• No results found

Het uiteindelijke doel van de fabrikant is om een succesvol product te maken, waar winst mee wordt

behaald. Om hier in te slagen moet de shopper in staat zijn om het product te verkrijgen, oftewel het

moet op het schap van de supermarkt staan. Maar hoe krijgt de fabrikant dit voor elkaar? Dat is de

vraag die centraal staat in deze bacheloropdracht.

Uiteindelijk draait het allemaal om het product. Deze moet de wens van consument, shopper en

supermarkt vervullen en nog belangrijker, dit beter doen dan de concurrerende producten in het

schap: het moet een meerwaarde hebben voor de categorie. Alleen het hebben van een goed

product is echter niet genoeg. Het is essentieel voor het slagen van de introductie dat het product bij

de consument en shopper onder de aandacht wordt gebracht door middel van reclame, informatie

en de juiste plaats op het schap. Met een overtuigende handelspresentatie moet de supermarkt

overtuigd worden van de meerwaarde van het product voor de categorie.

Naast een goed product en een goed verhaal naar de supermarkt toe is een goede samenwerking

de derde essentiële factor om productopname te bevorderen. Het is belangrijk om een goede band

te onderhouden met de supermarkt. Door elkaar te vertrouwen en informatie te delen komen beide

partijen verder. De fabrikant moet zorgen dat hij objectief is, kennis bijdraagt en zijn beloftes na

komt.

Verder ligt de sleutel van succes in het maken van een goed voorstel voor het schappenplan. Het

hebben van een goede schapvisie, met een consumentgerichte segmentatie, die vertaald wordt

naar een goed schappenplan levert absoluut een streepje voor bij de supermarkt. Door de

voorkeurspositie bij de supermarkt vindt er meer dialoog plaats en door mee te denken over de

categorie kan de positie van het eigen product ook versterkt worden. Wanneer de fabrikant de beste

schappenplannen maakt dan maakt hij kans zelf invloed uit te kunnen oefenen over de opname van

zijn product en zelfs over de positie op het schap. Daarom is in deze bacheloropdracht een

stappenplan ontwikkeld om de fabrikant te ondersteunen bij het maken van een goed schappenplan.

Het doel van deze bacheloropdracht was het verkrijgen van inzicht in category management om te

kunnen bepalen of er mogelijkheden zijn voor de fabrikant om het productkeuzeproces van de

supermarkt zodanig te beïnvloeden dat zijn eigen product in het schap terecht komt en blijft. Het

blijkt dat de macht van de supermarkt de komende jaren alleen maar zal groeien. Maar er is hoop

voor de fabrikant.

Opname in het schap is niet af te dwingen, maar kan wel beïnvloed worden door:

• Veel kennis te vergaren over de consument, shopper en supermarkt

• De schapsegmentatie te baseren op het koopgedrag van de shopper

• Een goede schapvisie en een overtuigend en onderbouwd schappenplan te ontwikkelen

• In te spelen op de strategie en doelgroep van een formule

• Genoeg budget voor ondersteuning beschikbaar te stellen

• Met een product te komen dat waarde toevoegt aan de categorie

• Objectiviteit te tonen door het eigen belang op zij te zetten voor het belang van de categorie

69

Zo op papier zijn dit nog redelijk abstracte aanbevelingen. Daarom is er een vragenset ontworpen.

Met deze vragenset kunnen fabrikanten zelf ideeën genereren hoe ze bovenstaande aanbevelingen

binnen hun eigen bedrijf kunnen invullen.

Jammer genoeg zullen de meeste fabrikanten wel afhankelijk blijven van de afzet in het

supermarktkanaal. Uit dit onderzoek blijkt dat andere afzetkanalen wel een toevoeging kunnen zijn

op het supermarktkanaal, maar nooit de gehele afzet kunnen overnemen. Andere afzetkanalen

bieden wel mogelijkheden om producten te introduceren en zo opname door supermarkten te

vergemakkelijken.

70

14 Aanbevelingen

14.1 Aanbevelingen onderzoek

14.1.1 Interviews

Helaas was het niet mogelijk om meer supermarkten te spreken. Dit zou wel zeer verhelderend zijn

geweest om een beter beeld te krijgen van wat zij nou precies willen en verlangen van fabrikanten.

Op basis van twee interviews, waarvan één met een ex-category manager, kunnen er eigenlijk geen

conclusies getrokken worden. Door de vele gesprekken met fabrikanten is er wel een beeld ontstaan

van de situatie en zijn er duidelijke aanbevelingen naar voren gekomen. Toch hadden nog enkele

gesprekken met supermarkten tot meer diepgang kunnen leiden

Qua fabrikanten is er enkel gesproken met A-merkfabrikanten, waarvan voornamelijk grote spelers.

Enkele fabrikanten produceren wel private label, maar het was interessant geweest om ook met een

fabrikant die enkel private label produceert te spreken om te achterhalen of er dan daadwerkelijk

nauw samengewerkt wordt met de supermarkt in de productontwikkeling. Aangezien dit onderzoek

voortkomt uit het feit dat supermarkten veel macht hebben ten opzicht van A-merkfabrikanten is het

logisch dat er voornamelijk A-merkfabrikanten gesproken zijn. Verder zou het interessant zijn

geweest om nog een fabrikant te spreken die wat kleinschaliger opereert, aangezien enkel fabrikant

I een kleine speler is.

