• No results found

Dit onderzoek geeft antwoord op de volgende onderzoeksvraag: kan de Activiteitenweger worden ingezet als ergotherapeutische interventie op de hartrevalidatie, binnen zowel de eerste- als tweedelijnszorg, waarbij de focus ligt op terugkeer naar werk?

Om antwoord te geven op deze vraag is uitvoerig onderzoek gedaan, middels een literatuur- en praktijkonderzoek.

Uit de resultaten is gebleken dat het mogelijk is om de Activiteitenweger in te zetten bij hartrevalidanten. Hart- en vaatziekten veroorzaken hoofdzakelijk vermoeidheidsklachten en problematiek in het verdelen van energie. Dit kan zorgen voor belemmeringen in het uitvoeren van alledaagse activiteiten, waaronder werktaken. Wanneer een cliënt bovengenoemde belemmeringen ondervindt, kan de Activiteitenweger, onafhankelijk van een medische diagnose, worden ingezet. Het instrument kan worden ingezet in zowel de eerste- als tweedelijn, mits er voldoende behandeltijd is en een goede overdracht plaatsvindt. Het behandelproces wordt bevorderd wanneer een cliënt beschikt over executieve functies en bovenal voldoende motivatie.

Tevens is tijdens het onderzoek gebleken dat de Activiteitenweger gedragsverandering kan bevorderen bij terugkeer naar werk. Door de plotselinge verandering in belasting en belastbaarheid, moeten rollen en gewoontes die altijd zo vanzelfsprekend leken van het één op het andere moment worden aangepast. Hiervoor is verandering in gedrag noodzakelijk, zowel voor de cliënt als diens sociale systeem. Het werkt bevorderend wanneer het systeem begrip toont, inzicht heeft in het proces en ondersteuning biedt waar nodig. De Activiteitenweger kan hierbij als communicatiemiddel worden ingezet naar zowel het sociale systeem als de werkgever. De Activiteitenweger kan daarnaast helpen om structuur in de dag aan te brengen en zorgt ervoor overbelasting te voorkomen of te reduceren. Echter kan als nadeel hierbij worden ervaren dat spontaniteit in het dagelijks leven ontbreekt, omdat alle activiteiten vooruit worden gepland.

Concluderend kan gesteld worden dat de Activiteitenweger ingezet kan worden als ergotherapeutische interventie op de hartrevalidatie, waarbij de focus ligt op terugkeer naar werk, indien de cliënt kampt met vermoeidheidsklachten en een disbalans in belasting en belastbaarheid. Aan de hand van deze conclusie, worden verschillende aanbevelingen opgesteld. Deze aanbevelingen zullen bijdragen aan het toepassen van de resultaten uit het onderzoek, om een optimale ergotherapeutische behandeling te waarborgen.

42

11 Aanbevelingen

De volgende aanbevelingen ondersteunen de implementatie van het onderzoek in de praktijk. Opdrachtgevers en collega’s kunnen deze aanbevelingen integreren binnen Polifysiek en ergotherapiepraktijk DOEN.

Allereerst wordt aanbevolen om de Activiteitenweger te gebruiken bij cliënten met hart- en vaatziekten, die een disbalans ondervinden in belasting en belastbaarheid. De Activiteitenweger ondersteunt het verkrijgen van balans, evenals het opbouwen van belastbaarheid.

• Niet open staat, of nog niet toe is aan gedragsverandering

• Niet beschikt over ziekte-inzicht en inzicht over het effect van het huidige gedrag op

het dagelijkse functioneren

• Niet gemotiveerd is om gedrag te veranderen

• Niet beschikt over kritisch/reflectief vermogen

• Niet vaardig genoeg is in lezen en/of schrijven

• Geen overzicht kan bewaren of een planning kan maken

• Niet in staat is om initiatief te nemen

Aanbevolen wordt om bij de start van de behandeling de voorbereidingsfase van de Activiteitenweger uitgebreid te introduceren. Hierbij kan psycho-educatie bijdragen aan de veranderingsbereidheid en inzicht van de cliënt. Daarnaast werkt het bevorderend wanneer de cliënt wordt betrokken in het proces en wordt gemotiveerd om eigen keuzes te maken.

