• No results found

Naar aanleiding van de uitgevoerde MVO-scan, de stakeholdergesprekken en de workshop met diverse vertegenwoordigers uit de glastuinbouwsector kunnen een aantal conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan.

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen speelt momenteel hoofdzakelijk in de re- latie die ondernemers in de glastuinbouwsector onderhouden met zogenoemde stakeholders in de tweede schil. Afnemers, leveranciers en medewerkers zijn nog steeds meer gericht op de voortgebrachte productkwaliteit. Dat betekent dat bij een grote midden- groep van ondernemers MVO laag op de agenda staat. Gezien de soms tegenstrijdige belangen tussen stakeholders (eerste en tweede schil) is het relevant dat het aanwezige spanningsveld zal worden verkleind om zodoende de 'license to produce' voor de glastuin- bouwsector te behouden. Sectororganisaties en overheden kunnen hierin faciliteren. Zo zou het collectieve bedrijfsleven onder meer heldere normen voor MVO kunnen formuleren (vanuit een platform en in dialoog met de omgeving) en heeft het een rol in de communica- tie over de collectieve prestaties. Het is aan de bedrijven zelf om die prestaties dan ook uiteindelijk wel te leveren! Overheden kunnen met name zorgdragen voor (financiële) prikkels, die ondernemers helpen bij de ontwikkeling of invoering van een bepaald proces om MVO daarin mee te nemen.

Deze algemeen geldende conclusies en aanbevelingen zijn nader uitgewerkt onder de kopjes:

- spanningsvelden rond MVO verkleinen; - de MVO-scan als instrument;

- MVO-platform in dialoog met omgeving; - communiceer prestaties;

- MVO-keurmerk geeft houvast;

- relevantie van MVO voor de overheid. 1. Spanningsvelden rond MVO verkleinen

Er is een duidelijk financieel spanningsveld tussen bedrijfeconomisch resultaat en Maat- schappelijk Verantwoord Ondernemen. Dit wordt het beste geïllustreerd aan de hand van de gestelde prioriteiten van stakeholders eerste schil versus stakeholders tweede schil. Bei- den staan in relatie tot de tuinbouwondernemer, maar hebben een verschillende invalshoek bij het beoordelen van diens prestatie.

Stakeholders eerste schil hebben veelal een (directe) commerciële relatie met de tuinbouwondernemer en zijn vooral gebaat bij een goede productkwaliteit en een scherpe prijs om daarmee de consument te bedienen. Zij beoordelen de prestatie van de 14 deelge- nomen bedrijven als goed.

Stakeholders tweede schil hebben veelal een indirecte relatie met de tuinbouwonder- nemers en wensen dat ondernemers maatschappelijk verantwoord produceren door in al hun processen rekening te houden met omgeving in de breedste zin van het woord. Vanuit

die optiek valt er nog het een en ander te verbeteren bij de gemiddelde tuinbouwonderne- mer.

Figuur 7.1 Spanningsvelden rondom Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Tuinbouwondernemers worden dus geconfronteerd met verschillende belangen. Daarbij zal de commerciële wens van de consument vertaald moeten worden in een kwali- tatief goed, maar betaalbaar product. Aan de andere kant van de lijn verlangt de burger een 'acceptabel' product, dat is geproduceerd onder verantwoorde omstandigheden (m.n. milieu en arbeid spelen daarbij een belangrijke rol).

Voor de tuinbouwondernemer is het van belang dat beide 'werelden' meer naar elkaar toegroeien. Een groep koplopers pakt dat eigenhandig op, maar de grote middengroep van bedrijven kan hierin worden ondersteund door sectororganisaties en overheden om zo- doende haar 'license to produce' te behouden. De MVO-discussie zal daarom actief moeten worden gevoerd met deze middengroep en hun stakeholders (eerste en tweede schil!). Kop- lopers, bijvoorbeeld de deelnemers aan dit project, kunnen, daarbij een voorbeeldfunctie vervullen. De discussie moet er voor zorgen dat ondernemers 'in beweging komen'. De be- weging kan worden ondersteund door ondernemers 'te trainen' op MVO-gedrag. Een MVO-scan kan daarin een faciliterende rol vervullen. Een restgroep van ondernemers, die niet meegaat in een dergelijk traject, zal uiteindelijk afvallen.

