• No results found

Movisie • Reclasseren in de buurt 53

De grens

De resultaten zijn positief en in lijn met eerder onderzoek. Er zijn echter nog wel de nodige uitdagingen. De grootste uitdaging zit in de huidige organisatie- en bekostigingsstructuur van RN. Vele pilots, projecten en experimenten op het terrein van doen wat nodig is, autonomie voor de professional, continu, integraal en duurzaam doen wat werkt, gingen reclasseren in de buurt voor. Telkenmale constateren teams,

management en onderzoekers, dat er in de werkpraktijk weinig speelruimte is voor innovatie. Reclassering is een geprofessionaliseerde organisatie verbonden aan de strafrechtketen. RN wordt gefinancierd op basis van geleverde producten; medewerkers moeten targets halen.

De strafrechtketen is begrijpelijkerwijs een strakke stapsgewijze lijn waarin objectief en zorgvuldig recht moet worden gedaan. Reclassering verzorgt adviezen, toezichten en werkstraffen in en vanuit die lijn. Daarvoor wordt zij ook betaald. Teams hebben daarnaast niet de volledige vrijheid en financiële middelen om de buurt in te gaan en de cliënten rond hun thuis te leren kennen. Deze spanning tussen productgericht werken en contextgericht werken is voortdurend aanwezig, ook in de experimenten. Niet alleen in de teams klinken noodkreten, dit gebeurt ook op het niveau van het management.

Aanbeveling: Op dit moment bepaalt het bekostigingssysteem van RN de grenzen van de mogelijkheden van reclasseren in de buurt. Dit is een realiteit. Maar wellicht is er binnen de beleidsmarges van RN ruimte om reclasseren in de buurt verder te ontwikkelen en doelen te realiseren. Geef in ieder geval helderheid aan de betrokken medewerkers daar waar het strategisch geen afbreuk doet aan de missie en visie. Anders vragen zij zich steeds af of hun inspanningen wel duurzaam zijn. Wat uiteindelijk weinig motiverend werkt.

Voor wie is reclassering?

De experimenten besteden aandacht aan preventie met als belangrijk onderdeel (vroeg)signalering. Met reclasseren in de buurt komen voor Reclassering Nederland nieuwe potentiële cliënten in beeld. De vraag is of dit wel de cliënten zijn waar RN haar kernexpertise op moet richten? Het gaat vaak om lichte delicten en niet altijd met groot risico op herhaling of op ernstige feiten. Ondanks het feit dat RN hier vaak een goede bijdrage kan leveren, roept het de vraag op: met welke cliënten draagt RN het meeste bij aan een veiliger samenleving?

Een mogelijke tussenweg ligt in de overdracht van kennis en kunde aan samenwerkingspartners. Dat vindt plaats in de samenwerking, waar reclassering na enige tijd een stap terug kan doen. Een andere

mogelijkheid is door middel van advies en voorlichting. Dit kan tevens de bekendheid van

samenwerkingspartners met de inhoud van het reclasseringswerk vergroten. Dit vergt de nodige investering in de partnerrelaties op niveau van uitvoerend professionals en op organisatieniveau.

Aanbeveling: Hier is een aanvullende helicopterview noodzakelijk. Kan bij reclasseren in de buurt bijvoorbeeld bewust gestuurd worden op bepaalde doelgroepen die prioriteit verdienen? Kijk ook naar de opbrengsten van het traject Bevlogen teams in bajes (Geenen e.a., 2021). Want waar valt de meeste winst te behalen: in de wijk of aan de poort van de gevangenis of beiden?

Transitie

Reclasseren in de buurt is geen gemakkelijke opgave. Het vergt een transitie op alle niveaus van de organisatie. Voor medewerkers kan dit bedreigend overkomen. Volgens Schön en Argyris vereist transitie het loslaten van de illusie van stabiliteit en onveranderlijkheid (zie: Ruijters e.a., 2021). Reflectie is het sleutelwoord om grip te krijgen op situaties van onzekerheid, complexiteit en conflicten.

RN heeft met de experimenten in de gebiedsgerichte teams ruimte gegeven aan reflectie. Leerproces-begeleiders en onderzoekers zijn ingezet om dit te begeleiden en er lessen uit te trekken. De teams hebben de kans om zich beter op de omgeving van de cliënten te oriënteren over het algemeen met beide handen aangegrepen. Leerprocesbegeleiders en onderzoekers ontwikkelden zich snel. De conclusie is dat

Reclassering Nederland erin is geslaagd om van binnenuit, en van onderop, te werken aan een (relatief nieuwe) werkwijze die reclasseren dichter bij de cliënt brengt. Nu is het belangrijk om op alle niveaus binnen

Movisie • Reclasseren in de buurt 54

reclassering te blijven leren en verbeteren en de weg naar de buurt zo verder concreet vorm te geven.