Aanbevolen wordt om als behandelend ergotherapeut na de eerste behandeling een inschatting te maken of de cliënt voldoet aan de eisen die nodig zijn om de Activiteitenweger in te zetten. Hierbij is het van belang dat er wordt gekeken naar de tijdsinvestering die nodig is om een optimaal resultaat te behalen. De ergotherapeut kan bij het ontbreken van bepaalde executieve functies meer de regie nemen. Echter dient afgewogen te worden of dit efficiënt is of dat een andere interventie passender is. Daarnaast kan gekeken worden of delen van de Activiteitenweger ingezet kunnen worden. Denk hierbij aan het maken van een tijdschrijflijst, dag- of weekschema.

De Activiteitenweger wordt ten zeerste aanbevolen bij cliënten die terugkeren naar werk. Het is hierbij van belang om als behandelend ergotherapeut te kijken naar een goede balans tussen werk en privé. Daarnaast is het van belang de bedrijfsarts actief te betrekken tijdens de behandeling. De Activiteitenweger kan hierbij als communicatiemiddel worden ingezet.

Aanbevolen wordt om tijdens de behandeling aandacht te schenken aan specifieke werktaken en de belasting daarvan. Dit is essentieel voor een goede dag planning.

Aanbevolen wordt om het sociale systeem te betrekken bij de behandeling wanneer dit mogelijk is. Hierbij kan de behandelend ergotherapeut educatie geven aan het sociale systeem om meer inzicht te bewerkstelligen.

43 Het inzetten van de Activiteitenweger wordt aanbevolen bij zowel Polifysiek, als eerstelijnspraktijk DOEN. Daarbij wordt aanbevolen om de scholing van de Activiteitenweger te volgen, om een warme overdracht te waarborgen. Hierdoor kan dezelfde behandelmethode worden aangehouden wat een positief effect heeft voor de cliënt.

Aanbevolen wordt om binnen Polifysiek een start te maken met psycho-educatie en de voorbereidingsfase van de Activiteitenweger. Het proces van gedragsverandering kan hierbij worden overgedragen door een behandelend ergotherapeut uit eerstelijnspraktijk DOEN. In de eerstelijn kunnen de behandelingen worden gespreid, waardoor de cliënt meer tijd krijgt om gedrag daadwerkelijk te veranderen. Binnen de beschikbare tijd van Polifysiek is het introduceren van de Activiteitenweger in de voorbereidingsfase en het geven van psycho-educatie een passende stap om het behandelproces te beginnen. Mocht er in de toekomst meer behandeltijd vrijkomen, kunnen ook vervolgstappen van de Activiteitenweger worden ingezet binnen deze setting.

Tevens wordt aanbevolen om als behandelend ergotherapeut een inschatting te maken in welke setting de cliënt het beste behandelresultaat kan behalen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat gedragsverandering beter toepasbaar is in de thuiscontext, omdat hier het nieuwe gedrag moet worden toegepast.

Aanbevolen wordt om de ergotherapeutische behandeling zo spoedig mogelijk te hervatten, wanneer de behandeling wordt overgedragen aan de eerstelijn. Hierbij wordt de revalidatie- flow van de cliënt behouden en hoeft de behandelend ergotherapeut geen aandacht te schenken aan het herhalen van al reeds gegeven informatie.

44

12 Bronnenlijst

1. Hulstein G, Hove K ten. Werken met de Activiteitenweger. Ergovaardig 1. Inventarisatie en analyse. 3e druk. Amsterdam: Boom; 2017

2. Onbekend. Praktijk. Beschikbaar op: https://www.ergo-doen.nl/praktijk/ Geraadpleegd

op: 18-122020

3. Bruggeman, L. Energiemanagement…. Waar je aandacht is, is je energie. 2018

Beschikbaar op: https://www.managementsite.nl/energiemanagement-waar-

aandacht-energie Geraadpleegd op: 18-12-2020

4. onbekend. Ergotherapie bij belasting en belastbaarheid van het lichaam. 2018

Beschikbaar op: https://www.diakonessenhuis.nl/folders/ergotherapie-belasting-

belastbaarheid-lichaam Geraadpleegd op 18-12-2020

5. Gerards, F. & Borgers, R. Health Counseling. 4. Soest: Uitgeverij Nelissen. 2006 6. Onbekend. Indicaties voor hartrevalidatie. 2015. Beschikbaar op:

https://www.cardiovitaal.nl/hartrevalidatie/indicaties/ Geraadpleegd op: 18-12-2020 7. Granse M le, Hartingsveldt A van, Kinébanian A. Grondslagen van de ergotherapie.

