• No results found

Bij de beoordeling wordt uitgegaan van het plan zoals dit nu voorligt, versie 17 november 2017 (zie Figuur 7 en 8).

Verwachte effecten op Natura 2000-gebieden

Wat betreft de emissie van verzurende en vermestende stoffen geven de Natura 2000-beheerplannen aan dat een afname van stikstofdepositie in alle drie Natura 2000-gebieden Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek, Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen en Langstraat nodig is.

Stikstofdepositie

Voor de realisatie van het plan moet voldaan worden aan de wettelijke eisen voor stikstofdepositie, veroorzaakt door de activiteiten (o.a. verkeersbewegingen) die samenhangen met dit nieuwe plan. Toetsing van de stikstofdepositie kent twee volgende beoordelingswaarden:

1. Een drempelwaarde van 0,05 mol/ha/jaar. Stikstofdepositie onder de drempelwaarde van 0,05 mol/ha/jaar is vergunningsvrij en hoeft daarnaast niet gemeld te worden.

2. Een grenswaarde van 1 mol/ha/jaar. Stikstofdepositie tussen de drempelwaarde van

0,05 mol/ha/jaar en de grenswaarde van 1 mol/ha/jaar heeft een meldingsplicht. Stikstofdepositie boven de grenswaarde van 1 mol/ha/jaar is vergunningplichtig.

Het initiatief dient aan deze voorwaarden te voldoen voordat m.b.t. milieu groen licht gegeven kan worden voor de ontwikkeling. Een onderzoek stikstofdepositie geeft inzicht in de stikstofemissies en deposities die ontstaan door de ontwikkeling van dit plan. Royal HaskoningDHV is door de gemeente Heusden gevraagd om dit onderzoek voor de gemeente uit te voeren en inmiddels ligt het eindconcept getiteld Stikstofdepositieberekeningen Landgoed Steenenburg (Valk, 2018) bij de gemeente Heusden. Hierin concludeert Royal HaskoningDHV: “Het bestemmingsplan ‘Landgoed Steenenburg’ betreft een

hoogwaardige ontwikkeling die ruimte biedt voor wonen, werken en recreëren. De verminderde ammoniakemissie als gevolg van het uit gebruik nemen van landbouwgrond zorgt ervoor dat de maximale bijdrage aan de stikstofdepositie ten gevolge van dit plan is kleiner dan 0 mol/ha/jaar op alle omliggende Natura 2000-gebieden. De activiteiten die het bestemmingsplan mogelijk maakt, liggen daarmee onder de drempelwaarde en zijn daarmee vergunnings- en meldingsvrij. Het is daarmee ook aannemelijk dat de bestemde invulling past binnen het PAS-kader”. De gemeente

Heusden heeft aangegeven dat deze notitie c.q. onderzoek van Royal HaskoningDHV wordt geaccordeerd (Mond. med. Oscar van Limburg).

Kortom: op basis hiervan is een externe werking op de Natura 2000-gebieden Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek, Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen en Langstraat niet te verwachten.

Verwachte effecten op de NNB

Het plangebied ligt voor een groot deel binnen de NNB. Omdat de voorgenomen ontwikkeling nauwelijks kap van bomen vereist, is een effect op de NNB uit te sluiten.

Verwachte effecten op vogels

Binnen het plangebied komen voornamelijk algemene broedvogelsoorten voor, met uitzondering van soorten zoals Boomklever, Bosuil, Buizerd, Grote bonte specht, Havik, Holenduif en Zwarte specht. Verwacht wordt dat de activiteiten op het terrein geen significant negatieve effecten zal hebben op de algemene broedvogels en voor de specifieke bossoorten wordt verwacht dat er een negatief effect zal zijn voor de Havik en Zwarte specht. Beide soorten zijn erg schuw en verwacht wordt dat deze soorten

Verwacht wordt dat de aangetroffen vogelsoorten geen hinder ondervinden van verlichting, zolang het bos niet wordt gekapt en paden niet worden verlicht. Op dit moment is nog niet uitgekristalliseerd hoe het verlichtingsplan eruit gaat zien, maar indien mitigerende maatregelen bij verlichting worden genomen voor vleermuizen (zie onder), kan worden gesteld dat de vogelsoorten hierop meeliften. Ter illustratie: een Bosuil jaagt liever vanuit het donker.

Verwacht wordt dat voor de Havik en Zwarte specht een ontheffing van de Wet natuurbescherming moet worden aangevraagd.

Verwachte effecten op vleermuizen

De vleermuizen die op landgoed Steenenburg voorkomen, betreffen foeragerende dieren en er zijn verblijfplaatsen vastgesteld. In de directe omgeving zijn lanen en bospercelen met oude bomen, waarin voldoende mogelijkheden zijn om te verblijven. De voorgenomen ontwikkeling voorziet niet in de kap van de bomen met holtes. Er wordt dan ook geen negatief effect verwacht op de verblijfplaats van de vleermuizen in oude bomen met holten.

Het is voor WENR onbekend hoe het toekomstige verlichtingsplan rondom en op het terrein eruitziet. In de scope van dit project is het toekomstige verlichtingsplan niet meegenomen en daarmee blijft het onduidelijk of er mogelijke effecten optreden op beschermde natuurwaarden.