Aanbeveling: Reclassering Nederland doet er goed aan om de opgebouwde expertise van leerprocesbegeleiders en onderzoekers te blijven inzetten voor reclasseren in de buurt.

Leerprocesbegeleiders en onderzoekers hebben een schat aan ervaring en kennis opgedaan, zowel op het thema reclasseren in de buurt als op leerprocesbegeleiding en onderzoek. Deze kan blijvend worden ingezet: bijvoorbeeld in communities of practice waar professionals van elkaar leren dicht bij de praktijk en vanuit gedeelde interesses. In die communities kan men kennis en ervaring uitwisselen over concrete thema’s als casuïstiek, sociale kaart, vormen van regie, et cetera.

Buurt

De buurt als fysieke omgeving is meer dan de instituties die gezamenlijk het sociaal- en veiligheidsdomein vormen. Aspecten van de buurt kunnen voor bewoners criminogeen zijn of juist beschermend. In dit rapport schetsen we dat de buurt een rol kan spelen bij criminaliteit op structureel niveau. Door via reclasseren in de buurt kennis te verzamelen over de buurt in al z’n facetten kan het reclasseringswerk aan actualiteit en relevantie winnen.

Aanbeveling: Probeer de verbinding te maken met lopende initiatieven van en voor bewoners, zoals burgerinitiatieven, samenwerking met vrijwilligers en de wijkrechtbank. Kijk mede via casuïstiek naar mogelijkheden om in te spelen op specifieke vraagstukken en kansen in specifieke wijken, zoals drill rap, ondermijning, criminele families of de beschikbaarheid van voorzieningen voor positieve ontwikkeling.

Samenwerking in het sociaal- en veiligheidsdomein

Reclassering is bepaald niet de eerste partij die zich meldt in de buurt. Veel partijen hebben de ambitie om dicht bij burgers te zijn. Het is één van de beloftes van de decentralisatie. De sociaal wijkteams, de Zorg- en Veiligheidshuizen en de wijkagenten worstelen allen op hun eigen manier met deze opdracht. De beloftes worden maar ten dele ingelost. Individuen met complexe problemen hebben nog steeds te maken met veel verschillende hulpverleners. Vaak blijft het een zoektocht naar een vorm van samenwerking die de burger of cliënt werkelijk centraal stelt. In hoeverre is de ambitie van nabijheid tot burgers en cliënten dichterbij gekomen met de decentralisatie? Hierover verschijnen, in toenemende mate, kritische rapporten van gezaghebbende instituten als het Sociaal en Cultureel Planbureau (Kromhout e.a., 2020).

Voor reclassering is van belang: hoe kan RN met behoud van haar unieke kennis en kunde en de unieke positie binnen de strafrechtketen de beweging maken om in samenwerking met het veiligheids- en sociaal domein dichter bij de cliënt te komen? Kan RN in the mix? De experimenten geven goede hoop. Cliënten worden duidelijk beter en sneller geholpen en komen minder vaak in aanraking met de rechter.

Aanbeveling: Maak regionaal en lokaal een analyse van de partijen met wie men kan

samenwerken. Vergroot de bekendheid met RN op strategische plekken en breng daar ook de kernexpertise in. Ga de samenwerking aan op uitvoerend niveau en ontwikkel van daaruit de verdere samenwerking.

Gedwongen kader en vrijwillig kader: kennisontwikkeling

Reclassering Nederland werkt vanuit gedwongen kader. Ze kijkt naar het belang van de cliënt, maar ook naar de risico’s die de cliënt op kan leveren voor anderen. De manier van werken van RN is sterk gebaseerd op kennis over het inschatten en controleren van risico’s. Risk is een belangrijk onderdeel van het

wetenschappelijk onderbouwde RNR-principe.

Eén van de vragen die reclasseren in de buurt heeft opgeroepen is: kan nabijheid tot de cliënt (mede) vorm worden gegeven door een organisatie die gewend is om te werken vanuit het inschatten en controleren van risico’s? Is zij vanuit haar kerntaak voldoende in staat om ook de positieve krachten bij de cliënt te

herkennen en daarmee aan de slag te gaan? Kan zij dit in de samenwerking met externe partners vorm

Movisie • Reclasseren in de buurt 55

geven? En is het dan nog mogelijk om daarnaast de risico’s goed te blijven inschatten? Op diverse locaties is geëxperimenteerd met een aanpak waarbij zowel naar de krachten van de cliënt werd gekeken als naar de potentiële risico’s voor de omgeving. Dit heeft interessante eerste resultaten opgeleverd, maar verdient nog verdere ontwikkeling.