5e editie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2017

8. Broeders, S. Wat is eerstelijns- en tweedelijnszorg? 2019. Beschikbaar op:

https://weblog.independer.nl/huisartsen/wat-houdt-eerstelijnszorg-en-tweedelijnszorg-

in Geraadpleegd op: 18-12-2020

9. Heerkens, Y. F. Handboek arbeid & gezondheid . Derde, herziene druk. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2019. p. 405

10. Onbekend. Comorbiditeit. 2020. Beschikbaar

op: https://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/comorbiditeit/introductie

Geraadpleegd op: 18-12-2020.

11. Onbekend. Kennisbasis Statistiek. Beschikbaar

op: https://www.encyclo.nl/lokaal/10713 Geraadpleegd op: 18-12-2020.

12. Bakker, Jaap. Gedragsneurologie voor paramedici . 2e [gew.] dr. Utrecht: De Tijdstroom, 2013. p. 157

13. Hartstichting. Cijfers hart- en vaatziekten. Beschikbaar via:

https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/feiten-en-cijfers-hart-en- vaatziekten?gclid=CjwKCAjwnef6BRAgEiwAgv8mQaH5XmL8dNsCmS-

9iMcMueJ9RRnOeloZoc4xG1rfBHiwOr7D7o3iTRoC--oQAvD_BwE. Geraadpleegd op 17-09-2020

14. Dijk J van. De multidisciplinaire richtlijn Hartrevalidatie. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 19. 2011: 410-415. https://doi.org/10.1007/s12498-011- 0212-7

15. Auteur onbekend. Het CardioVitaal programma. Beschikbaar via: https://www.cardiovitaal.nl/cardiovitaal/. Geraadpleegd op 24-09-2020 16. Auteur onbekend. Ergotherapie (2020). Beschikbaar via:

https://www.zorgwijzer.nl/vergoeding/ergotherapie#:~:text=Vanuit%20de%20basisver zekering%20hebben%20verzekerden,voor%20kinderen%20tot%2018%20jaar. Geraadpleegd op: 24-09-2020

17. Auteur onbekend. Het CardioVitaal programma. Beschikbaar via:

https://www.cardiovitaal.nl/cardiovitaal/cardiovitaal-revalidatieprogramma/. Geraadpleegd op: 24-09-2020

18. Hulstein G & Kove K ten. De activiteitenweger: methodisch werken aan belasting en belastbaarheid. 2008 Apr; 36(2); 22-25

19. Pinxsterhuis I, Hulstein-van Gennep G, Hove-Moerdijk K ten, Hellesoy K. Activity calculator: a method for achieving a balanced lifestyle for people with chronic fatigue. Timaritsgreinar. 2019; 40: 26-28

20. De revalidatiecommissie van de Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie en de Nederlandse Hartstichting; projectgroep PAAHR. Multidisciplinaire Richtlijn Hartrevalidatie 2011. Utrecht: Nederlandse Vereniging Voor Cardiologie; 2011

45 21. Walthall H, Floegel T, Boulton M & Jenkinson C. Patients experience of fatigue in

advanced heart failure. Contemp Nurse. 2019 Februari;55(1): 71-82. doi 10.1080/10376178.2019.1604147.