2. De MVO-scan als instrument

Voor de scan in zijn huidige vorm is een adviseur nodig die het gesprek voert met de on- dernemer. Die vult de scan in tijdens het gesprek met de ondernemer. Hierdoor ontstaat een goed beeld van de status van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in het desbetref- fende bedrijf. De adviseur voert ook de gesprekken met stakeholders van de onderneming. Hierdoor ontstaat een beeld over tevredenheid, verwachtingen en wellicht achterblijvende prestaties of gebrek aan communicatie met de stakeholders.

C O M M E R CIE

(Stakeh olders 1e sch il) eist

P roductkw a liteit

voor ein dafn em er:

C O N SU M EN T

M V O

(Stakeh olders 2e sch il) verlangt

P roceskw aliteit

voor ein dafn em er:

B U R G ER

Een groot voordeel hiervan is, dat er een dialoog plaatsvindt, waarin alle elementen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen de revue passeren. Hierdoor vindt (nieu- we) bewustmaking bij de ondernemer plaats die in veel gevallen leidt tot concrete actie. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een nieuwe verpakking bij bloeiende pot- planten naar aanleiding van de vraag of ook zonder plastic hoezen afgeleverd zou kunnen worden. In deze bespreking wordt ook duidelijk dat MVO in een aantal gevallen zeker be- drijfseconomisch rendabel is.

Een nadeel is, dat de scan hoogdrempelig is. Immers, het kost de ondernemer een paar uur, en het kost geld, omdat de adviseur betaald moet worden.

Dit leidt tot de aanbeveling, dat naast inzet/aanbieding van het huidige instrument, wellicht een vereenvoudigde versie van het instrument kan worden ontwikkeld, die door een tuinder gemakkelijk zelf ingevuld kan worden. Een verkorte vragenlijst waarop de on- dernemer zich - door antwoordcategorieën op een schaal van bijvoorbeeld 1 tot en met 5 - gemakkelijk een beeld vormt van waar hij staat op de ladder van Maatschappelijk Verant- woord Ondernemen. Aan de antwoorden kan wellicht zelfs een eerste aanbeveling worden gekoppeld voor de tuinder in kwestie.

De scan met adviseur zou voor degenen die wat dieper willen gaan, kunnen worden ingezet.

De vereenvoudigde scan zou voor degenen die nog niet zover zijn een eerste kennis- making kunnen zijn met wat MVO concreet inhoudt.

Het onder 3 genoemde platform kan de 'uitgever' en stimulator zijn van beide scans. 3. MVO-Platform in dialoog met omgeving

Er is behoefte aan een platform dat MVO in de glastuinbouw stimuleert vanuit een breed gedragen sectorvisie.

Onze aanbeveling is, niet een totaal nieuw platform op te richten, maar bestaande ini- tiatieven (overlegplatform MVO sierteeltveilingen + handel) voor dit doel incidenteel uit te breiden met leden van de Dutch Produce Association (onder andere The Greenery en ZON). Het Productschap Tuinbouw kan hierbij ondersteunend van dienst zijn.

Gezamenlijk kan vervolgens een sectorvisie op Maatschappelijk Verantwoord On- dernemen in de tuinbouw worden ontwikkeld.

Op basis van een dergelijk concept, waaruit intenties en het ambitieniveau van de sector blijken is het zinvol hierover de visie van tweede schil stakeholders te horen. Na een jaar ervaring met de gestelde MVO-doelen kan opnieuw met partijen gesproken worden en de behaalde voortgang worden geëvalueerd.

De voorgestelde dialoog beperkt het risico, dat goede bedoelingen van de sector of van ondernemers worden weerlegd door kritiek over het uitblijven van resultaten.

