• No results found

8.1 Conclusies

Voor bet betrouwbaar meten van de mate van spierverslapping is bet belangrijk dat er juiste signalen gemeten worden. Daarom is bet van groot belang dat de gemeten EMG-responsie een betrouwbaar signaal is. De vorm en grootte van de gemeten EMG-responsie is sterk afhankelijk van de posities waar de stimulus- en meetelektroden geplaatst zijn.

Er is een optimale positionering van de stimulus- en meetelektroden aan te geven. Met deze plaatsing worden EMG-signalen gemeten die zeer goed met een algoritme gevalideerd kunnen worden.

Er wordt in de operatiekamer door de anestbesisten of anestbesie-assistenten vaak niet

nauwkeurig genoeg gelet op een juiste positionering van de elektroden, waardoor bet mogelijk is dat de in dit onderzoek gebruikte DATEX RELAXOGRAPHonbetrouwbare waarden voor spierverslapping berekent en laat zien. Wanneer ecbter op een juiste manier elektroden geplaatst worden is bet apparaat zeer goed bruikbaar om betrouwbaar de spierverslapping te bepalen. Wanneer er een regelsysteem mee te ontworpen zal worden, is bet wei nodig om de gemeten signalen te valideren op juistbeid alvorens de regelparameters te bepalen aangezien er bij storingen van andere apparatuur in de operatiekamer foutieve signaIen gemeten kunnen worden.

De gemeten EMG-responsies zijn boogstwaarscbijnlijk niet van een spier afkomstig. Omlig-gende spieren levere.n afhankelijk van de elektrodeplaatsing ook een bijdrage aan de responsie.

De verbouding tussen spiervermoeiing en spierverslapping is afhankelijk van bet stadium in een meting. Vlak na bet toedienen van de spierverslapper is de spiervermoeiing groter dan de spierverslapping terwijllater in de meting dit juist andersom is.

De vorm van de gemeten EMG-responsie verandert wanneer de spierverslapping toeneemt. Een precieze voorspelIing biervan is zeer moeilijk te geven. Dit is een probleem wanneer validatie aan de band van bijvoorbeeld bet referentie-EMG zou gebeuren. Ret is ecbter zeer goed mo-gelijk een validatie uit te voeren aan de band van vermo-gelijking tussen opeenvolgende sies. Wanneer bovendien de elektroden juist geplaatst worden, wordt valideren van de respon-sies eenvoudiger.

8.2 Aanbevelingen

Ret is alvorens te beginnen met bet ontwerpen van een validatie-algoritme verstandig om nog aanvullende metingen uit te voeren om de volgende redenen:

• Vaststellen of de responsie die gemeten wordt wanneer de spier recbtstreeks gestimuleerd wordt, steeds bet zelfde verloop vertoont. Indien dit bet geval is kan bierop gedetecteerd

58 Conclusies en aanbevelingen

worden zodat er gealarmeerd kan worden en eventueel is het mogelijk een correctie aan te brengen.

• Verder onderzoek naar de vormverandering van de responsies als functie van de spierver-slapping.

Wanneer deze twee zaken resultaten opleveren, kunnen deze een positieve bijdrage leveren bij het ontwikkelen van een validatie-algoritme.

De in dit onderzoek beschreven metingen en conclusies zijn gebaseerd op metingen aan de ab-ductor digiti minimi die gei"nnerveerd wordt door de nervus ulnaris. Ret is interessant om na te gaan of metingen aan andere spieren de zelfde resultaten op leveren. Rierbij kan gedacht wor-den aan deadductor pollicis brevis of aan een zenuw/spier-combinatie in de voet.

Er is naast methoden gebaseerd op EMG en MMG ook een methode die de acceleratie van bij-voorbeeld de duim als respons op een stimulus meet. Ret is interessant om eens na te gaan hoe betrouwbaar deze methode is. Een apparaat dat met deze methode te werk gaat is de TOF-GUARD NMT van de firma Biometer international.

Literatuur

Ali, H.H., et al.

Monitoring of the neuromuscular function Anesthesiology, Vol. 45, 1976, no. 2, p. 216-234 Ali, H.H., et al.