22. Wassink D & Ven-Stevens L van de. Handreiking Ergotherapie bij COVID-19 cliënten in de herstelfase. Ergotherapie Nederland; 2020

23. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Richtlijn Diagnostiek en behandeling van COPD. Actualisatie maart 2010. Utrecht; 2010

24. Fink AM, Sullivan SL, Zerwic JJ, Piano MR. Fatigue with systolic heart failure. J Cardiovasc Nurs. 2009;24(5):410-417. doi:10.1097/JCN.0b013e3181ae1e84

25. Evenhuis E & Eyssen I. Ergotherapierichtlijn Vermoeidheid bij MS, CVA of de ziekte van Parkinson. Amsterdam; VUmc afdeling Revalidatiegeneeskunde, sectie

Ergotherapie; 2012

26. Brinkmann S & Kvale S. InterView. Learning the craft of qualitative research interviewing. 3. Los angeles: SAGE Publications; 2015

27. Baarda B, Bakker E, Fischer T, Julsing M, Goede M de, Peters, Velden T van der. Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers; 2013 28. KNAW, NFU, NWO, TO2- federatie, Vereniging Hogescholen, VSNU. Nederlandse

gedragscode wetenschappelijke integriteit. DANS. 2018: 13-14. https://doi.org/10.17026/dans-2cj-nvwu

29. Steultjes EMJ, Cup EHC, Zajed J & Hees S van. Ergotherapierichtlijn CVA.

Nijmegen/Utrecht. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Ergotherapie Nederland; 2013

30. Weel A & Sorgdrager B. Daniëlle van Eden: ’Wij sterken mensen om de regie te nemen in hun eigen re-integratie’. Tijdschrift voor bedrijfs- en

verzekeringsgeneeskunde. 2011: 317-320. https://doi.org/10.1007/s12498-011-0166-

9

31. Lunter SM, Velthuis M. Behandelprogramma medisch specialistische revalidatie bij oncologie; 2018

32. Cup EHC, Satink T. Ergotherapierichtlijn QVS.Coaching bij activiteiten van het dagelijks leven.Nijmegen. Radboudumc & Hogeschool van Arnhem en Nijmegen; 2017

33. Désiron HAM Donceel P, Godderis L, Hoof E van & Rijk A de. What is the value of occupational therapy in return to work for breast cancer patients? A qualitative inquiry among experts. European journal of cancer care. 2015 Mar;24(2):267-280. DOI: 10.1111/ecc.12209

34. Libeson L, Downing M, Ross P & Ponsford J. The experience of return to work in individuals with traumatic brain injury (TBI): A qualitative study. Neuropsychological rehabilitation. 2020 Apr;30(3):412-429. DOI: 10.1080/09602011.2018.1470987

35. Soeker MS, Rensberg V van, Travill A. Are rehabilitation programmes enabling clients to return to work? Return to work perspectives of individuals with mild to moderate brain injury in South Africa. Work 2012;43(2):171-182. DOI: 10.3233/WOR-2012- 1413

36. Gantschnig BE, Heigi F, Widmer Leu C, Bütikofer L, Reichenbach S & Villiger PM. Effectiveness of the Bern Ambulatory Interprofessional Rehabilitation (BAI-Reha) programma for patients with chronic musculoskeletal pain: a cohort study. Swiss Medical Weekly. 2017 May 08;147(1920);w14433. DOI: 10.4414/smw.2017.14433 37. Gagnon A, Lin J, Stergiou-Kita M. Family members facilitating community re-

integration and return to productivity following traumatic brain injury-motivations, roles and challenges. Disabil Rehabil. 2016;38(5):433-441. DOI:

10.3109/09638288.2015.1044035

38. Park J, Gross DP, Rayani F, Norris CM, Roberts MR, James C et al. Model of Human Occupation as a framework for implementation of Motivational Interviewing in

occupational rehabilitation. Work. 2019;62(4):629-641. DOI: 10.3233/WOR-192895 39. Park J, Esmail S, Rayani F, Norris CM & Gross DP. Motivational Interviewing For

46 Control Trial. J Occup Rehabil. 2018 Jun;28(2):252-264. DOI: 10.1007/s10926-017- 9712-3

40. Nordgren L & Söderlund A. Heart failure clients’ encounters with professionals and sefl-rated ability to return to work. Scandinavian Journal of Occupational Therapy. 2016;23(2):115-126. DOI: 10.3109/11038128.2015.1078840

41. Saunders S, Nedelec B, MacEachen E. Work remains meaningful despite time out of the workplace and chronic pain. Disabil Rehabil. 2018 Sep;40(18):2144-2151. DOI: 10.1080/09638288.2017.1327986

42. Egmond MP van, Duijts SFA, Muijen P van, Beek AJ van der & Anema JR. Therapeutic Work as a Facilitator for Return to Paid Work in Cancer Survivors. J Occup Rehabil. 2017;27(1):148-155. DOI: 10.1007/s10926-016-9641-6

