• No results found

Conclusie en reflectie

Linda Hendriks

3. Conclusie en reflectie

Is de vraag of het nog zin heeft om op muziekles te gaan eigenlijk wel een relevante vraag? Wat mij betreft is het in ieder geval geen vraag die je zo in het algemeen kunt stellen. Het antwoord erop is immers subjectief en beantwoording is dus alleen mogelijk als de amateurmusicus zelf de vragensteller is. Heb je als oudere misschien te maken met fysieke ongemakken die je in meer of mindere mate belemmeren bij het spelen, op mijn leeftijd word je beperkt door je agenda waardoor je soms nauwelijks tijd vrij kunt maken om te spelen. Met cognitieve en psychomotorische achteruitgang hebben ouderen én volwassenen, zij het in mindere mate, allebei te maken. Daarbij zijn er grote individuele verschillen en kan een fitte zeventiger misschien wel evenveel bereiken als een veertiger met een drukke agenda. Maar los daarvan, jong of oud en met of zonder belemmeringen, dan nog weegt de leerling zelf af welke waarde het (leren) bespelen van een muziekinstrument voor hem of haar heeft. Het gaat er in de eerste plaats om wat het muziek maken iemand brengt, ongeacht zijn of haar leeftijd.

Tegelijkertijd kun je niet ontkennen dat kennis over bepaalde individuele kenmerken, of belemmeringen zo je wilt, leeftijdsgerelateerd of niet, kan helpen in de begeleiding van leerlingen en nuttige informatie kan verschaffen voor het oefenen thuis. Deze twee dingen (wat het de leerling brengt en kennis, het liefste op maat, ten behoeve van begeleiding en oefenen) verwijzen in mijn optiek naar twee kenmerken die iedere leerling die muziekles volgt, denk ik gemeen heeft: hij wil op een leuke manier muziek kunnen maken en daarvan genieten, en hij wil groeien. Als het op beide vlakken goed gaat, versterken deze twee elkaar.

126

Oefenen, aldus Peter Mak, vervult daarin een sleutelfunctie, zeker als het effectief gebeurt. Ook al ben ik twintig jaar jonger dan een vijfenzestigjarige, de

handreikingen op de kennisbank Ouderen en Muziek, kunnen zeer zeker ook bijdragen aan de kwaliteit van mijn oefenen en aan de groei van mijn spel, zo heb ik ondervonden. En daarmee ook aan het plezier in het spelen. Als je bedenkt dat muziek maken, in ieder geval in mijn geval, voor negentig procent uit oefenen en gewoon voor jezelf spelen bestaat, dan kan het maar beter leuk zijn!

Maar wat maakt voor jezelf spelen en oefenen dan leuk, zou je je af kunnen vragen. Iedereen begrijpt wel dat samen muziek maken leuk is maar in hoeverre geldt dat voor muziek maken in je eentje? Voor mij blijkt dat uit een aantal dingen. Als ik klarinet of piano speel, dan gaat de tijd anders lopen. Voordat je het weet, is er een hele tijd verstreken. Als je geconcentreerd bezig bent, dan ga je volledig op in het spelen en dat is prettig. Ik denk dat dit een universeel gevoel is, dat niets met leeftijd te maken heeft en dat iedereen die muziek maakt wel zal herkennen. In die zin draagt muziek maken als activiteit dus bij aan je mentale gesteldheid, en in bredere zin aan je welzijn. Maar het maakt ook dat je je verbonden voelt met het instrument en met het muziek maken als activiteit. Naarmate ik langer klarinet speel, krijg ik meer en meer het gevoel dat het iets is wat bij mij begint te horen, net als ik dat heb bij de piano. Daarmee heb je het over identiteit. Ik kan me overigens voorstellen dat dit nog sterker gaat werken wanneer je samen muziek maakt omdat het dan op een hele positieve manier aan de identiteit in relatie tot de verbondenheid met anderen raakt, de identiteit in de groep.

Tot slot is er nog een punt dat ik niet onbesproken wil laten en dat is de zelfsturing van het eigen leerproces. Ik vind het een heel mooi gegeven dat ouderen blijkbaar veel meer meesturen in hun eigen leerproces. Ik had eigenlijk grote bewondering voor de mevrouw die ik eerder in dit artikel beschreef, en die een boekje meenam naar de les. Als het al bij mij zou opkomen om een suggestie te doen voor de les, dan zou dat onmiddellijk gepaard gaan met de gedachte wie- ik-wel-niet-denk-dat-ik-ben-dat-ik-de-leraar-duidelijk-durf-te-maken-wat-ik- wens-te-leren. Tegelijkertijd denk ik dat een docent er een heleboel aan kan hebben als een leerling meer met hem of haar deelt over wat zijn ambities en muzikale voorkeuren zijn. Ook dan hebben we het over aspecten die met identiteit te maken hebben. Een docent kan hierbij aansluiten en dat zal niet alleen ten gunste zijn van de relatie met de leerling en diens motivatie maar ook van het

127

leren. Om Mak (2011) nog maar een keer te citeren, de leereffecten zijn het sterkst bij motivationeel leren. En misschien is een beetje meer zelfsturing daar wel voorwaarde voor. In dat opzicht denk ik dat wij, die onszelf nog geen oudere noemen, nog wel wat kunnen leren van ouderen!

Literatuur

Beun, M., Royers, T., De Vocht, H. (2014). Identiteit en levensloop: generationeel bewustzijn. In: Ouderen en welzijn van nu.

Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Braak, Michelle van de; Feenstra, Willemien; Bisschop Boele, Evert; Dons, Karolien; Mak, Peter; Stolte, Tine; Buma, Wilfred. (2012). Online kennisbank

Ouderen en Muziek

https://www.hanze.nl/nld/onderzoek/kenniscentra/kenniscentrum-kunst-en- samenleving/lectoraten/lectoraten/lifelong-learning-in-

music/kennisbank/verdiepende-kennisbank/ouderen-en-muziek

Mak, P. (2011). Versnelling uitvoeringstempo. Kennisbank Ouderen en Muziek https://www.hanze.nl/assets/kc-kunst--samenleving/lifelong-learning-in- music/Documents/Public/20110907pmeindverslagpilot5v3.pdf

Röbke, P. (2005). Vom Umgang mit Fehlern beim Üben. In Mahlert, U. (ed.), Handbuch Üben. Basel: Bährenreiter-Verlag.

128