Twitch, tetanus and train-of-four as indices of recovery from nondepolarizing neuromuscular blockade

Anesthesiology, Vol. 54, 1981, no. 4, p. 294-297 DATEX RELAXOGRAPH User's Guide

Datex/Instrumentarium Corp. Teollisuuskatu 27 Helsinki Finland DATEXRELAXOGRAPH NMT-100 Operators Manual

Revision 01, no. 873389-4

Datex Medical Electronics, Kantemarsweg 18, 8871 AP Hoevelaken Fletcher, J.E., et al.

Comparison of the train-of-four fade profiles produced by vecuronium and atracurium British Journal of Anaesthesia, Vol. 68, 1992, no. 2, p. 207-208

Ginsberg, B., et al.

Onset and duration of neuromuscular blockade following high-dose vecuronium administration Anesthesiology, Vol. 71, 1989, p. 201-205

Gramstad,L., et al.

Dose-response relation for atracurium, ORG NC 45 and pancuronium British journal of Anaesthesia, Vol 54, 1982, p. 647-651

Gramstad, L.,et al.

Neuromuscular blocking effects of atracurium, vecuronium and pancuronium during bolus and infusion administration

British Journal of Anaesthesia, Vol. 57, 1985, p. 1052-1059 Harrison, M.J.

Prediction of infusion rates: validation of a computer simulation using vecuronium British Journal of Anaesthesia, Vol. 64, 1990, p. 287-293

Hoevenaren, W.M.

Ontwikkeling van een feedback controller voor spierrelaxatie met behulp van een expertsys-teem. Meetaspecten

MstudeerverslagIM. Sc. Thesis, Vakgroep Medische Elektrotechniek, Technische Universiteit Eindhoven, 1992

60 Literatuur

Jaklitsch, R.R., et al.

A model-based self-adjusting two-phase controller for vecuronium-induced muscle relaxation during anaesthesia

IEEE Transactions on Biomedical Engineering, Vol. BME-34, 1987, no. 8, p. 583-594

LAB MASTER AVANCED DESIGN HANDBOOK

942944 Rev. A

1990, Scientific Solutions, 6225 Cochran Road, Solon, Ohio 44139-3377 Linkens, D.A., et al.

Identification and control of muscle relaxant anaesthesia

lEE Proc. D, Control Theory & Appl., Vol. 129, 1982a, no. 4, p. 136-141 Linkens, D.A., et al.

Selftuning control of muscle relaxation during anaesthesia lEE Proc. conf. Appl. Adaptive and Multivar. Contr.

Hull, 1982b, p. 92-102 Linkens, D.A., et al.

Smith predictor and selftuning control of muscle relaxant drug administration lEE proc. D, Control Theory & Appl., Vol. 132, 1985, no. 5, p. 212-218 Linkens, D.A., et al.

Computer control systems and pharmacological drug administration: a survey Journal of Medical Engineering&Technology, Vol. 14, 1990, no. 4, p. 41-54 Metingen in de geneeskunde I

Dictaat bij het gelijknamige college 5P200

najaar 1991, Faculteit der Elektrotechniek, Technische Universiteit Eindhoven Nagashima, H., et al.

A simple method for monitoring muscular relaxation during continuous infusion of vecuronium

Canadian Journal of Anaesthesia, Vol. 35, 1988, no. 2, p. 134-138 Robertson, E.N., et al.

Clinical comparison of atracurium and vecuronium (ORG NC 45) British Journal of Anaesthesia, Vol. 55, p.125-129

Scheepers, F.N.L.H.

Ontwikkeling van een regelaar voor spierrelaxatie met behulp van een expertsysteem. Regelas-pecten

Mstudeerverslag/M. Sc. Thesis, Vakgroep Medische Elektrotechniek, Technische Universiteit Eindhoven, 1992

Literatuur 61 Turner, G.A., et al.

Train-of-four fade during onset and recovery of neuromuscular block: a study in non-anaesthe-tized subjects

British Journal of Anaesthesia, Vol 62, 1989, p. 279-286 Viby-Mogensen, J.

Clinical assessment of neuromuscular transmission British Journal of Anaesthesia, Vol 54, 1982, p, 209-221 Viby-Mogensen, J., et al.

Tactile and visual evaluation of the response to train-of-four nerve stimulation Anesthesiology, Vol. 63, no, 4, 1985, p. 440-443

Bijlagen 63

Bijlage A Stroomdiagram van het