43. Pálsdóttir AM, Grahn P & Persson D. Changes in experienced value of everyday occupations after nature-based vocational rehabilitation. Scan J Occup Ther. 2014 Jan;21(1):58-68. DOI: 10.3109/11038128.2013.832794

44. Eklund M & Erlandsson L. Return to work outcomes of the Redesigning Daily

Occupations (ReDO) program for women with stress-related disorders--a comparative study. Women Health. 2011 Nov;51(7):676-692. DOI:

10.1080/03630242.2011.618215

45. Eklund M, Erlandsson L. Women’s perceptions of everyday occupations: outcomes of the Redesigning Daily Occupations (ReDO) programme. Scandinavian Journal of Occupational Therapy. 2014 Sep;21(5);359-367.

46. Wästberg BA, Erlandsson L & Eklund M. Client perceptions of a work rehabilitation programme for women: the Redesigning Daily Occupations (ReDO) project. Scandinavian Journal of Occupational Therapy. 2013 Mar;20(2):118-126. DOI: 10.3109/11038128.2012.737367

47. Leemrijse C, Veenhof C Dijk L van. Het effect van Hartcoach. Een programma om mensen met coronaire hartziekten te ondersteunen bij zelfmanagement.

Utrecht:Nivel; 2015

48. Patel AV, Bernstein L, Deka A, Feigelson HS, Campbell PT, Gapstur SM et al. Leisure time spent sitting in relation to total mortality in a prospective cohort os US adults. AM J Epidemiol. 2010 Aug 15;172(4):419-429. DOI: 10.1093/aje/kwq155 49. Nyst E. Revalideren met hart en ziel. 2011; Beschikbaar via:

https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/revalideren-met-hart-en- ziel.htm Geraadpleegd op: 27-10-2020

50. Holman H, Lorig K. Patient self management: a key to effectiveness and efficiency in care of chronic disease. Public Health Rep. 2004;119(3):239-243. DOI:

10.1016/j.phr.2004.04.002

51. Lorig KR & Holman H. Self-management education: history, definition, outcomes and mechanisms. AnnBehavMed. 2003;26(1): 1-7. DOI:

10.1207/S15324796ABM2601_01

52. Hove-Moerdijk K ten & Hulstein-van Gennep G. ‘Activiteitenweger’ Handleiding voor de therapeut. Activity Matters; 2020

53. Molema H, Erk M van, Winkelhof M van, ‘t Land K van & Kiefte-de Jong J.

Wetenschappelijk bewijs leefstijlgeneeskunde. Nederlands Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde; 2019

54. Tiemeijer WL, Thomas CA & Prast HM. De menselijke beslisser over de psychologie van keuze en gedrag. Den haag/Amsterdam: Amsterdam University Press; 2009 55. Bartys S, Frederiksen P, Bendix T & Burton K. System influences on work disability

due to low back pain: An international evidence syntesis. Health Policiy. 2017 Aug;121(8): 903-912. DOI: 10.1016/j.healthpol.2017.05.011

56. Kemps HMC, Spee RF, Traa S & Hoevenaars JAM. 17 Hartrevalidatie. In: Bakx JC, Verheugt FWA, Deckers JW, editors. Cardiologie Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2013

47 57. Tiessen A. Hartrevalidatie in de toekomst thuis? 2018. Beschikbaar via:

https://www.henw.org/artikelen/hartrevalidatie-de-toekomst-thuis Geraadpleegd op: 21-10-2020

58. Anderson L, Sharp GA, Norton RJ, Dalal H, Dean SG, Jolly K et al. Home-based versus centre-based cardiac rehabilitation. Cochrane Database Syst Rev. 2017 Jun 30;6(6). DOI: 10.1002/14651858.CD007130.pub4

59. Thomas RJ, Beatty AL, Beckie TM, Brewer LC, Brown TM, Forman DE et al. Home- Based Cardiac Rehabilitation: A Scientific Statement From the American Association of Cardiovascular and Pulmonary Rehabilitation, the American Heart Association, and the American College of Cardiology. J.Am.Coll.Cardiol. 2019 juli 9:74(1):133-153. DOI: 10.1016/j.jacc.2019.03.008

