• No results found

Dit onderzoek heeft antwoord gegeven op de hoofdvraag die is opgesteld:

Op welke manier en in welke vorm kan duurzame energie (ruimtelijk) gekoppeld worden aan deelprojecten binnen de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat?

Duurzame energie kan binnen het gebied van de Sompen en Zooislagen gerealiseerd worden door biomassa- bossen te realiseren in combinatie met het huidige landgebruik en enkele natuurdoeltypen die in de ambitie- kaart zijn opgesteld van de provincie Noord-Brabant. Deze toekomstvisie is volgens dit onderzoek de beste variant om in dit gebied te realiseren, rekening houdend met de belangen van de stakeholders, de gebiedsana- lyse en de (maatschappelijke) kosten en baten. Deze situatie zorgt er namelijk voor dat met het hele gebied ongeveer €67.500,- per jaar verdiend kan worden. Door extra functies te realiseren, zoals een voedselbos kun- nen deze opbrengsten nog worden verhoogd. Ook kunnen de beheerskosten worden beperkt door landschaps- varkens te gebruiken voor het onderhoud van de natuurgebieden. Naast inkomsten vanuit de biomassa en het huidige gebruik levert het gebied een bijdrage aan de natuuropgave van de gemeente en de provincie, omdat ongeveer 68% van het gebied tot natuur wordt omgevormd en het ervoor zorgt dat deze ontbrekende schakel van het NNB/NNN natuurlijk wordt ingericht. Deze ontwikkeling zorgt tevens voor een hogere landschappelijke waarde van dit gebied en levert voor de gemeente Heusden, de provincie Noord-Brabant en ondernemers in de regio indirect geld op. Op het gebied van duurzame energie kan geconcludeerd worden dat de nieuwe ruimte- lijke ontwikkeling ongeveer 141 ton houtchips en 2.892 GJ per jaar kan opleveren. Om de gehele glastuinbouw binnen de gemeente Heusden van energie te voorzien zal nog ongeveer 837.108 GJ uit externe gebieden ge- wonnen moeten worden. Dit staat gelijk aan ongeveer 69.759 ton wilgenchips per jaar. De 2.892 GJ die het gebied per jaar kan produceren staat gelijk aan ongeveer 0,0379% van de totale energiebehoefte van de ge- meente Heusden. Om de glastuinbouw volledig van duurzame energie te voorzien zal deze pilot op een grotere schaal moeten worden aangepakt. Als dit onderzoek regionaal of landelijk wordt aangepakt zal de bijdrage aan de duurzame energiedoelstelling namelijk groter zijn. Binnen de Oostelijke Langstraat zouden bijvoorbeeld restgronden (zoals bermen van provinciale wegen) gebruikt kunnen worden voor biomassabossen. Ook kunnen andere toepassingsmogelijkheden van biomassa in de omgeving worden overwogen, om een grotere bijdrage te leveren aan de duurzaamheidsdoelstelling van de gemeente Heusden en het Rijk.

Deze conclusie kan onderbouwd worden aan de hand van de antwoorden op de onderstaande deelvragen: Hoe kan de energietransitie, opgesteld door de overheid, bereikt worden?

Het Rijk heeft verschillende methoden opgesteld om de duurzame energiedoelstellingen van 2030 en 2050 te behalen. Uit onderzoek van het PBL blijkt dat het vergassen of fermenteren van duurzame biomassa voor groen gas en/of biobrandstof met CCS potentieel de hoogste bijdrage aan deze doelstelling zal leveren. Het gebruik van biomassa voor groen gas of biobrandstof ligt in Nederland nog vrijwel stil. Het aanbod van biomassa is namelijk vrij laag in vergelijking met de vraag. Door meer biomassa in Nederland te produceren kan voor een evenwicht tussen vraag en aanbod gezorgd worden.

Op welke manier kunnen deze maatregelen in het plangebied van de GOL worden toegepast?

Biomassa kan binnen de GOL gerealiseerd worden door biomassabossen aan te leggen binnen de natte natuur- parel ‘de Sompen en Zooislagen’, in combinatie met het huidige landgebruik en natuurdoeltypen die in de am- bitiekaart zijn opgesteld van de provincie Noord-Brabant. Dit is namelijk een gebied wat de provincie Noord- Brabant in haar natuurbeheerplan heeft aangeduid als ‘landbouw nog om te vormen tot natuur’. Dit is een gebied van ongeveer 54,5 ha dat nu nog wordt gebruikt als land-/akkerbouwgrond, maar in de toekomst deel uit zal moeten maken van het Natuurnetwerk Brabant. Om in een gebied met een natuurambitie ook duurzame energie te produceren was voor de gemeente Heusden het realiseren van biomassa in dit gebied het meest realistisch. Door het realiseren van biomassabossen wordt duurzame energie gerealiseerd en wordt een bijdra- ge geleverd aan het realiseren van natuur in dit gebied. Ook worden door het GOB en het SNL subsidies ver- leend voor het verlies in grondwaarde en de inrichtings- en beheerskosten. De reden waarom het hele gebied

niet tot biomassabos wordt ingericht, maar het wordt verweven met andere functies, wordt hieronder be- schreven.

Hoe kijken de stakeholders binnen en rondom het plangebied tegen een dergelijke ontwikkeling aan en hoe kunnen zij uit deze ontwikkeling hun voordeel halen?