4. Communiceer prestaties

Ondernemers zijn individueel niet gewend te communiceren over hun prestaties op gebied van milieu of arbeid, of maatschappelijke betrokkenheid. Hierbij zouden zij geholpen kun- nen worden. Het platform zou bijvoorbeeld trainingen kunnen aanbieden die hen leert de dialoog met belangrijke stakeholders van het bedrijf te voeren, inclusief de onderwerpen die zij met leveranciers kunnen bespreken om ook die bewuster te maken van de MVO- mogelijkheden.

Op sectorniveau laat de communicatie eveneens te wensen over. Het imago van de sector kan beter vinden met name de stakeholders uit de tweede schil . Het belang van de sector en de trots die ondernemers in en voor de sector voelen mag geventileerd worden. Het is belangrijk dat goede prestaties (milieu, arbeid) naar buiten worden gebracht. Niet al- leen in het vakblad (= preken voor eigen parochie), maar juist in bijvoorbeeld consumenten- of retailbladen en in media gericht op beleidsmakers. Innovaties als de ge- sloten kas, het glaskasteel en winterberging onder kassen kunnen daarbij als 'eyecatcher' fungeren. Het MVO-platform is het aangewezen gremium om dit op te pakken.

Het zou zinvol zijn een openbare website op te zetten (door het MVO-platform). Hierop kunnen ondernemers algemene ontwikkelingen en goede voorbeelden zien staan. Ook zou de eenvoudige scan in digitale vorm in te vullen kunnen zijn. Aan een digitale 'quick scan' kun je gemakkelijk score's koppelen en directe adviezen.

Op beurzen en dergelijke waar veel tuinders komen kan MVO goed onder de aan- dacht gebracht worden. Hier zou ook de vereenvoudigde digitale scan beschikbaar kunnen worden gesteld en ter plekke ingevuld. Ter stimulering kan daar zelfs een presentje aan ge- koppeld worden, of, wanneer zij het beste MVO-idee aanleveren, een prijsvraag? Dit laatste kan aangegrepen worden om het onderwerp MVO breed bekend te maken en com- municatie omheen te bouwen.

5. MVO-keurmerk geeft houvast

Er is nog niet duidelijk vastgesteld wat MVO in de glastuinbouw is. Er is behoefte aan een 'norm' (als concrete afgeleide van de nog te ontwikkelen sectorvisie op MVO): Waar moet/kan de tuinder naar streven op welke thema's? Er is veel onduidelijkheid in de sector over het al dan niet bovenwettelijke karakter van Maatschappelijk Verantwoord Onderne- men.

De uitkomsten van de afgenomen MVO-scan, de diverse gevoerde stakeholderge- sprekken en de belegde workshop brengen een aantal herkenbare thema's naar voren, die op dit moment bepalend zijn voor het MVO-imago van de sector. Het betreft:

- het kunnen voldoen aan de wettelijke voorschriften ten aanzien van gestelde milieu- normen (middelengebruik, energiegebruik en gebruik van meststoffen);

- het creëren van een aantrekkelijke werkomgeving voor de medewerkers;

- inpassing van het bedrijf in de omgeving (onder andere thema assimilatiebelichting). Op deze punten kan door een brede groep van ondernemers nog voortgang worden geboekt, waar een beperkte groep van koplopers reeds werk van heeft gemaakt. Zij vol- doen waarschijnlijk al aan een groot deel van de (nog) te stellen eisen. Er is echter behoefte aan een norm die houvast biedt, omdat ondernemers (koplopers en volgers), niet (exact) weten waarop men zich moet richten om de MVO-prestatie naar een acceptabel niveau te brengen. Het vertalen van onder andere bovenstaande thema's naar een tastbare normering is hiervan de concrete invulling.

