• No results found

5.1 Conclusies

Uit de berekeningen blijkt dat een droog jaar in combinatie met snelle klimaatverandering (scenario 1989 – 2050Wplus) kan leiden tot frequente normoverschrijding van stoffen zoals bestrijdingsmiddelen (zie ook Tabel 5.1). Dit afvoerverloop komt 1x per 4,6 jaar voor.

Deze toename is zichtbaar bij bijna alle innamepunten van oppervlaktewater voor drinkwater en infiltratiepunten voor oevergrondwater in het Rijn- en Maasstroomgebied. Het oppervlaktewater is gedurende deze perioden niet geschikt voor drinkwaterbereiding.

In een zeer droog jaar, in combinatie met snelle klimaatverandering (scenario 1976 – 2050Wplus), neemt dit effect nog verder toe (zie ook Figuur 3.9 tot en met Figuur 3.12). Dit geldt zowel voor stoffen die uit bovenstroomse landen afkomstig zijn als voor emissies door Nederlandse rwzi‘s.

Voor nieuwe, nog niet genormeerde stoffen, kan de toename, bij een zeer droog jaar in combinatie met snelle klimaatverandering (1976 – 2050Wplus) bij enkele innamepunten leiden tot mogelijke overschrijding van humane risicogrenzen, bijvoorbeeld voor carbamazepine, gedurende een periode van 1-2 maanden.

Tabel 5.1 Berekend aantal dagen en de langste aaneengesloten periode met risico op normoverschrijding per innamepunt bij een droog jaar en snelle klimaatverandering (1989 – 2050Wplus).

Innamepunt Risico normoverschrijding bij droog jaar (1989)

[dagen]

Grensoverschrijdend NL-se rwzi’s

Totaal aantal Duur max. periode Totaal aantal Duur max. periode M aa s Roosteren (opp.w.) 115 85 121 86 Heel 101 76 128 95

Gat van de Kerksloot 114 47 234 179

Andelse Maas 47 17 103 103

Beereplaat 12 9 48 35

R

ijn

Nieuwegein 30 25 227 102

Engelse Werk (opp.w.) 111 28 75 41

Nieuwersluis 79 72 62 27

Bergambacht (opp.w.) 34 7 199 68

Scheelhoek 7 5 6 4

Andijk 0* 0 0* 0

* Bij innamepunt Andijk ligt de maximale toename net onder de in dit rapport

gehanteerde grens van 2.

Tijdens droge perioden is de invloed van Nederlandse rwzi-emissies op de oppervlaktewaterkwaliteit vergelijkbaar of groter dan de invloed van

grensoverschrijdende lozingen (zie ook Tabel 5.1). Dit betekent dat Nederland ook zelf maatregelen kan treffen om de waterkwaliteit substantieel te verbeteren en dat zij daarvoor niet alleen afhankelijk is van bovenstroomse landen.

Naast het aantal dagen met mogelijke normoverschrijding, is ook de lengte van deze periode van belang voor de drinkwatervoorziening. Om met frequent voorkomende normoverschrijdingen in bronnen voor drinkwater om te gaan kunnen er door verschillende partijen maatregelen worden getroffen. Naarmate de lengte van de periode met normoverschrijdingen toeneemt, zijn sommige maatregelen effectiever dan andere. Mogelijke maatregelen (in de volgorde van de keten) zijn weergegeven in Tabel 5.2.

Tabel 5.2 Mogelijke maatregelen hoe om te gaan met perioden met normoverschrijding.

Mogelijke maatregel Verantwoordelijke

Aanpak emissies via toelatingsbeleid van stoffen Rijk Terugdringen van emissies:

Vracht terugbrengen (uitbreiden zuivering bij rwzi), Emissie relateren aan de afvoer (buffering bij rwzi of specifiek hergebruik in droge periodes)

Waterbeheerder

(Tijdelijk) overschakelen op een andere bron Drinkwaterbedrijf Extra doorspoelen van stagnante zones Waterbeheerder Verplaatsen specifieke ongunstige emissiepunten Waterbeheerder Voorraadvorming gedurende natte periode en innamestop

tijdens normoverschrijding

Drinkwaterbedrijf

Uitbreiden van de zuivering Drinkwaterbedrijf

5.2 Aanbevelingen

Bij bijna alle innamepunten kunnen de concentraties toenemen met een factor 2 of meer. Vooral bij innamepunten die gelegen zijn in stagnante zones (zones met weinig doorspoeling), zijn de resultaten gevoelig voor de gehanteerde invoerreeksen. Aanbevolen wordt daarom om specifiek per innamepunt wat gedetailleerder de praktijksituatie te bekijken en te vergelijken met het model, zodat de gesignaleerde risico‘s nader gewogen kunnen worden.