De stakeholders die zijn geïnventariseerd en geïnterviewd voor dit onderzoek, om hun belangen te bepalen, zijn: de gemeente Heusden (opdrachtgever), de ZLTO, waterschap Aa en Maas, Staatsbosbeheer en de provin- cie Noord-Brabant met haar Groenontwikkelfonds Brabant. De toekomstvisie van dit gebied houdt in vergelij- king met de andere varianten met veel belangen van stakeholders rekening. Zo worden zowel de natuurbelan- gen van de provincie, het waterschap, Staatsbosbeheer en de gemeente geborgd, als het duurzaamheidsbelang van de gemeente. Daarnaast levert deze variant voor de grondeigenaren een positief economisch plaatje op door het deels behouden van het huidige landgebruik, het realiseren van biomassabossen en het verkrijgen van subsidies. De stakeholders kunnen uit deze ontwikkeling hun voordeel halen door de ecologische waarde, de landschappelijke waarde en de directe- en indirecte opbrengsten voor het gebied en de omliggende regio. Wat is de invloed van de eventuele tegenstrijdige beleidsvisies op deze ontwikkeling?

Gekeken is naar de Structuurvisie en Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant en het Bestem- mingsplan en de Structuurvisie van de gemeente Heusden. In de verschillende structuurvisies en de Verorde- ning Ruimte is beschreven dat het gebied van de Sompen en Zooislagen tot natuur omgevormd moet worden. Hierdoor worden andere functies uitgesloten in dit gebied en moeten de huidige veehouderijen beperkt blij- ven. Het bestemmingsplan laat zien met welke bestemmingen rekening moet worden gehouden bij deze ont- wikkeling. Zo brengen de gebieden die zijn aangegeven als schootsveld, eendenkooi, hoogspanningsnet, arche- ologie, waterleiding of regionale dijk, randvoorwaarden met zich mee. Vooral bij het realiseren van bossen in bepaalde gebieden moet rekening gehouden worden met de kwaliteiten en kenmerken van de bodem, zoals een hoge archeologische waarde of een waterleiding die onder de grond loopt. Voor de aanleg van de biomas- sabossen zullen omgevingsvergunningen nodig zijn.

Hoe ziet het proces van dergelijke ontwikkelingen op andere locaties in Nederland eruit?

Verwerving van land-/akkerbouwgrond naar natuur komt op vele andere plekken in Nederland voor. Ook het realiseren van biomassabossen wordt in Nederland de laatste tijd op enkele plekken opgepakt of onderzocht. Bij de realisatie van het Natura-2000 gebied ‘het Vlijmens Ven, de Moerputten en het Bossche Broek’ heeft ook verwerving plaats moeten vinden van landbouw naar natuur. Hiervoor heeft Natuurmonumenten verschillende percelen gekocht en geruild met agrariërs uit het gebied. Het verschil met de ontwikkeling van de Sompen en Zooislagen en deze ontwikkeling is vooral dat de Sompen en Zooislagen als Provinciale NNN wordt gezien en het Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek tot het Rijks-NNN valt. Dit heeft voor de Sompen en Zooisla- gen als nadeel dat maar 50% van de grondwaarde wordt gesubsidieerd i.p.v. 85% bij Rijks-NNN-gebieden. Op het gebied van biomassa zijn het energiebos in Zevenaar, wilgenplantages in Laag Holland en de biomassateelt in Flevoland goede voorbeelden. Bij het project in Zevenaar is onderzocht welke natuurvormen het meeste biomassa opleveren en hoe dit ingericht kan worden, rekening houdend met de water- en baggerspecieber- ging. Ook is onderzoek gedaan hoeveel geld het energiebos in dit gebied per jaar zal opleveren. Probos is een bedrijf dat ook onderzoek heeft gedaan naar het optimaliseren van de kosten en opbrengsten van wilgenplan- tages. Hieruit is gebleken op welke manier de wilgen het best geoogst kunnen worden, welk stekmateriaal nodig is, hoe samengewerkt moet worden tussen grondeigenaren, hoe wilgenplantages gecombineerd kunnen worden met andere functies, hoe wilgenchips het meeste op kunnen leveren en of valorisatie van CO2 plaats kan vinden. Daarnaast heeft het onderzoek van POSAD uitgezocht hoeveel energie biomassa in Noord-Brabant op kan wekken. Het bleek dat biomassa ongeveer 24,8 PJ van de benodigde 244,5 PJ in Noord-Brabant op kan wekken en dus ongeveer 10% van de energiebehoefte van Noord-Brabant kan voorzien als alle beschikbare locaties voor biomassa worden benut. Dit is dus de maximale bijdrage van biomassa aan de duurzame energie- invulling van Noord-Brabant. Uit andere onderzoeken van Probos bleek dat de biomassabossen toch zorgen voor een redelijke toename in biodiversiteit en ecologische waarde. Daarnaast is uit een ander onderzoek van Probos gebleken dat het ook mogelijk om biomassabossen te realiseren in gebieden die aangegeven zijn voor waterberging, mits aan de eisen wordt voldaan. Ander toepassingsmogelijkheden van biomassa zijn het realise- ren van olifantsgras of het realiseren van wilgenplantages in overloopgebieden van kippen bij biologische kip- penhouders.