Er moet geen nieuw keurmerk of certificaat komen, maar bestaande keurmerken (bijvoorbeeld Florimark) zouden geleidelijk uitgebouwd kunnen worden met meerdere elementen van MVO, ook voor meerdere schakels in de keten! De in dit project toegepaste MVO-scan biedt inhoudelijk handvatten voor die uitbreiding.

6. Relevantie van MVO voor de overheid

De overheid wil duurzaamheid in de sector stimuleren. Omdat - niet anders dan in andere sectoren - blijkt, dat MVO niet de prioriteit is van tuinders in het algemeen, moet de over- heid het belang hiervan nog duidelijker communiceren. Dit lijkt een open deur, maar voor een flink aantal ondernemers is deze vraag nog niet beantwoord. Zij houden zich immers aan de wet, waarom zou men vrijwillig een stap verder gaan? De handel vraagt er toch niet om, en de consument evenmin? De eerste schil stakeholders vindt kwaliteit van het product en de prijs doorslaggevend en de tweede schil vindt dat de sector het goed zou doen wan- neer zij zich aan de wet zou houden.

De overheid kan helderder formuleren hoe zij invulling wil geven aan Maatschappe- lijk Verantwoord Ondernemen. De overheid wil stimuleren en faciliteren. Daarin zijn voorzichtig de eerste stappen gezet. Het is zaak om dit proces te continueren. De overheid kan duidelijk maken welke stimulerende, fasciliterende, betalende rol in de toekomst van haar verwacht mag worden, en tot welke rol men bereid is. Men kan dit concreet maken door bijvoorbeeld een stimulerende website of de ontwikkeling van een digitale MVO-scan op een internetsite te bekostigen. Prikkel ondernemers bij de ontwikkeling of invoering van een bepaald proces om MVO daarin expliciet mee te nemen. De overheid kan ook een dia- loog met andere partijen op structurele basis faciliteren. Kortom, ook voor de overheid geldt, dat men moet nadenken over haar rol en hierover te communiceren naar de omge- ving.

Literatuur

Op weg naar duurzaam ondernemen in Zuid-Holland; ontwerp Provinciaal programma 2002-2005, 2002, Provincie Zuid-Holland, Den Haag.

Uitvoeringsprogramma Duurzaam ondernemen, 2004, Provincie Zuid-Holland, Den Haag.

Buck, A.J. de, MVO in de Glastuinbouw; een inventarisatie naar Maatschappelijk Verant-

woord Ondernemen in de Glastuinbouw (nog uit te brengen), 2004, Praktijkonderzoek

Plant en Omgeving; Businessunit Glastuinbouw, Naaldwijk.

Meeusen, M.J.G. en E. ten Pierick, E., Meten van duurzaamheid: Naar een instrument

voor agroketens, 2002, LEI, Den Haag.

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Plan van aanpak Maatschappelijk

Verantwoord Ondernemen, 2003, Den Haag.

Nienhuis, J., persoonlijke communicatie.

Programmabureau Glastuinbouw, Nota; Naar een duurzaam en hoogwaardig glastuin-

bouwcomplex in Zuid-Holland, 2002, Provincie Zuid-Holland, Den Haag.

Schans, J.W. van der, T.A. Vogelzang, J.J. de Vlieger, Maatschappelijk Verantwoord On-

dernemen in Agrofood Keten; in het bijzonder de zuivelsector, 2002, LEI, Den Haag.

Stuurgroep Glastuinbouw en Milieu, Handboek Milieumaatregelen Glastuinbouw, 2000, Projectbureau Glastuinbouw en Milieu, Utrecht.

Uffelen, R.L.M. van, S.D. Deneux, K.J. Kramer, Verkenning van duurzaamheid als con-

currentiefactor; concept voor een duurzame rozenketen, 2002, LEI, Den Haag.

Verstegen, J.A.A.M.en C.J.M. van der Lans, Wordt goed gedrag beloond?; Economische

aspecten van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de agroketen, in het bijzonder in de varkens-, vlees- en glasgroenteketen, 2003, LEI, Den Haag.

www.akk.nl ,Duurzaamheidchecklist.