Of, en zo ja welke maatregelen het meest effectief zijn om risico‘s te beheersen, zal per innamepunt moeten worden onderzocht. Aanbevolen wordt om de gesignaleerde risico‘s, de gevolgen daarvan en daarbij mogelijke

oplossingsrichtingen te verkennen in samenwerking met de betrokken

beleidsvelden en stakeholders uit het veld. Het gebiedsdossier kan daarvoor als platform dienen.

Vanuit het landelijk beleid raakt dit onderwerp niet alleen aan de thematiek van het Deltaprogramma Zoetwater en de Nota Drinkwater, maar ook aan de Kaderrichtlijn Water en de verschillende stof- of emissiegerichte dossiers. Het Deltaprogramma Zoetwater richt zich primair op de beschikbaarheid van voldoende zoet water. Kwaliteitsaspecten maken deel uit van andere beleidsdossiers zoals de Kaderrichtlijn Water, maar het Deltaprogramma Zoetwater kan de kwaliteitsrisico‘s wel signaleren en adresseren bij de verantwoordelijke beleidsdirecties. Daarnaast kunnen maatregelen in het kwantitatieve waterbeheer leiden tot verbetering van de waterkwaliteit. Aan het Programmateam Zoetwater wordt aanbevolen om de gesignaleerde risico‘s onder de aandacht te brengen bij de betreffende beleidsdirecties en mee te nemen bij de ontwikkeling van kansrijke zoetwaterstrategieën.

Literatuur

Aa, N.G.F.M. van der, G.J. Kommer, J.E. van Montfoort, J.F.M. Versteegh (2011) Demographic projections of future pharmaceutical consumption in the

Netherlands. Water Science & Technology 63.4(2011) pp825-831 CPB en PBL (2006a) Welvaart en Leefomgeving. Een scenariostudie voor Nederland in 2040. Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving.

CPB en PBL (2006b) Welvaart en Leefomgeving. Achtergronddocument. Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving.

Hurk, B. van den, A. Klein Tank, G. Lenderink, A. van Ulden, G.J. van

Oldenborgh, C. Katsman et al. (2006) KNMI Climate Change Scenarios 2006 for the Netherlands. Royal Netherlands Meteorological Institute, De Bilt, 2006-1. IAWR/IAWD/RIWA (2008) Danube, Meuse and Rhine memorandum 2008.

www.riwa.org

Kattwinkel, M., J.V. Kühne, K. Foit, M. Liess (2011) Climate change, Agricultural insecticide exposure, and risk for freshwater communities. Ecological

Applications 21:2068-2081. http://www.esajournals.org/doi/abs/10.1890/10-

1993.1

Kielen, N., R. Franken, J. ter Maat, L. Stuyt, E. van Velzen, W. Werkman (2011) Synthese van de landelijke en regionale knelpuntenanalyses. Fase 1

Deltaprogramma Zoetwater. Waterdienst, PBL, Alterra en Deltares in opdracht van het Programmateam Zoetwater.

Klein Tank, A.M.G. en G. Lenderink (red.) (2009) Klimaatverandering in Nederland; Aanvullingen op de KNMI‘06 scenario‘s. KNMI, De Bilt.

Laak T. ter, M.G.F.M. van der Aa, C. Houtman, P. Stoks, A. van Wezel (2010) Temporal and spatial trends of pharmaceuticals in the Rhine. RIWA-Rijn, Nieuwegein. ISBN 978-90-6683-138-4.

Mazijk, A. (2005) Rijn-Alarmmodel bij gestuwde Nederrijn-Lek, evaluatie waterbalans en stoftransport. RIWA Rijn, Nieuwegein. www.riwa.org. ISBN 90-6683-113-8.

RIWA (2011a) Jaarrapport 2010 De Rijn. Vereniging van Rivierwaterbedrijven/RIWA-Rijn, Nieuwegein. www.riwa.org RIWA (2011b) Jaarrapport 2010 Maas. Vereniging van Rivierwaterbedrijven/RIWA-Maas, Maastricht. www.riwa.org

Smit, C.E., S. Wuijts (2012) Specifieke verontreinigende en drinkwater relevante stoffen onder de KRW; Selectie van potentieel relevante stoffen voor Nederland. RIVM Rapport 601714022. www.rivm.nl

Versteegh, J.F.M., H.H.J. Dik (2011) De kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2010. RIVM, Bilthoven. RIVM Rapport 703719081; kenmerk VI- 2011-119, www.rivm.nl

Wuijts, S., C.H. Büscher, M.C. Zijp, W. Verweij, C.T.A. Moermond, A.M. de Roda Husman, B.H. Tangena, A. Hooijboer (2011) Toekomstverkenning

Drinkwatervoorziening in Nederland. RIVM, Bilthoven. RIVM-rapport 609716001.

www.rivm.nl

Zwolsman, J.J.G. (2011, concept december). Knelpuntenanalyse drinkwater en industriewater (fase 2). KWR Watercycle Research Institute, Nieuwegein. Opdrachtnummer A309035.

GERELATEERDE DOCUMENTEN