60. Griffo R, Ambrosetti M, Tramarin R, Fattirolli F, Temporelli PL, Vestri AR et al. Effective secondary prevention through cardiac rehabilitation after coronary revascularization and predictors of poor adherence to lifestyle modification and medication. Results of the ICAROS Survey. Int J Cardiol. 2013 Aug 20;167(4):1390- 5. DOI: 10.1016/j.ijcard.2012.04.069

61. Kraal JJ, Akker-Van Marle ME van den, Abu-Hanna A, Stut W, Peek N & Kemps HM. Clinical and cost-effictiveness of home-based cardiac rehabilitation compared to conventional, centre-based cardiac rehabilitation: Results of the FIT @Home study. European Journal of Preventive Cardiology. 2017 Augustus;24(12): 1260-1273. DOI: 10.1177/2047487317710803

62. Taylor RS, Sadler S, Dalal HM, Warren FC, Jolly K, Davis RC et al. The cost effectiveness of REACH-HF and home-based cardiac rehabilitation compared with the usual medical care for heart failure with reduced ejection fraction: A decision model-based analysis. Eur J prev Cardiol. 2019 Aug;26(12):1252-1261. DOI: 10.1177/2047487319833507

63. Boyde M, Rankin J, Whitty JA, Peters R, Holliday J, Baker C et al. Patient preferences for the delivery of cardiac rehabilitation. Patient Educ Couns. 2018 Dec;101(12):2162-3269. DOI: 10.1016/j.pec.2018.07.010

64. Jolly K, Taylor RS, Lip GYH, Stevens A. Home-based cardiac rehabilitation compared with centre-based rehabilitation and usual care: a systematic review and meta-

analysis. Int J Cardiol. 2006 Aug 2018;111(3):343-351. DOI: 10.1016/j.ijcard.2005.11.002

65. Buckingham SA, Taylor RS, Jolly K, Zawade A, Dean SG, Cowie A et al. Home- based versus centre-based cardiac rehabilitation: abridged Cochrane systematic review and meta-analysis. Open Heart. 2016 Sep 14;3(2). DOI: 10.1136/openhrt- 2016-000463

66. Zwisler A, Norton RJ, Dean SG, Dalal H, Tang LH, Wingham J et al. Home-based cardiac rehabilitation for people with heart failure: A systematic review and meta- analysis. Int J Cardiol. 2016 Oct 15;221:963-969. DOI: 10.1016/j.ijcard.2016.06.207 67. Onbekend. Poliklinische revalidatie. CWZ Nijmegen; 2021. Beschikbaar via:

https://www.zorgwijzer.nl/faq/dbc. Geraadpleegd op: 04-02-2021 68. Onbekend. DBC-systematiek. Zorgwijzer.nl;2020. Beschikbaar via:

https://www.cwz.nl/patient/behandelingen/poliklinische-

revalidatie/#:~:text=Dit%20is%20gemiddeld%20twee%20keer,revalidatiebehandeling %20twee%20tot%20drie%20maanden. Geraadpleegd op: 04-02-2021

69. Rijk A de. Arbeidsre-integratie blijft mensenwerk. Maastricht: Faculty of Health, Medicine and Life Sciences; 2018

70. Salzwedel A, Reibis R, Heidler M, Wegscheider K, Völler H. Determinants of Return to Work After Multicomponent Cardiac Rehabilitation. Arch Phys Med Rehabil. 2019 Dec;100(12):2399-2402. DOI: 10.1016/j.apmr.2019.04.003

71. Haeren A van. Bevorderende en belemmerende factoren die van invloed zijn op de arbeidsre-integratie van langdurig zieken. 2017-2018. Blz. 4,5

48 72. O’Hagan F. Work, organisational practices, and margin of manoeuver during work

reintegration. Disabil Rehabil. 2019 Jan;41(2):172-181. DOI: 10.1080/09638288.2017.1383520

73. Piepoli MF. Editor’s presentation: The importance of return to work after a cardiav event. Eur J Prev Cardiol. 2019 Sep;26(13):1351-1354. DOI:

10.1177/2047487319864787

74. Gragnano A, Negrini A, Miglioretti M, Corbière M. Common Psychosocial Factors Predicting Return to Work After Common Mental Disorders, Cardiovascular Diseases, and Cancers: A Review of Reviews Supporting a Cross-Disease Approach. J Occup Rehabil. 2018 Jun;28(2):215-231. DOI: 10.1007/s10926-017-9714-1.

