• No results found

2. Theoretisch raamwerk

2.8 Conclusie

In dit hoofdstuk is gebleken dat de verhouding tussen stad en land niet langer te zien is als een dichotomie, stad en land raken steeds meer met elkaar verbonden. Een duidelijke fysieke grens tussen stad en land is door stedelijke uitbreiding en verbreding van het platteland vaak niet meer zichtbaar. Het overgangsgebied vormt een derde type landschap, de stadsrandzone. Binnen de stadsrandzone vinden vaak ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen plaats, het is de bouwplaats van de toekomst. Door de hoge dynamiek in dit gebied wordt het belang van het streven naar ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzone groter. Daar waar de ontwikkelingen snel en ingrijpend plaatsvinden, moet zorg gedragen worden voor de ruimtelijke kwaliteit van het gebied, zodat verrommeling voorkomen wordt (VROM, 2010c). Ontwikkelingen moeten op elkaar afgestemd worden, het dienen geen afzonderlijke beleidsopgaven te zijn. Beleid voor de stadsrandzone zal daarom ingesteld moeten zijn op de dynamiek in het gebied. Met de verschuiving naar ontwikkelingsplanologie lijkt het ruimtelijk beleid te kunnen anticiperen op de ontwikkelingen in de stadsrandzone. Zoals uit de Nota Ruimte blijkt, gaat het bij ontwikkelingsplanologie namelijk vooral om “de kwaliteit van het geheel en minder om de verschillende doelstellingen afzonderlijk” (VROM, LNV, VenW en EZ, 2006, p. 36). De overgang naar ontwikkelingsplanologie, met een grote nadruk op samenwerking, betekent echter niet dat toelatingsplanologie niet meer nodig is in het ruimtelijk beleid. Voor bepaalde harde aspecten van ruimtelijke kwaliteit kan de strengere benadering van toelatingsplanologie geschikt blijven. Volgens Dammers et al. (2004) vullen ontwikkelingsplanologie en toelatingsplanologie elkaar dan ook aan.

Al met al zijn het streven naar ruimtelijke kwaliteit, de verschuiving binnen de ruimtelijke planning en de opkomende aandacht voor de stadsrandzone nauw verbonden met elkaar. Door de dynamiek en onzekerheid binnen de stadsrandzone leent dit gebied zich niet altijd voor een

hoge mate van sturing. Omdat ruimtelijke kwaliteit in grote mate afhankelijk is van de context en de percepties van de betrokkenen valt het niet altijd objectief vast te leggen en te beoordelen. De verschuivingen binnen de ruimtelijke planning zorgen voor nieuwe, aanvullende manieren om met de stadsrandzone en de ruimtelijke kwaliteit in dit gebied om te kunnen gaan. Ontwikkelingsplanologie, een gebiedsgerichte aanpak en interactief beleid zijn voorbeelden van planningsperspectieven waarmee met de dynamiek in de stadsrandzone omgegaan kan worden, kansen benut kunnen worden, en de ruimtelijke kwaliteit in de stadsrandzone verbeterd en gewaarborgd kan worden.

Het volgende hoofdstuk geeft allereerst een beeld van de casestudie, de stadsrandzone van zuidwest Leeuwarden als onderdeel van de Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland. Vervolgens wordt deze casestudie in hoofdstuk vier gekoppeld aan de theoretische achtergrond die in dit hoofdstuk gegeven is.

3. Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland

3.1 Inleiding

In de stadsrandzone aan de zuid- en zuidwestkant van Leeuwarden staan grote veranderingen op de agenda. Als gevolg van diverse ontwikkelingen zal dit gebied, Nieuw Stroomland genoemd, de komende decennia ingrijpende ruimtelijke consequenties doormaken. Volgens de betrokken overheden is het van belang om deze grootschalige én kleinschalige ontwikkelingen op elkaar af stemmen zodat verrommeling voorkomen wordt en de ruimtelijke kwaliteit versterkt wordt (Stuurgroep Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland, 2008; Provincie Fryslân, 2010). Om tot een optimale afstemming tussen de ontwikkelingen in de zuidwestelijke stadsrandzone te komen is de Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland opgezet. De Gebiedsontwikkeling is tevens een manier om ideeën en initiatieven van andere partijen op te roepen. Figuur 3.1 toont het plangebied van Nieuw Stroomland (zie pagina 35). Omdat de ontwikkelingen gemeentegrensoverschrijdend zijn werken de drie betreffende gemeenten, Leeuwarden, Menaldumadeel en Littenseradiel, samen. De provincie Fryslân en het ministerie van VROM maken tevens deel uit van het project. De provincie Fryslân heeft de regierol in de Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland. Het ministerie van VROM is aan de gebiedsontwikkeling verbonden via het Innovatieprogramma Mooi Nederland. VROM heeft dit programma opgezet met als doel meer partijen aan de slag te laten gaan met ruimtelijke kwaliteit en de identiteit van stad en land. Nieuw Stroomland is één van de 26 projecten die in het kader van dit programma een financiële bijdrage ontvangen van VROM (VROM, 2010a). De komende jaren zal door de overheid, marktpartijen en particulieren invulling gegeven worden aan de Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland. Omdat de ontwikkelingen in het gebied gemeentegrensoverschrijdend zijn en een grote impact op de regio hebben is besloten om één gezamenlijke Intergemeentelijke Structuurvisie op te stellen die de voorgenomen koers laat zien (Provincie Fryslân, 2010). De structuurvisie is voor alle drie overheidslagen een geheel nieuw instrument uit de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) uit 2008. Dit is een strategisch beleidsdocument dat de hoofdlijnen bevat van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling van het gebied waarop de structuurvisie betrekking heeft, evenals de hoofdzaken van het door de vaststellende overheid te voeren ruimtelijk beleid. De overheden zijn wel verplicht een visie op te stellen, de inhoud is echter vrij in te vullen. De Wro stelt geen eisen aan de diepgang en het detailniveau van een structuurvisie (Voogd, 2006; VROM, 2008).

In 2008 hebben de betrokken beleidsmakers als opstap naar de Intergemeentelijke Structuurvisie Nieuw Stroomland een Hoofdlijnennotitie opgesteld. Hierin staan de ambities van de Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland en wordt een oproep gedaan aan marktpartijen om initiatieven en ideeën in te brengen. De ambities uit de Hoofdlijnennotitie worden vervolgens doorvertaald naar de Intergemeentelijke Structuurvisie (Stuurgroep Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland, 2008). De Intergemeentelijke Structuurvisie geeft de samenhangende visie van de drie gemeenten op de ontwikkelingen binnen Nieuw Stroomland weer voor de komende 10 jaar, met een doorkijk naar de periode daarna. Hiermee kan de structuurvisie gezien worden als een ontwikkelingsvisie, die de voorgenomen koers weergeeft, maar ook als een inspiratiebron voor nieuwe initiatieven en ontwikkelingen voor de komende jaren. Het plangebied van de Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland is te zien in Figuur 3.1. Deze begrenzing is grotendeels tot stand gekomen op basis van de dorpsranden en door landschappelijke en infrastructurele lijnen (Bolscher, 2010). De Intergemeentelijke Structuurvisie Nieuw Stroomland is opgesteld vanuit diverse bouwstenen en onderliggende beleidskaders,

zoals de Landschapsvisie en het Streekplan Fryslân 2007 (H+N+S Landschapsarchitecten, 2010; Provincie Fryslân, 2006). Gedurende het opstellen van de Intergemeentelijke Structuurvisie hebben expertmeetings met diverse organisaties bijgedragen aan de inhoud en keuzes binnen de structuurvisie. Binnen het project ‘Vrienden van Nieuw Stroomland’ hebben bewoners en belangenpartijen door middel van keukentafelgesprekken hun ideeën kenbaar kunnen maken. Op het moment van schrijven ligt het concept van de Intergemeentelijke Structuurvisie ter inzage. Het is de verwachting dat de betrokken gemeenteraden begin 2011 een besluit nemen over de vaststelling van de Structuurvisie.

De volgende paragraaf schetst een beeld van de kenmerken van het plangebied. De ontstaansgeschiedenis van het gebied komt aan bod, evenals de recente ontwikkelingen binnen deze stadsrandzone. Paragraaf 3.3 gaat in op de structuurvisie en de diverse ontwikkelingen die plaats zullen vinden in Nieuw Stroomland. De visie op de ruimtelijke kwaliteit binnen de stadsrandzone van Leeuwarden komen in paragraaf 3.4 aan bod. Tenslotte zal paragraaf 3.5 de belangrijkste kenmerken van de Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland samenvatten.

Figuur 3.1: Plangebied Gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland (huidige situatie).

Bron: Intergemeentelijke Structuurvisie Nieuw Stroomland (Definitief Concept), Provincie Fryslân, 2010 (Kaart gemaakt door HKB Stedenbouwkundigen).