0 0 13 2,48

Hoedekenskerke 7,7 23,1 30,7 38,5 0 13 2,85

Hansweert 0 5,3 36,8 57,9 0 19 3,79

Zuidergat 0 0 25,0 75,0 0 12 4,23

Lamswaarde 0 0 23,1 69,2 7,7 13 4,94

Boei 71 0 0 8,3 66,7 25,0 12 5,59

S V Doei 0 0 4,2 37,5 58,3 24 7,00

Seizoenvariatie Nitraat (mg N/l)

van maandgemiddelden 1985-1992

Maand Schaar van Ouden Doei Vlissingen

gem. min. max. aantal gem. min. m a x . aantal

Jan 4,82 2,63 6,24 19 1,300 0,877 1,836 11

Feb 5,61 3,24 6,82 15 1,426 1,203 2,220 9

Mrt 5,15 3,27 6,99 17 1,407 1,141 1,640 11

Apr 5,75 4,16 9,13 17 1,276 0,515 2,030 11

Mei 5,21 2,85 6,38 17 0,839 0,097 1,610 11

Jun 4,17 2,93 5,52 16 0,573 0,172 0,850 11

Jul 3,93 2,71 6,27 16 0,426 0,123 0,670 11

Aug 3,64 2,12 4,33 18 0,326 0,054 0,738 11

Sep 3,48 3,01 3,87 16 0,378 0,143 0,785 9

Okt 3,35 2,70 4,16 18 0,483 0,370 0,664 10

Nov 3,61 2,06 5,15 17 0,681 0,414 0,956 10

Dec 4,32 2,61 5,91 12 1,046 0,646 1,859 9

Bijlage F blad 2

Seizoenvariatie van maandgemiddelden van 1985-1992 Ammonium (mg N/l)

Maand Schaar van Ouden Doei Vlissingen

gem. min. max. aantal gem. min. max. aantal

Jan 2,71 0,81 5,44 19 0,098 0,03 0,22 11

Feb 2,48 0,68 5,01 15 0,170 0,05 0,49 9

Mrt 2,53 0,44 5,12 17 0,220 0,05 0,57 11

Apr 1,91 0,27 4,77 17 0,150 0,01 0,79 11

Mei 1,05 0,19 3,27 17 0,057 0,01 0,23 10

Jun 0,94 0,14 2,38 16 0,107 0,01 0,19 12

Jul 0,61 0,09 1,40 16 0,097 0,03 0,21 12

Aug 0,25 0,03 0,72 18 0,063 0,01 0,13 11

Sep 0,34 0,05 0,93 16 0,173 0,05 0,80 9

Okt 0,59 0,07 2,66 18 0,100 0,06 0,16 10

Nov 1,59 0,31 3,32 17 0,091 0,03 0,32 10

Dec 1,96 0,59 3,56 12 0,071 0,04 0,12 9

Verloop in Westerschelde (STAAT NIET OP DE ATLASBLADZIJDE) Nitraat (mg N/l)

Plaats Zomer (3-8-1992) Winter (10-2-1992)

Saliniteit concentratie Saliniteit concentratie

Vlissingen 30,73 0,181 29,79 1,225

Borssele 29,79 0,320 27,32 1,869

Hoofdplaat 29,21 0,476 27,28 1,908

Terneuzen 26,83 0,899 23,18 2,896

Hoedekenskerke 23,92 1,458 20,32 3,749

Hansweert 19,94 2,193 17,11 4,285

Zuidergat 19,92 2,215 15,40 4,558

Lamswaarde 17,06 2,721 12,87 5,030

Boei 71 14,45 3,039 11,21 5,251

S V Doei 5,57 2,120 7,51 5,920

Bijlage F blad 3 Verloop in de Westerschelde

Jaargemiddelde N-totaal concentraties 1991-1992 (mg N/l)

Plaats Saliniteit Nitraat +

nitriet

Ammonium Totaal stikstof

Vlissingen 30,45 0,773 0,085 1,140

Borssele 28,85 1,114 0,100 1,516

Hoofdplaat 28,80 1,180 0,110 1,578

Terneuzen 25,13 2,041 0,155 2,508

Hoedekenskerke 22,41 2,640 0,155 3,021

Hansweert 19,26 3,221 0,175 3,878

Zuidergat 17,40 3,575 0,270 4,252

Lamswaarde 14,50 4,306 0,350 5,040

Boei 71 11,83 4,696 0,480 5,738

S V Doei 7,48 4,910 0,950 7,065

-XI-TABELLEN FOSFOR en SILICIUM

Bijlage G blad 1

Referentietoestand 1985

Fosfor verdeling (%) van orthofosfaat en jaargemiddelden (mg P/l)

plaats STAAT NIEI OP DE ATLASBLADZIJDE j aargem.