Aanbeveling: RN doet er goed aan zich te verdiepen in de (evidence based) body of knowledge waar haar samenwerkingspartners in de buurt mee werken (zie bijvoorbeeld: Rapp e.a., 2005).

En te analyseren hoe werken in vrijwillig kader en gedwongen kader zo samengaat dat de cliënt er baat bij heeft en de kerntaak van reclassering overeind blijft.

Gedwongen kader en vrijwillig kader: professionalisering

Professionals van reclassering werken vanuit gedwongen kader samen met collega’s die gewend zijn om op basis van vrijwilligheid te werken. Dit vergt van beide zijden een hoge mate van professionaliteit. Dit is aan de orde in Oss waar men intensief samenwerkt met de ggz en welzijn.

Edens (2021) gaat er in het eindrapport van Oss uitvoerig op in: ’De partijen uit het vrijwillig kader hebben een andere benadering van de cliënt dan de reclassering. De deelnemers van de reclassering stellen dat cliënten in voorkomende gevallen anders in contact treden met partners vanuit het sociaal domein of zorg, dan met de reclasseringswerkers. De rol van de reclassering maakt dat werkers niet zoals professionals van ggz en welzijn naast de cliënt kunnen staan, er is sprake van een machtsverhouding. Hoewel de benadering gericht is op samenwerking, is dit een wezenlijk kenmerk van reclasseringswerk. Dit vraagt om helderheid en transparantie over de kaders, voorwaarden en regels en een discrete en respectvolle toepassing hiervan.’

Edens schetst, aan de hand van literatuur over wat werkt, en ervaringen in Oss, hoe de reclasseringswerker volgens haar de brug kan slaan naar het vrijwillig kader.

’Het betreft het streven van de reclasseringswerker om de doelen van de cliënt zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de forensische opdracht.’

Het voert te ver om dieper in te gaan op dit, door Edens geschetste, handelingsperspectief. De conclusie hier is dat de samenwerking met partijen in met name het sociaal domein eisen stelt aan de professionaliteit van de reclasseringswerker.

Aanbeveling: Biedt reclasseringswerkers de mogelijkheid om zich te bekwamen in de samenwerking met partners die werken vanuit vrijwillig kader, zonder de kaders van het

gedwongen kader los te laten. Onderlinge uitwisseling van reclasseringswerkers kan hierbij ook behulpzaam zijn.

Movisie • Reclasseren in de buurt 56

Andrews D.A., Zinger, I., Hoge, R.D., Bonta, J., Gendreau, P. & Cullen, F.T. (1990). Does correctional treatment work? A psychologically informed meta-analysis. Criminology, 28, 369-404.

Andrews, D.A. en Bonta, J. (2010). The psychology of criminal conduct (5th ed.). Newark, NJ: LexisNexis.

Arum, Silke van, Broekroelofs, René en Xanten, Hilde van (2020). Sociale (wijk)teams: vijf jaar later. Utrecht:

Movisie.

Bool, Martijn, Felten, Hanneke en Rensen, Peter (2019). Wat verandert. De waarde van werkzame mechanismen voor de praktijk van het sociaal werk. Utrecht: Movisie.

Bosker, Jacqueline, Donker, Andrea, Menger, Anneke en Laan, Peter van der (2018). Theorieën over afbouw en stoppen met delinquent gedrag. In: Menger, Anneke, Krechtig, Lous en Bosker, Jacqueline (red.), Werken in gedwongen kader. Methodiek voor het forensisch sociaal werk. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Bourgois, Philippe (1995). In search of respect. Selling crack in El Barrio. Cambridge: Cambridge University Press.

Cooperrider, D.L., Srivasta, S., (1987). Appreciative inquiry in organizational life. In: Woodman, R.W., Pasmore, W.A. (eds.), Onderzoek in organisatieverandering en ontwikkeling, Vol. 1, p. 129-169. Stamford, CT: JAI Press.

Connell, J. & Kubisch, A.C. (1998). Applying a theory of change approach to the evaluation of comprehensive community initiatives: progress, prospects and problems. In: Fullbright-Anderson, K., Kubisch, A. & Connell, J. (eds), New Approaches to evaluating community initiatives, vol 2, Theory, measurement and analyses (p. 15-44). Washington, DC: Aspen institute.