75. Salzwedel A, Koran I, Langheim E, Schlitt A, Nothroff J, Bongarth C et al. Patient- reported outcomes predict return to work and health-related quality of life six months after cardiac rehabilitation: Results from a German multi-centre registry (OutCaRe). PLoS One. 2020 May 5;15(5). DOI: 10.1371/journal.pone.0232752

76. Reibis R, Salzwedel A, Abreu A, Corra U, Davos C, Doehner W et al. The importance of return to work: How to achieve optimal reintegration in ACS patients. Eur J Prev Cardiol. 2019 Sep;26(13):1358-1369. DOI: 10.1177/2047487319839263

77. Hansen D, Kraenkel N, Kemps H, Wilhelm M, Abreu A, Pfeiffer AF et al. Management of patient with type 2 diabetes in cardiovascular rehabilitation. Eur J Prev Cardiol. 2019 Dec;26(2_suppl):133-144. DOI: 10.1177/2047487319882820

78. Demou E, Gibson L & Macdonald EB. Identification of the factors associated with outcomes in a Condition Management Programme. BMC Public Health. 2012 Oct 30;12:927. DOI: 10.1186/1471-2458-12-927

49

13 Bijlage 1

Voorafgaand aan de interviews is besproken dat ergotherapeuten te allen tijde mogen aangeven dat de informatie die is gegeven tijdens het interview moet worden geëxcludeerd van het onderzoek. Tijdens het interview is uitleg gegeven over de inhoud van het interview, de duur en de werkwijze. Hierin is toestemming gevraagd voor geluids- en/of beeldopnamen. Na overeenstemming tussen beide partijen is het interview afgenomen.

Basisvragen interview

1. Wanneer heeft u de scholing van de Activiteitenweger gevolgd?

2. Wanneer kiest u voor de Activiteitenweger?

• In welke fase zetten jullie de Activiteitenweger in?

• Welke handelingsvragen/problemen komen het meest voor tijdens de

terugkeer naar werk?

3. Kunt u beschrijven hoe u de Activiteitenweger toepast?

• Gebruikt u hierbij componenten die u zijn aangeleerd tijdens de scholing?

• Gebruikt u de gehele Activiteitenweger of delen hiervan? Zo ja welke delen en

waarom?

• Gebruikt u de Activiteitenweger ook om belastbaarheid op te bouwen? Zo ja,

hoe past u de Activiteitenweger dan toe?

4. Hoeveel tijd besteedt u gemiddeld aan de totale afname van de Activiteitenweger?

5. Wat zijn belemmerende en bevorderende factoren die worden ervaren bij het afnemen

van de Activiteitenweger?

6. Hoe ervaart u de overgang/overdracht van eerste naar tweede lijn of andersom?

• Wat is hiervan het effect op de cliënt en de behandeling?

7. Hoe ervaart u de invloed van leefstijl, preventie en context op gedragsverandering binnen de Activiteitenweger?

8. Houdt de Activiteitenweger de gedragsverandering in stand of ziet u een tijdelijk effect?

9. Wordt een re-integratieproces bevorderd door het inzetten van de Activiteitenweger?

10. Denkt u dat de Activiteitenweger geschikt is bij cliënten op de hartrevalidatie en waarom?

11. Kan de activiteitenweger worden ingezet bij Hartrevalidanten die terug willen keren naar werk?

12. Is er iets wat u nog graag zou willen leren/anders zou willen zien bij de toepassing van de Activiteitenweger?

50

14 Bijlage 2

De Activiteitenweger.

De Activiteitenweger is een ergotherapeutisch instrument, waarbij de focus ligt op belasting en belastbaarheid en kan worden ingezet bij zowel jongvolwassenen als volwassen cliënten, die zich in een chronische of stabiele fase bevinden (1). De Activiteitenweger kan daarnaast

GERELATEERDE DOCUMENTEN