0-0,08 0,08-0,15 0,15-0,30 0,30-0,75 >0,75 aantal

Vlissingen 0 76,9 23,1 0 0 13 0,131

Borssele 0 15,4 84,6 0 0 13 0,185

Hoofdplaat 0 7,7 92,3 0 0 13 0,202

Terneuzen 0 0 76,9 23,1 0 13 0,266

Hoadekenskerka 0 0 38,5 61,5 0 13 0,309

Hansweert 0 0 15,4 84,6 0 13 0,380

Zuidergat 0 0 0 100 0 13 0,411

Lamswaarde 0 0 0 100 0 15 0,463

Boei 71 0 0 0 100 0 13 0,512

S V Doei 0 0 11,5 69,3 19,2 26 0,538

Toestand 1992

Fosfor verdeling (%) van orthofosfaat en jaargemiddelden (mg P/l)

plaats STAAT NIET OP DE ATLASBLADZIJDE jaargem.

0-0,08 0,08-0,15 0,15-0,30 0,30-0,75 >0,75 aantal

Vlissingen 59,3 40,7 0 0 0 27 0,074

Borssele 23,1 69,2 0 7,7 0 13 0,120

Hoofdplaat 15,4 76,9 7,7 0 0 13 0,115

Terneuzen 0 38,5 76,9 0 0 13 0,169

Hoadekenskerka 0 23,1 92,3 7,7 0 13 0,217

Hansweert 0 0 100 0 0 19 0,231

Zuidergat 0 0 92,3 7,7 0 13 0,249

Lamswaarde 0 0 92,3 7,7 0 13 0,271

Boei 71 0 0 61,5 38,5 0 13 0,295

S V Doei 0 0 60,0 40,0 0 25 0,289

Bijlage G blad 2 Seizoenvariatie van maandgemiddelden 1985-1992

Orthofosfaat (mg F/l)

Maand Schaar van Ouden Doei Vlissingen

gem. min. m a x . aantal gem. min. max. aantal

Jan 0,316 0,155 0,683 19 0,119 0,071 0,169 11

Feb 0,250 0,107 0,450 15 0,107 0,073 0,139 9

Mrt 0,259 0,115 0,418 17 0,096 0,069 0,160 11

Apr 0,293 0,167 0,432 17 0,079 0,024 0,168 11

Mei 0,353 0,255 0,498 16 0,041 0,010 0,093 11

Jun 0,407 0,238 0,560 16 0,061 0,020 0,097 12

Jul 0,457 0,227 0,782 16 0,068 0,035 0,111 12

Aug 0,441 0,098 0,608 19 0,076 0,046 0,137 11

Sep 0,470 0,320 0,659 16 0,103 0,068 0,149 9

Okt 0,512 0,356 0,832 18 0,103 0,082 0,122 10

Nov 0,462 0,257 0,822 17 0,103 0,050 0,153 10

Dec 0,408 0,198 0,828 12 0,114 0,085 0,158 9

Seizoenvariatie maandgemiddelden 1991-1992 Particulair fosfaat (ppm)

Maand Schaar van Ouden Doei Vlissingen

gem. min. max. aantal gem. min. m a x . aantal

Jan 0,415 0,291 0,615 5 0,060 0,030 0,099 3

Feb 0,439 0,234 0,644 2 0,079 0,055 0,098 3

Mrt 0,552 0,327 0,810 4 0,090 0,040 0,142 4

Apr 0,471 0,300 0,949 4 0,076 0,030 0,158 6

Mei 0,266 0,177 0,435 4 0,064 0,039 0,071 5

Jun 0,329 0,169 0,544 4 0,036 0,008 0,059 5

Jul 0,153 0,062 0,249 4 0,033 0,021 0,049 6

Aug 0,193 0,084 0,342 5 0,042 0,022 0,085 5

Sep 0,091 0,015 0,170 4 0,047 0,026 0,074 3

Okt 0,262 0,078 0,550 4 0,055 0,019 0,120 3

Nov 0,515 0,287 0,982 5 0,065 0,026 0,125 4

Dec 0,672 0,522 0,756 3 0,052 0,023 0,077 3

-XIII-Bijlage G blad 3 Verloop in Westerschelde (STAAT NIET OP DE ATLASBLADZIJDE)