Delden, Pieterjan van (2009). Samenwerking in de publieke dienstverlening. Utrecht: Eburon.

Drieschner, K. & Tollenaar, N. (2021). Recidive tijdens forensische zorgtrajecten. Den Haag:

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Engbersen, R. en Sprinkhuizen, A. (30-07-1998). De noodzaak van investeringen in de sociale basisinfrastructuur. Staatscourant.

Engeström, Y. (2001). Expansive learning at work: toward an activity theoretical reconceptualization. Journal of Education and Work, Vol. 14, No. 1.

Geenen, Marie-José, Bosker, Jacqueline, Cirkel, Marieke, Zuurbier, Moniek, Heij, Donnalee (2021). Binnen beginnen om buiten te blijven. Deel 1, Eindrapport effectieve praktijken en Selectie Ondersteunend Model.

Utrecht: Hogeschool Utrecht.

LITERATUUR

Movisie • Reclasseren in de buurt 57

Groenendaal, P. (2020). 2019-2021, Bevlogen teams in buurt en bajes. Ambities en doelen in 2020. Utrecht, Reclassering Nederland.

Hart, H. ‘t, Dijk, J. van, Goede, M.D., Jansen, W., en Teunissen, J. (1996). Onderzoeksmethoden.

Amsterdam: Boom.

Hinsen, Anja, Keuning, Barbara en Nieuwland, Marleen (2021). Procesevaluatie Buurt. Utrecht: Reclassering Nederland.

Kessels, J.W.M. (2001). Verleiden tot kennisproductiviteit. Inaugural lecture. Enschede: Universiteit Twente.

Kooiman, Annelies, Wilken, Jean-Pierre, Stam, Martin, Jansen, Erik, Biene, Martha (2015). Leren transformeren. Hoe faciliteer je praktijkinnovatie in tijden van transitie. Wmo-werkplaatsen.

Krechtig, Lous, Menger, Anneke, Boois, Maaike de, Zuurbier, Moniek (2016). Zo samen mogelijk naar een effectieve aanpak van crimineel gedrag. Een actie-onderzoek bij de werkplaatsen Zo spoedig mogelijk in Midden - en Noord-Nederland. Rapportage 4: Samenvatting en reflecties. Utrecht: Kenniscentrum Sociale Innovatie.

Krechtig, L. en Menger, A. (2018). Handelen in gedwongen kader: enkele kwesties vooraf. In: Menger, A., Krechtig, L. & Bosker, J. (red.), Werken in gedwongen kader. Methodiek voor het forensisch sociaal werk (4e editie, p. 245-251). Amsterdam: SWP.

Kromhout, Mariska, Echtelt, Patricia van, Feijten, Peteke (2020). Sociaal domein op koers? Verwachtingen en resultaten van vijf jaar decentraal beleid. Den Haag: SCP.

Linde, Maarten van der (2017). Ontstaan en ontwikkeling van de reclassering in vogelvlucht: 1823-heden. In:

Proces, (96) 2. Doi: 10.5553/PROCES/016500762017096002002.

Linders, Lilian (2009). De betekenis van nabijheid. Een onderzoek naar informele zorg in een volksbuurt.

Den Haag: Sdu Uitgevers.

Lub, Vasco (2014). Kwalitatief evalueren in het sociaal domein. Mogelijkheden en beperkingen. Den Haag:

Boom Lemma uitgevers.

Lünnemann, Katinka, Bosker, Jacqueline, Dijk, Meintje van, Doornebal, Manon en Broekhuizen, Jolijn (2017). Stand van zaken ‘Ruim baan’: een samenvatting. Utrecht: Hogeschool Utrecht en Verwey-Jonker Instituut.

Mateman, H; Groot N. de (2014). Zicht op effect: brochure. Utrecht: Movisie.

Menger, Anneke, Krechtig, Lous en Bosker, Jacqueline (red.) (2018). Werken in gedwongen kader.

Methodiek voor het forensisch sociaal werk (2013-2018, vierde druk). Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Menger, Anneke en Donker, Andrea (2018). De werkalliantie in het gedwongen kader: de theorie. In:

Menger, A., Krechtig, L. & Bosker, J. (red.), Werken in gedwongen kader. Methodiek voor het forensisch sociaal werk (4e editie, p. 113-132). Amsterdam: SWP.

Migchelbrink, F. (2007). Actieonderzoek voor professionals in zorg en welzijn. Amsterdam: SWP.

Movisie • Reclasseren in de buurt 58

Movisie (2020). Lerende praktijk ‘Reclasseren in de buurt’ (offerte). Utrecht: Movisie.