14.1.2 Productontwikkeling

Door de gesprekken met trademarketeers is de nadruk van het onderzoek gaan liggen op de

samenwerking van fabrikanten en supermarkten en de introductie van nieuwe producten. Aangezien

de kwaliteit van het product een belangrijke factor is bij de opname van het product, was het

interessant geweest om hier meer aandacht aan te besteden. Door ook met de afdeling

productontwikkeling van fabrikanten te spreken, hadden er wellicht ook uitspraken gedaan kunnen

worden met betrekking tot de levensmiddelen en hun verpakkingen. Dan hadden er meer concrete

aanbevelingen gedaan kunnen worden hoe fabrikanten hun product aantrekkelijker kunnen maken

voor de supermarkt.

14.1.3 Testen brainstormtool en stappenplan

Aan het eind van het onderzoek zijn de aanbevelingen voor de fabrikanten omgezet in een bruikbare

vragenset en een stappenplan, waar fabrikanten daadwerkelijk mee aan de slag kunnen. Het

ontwerpen hiervan viel eigenlijk buiten het kader van deze bacheloropdracht. Daarom was er geen

tijd om ze te testen met fabrikanten. Door het te testen kan achterhaald worden of de kaartenset

echt nieuwe ideeën oplevert en of het stappenplan een relevante toevoeging is aan de kennis van

de fabrikant. Na een testfase zouden de twee tools aangepast moeten worden aan de bevindingen.

14.2 Aanbevelingen SunIdee

SunIdee gaf mij deze bacheloropdracht om inzicht te krijgen in category management. Dit willen ze

gebruiken om een tool te ontwikkelen om FMCG fabrikanten, die klant van hen zijn, te kunnen

helpen om de producten in hun portfolio in het schap te krijgen.

Dit bachelorverslag geeft een uitgebreid beeld van de situatie rondom category management in

FMCG. Het beschrijft het proces vanuit de theorie en de praktijk en gaat dieper in op de relatie

tussen de verschillende partijen en de productontwikkeling. Het belangrijkste inzicht is dat alles

71

draait om een goede schapvisie, daarmee kunnen fabrikanten het verschil maken. En dat is iets

waar SunIdee haar klanten heel goed mee zou kunnen helpen.

De moeilijkste stap in het ontwikkelen van een goede schapvisie is het vertalen van de wensen van

de shopper en consument naar een goed schap, oftewel de segmentering. Dit heeft ontzettend veel

raakvlakken met het portfolioprogramma van SunIdee. Hierin wordt het portfolio van de klant afgezet

tegen twee consumentgerichte parameters. Aan de hand van dit framework wordt bepaald welke

producten teruggetrokken moeten worden of opnieuw gepositioneerd moeten worden en waar

ruimte is om nieuwe producten te ontwikkelen.

Wanneer SunIdee voor een FMCG fabrikant een portfolio framework ontwikkelt op basis van

consumentgerichte parameters dan ontstaat er een matrix, die eigenlijk de segmentering weergeeft.

Deze segmentering zou in principe ook toegepast kunnen worden in de supermarkt bij de

segmentering van het schap. Dit is echter niet altijd 1 op 1 te vertalen. De kans is namelijk groot dat

de categorie van de supermarkt niet overeen komt met het portfolio van de fabrikant. Zo kan het zijn

dat de fabrikant producten in meerdere categorieën van de supermarkt heeft staan, of juist maar in

één subcategorie.

Indien een fabrikant een portfolio heeft dat binnen één supermarktcategorie valt dan zou er in het

portfolioprogramma van SunIdee eigenlijk eerst een segmentatie voor het schap van de supermarkt

gemaakt moeten worden. Dit kan dan als framework gebruikt worden om het portfolio van de

fabrikant in te plotten. Het heeft tevens toegevoegde waarde om het portfolio van de concurrenten er

in te plotten. Dan wordt duidelijk waar er nog een gat in de markt zit en waar de concurrent een

zodanig sterke positie heeft dat de fabrikant beter in een ander soort product kan investeren.

Een kanttekening die geplaatst moet worden is dat het framework bepaald wordt aan de hand van

bijvoorbeeld de algemene Nederlandse consument, De doelgroep en het assortiment verschillen

echter een beetje per supermarkt. Er zou onderzocht moeten worden of dezelfde shopper/

consument gerichte segmentering toepasbaar is in alle supermarkten of dat hier nog een verschil in

aangebracht moet worden. Waarschijnlijk is dit laatste wel het geval.

Concluderend betekent dit dat SunIdee haar expertise uit het portfolioprogramma kan gebruiken om

haar FMCG klanten een stap verder te brengen en het programma aan te scherpen. Daartoe

zouden ze een nieuwe tool moeten ontwikkelen die gebaseerd kan zijn op het principe van het

portfolio framework. In mijn ogen kan deze tool het best ingezet worden in de eerste fase van het

portfolioprogramma. Dit maakt het portfolio van de fabrikant sterker doordat de concurrent er ook in

is meegenomen en het zorgt ervoor dat de fabrikant een goed verhaal heeft naar de supermarkt toe.

De wensen van de consument/shopper zijn namelijk vertaald naar een goede segmentering en de

fabrikant kan de supermarkt meteen laten zien hoe zijn producten binnen die segmentering passen.

72