Ortho fosfaat (mg P/l)

Plaats Zomer (3-8-1992) Winter (10-2-1992)

Saliniteit concentratie Saliniteit concentratie

Boei 71 14,45 0,312 11,21 0,257

S V Doei 5,57 0,098 7,51 0,236

Verloop in Westerschelde (STAAT NIET OP DE ATLASBLADZIJDE) silicaat (mg Si/1)

Plaats Zomer (3-8-1992) Winter (10-2-1992)

Saliniteit concentratie Saliniteit concentratie

Boei 71 14,45 0,823 11,21 4,463

S V Doei 5,57 0,400 7,51 5,300

Verloop van o-fosfaat (mg P/l) en silicaat (mg Si/1) in de Westerschelde Zomer- en wintergemiddelden van 1991-1992

plaats zomer winter

saliniteit o-fosfaat silicaat saliniteit o-fosfaat silicaat

Vlissingen

OVERZICHT BESTANDEN

Bijlage H blad 1

De toestand en ontwikkeling van de Westerschelde, zoals die is weergegeven in bladzijden met figuren en grafieken met begeleidende tekst is uitgewerkt voor

de parameters zuurstof, stikstof, fosfor en silicium. Hieronder wordt een overzicht en beschrijving van de bestaande files gegeven.

Voor het bewerken van meetwaarden is gebruik gemaakt van het spreadsheet-pak- ket Lotus. Voor het maken van figuren en grafieken is gebruik gemaakt van het tekenpakket Freelance. Uiteindelijk zijn de figuren en grafieken ingelezen in Word Perfect waarna de tekst is toegevoegd.

VERKLARING UITGANGEN

*.WK1 Lotus file voor het bewerken van de meetwaarden

*.DRW In deze file is de figuur of grafiek opgeslagen zonder de bijbehorende waarden en Instellingen. Veranderingen zijn alleen handmatig mogelijk.

*.CH1 Chart file voor het inlezen van waarden uit Lotus. Deze file geeft een grafiek zonder toegevoegde tekst en tekens. Veranderingen in de opmaak en de instellingen zijn in een Chart file mogelijk.

*.CGM Metafile voor het opslaan van een figuur of grafiek inclusief de toege­

voegde tekst en tekens. Deze file kan door Word Perfect ingelezen w o r ­ den.

-XV-BESCHRIJVING FILES

Bijlage H blad 2

VERSLAG

02

\

ATLAS02

BALANS.DRW BALANS.CGM

MAX.CHI MAX.CGM

N0RM.WK1 NORM.CHI N O R M .CGM

SEIZOEN.WK1 SEIZOEN.CHI SEIZOEN.CGM

TREND.WK1 TREND.DRW TREND.CGM

RT1985.WK1 VERDELIN.CHI VERDEL.CGM

N\

Verslag "Toestand en Ontwikkeling van de Westerschelde.

Methodiekontwikkeling om waterkwaliteitgegevens te p r e ­ senteren. Met voorbeelden van zuurstof, stikstof, fosfor en silicium." (inclusief bijlagen).

Atlasbladzijde zuurstof. In Word Perfect zijn de Metafi­

les ingelezen en voorzien van tekst.

De belangrijkste processen + absolute/procentuele bijdra­

ge zijn weergegeven in een balans. De DRW-file bevat de absolute en de Metafile de procentuele bijdrage van de processen in het estuarium (VIissingen-Rupelmonde).

Van het aantal metingen > 100% is op papier het gemiddel­

de berekend. Deze waarden zijn in de Chart file inge­

voerd evenals de plaatsnamen van maximale zuurstofverza- diging. Het gemiddelde van zuurstofverzadiging boven 100%

voerd evenals de plaatsnamen van maximale zuurstofverza- diging. Het gemiddelde van zuurstofverzadiging boven 100%