Nibbelink, Irma (2021). Rechtspraak en wijken. (Interne notitie).

Peeters, Timo, Hans Boutellier (2020). Een wereld in wijken te winnen. Over de justitiële functie bij sociale achterstand. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Pelt, Mariël van & Lou Repetur (2018). De sociale basis: terug van weggeweest. Startnotitie. Utrecht:

Movisie.

Poort, R. (2019). 2019-2021, Bevlogen teams in buurt en bajes. Ambities voor de komende jaren en doelen in 2019. Utrecht: Reclassering Nederland.

Pröpper, I., Litjens, B., en Weststeijn, E. (2004). Lokale regie uit macht of onmacht? Onderzoek naar de optimalisering van de gemeentelijke regiefunctie. Vught: Partners+Pröpper.

Pultrum, T.A. (2021). Het belang van de What Works beginselen voor Justitiële Interventies. Utrecht: uitgave van de erkenningscommissie Justitiële Interventies van het NJI / Pultrum adviespraktijk.

Rapp, C.A., Saleebey, D., Sullivan, W.P. (2005). The future of strengths-based social work. In: Advances in Social Work, Vol. 6, No. 1, 79-90.

Reclassering Nederland (2020). Reclasseren in Nederland – een 3RO-begrippenkader bij de visie. Utrecht:

Reclassering Nederland.

Revans, R.W. (1982). The origin and growth of action learning. Brickley, UK: Chartwell-Bratt.

Rossner, Meredith & Bruce, Jasmine (2016). Community participants in restorative justice: rituals, reintegration, and quasi-professionalization. In: Victims and offenders, 11 (1), pp 107-125.

Ruijters, M.C.P. (2006). Liefde voor Leren. Over diversiteit van leren en ontwikkelen in en van organisaties.

Deventer: uitgeverij Kluwer.

Ruijters, M.C.P, Simons, R., Schut, R. (2021). Canon van leren & ontwikkelen. Amsterdam: Boom Uitgevers.

Snel, E. (2013). De Theory of Change-benadering: weten is méér dan meten. In: Omlo, J., Bool M., &

Rensen, P. (red.), Weten wat werkt. Passend evaluatieonderzoek in het sociale domein. (pp. 145-163) Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Tops, Pieter (2018). Een ongetemde buurt. Achterstand, ondernemingszin en criminaliteit in een volksbuurt.

Amsterdam: Uitgeverij Balans.

Visser, Anouk & Attila Németh (2021). Verkenning waarde van reclassering in de buurt. Enschede:

Hogeschool Saxion (presentatie).

Ward, Tony & Maruna, Shadd (2007). Rehabilitation. Beyond the Risk Paradigm. London: Routledge.

Movisie • Reclasseren in de buurt 59

Warlich, Ellen, Wechem, Mark van, Kuijeren, Maartje van / Projectgroep Omgevingsadvies (2021).

Omgevingsadvies Reclassering Nederland. Utrecht: Reclassering Nederland.

Weiss, C.H. (1972). Evaluation research: methods of assessing program effectiveness. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall.

Weiss, C.H. (1995). Nothing as practical as good theory: exploring theory-based evaluation in complex community initiatives for children and families. In: J. Connell, Kunisch, A., Schorr, L. & Weiss, C. (eds). New Approaches to evaluating community initiatives, vol 1, Concepts, methodes and contexts (pp. 65-92).

Washington, DC: Aspen institute.

Wermink, H.T., Blokland, A.A.J., Nieuwbeerta, P., Nagin, D., Tollenaar, N. (2010). Comparing the effects of community service and short-term imprisonment on recidivism: a matched samples approach. In: Journal of Experimental Criminology, 6, 3, p. 325-349.

Wermink, H., Blokland, A., Nieuwbeerta, P., Tollenaar, N. (2009). Recidive na werkstraffen en na gevangenisstraffen: een gematchte vergelijking. Tijdschrift voor Criminologie, Vol.51, ed. 3: 211-227.

Wiersma, D., Kluiter, H., Nienhuis, F., Rüphan, M. & Giel, R. (1989). Evaluatieonderzoek naar substitutie in de GGZ. Berichten vanuit het Substitutieproject Drenthe (I). Tijdschrift voor Psychiatrie, 31 (9), 600-617.

Wolf, Judith en Jonker, Irene (2021). Krachtwerk, methodisch werken aan participatie en zelfregie.

Interventiebeschrijving. Nijmegen: Impuls / Radboud Universiteit.

Movisie • Reclasseren in de buurt 60

BIJLAGEN

Bijlage 1: Toelichting op gehanteerde methoden in het leer- en