• No results found

Nu het Deltaprogramma in de fase van uitvoering is gekomen, zullen de komende jaren tal van uitvoeringsprojecten worden voorbereid. Daarmee ontstaan tevens kansen voor realisatie van watergebonden natuur, zoals omschreven in de Natuurambitie Grote Wateren. Deze zogenaamde meekoppelkansen voor natuur in waterprojecten kunnen daadwerkelijk worden benut, mits reeds in de planvormingsfase de potenties voor natuur volwaardig worden betrokken bij de opstelling, waardering en onderlinge vergelijking van planalternatieven.

Uit ervaring blijkt dat potenties voor natuur vaak nog te weinig worden betrokken in de planfase van uitvoeringsprojecten voor grote wateren. Dit heeft mede te maken met het sobere en doelmatige karakter van het MIRT-programma, waarvan alle overheidgefinancierde projecten onderdeel uitmaken. Met de vernieuwing van het MIRT, die thans wordt ingezet, zal echter meer ruimte ontstaan voor het meekoppelen van andere doelen met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit, waaronder natuur, met de aanpak van wateropgaven.

Bij de invulling van natuurwaarden in uitvoeringsprojecten is er niet slechts aandacht voor de intrinsieke waarden van natuur en biodiversiteit, maar ook voor maatschappelijke en economische waarden die geleverd worden door natuur. Dit werd onder andere gestimuleerd door ‘The Economics of Ecosystems and Biodiversity’ (TEEB), het mondiale initiatief dat ontstond tijdens de G8-conferentie in Potsdam 2007, om de waarden van natuur meer als diensten voor de mens zichtbaar te maken. Deze ecosysteemdiensten, zoals natuurgebonden recreatie of de zuiveringsfunctie van

natuurgebieden, kunnen vaak ook monetair worden gewaardeerd. In het programma Natuurlijk Kapitaal Nederland zijn hiervoor concrete voorbeelden uitgewerkt, onder andere voor twee

waterveiligheidsprojecten. Het blijkt mogelijk om de waarden van natuur en ecosysteemdiensten in de planfase van dergelijke waterprojecten zodanig te waarderen dat deze effectief worden betrokken bij de keuze van het voorkeursalternatief. In het keuzeproces voor de versterking van de Markermeerdijk door middel van een oeverdijk is hiermee positieve ervaring opgedaan.

Er is dus alle aanleiding om de bestaande kennis over potenties voor natuur en ecosysteemdiensten adequaat te kunnen benutten in de planfase van uitvoeringsprojecten. Daarvoor moeten betrokkenen bij de planvoorbereiding wel kunnen beschikken over methoden en modellen (‘tools’) waarmee die kennis toegankelijk wordt gemaakt. Dit rapport geeft een overzicht van dergelijke tools die bij Alterra beschikbaar zijn. Deze kunnen worden ingezet om de natuurpotenties adequaat in beeld te brengen bij het ontwerp en inrichting van planalternatieven, bij de voorspelling en waardering van

natuurwaarden die per planalternatief gegenereerd zullen worden, en bij de vergelijking tussen planalternatieven en de selectie van het voorkeursalternatief. De beschreven tools richten zich vaak op bepaalde aspecten van natuur (in brede zin), zoals de abiotische condities voor natuur, de flora en vegetatie, de fauna, het landschap en ecosysteemdiensten. Dit rapport heeft de inzetbaarheid van alle beschreven tools in het planproces voor uitvoeringsprojecten in een overzichtsFiguur schematisch in beeld gebracht, zodat de gebruiker hieruit een doelgerichte keuze kan maken.

Een nadere beschouwing van de uitgevoerde inventarisatie van de in dit rapport beschreven

instrumenten geeft aanleiding tot een tweetal aanbevelingen voor verbetering en uitbreiding van het beschikbare instrumentarium. Allereerst kan de samenhang tussen de individuele tools verbeterd worden. Dit kan gerealiseerd worden door de input-outputrelaties tussen de tools beter te organiseren en te documenteren. Zo ontstaan clusters van modellen en methoden, waarmee verschillende

aspecten van natuur en natuurpotenties in samenhang in beeld worden gebracht. Een tweede aanbeveling betreft de bepaling van potenties voor ecosysteemdiensten, de

maatschappelijke waarden die geleverd kunnen worden door de natuur. Het huidige tooloverzicht bevat vooral modellen die de potenties voor diverse vormen van natuurgebonden recreatie in kaart brengen. Er zijn voor uitvoeringsprojecten rond grote wateren ook tal van andere ecosysteemdiensten

denkbaar, zoals natuurlijke waterzuivering, het vasthouden en bergen van water, klimaatregulatie en vastlegging van CO₂ in bodem en planten, productie van biomassa voor biobased producten en bio- energie. Het verdient aanbeveling om een set aanvullende kennisinstrumenten te ontwikkelen om de potenties voor dergelijke ecosysteemdiensten volwaardig en zo veel mogelijk gekwantificeerd mee te kunnen nemen in de planvormingsfase van uitvoeringsprojecten.

Literatuur

Hattum, T. van , C. Kwakernaak, R. Cleef, 2015. Water en natuur: een mooi koppel. H2O online d.d. 15-3-2015.

Hattum, T. van, C. Kwakernaak, T.P. van Tol-Leenders, J. Roelsma, M.E.A. Broekmeyer, A.M. Schmidt, E.M. Hartgers, S.L. Nysingh, 2014. Water en natuur: een mooi koppel! Onderzoek naar de

succesfactoren, belemmeringen en kansen voor het meekoppelen van water- en natuuropgaven. Alterra-rapport 2533.

Ministerie van Economische Zaken, 2014. Natuurambitie Grote Wateren 2050 en verder. December 2014. Uitgave Ministerie van Economische Zaken.

Ministerie van Economische Zaken, 2014. Rijksnatuurvisie 2014 ‘Natuurlijk verder’. April 2014. Uitgave Ministerie van Economische Zaken.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2011. Spelregels van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Uitgave Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2015). MIRT Projectenoverzicht, 2015. Uitgave Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Alterra Wageningen UR Postbus 47 6700 AA Wageningen T 0317 48 07 00 www.wageningenUR.nl/alterra Alterra-rapport 2676 ISSN 1566-7197

Alterra Wageningen UR is hét kennisinstituut voor de groene leefomgeving en bundelt een grote hoeveelheid expertise op het gebied van de groene ruimte en het duurzaam maatschappelijk gebruik ervan: kennis van water, natuur, bos, milieu, bodem, landschap, klimaat, landgebruik, recreatie etc. De missie van Wageningen UR (University & Research centre) is ‘To explore the potential of nature to improve the quality of life’. Binnen Wageningen UR bundelen 9 gespecialiseerde onderzoeksinstituten van stichting DLO en Wageningen University hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 6.000 medewerkers en 9.000 studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

C. Kwakernaak, H.J. de Lange en E.M. Hartgers

Tools bij de planvorming voor uitvoeringsprojecten in het kader van het