Indien verlichting noodzakelijk wordt geacht binnen het plangebied kan overwogen kan worden om binnen het bosgebied en langs de lanen rode verlichting aan te brengen in plaats van de gebruikelijke kleur verlichting. Voorlopige resultaten (Spoelstra et al., 2017) wijzen uit dat rood licht geen effect heeft op zeldzame, langzaam vliegende en lichtschuwe vleermuissoorten, zoals de Watervleermuis. Ook heeft rood licht geen effect op de activiteit van de Algemene Dwergvleermuis, doordat rood licht minder insecten aantrekt. Dit in tegenstelling tot wit en groen licht. Snel vliegende soorten, zoals de Gewone Dwergvleermuis, profiteren normaliter van de voedselbron die ontstaat door de aantrekking van insecten rondom lantaarnpalen met wit licht.

Een effect kan worden verwacht bij de 45 patiowoningen die worden gerealiseerd bij de visvijver. Vanuit deze woningen zal in de avonduren veel licht over de waterplas schijnen en de lichtgevoelige Watervleermuis zal hier hinder van ondervinden en mogelijk dit foerageergebied verlaten. Deels kan dit effect worden gemitigeerd bij de nieuwe waterpartijen die worden gerealiseerd, mits hier geen of op zijn minst vleermuisvriendelijke verlichting wordt toegepast.

Voor de twee woonhuizen op het landgoed geldt dat deze door de huidige eigenaren geïsoleerd zijn en van binnenuit zijn de daken afgetimmerd. Er zijn tijdens de verschillende inventarisatieronden geen vleermuizen gesignaleerd afkomstig van deze twee woningen. Voor het kasteel geldt dat hier vanwege veiligheid niet de hele zolder kon worden geïnspecteerd. 90% van de zolder kon worden nagelopen, maar de laatste 10% was te gevaarlijk om te controleren. Wel is hier ook de batdetector ingezet en zijn geen vleermuizen aangetroffen, maar het is niet uitgesloten dat hier vleermuizen verblijven.

Verwachte effecten op amfibieën

Alle in Nederland voorkomende amfibiesoorten zijn beschermd. Tijdens het onderzoek zijn Poelkikker, Bruine kikker, Gewone pad, Bastaardkikker, groene-kikkercomplex en Kleine watersalamander waargenomen. Van de waargenomen soorten is de Poelkikker strikter beschermd.

Gezien de geplande ontwikkelingen worden er geen negatieve effecten verwacht op deze

amfibiesoorten. In de planvorming worden extra wateren gerealiseerd, waarvan deze soorten kunnen profiteren.

de verboden bedoeld in artikel 3.10, eerste lid van de Wet natuurbescherming, deze soorten te vangen en om de vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de soorten opzettelijk te beschadigen of te vernielen.

Er dient dus geen ontheffing te worden aangevraagd in het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van het plangebied, daaronder begrepen het daaropvolgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. Wel blijft de zorgplicht van toepassing.

Verwachte effecten op flora

Het plangebied kenmerkt zich door een soortenarm bos, schraal grasland en ruderale vegetatie. Daarnaast is een aantal poelen en vennen aanwezig. Tijdens het onderzoek zijn geen beschermde plantensoorten aangetroffen waarvoor bij een ingreep/initiatief een ontheffing op de Wet

Literatuur

Provincie Noord-Brabant, 2015c. Ontwerpbeheerplan Langstraat.

Provincie Noord-Brabant, 2015a. Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek. Provincie Noord-Brabant, 2015b. Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen.

Spoelstra, K., R.H.A. van Grunsven, J.J.C. Ramakers, K.B. Ferguson, T. Raap, M. Donners,

E.M. Veenendaal & M.E. Visser, 2017. Response of bats to light with different spectra: light-shy and agile bat presence is affected by white and green, but not red light. Proceedings of the Royal Society B (advanced online op 31 mei, later volgt het gedrukte issue),

http://rspb.royalsocietypublishing.org/lookup/doi/10.1098/rspb.2017.0075

Valk, S., 2018. Stikstofdepositieberekeningen Landgoed Steenenburg. Royal HaskoningDHV, 10 juli 2018, kenmerk: BG1651-101-100-T&PN001D01. Status: concept. 13 p.

Wageningen Environmental Research Postbus 47

6700 AA Wageningen T 0317 48 07 00

www.wur.nl/environmental-research Wageningen Environmental Research Rapport 2900

ISSN 1566-7197

De missie van Wageningen University & Research is ‘To explore the potential of nature to improve the quality of life’. Binnen Wageningen University & Research bundelen Wageningen University en gespecialiseerde

onderzoeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 5.000 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen University & Research wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

De missie van Wageningen U niversity & Research is ‘ To ex plore the potential of nature to improve the q uality of lif e’ . Binnen Wageningen U niversity & Research bundelen Wageningen U niversity en gespecialiseerde onderz oeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrij ke vragen in het domein van gez onde voeding en leef omgeving. M et ongeveer 30 vestigingen, 5.000 medewerkers en 10.000 studenten behoort Wageningen U niversity & Research wereldwij d tot de aansprekende kennis- instellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

Wageningen Environmental Research Postbus 47 6700 AB Wageningen T 317 48 07 00 www.wur.nl/environmental-research Rapport 2900 ISSN 1566-7197

Landgoed Steenenburg

Inventarisatie naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden op landgoed Steenenburg

GERELATEERDE DOCUMENTEN